Vloerbedekking'
„Eerste Kamer" krijgt
steeds meer aandacht
Openhaard als besparing
op c.v. stookkosten
Slaapkamer
Huiskamer
Harmonie
Ledikantje
Houtsoorten
en kleuren
217
Meubels en mensen
rDE SCHEUPEBODE J WOENSDAG 25 APRIL 1979
De slaapkamer wordt hoe
langer hoe meer een gezellig
woonhol, waar het ook, buiten
de ,,slaap"-uurtjes, best toe
ven is. Vandaar ook, dat er
steeds meer aandacht wordt
geschonken aan wat er op de
vloer ligt.
Het koude zeil van
vroeger (weet u het nog - 's
winters rillend op de toppen
van je tenen op zoek naar je
slofjes of gewoon een warm
plekje) is grotendeels uit ons
gezichtsveld verdwenen en
met het verkeerde been uit
bed stappen en dat toch niet
erg vinden, betekent meestal
dat er een lekker zacht tapijt
op de vloer ligt.
U hoeft voor een slaapka
mer natuurlijk niet zo'n zware
kwaliteit tapijt te nemen, om
dat er in deze kamer aanmer
kelijk minder wordt gelopen
dan elders in het huis (de trap
b.v.).
Als er dan een ander tapijt
in de slaapkamer moet ko
men, is dat meestal niet om
dat het versleten of vuil is,
maar gewoon omdat men
eens iets anders wil. Kwali
teitsaanduidingen met een
bed erop, betekent dat dit ta
pijt bij uitstek geschikt is voor
de slaap- en logeerkamer.
Heel geschikt voor de-
slaapkamer zijn velours- en
semishagtapijt. Deze hebben
een doorgesneden pool. De
poolhoogte van velours gaat
tot ca. één centimeter en van.
semishagtapijt tot twee cen
timeter.
In feite kan ieder praktisch
te onderhouden tapijt, zoals
bouclé en fine gauche, heel
goed worden toegepast in de
slaapkamer.
Ondertapijt is alleen nodig
.als het tapijt geen foamrug
heeft.
Bij het woord vloerbedek
king zullen de meeste onder
U meteen aan één kamer
breed tapijt denken, al dan
niet aan een stuk of in tegel-
vorm. Toch vallen ook plavui
zen en parket onder „vloer
bedekking". In gesprekken
over dit onderwerp wordt
echter voorhands een onder
scheid gemaakt over zachte
en harde vloerbedekking.
Menigeen wordt van tijd tot
tijd geconfronteerd met het
feit dat in een woon- of kan
toorruimte vloerbedekking
dient te worden gelegd. Me
nigmaal wordt vervolgens
wanhopig met de handen
naar het hoofd gegrepen,
omdat men uit de hoeveel
heid soorten en prijzen geen
keuze kan maken.
Vloerbedekking kiezen
doet men dan ook niet in vijf
minuten.
Hoe dient men dan bij de
keuze te werk te gaan?
Allereerst dient men te kij
ken naar wat voor eisen men
stelt aan hetgeen de kale
vloer moet gaan bedekken. Is
het voor de huiskamer? Dan
moet de vloer lekker lopen,
sterk zijn en gemakkelijk te
onderhouden. Heeft men
echter een jong gezin met
kleine kinderen, dan kan men
beter niet iets kiezen wat be
smettelijk is.
Een harde vloerbedekking
is natuurlijk gemakkelijk
schoon te maken. Bovendien
is deze niet zo aan slijtage
onderhevig en is voor de kin
deren een ideale ondergrond
om opte spelen. Plavuizen en
parket horen echter niet tot de
meeste goedkope vormen om
een vloer te bedekken.
Ofschoon de harde vormen
van vloerbedekking steeds
meer aftrek vinden, is er nog
i Kiezen voor dessin, zoals: „Chalaine" van Desso. Zuiver
scheerwollen tapijt iri beige en donkerbruin. De rug is
geinpregneerd met latex.
steeds een grote groep van
mensen die dolgraag tegels
of parket in hun huis zouden
willen leggen, maar bang zijn
van de dure aanschaf omdat
zij menen dat deze soorten
vloerbedekking moeilijk ver-
huisbaar zijn. Ook zij die een
huurhuis hebben zijn vaak te
snel bereid te passen voor
een dergelijke aanschaf.
