Ondervoeding eist jaarlijks evenveel slachtoffers als de gehele tweede wereldoorlog Controle vinden wij een vies woord: Solidaridad werkt op basis van vertrouwen „Laat die arme mensen in de derde wereld niet lijden onder onze problemen" SOLIDARIDAD Interkerkelijke aktie voor in de krottenwijken wan Zuid-Amerika Pater Piet Smout - Aktie Menado - moet Indonesië uit VARIA Minister Jan de Koning: MINISTER DE KONING Belemmeringen Informatie Soli. (door: KEES MAAS) „Aan ondervoeding sterven pér jaar ongeveer evenveel mensen als er in de vijf jaar van de Tweede Wereldoorlog zijn doodge gaan. Vooral de kinderen en de ouden van dagen worden de eerste slachtoffers van ondervoeding. Per inwoner wordt in Nederland meer dan zesduizend gulden per jaar verdiend (baby's, kleuters, schoolgaande jeugd en oude van dagen meegerekend), terwijl het inkomen per hoofd van de bevolking in de allerarmste landen soms nog geen driehonderd gulden per jaar is. We kennen de moeilijkheden in Nederland. Hoe groot die ook lijken, ze staan in geen enkele verhouding tot de problemen, waarmee de Derde Wereld te kampen heeft. In de Derde Wereld is geen AOW of WW-uitkering, ja zelfs geen geld om fabrieken te bouwen om de mensen wat te kunnen laten verdienen. We kunnen niet meer zeggen dat de Derde Wereld ver van ons bed ligt, want binnen 24 uur zitten we in Peru. Dagelijks lezen we bovendien over natuurrampen, hongers nood en armoede in Afrika, Azië en Latijns Amerika. Kortom we kunnen niet doen alsof ons neus bloedt. „Aan het woord is drs. Jan de Koning - 53 jaar en minister van ontwikkelingssamen werking - op zijn ministerie. In een exclusief gesprek voor de Zeebra Weekbladen gaan we met de bewindsman in de feiten, de moeilijkheden en de mogelijkheden. Hoe bevalt het werk? MENADO Missionaris sen krijgen in Indonesië voortaan slechts een tijdelij ke verblijfsvergunning. Zij worden beschowud als ont wikkelingswerkers en die mogen vier jaar in Indonesië vertoeven. Een periode die met nog twee keer een half jaar kan worden verlengd. Door deze maatregelen heb ben de afgelopen maanden al 170 missionarissen gedwon gen hun '-offers gepakt. Ook di. uit Etten-Leur af komstige pater Piet Smout, bekend van de Menado-actie, moet vermoedelijk begin 1980 Indonesië verlaten. Door deze nieuwe rege ringsmaatregelen is zijn ver blijf op losse schroeven ko men te staan. Piet Smout realiseerde dank zij de succesvol verlo pen actie van Frits Koop- mans uit Etten-Leur (die met de steun van velen een half- miljoen bij elkaar bracht) een -kinderdorp en een vakschool. Kinderen, die gedoemd wa ren een onmenselijk bestaan te gaan leiden werden opge vangen. Die kinderen hadden geen ouders meer en werden in een pleeggezin onderge bracht. Elk pleeggezin kreeg een woonunit in Menado (Celebes). De vakschool was bovendien bedoeld om de si tuatie in de toekomst te ver beteren. Omdat het geld van de actie rechtstreeks aan Piet Smout werd overgeboekt, bleef er niets aan de strijk stok hangen. Nu de financiële adoptie van de kinderen zo goed als geregeld is en Piet Smout er voor gezorgd heeft dat na zijn vertrek alles perfect verder loopt (hij heeft geschikte In donesische krachten aange trokken) lijkt Menado een goed geslaagd project. De verwachting is dat pa ter Piet Smout in maart 1980 naar Nederland terugkeert. Hij heeft dan zijn zaken goed op poten staan en krijgt een belangrijke post bij de Cebe- mo. Als project man kan hij dan zijn ervaringen in de praktijk benutten. Prima. Het is weliswaar veel werk, maar ik doe het graag.. Bovendien wordt het mij poli tiek niet moeilijk gemaakt. Ik heb een garantie dat ik voor mijn werk kan rekenen op lVa procent van het netto natio naal inkomen. Dat is vastge legd in het regeerakkoord. De ontwikkelingssamenwerking wordt bewust buiten de om buigingen gehouden, omdat die arme mensen niet hoeven te lijden onder onze interne problemen. Voor 1980 krijg ik bijna vier miljard gulden, ter wijl er door diverse acties nog eens tientallen miljoenen naar die arme landen gaat". Aan welke landen geeft Ne derland geld en hoe zit de ver deling in elkaar? „Van de regeringspot is tweederde voor bilaterale hulp. Rechtstreeks van rege ring aan regering, terwijl een derde naar internationale ontwikkelingsorganisaties zo als het Unicef gaat. Bij het be palen van de landen waaraan we onze hulp geven, kijken we of in dit land een behoorlijk beleid op het gebied van de mensenrechten toegepast wordt en of er ook een sociaal economisch beleid is, dat een betere verdeling van de in komsten beoogt. We hebben momenteel 14 zogenaamde concentratielanden, die op on ze steun kunnen rekenen, ter wijl we ook wel iets doen aan landen die net zelfstandig ge worden zijn. De concentratielanden, die ons lijsten hebben gegeven met projecten die ze graag met Ne derlandse hulp gerealiseerd zien, zijn Bangladesh, Boven Volta, India, Indonesië, Kenya, Noord Jemen, Pakistan, Soe dan, Sri Lanka, Suriname, Tanzania, Egypte, Zambia en Columbia". Is het begrip „strijkstok" een vies woord? We hebben een apparaat, dat controleert of de centen niet bij onbevoegden terecht komen. Onze ambassade besteden daar aandacht aan en we hebben een inspectie, die de projecten in de verschillende landen be zoekt. Ik zeg niet dat er nooit iets fout gaat, maar over het algemeen zijn het indianen verhalen, die lang mee gaan en steeds sappiger worden. Een bijvoorbeeld is het beruchte gouden bed uit Ghana. Dat bed en het verhaal zijn inmiddels twintig jaar oud en doen het nog steeds goed. Maar het bed is nooit geleverd en de betref fende minister zit in de gevan genis". Met de Scandinavische lan den geeft Nederland het meest. Zijn wij zo goed o f zijn we goe de handelaars? „Wij zijn inderdaad zo goed. In het begin van de zeventiger jaren hebben de zogenaamde rijke landen, die Marshall hulp gaven of kregen, afge sproken dat er 0,7 procent van het bruto nationaal produkt zouden geven aan de Derde Wereld. In het afgelopen jaar hebben we met ons allen de helft (0,31 procent) gereali seerd. Nederland daarentegen zat op 0,83 procent en Zweden zelfs op de 1 procent". Er is kritiek over de wijze waarop we helpen. Bent u het daarmee eens' „We hebben in het verleden modelboerderijen gebouwd volgens Westerse patronen. Maar daar zijn we van terug gekomen. Je moet bij hun ver- trektpunt beginnen. In de Der de Wereld heeft men een over vloedige arbeidsaanbod. En als je dan arbeiders gaat uit schakelen door grootschalige gemachineerde landbouwbe drijven op te zetten bereikt je natuurlijk niet het goede re sultaat Die landen kunnen werken met erg goedkope arbeids krachten en kunnen qua prijs onze eigen positie op de we reldmarkt kapot maken en hier de werkloosheid indirect hel pen verhogen? „Dat is niet zo. Het bedrijf moet gebouwd en heeft daarna hulpstoffen nodig. En daar kunnen wij aan leveren. En als daar de werkgelegenheid toe neemt, komt er ook meer in de portemonnee, zodat ze meer bij ons kunnen kopen. Het Ne derlands Economisch Instituut heeft bovendien berekend dat de hier verlorengegane ar- De minister voor ontwik kelingsamenwerking is drs Jan de Koning. Hij werd op 31 augustus 1926 geboren in Zwartsluis en deed in 1958 doctoraal examen so ciale geografie aan de Utrechts rijksuniversiteit. Hij was zeven jaar alge meen secretaris van de christelijke boeren- en tuindersbond, kwam in de Eerste Kamer en werd vice- voorzitter van de A.R.P. In 1971 werd hij Tweede Kamerlid en ging voor het CDA in het Europese Par lement in Straatsburg zit ting nemen in de land- bouwcommissie en in de commissie Economische Externe Betrekkingen. Zes jaar is Jan de Koning be stuurslid van de Novib ge weest, terwijl zijn liefde voor het ontwikkelings werk ook blijkt uit zijn voorzitterschap van „Gast aan tafel". Minister De Koning is gehuwd en heeft twee kin deren. In december 1977 koos hij voor het minister schap. beidsplaatsen voor 4/5 deel veroorzaakt zijn door de an dere rijke landen. Slechts twintig procent komt voor „rekening" van de ontwikke lingslanden". U bent recentelijk nog naar Zambia en India geweest. Bent u daar geschrokken' „India krijgt van ons het meeste geld. Verdeeld over projecten in alle delen van dat land. Onze hulp daar