Voor deze mensen het vol
gende.
Als men de plavuizen niet in
een speciebed legt of met
bouwlijm bevestigt, maar al
leen porion gebruikt op een
vlakke ondervloer, zijn de te
gels gemakkelijk mee te ne
men door ze te verwarmen.
Ook voor een groot deel van
de parketsoorten bestaan
mogelijkheden om ze met een
verhuizing mee te nemen.
Verder dit. In de huiskamer
is bijna iedere tapijtsoort te
gebruiken. Het is vaak maar
net hoe ver men de beurs wil
opentrekken en hoe diep men
de voeten in het tapijt wil laten
zakken.
Denkt men echter nog even
aan het gegeven dat beton
koud kan optrekken en dat
een onderlaagje isolerend
spaanplaat van alle kanten de
moeite van het ovenwegen
waard is. Ook al omdat tapijt
op een vlakke egale vloer
minder snel slijt.
Meubels hebben een karakter,
net als mensen. Zo zijn er gezel
lige, maar ook zakelijke meubels.
Er zijn meubels die erg deftig of
bijzonder modieus aandoen,
maar ook meubels die een ont
wapenende eenvoud tonen.
Deze karakters worden be
paald door vormgeving, mate
riaal en afmetingen. Een simpele
blank grenen fauteuil met kus
sens van canvas is beslist niet
deftig. Zo'n stoel, gemaakt van
herkenbare materialen, is het
toppunt van eenvoud en eerlijk
heid. Ze is niet opgepoetst tot
een beeldschoon ding, maar bij
wijze van spreken zo uit het bos
weggelopen.
Een fauteuil van verchroomde
buis en een minimale bekleding
van kunstleer doet nuchter en
zakelijk aan. Vraagt dan ook een
omgeving met veel zachte mate
rialen, zoals dik tapijt, royale gor
dijnen en wandtextiel. Die mate
rialen moeten de warmte geven,
die de verchroomde buis en het
kunstleer missen.
Een knus gestoffeerde fauteuil
die zich zacht om u heen sluit is
het tegengestelde en komt op u
over als erg gezellig.
Een grote ranken- of kussen-
kast is door z'n afmetingen en
indrukwekkend meubel, dat voor
zichzelf een flink stuk vrije wand
vraagt. Dit in tegenstelling tot een
strak belijnde, functioneel be
doelde kast met bescheiden af
metingen, die u best in een hoek
kunt schuiven omdat ze geen en
kele pretentie heeft.
En dan zijn er ook nog modieu
ze meubels, die op een zeker
ogenblik door vorm, kleur, mate
riaal of detaillering sterk de aan
dacht trekken. Soms worden het
blijvertjes, maar meestal niet.
Buitenissige dingen blijven
meestal niet lang. Denkt u maar
eens aan de soms bizarre be
denksels op het gebied van de
kledingmode.
Het karakter van meubels
wordt mede bepaald door de ge
bruikte materialen. Grenen, ei
ken en essen zijn eenvoudige
houtsoorten. In tegenstelling tot
palissander, noten en mahonie,
die door kleur, structuur en teke
ning verfijnder aandoen en die
zich beter lijnen voor een sierlijk
lijnenspel.
Beeldhouwwerk in eiken is al
tijd een beetje grof, omdat de
structuur van dit hout niet zo fijn is
als van bijvoorbeeld noten,
waarin veel fijner steekwerk kan
worden gemaakt.
Jeans, canvas, denim en plat-
weefsels in het algemeen komen
lang niet zo deftig en sjiek over
als velours, een poolweefsel, dat
door z'n zachte glans een zekere
allure heeft. Echt leer, ofschoon
tamelijk duur, heeft een eenvou
dig karakter en dit geldt eigenlijk
voor de meeste, gemakkelijk
herkenbare natuurproducten.
Het karakter van een materiaal
kan door een bepaalde behan
deling worden onderstreept of
onderdrukt.
Een simpel leren kussen met
grof stikwerk laat zien, dat leer
eenvoudig van aard is. Maar leer
kan ook schaduweffecten heb
ben en toegepast worden op een
klassieke Chesterfield. Dit is bij
zo'n deftige Engelse fauteuil een
kwestie van traditie.