zijn slechts druppels op de gloeien de plaat. Ik heb de sloppenwijk van Calcutta en het platteland gezien. Er is daar een enorme armoede. Als in India het probleem is opgelost zouden we de helft van het wereld probleem kwijt zijn. Erg veel mensen leven daar op de rand van het bestaan. Het zien van armoede is ie dere keer erger dan je het uit statistieken kunt aflezen. Is er in het kader van het jaar van het kind nog iets extra's gedaan voor de kinderen in de Derde Wereld? „Wij huldigen het standpunt dat je moeilijk een kind alleen kunt helpen. Wij proberen met ons geld (uw belastingcenten dus) vooral iets aan de omge ving van het kind te doen. Daarmee wordt een dorp en ook het gezin wat leefbaarder, hetgeen ten goede komt aan het kind. Maar we hebben als regering nog voor 175.000,- ingehaakt op Nederlandse ac ties voor de kinderen in de Derde Wereld" Hebt u alleen de wijsheid in pacht of hebt u nog diverse ad viseurs? Cebemo (katholieken), No vib, Hivos (humanisten) en IC- CO (protestanten) zijn advi seurs. Zij hebben contacten met de kerken en hun mede werkers daar. Vandaar dat zij zaken aankaarten, die wij dan bestuderen en daarna finan cieel ten uitvoer brengen. Is er een controle op de ver schillende particuliere acties? „Een controle door het minis terie is er niet. We hebben het al druk genoeg met onze eigen activiteiten, die financieel natuurlijk een veel grotere omvang hebben. Maar men kan natuurlijk altijd informa tie inwinnen. Er zijn voorbeel den van uitstekende particu liere initiatieven, die hun doel hebben bereikt". Hebt u nog wensen voor 1980? „We willen nog graag de kwaliteit van onze hulp aan de Derde Wereld verbeteren. De hulp nog wat doeltreffender maken. Goed geven is wel eens moeilijker dan ontvangen. Ik heb een nota voor de Tweede Kamer gemaakt, waarin ik mijn plannen voor de vergro ting van de effectiviteit heb neergezet. Ik hoop dat het kli maat aanwezig blijft om dit werk op dezelfde of een nog betere manier te kunnen doen. Onze problemen zijn betrek kelijk in vergelijking met die landen. Veertig procent is daar werkloos". (door: MARNIX KREIJNS) „Controle vinden we eigenlijk een vies woord. Wij werken op basis vanvertrouwen. En vertrouwen kun je ernstig schaden door - wat andere organisaties in mijn ogen teveel doen - alsmaar om bonnetjes of om progress reports te gaan vragen. Natuurlijk ge beurt het door ons ook wel eens. Wanneer we het vermoeden hebben dat een bepaalde groep die we steunen te ver van de basis is komen te staan of wanneer we denken dat een organisatie die we helpen te zeer een institutionele grootheid is geworden, dan gaan we dat bekijken via onze contacten in Latijns-Amerika. Of als het nodig is aan gaan we er zelf naar toe en dan kunnen we altijd zien wat we doen". Aldus Paul van der Hart, woordvoerder van Solidaridad, op de vraag of de organisatie waai voor hij werkt ook controleert, wat er met de gelden die naar Latijns-Amerika worden overgemaakt, gebeurt. nieuwe mensen in contact. We hanteren bij het uitzoeken van de projecten een aantal crite ria. We pnden het bijvoorbeeld belangrijk dat een project een zekere geschiedenis heeft voordat we steun gaan verle nen. Het moet geboren zijn vanuit de mensen daar, het is niet de bedoeling dat wij met nieuwe initiatieven komen. Daarnaast is het voor ons een vereiste dat de projecten die wij steunen zijn opgezet vanuit de basis. En verder met het al tijd gaan om zaken als het overbrengen van informatie, het werken aan bewustwor ding van de mensen, het me dewerken aan bevrijding". Het lijkt vanzelfsprekend dat deze activiteiten van Soli daridad de interkerkelijke or ganisatie dit door alle Zuid- Amerikaanse regimes in dank wordt afgenomen. „Maar", zegt Paul van der Hart, „we zijn natuurlijk geen politieke actiegroep. Het is niet zo dat wij stelling nemen tegen een bepaald regime, op dat nivo werken we niet. Solidaridad is een interker kelijke stichting die Latijns Amerika als zijn werkterrein heeft. Doelstelling van de nu tien jaar oude stichting is: „het verlenen van steun aan de po gingen van kerken, groepen en personen