Over het algemeen zullen ont
werpers vormgeving en mate
rialen op elkaar afstemmen. Bij
eenvoudig hout dus eenvoudige
bekleding en een bescheiden
vormgeving zonder elegante
trekjes. Een echte edelhoutsoort
vraagt echter om dierlijke lijnen
en een bekleding met een ver
fijnd karakter.
Er zijn wel tien redenen te be-
Meubels in verschillende stijlen kunnen best bij elkaar passen. Evenwichtig combineren blijft
echter een vereiste. In de kamer is tevens de nieuwste raambekleding van Luxaflex, de „Jalouette",
geconstrueerd.
denken, waarom u een bepaald
meubeltype kiest. Maar als uw
keus valt op modellen die u ge
makkelijk aanspreken, dan is de
kans groot dat het gaat om meu
bels die echt bij uw smaak en
karakter passen. Dan ligt de mo
gelijkheid voor het grijpen om
een interieur met een harmoni
sche woonsfeer te maken. De
kunst is dan om de karakters van
vormen, materialen en kleuren
die u tot een geheel gaat smane-
voegen, met elkaar te laten har
moniëren.
Stel, u hebt een mooie Oud-
Hollandse kussenkast. Zo'n sta
tig, imposant meubel, dat heel
nadrukkelijk in uw kamer aanwe
zig is. Zo'n meubel verdraagt
geen kleine, knus gestoffeerde
meubels naast zich. Het beste is
zo'n indrukwekkend meubel de
ruimte te geven, zodat het als het
ware toekijkt, maar niet deel
neemt aan het woongebeuren in
de kamer.
Misschien hebt u een wortel
noten secretaire met laden. Zo'n
uiterst sjiek schrijfmeubel dat
oorspronkelijk in paleizen en
soortgelijke behuizingen werd
gebruikt. Bij zo'n meubel kunt u
natuurlijk geen blank grenen
stoelen of een rustiek zitje van
loodzwaar eiken zetten.
Dergelijke meubels zijn te
rondborstig, te stoer en te een
voudig van karakter om zich
naast zo'n paleismeubel te kun
nen handhaven. En als het hele
maal niet anders kan, maak de
afstand tussen dergelijke tegen
gestelde meubelkarakters dan
zo groot mogelijk. Net als u zou
doen bij het rangschikken van uw
gasten aan de feesttafel
Het ligt voor de hand, dat grote
tegenstellingen in het karakter
van meubels weinig problemen
geeft. Zelfs een kind ziet, dat een
Queen Anne of een Chippeldale
fauteuiltje het niet zo goed doet
naast een zwaar rustiek eiken
meubel of een boerenmeubel uit
Scandinavië. U kunt wat dit
betreft ook nog onderscheid ma
ken tussen echte gebruiksmeu-
bels en siermeubels. Een keu
kentafel is een typisch gebruiks-
meubel, terwijl een fraai gepoli
toerde Biedermeier tafel veel
meer een siermeubel is. In de
praktijk gaan beide meubeltypen
onmerkbaar in elkaar over.
De baby-kamer - de „eerste
kamer" in een mensenleven -
mag zich de laatste jaren in een
steeds groeiende belangstelling
verheugen. En wat dit laatste be
treft niet alleen bij hen die zulk
een vertrek wensen te gaan in
richten, maar ook bij hen die ze
produceren.
Het ledikantje speelt in de ba
by-kamer beslist de hoofdrollen
belangrijk punt bij het ledikantje
is, dat het voorzien is van een
verstelbare bodem. In de eerste
maanden kan de hoogste stand
worden toegepast, opdat de
reeds genoemde verzwakte rug
van de jonge moeder een voor-
speodiger herstel weet. Al even
belangrijk is de spijlenafstand. In
West-Duitsland en Nederland
heeft men daarvoor zelfs een
normalisatie. De spijlen mogen
niet meer of minder dan 7 tot IVz
cm uit elkaar geplaatst zijn. Dit in
vérband met de veiligheid van
het kindje. Men lette dus wel op
dit belangrijke onderdeel, want in
de Nederlandse detailhandel
heeft men ook produkten uit an
der Europese landen en die hou
den met de normalisatie geen re
kening.
Ook is de afmeting van het ledi
kantje van belang. De meest
gangbare maar is 60 x 120 cm.
De hoogte van de zijkanten is
doorgaans 60 cm. Waar u als ou
der bij de aanschaf van een ledi
kantje ook zeer goed op moet
letten is o.a. of het hout afgerond
is. Er mogen nimmer scherpe
randen en punten aan een ledi-
Baby-kamer nieuwe stijl.
kantje kunnen voorkomen.