in Latijns Amerika, om de mens daar in staat te stellen zelf vorm te geven aan zijn leven en samenleving". Solidaridad wil daartoe de betrokkenheid bevorderen van kerken, groepen en personen in Latijns-Amerika, welke ge richt zijn op verandering van de maatschappelijke structu ren in dat deel van de wereld. Solidaridad geeft projecthulp in Zuid-Amerika, actievoering gebeurt daaraan voorafgaand in de Adventsperiode. Ook nu is So lidaridad dus weer met een ac tie bezig. Dit jaar richt de in terkerkelijke actie zich op de sloppenwijken van landen als Mexico, Peru en Colombia. In totaal hoopt men dit jaar zo'n 4,5 miljoen gulden bijeen te brengen voor verschillende projecten. Welke projecten Solidaridad steunt hangt vol gens Paul van der Hart in be langrijke mate af van de men sen zelf in Latijns-Amerika. Daarover zegt hij: „In de loop der jaren hebben met tal van mensen in Zuid-Amerikaanse landen een relatie opgebouwd. Op basis van het eerder ge noemde vertrouwen komen mensen op ons af met verzoe ken. Daarnaast komen we tij dens onze projectreizen met Maar van de andere kant komt toch ook wel voor dat Solidaridad belemmerin gen ondervindt bij de werk zaamheden. Paul van der Hart: „Er doen zich inderdaad wel eens omstandigheden voor dat we met onze hulpt niet kunnen komen waar we willen; of dat er niet die voortgang wordt gemaakt die ons voor ogen staat". Hij noemt het bijvoor beeld van Argentinië, waar een groep een drukpers kreeg van Solidaridad; „nog voordat hij had gefunctioneerd werd die pers met een bom in tiendui zend stukjes geblazen. Het geen ons tienduizend dollar kostte". En ook is er de situatie in Guatemala, waarnaar Soli daridad enige tijd geleden geld overmaakte. De mensen voor wie het is bestemd durven het echter niet van de bank te gaan halen, omdat de groep inmid dels illegaal is geworden. Wat niet wegneemt dat Paul van der Hart over het algemeen het banksysteem in Zuid-Amerika nog dusdanig acht, dat de gel den terechtkomen op de plaats waar ze horen. Solidaridad verleent alleen geldelijke steun. Paul van der Hart: „Er werken daar geen mensen van ons als ontwikke lingswerkers. Wel sturen we regelmatig mensen naar Zuid- Amerika voor het maken van projectreizen. Dat kost geld, maar dat is nodig voor het on derhouden van de persoonlijke contacten en het in standhou den van het wederzijds ver trouwen, dat de basis van onze manier van werken is. En als het mogelijk is, dan zetten we zo'n reis op in combinatie met een andere organisatie. On langs is er nog iemand een maand naar Nicaragua ge weest, op basis van een sa menwerking tussen de Novib en ons". daridad wenst zich niet te be perken tot het uitsluitend in zamelen van geld voor het werk in Zuid-Amerika. Van groot belang wordt ook het ge ven van voorlichting in Ne derland geacht. Daarvoor zijn onder meer boeken, brochures, imformatiemappen, films en diaseries beschikbaar. Opval lend in de voorlichting'die So lidaridad nu geeft over de projecten in de krottenwijken van Zuid-Amerika, is de link die gelegd wordt naar situaties in Nederland. In de voor ieder een beschikbare informatie map zitten bijvoorbeeld ook overdrukken van artikelen uit Nederlandss kranten en tijd schriften, met als onderwerpen onder meer „Leegstand en woekerwinsten" en „De botte bijl van de sanering". Een kwestie van ethiek, noemt Paul van der Hart deze manier van voorlichting gegen. „Als je het ethisch verantwoord wilt aan pakken, dan is het niet meer dan een plicht om het zo te doen. Als je mensen een gulden vraagt voor epn groep kritische mensen in een krottenwijk er- geens ver weg in Zuid-Ameri ka, dan moet je niet verbloe men dat het hier voor wat be treft de volshuisvesting ook nog niet allemaal zo prima is". Dezer dagen zal een ieder wel op een of andere wijze ge confronteerd worden met de actie Solidaridad. Wie er meer van wil weten, kan terecht op het buro van de stichting: Laan van Meerdervoort 148, 2517 BE Den Haag, tel. 070-655207. En „last but not least" het gi ronummer van Solidaridad: 1804444

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1979 | | pagina 9