Ook bij de commodes spelen
vorm en veiligheid een voorname
rol. De gewenste hoogte van de
commode is 84 cm, terwijl de ge
wenste breedte 100 cm is. De
diepte van dit meubelstuk is
veelal 45 cm, waarbij nog dient
aangetekend dat er diverse
Westduitse modellen voorzien
zijn van een verlengstuk in diepte
van ongeveer 30 cm. De traditio
nele schuifbladen treft men niet
meer aan, want het zogeheten
wasbakje is immers vervangen
door het „teiltje"
Het overgrote deel van mo
dellen voor de baby-kamer wordt
gebracht in de houtsoorten eiken
en grenen. Ook treft men nog wel
een aantal modellen aan in beu
ken-uitvoering, doch de eerste
twee - genoemde zijn wel het
sterkst vertegenwoordigd. Nieuw
is thans de uitvoering in manou,
welke de laatste jaren in opkomst
is. Vooral de rotanindustrie in en
om het Friese Noordwolde maakt
velerlei modellen voor onze wo
ninginrichting van de woonkamer
tot baby-kamer.
Wat de kleuren van de baby
kamer meubelen betreft, treft
men vooral bruin aan, terwijl het
blank grenen ook zeer gevraagd
blijkt te zijn.
Een openhaard straalt voor
namelijk gezelligheid uit; als
warmtebron levert een gewone
openhaard nauwelijks een bij
drage aan de totale verwarming
van het huis.
Toch is het met hout stoken
van een openhaard een kostba
re, althans nogal wat energie
verbruikende, bezigheid. Het is
dan ook begrijpelijk dat de con
structeurs van openhaarden -
vooral in deze tijd, waarin men
aan de ene kant op zoek is naar
allerlei methoden om energie te
besparen en er aan de andere
kant een duidelijke trend is naar
meer gezelligheid en knusse
warmte - zich hebben toegelegd
op de bouw van energiebespa
rende openhaarden.
Een Franse vinding op dit ge
bied, is de Recal-openhaard. Het
is een reeds vanaf 1975 met vele
uitvindersgedenkpenningen on
derscheiden vondst van con
structeur Mareigner, welke is ge
baseerd op een ingebouwd
warmtecirculatie-element een
zogenaamde warmte recupera
tor.
Zoals alle interessante vin
dingen berust de Recal-open-
haard op een eenvoudige doch
doeltreffend principe.
Het komt hier op neer: in de
openhaard wordt een element,
ingebouwd in de vorm van een
buisvorming rooster of een ver
sierde haardplaat met daarin een
warmtecircu'latiebuis. Dit ele
ment wordt aangesloten op het
centrale verwarmingssysteem.
Stookt men nu de openhaard,
dan wordt het element door het
houtvuur verwarmd en gaat het
functioneren als warmtebron
voor het centrale verwarmings
systeem en neemt het al snel de
functie van de oorspronkelijke
verwarmingsketel over. Dat
houdt in dat de uitstralings-
warmte van de openhaard nu niet
meer verloren gaat, maar via het
centrale verwarmingssysteem
over het hele huis wordt ver
deeld. Kortom: de openhaard
wordt warmtebron voor de
c.v.-installatie; het blijft lekker
warm in het hele huis.
Wordt de openhaard niet ge
stookt, dan functioneert het op
het c.v.-systeem aangesloten
circulatie-element als een extra
radiator.
De Recal-openhaard levert
een besparing op de centrale
verwarmingskosten die er niet'
om liegt.
Wanneer men jaarlijks
vijf kubieke meter hout verstookt,
dan bespaart men, omgerekend
naar de huidige gas- en olieprij
zen, ruim 420,- per jaar. Aan
gezien de gemiddelde stook-
houtprijs ongeveer 90,- per
kubieke meter bedraagt, kan
men stellen dat het stoken van
een dergelijke oper^iaard, prak
tisch geheel door besparing op
c.v.-stookkosten wordt betaald.
Bovendien is dan nog het gehele
huis verwarmd.
Sinds kort kan men in Neder
land de modellen van Recal-
openhaarden bezichtigen in de
toonzalen van de bouwmateria-
lenhandel en de gespecialiseer
de openhaardenwinkels.