of wat er in 75 jaar met Zeevaartschool
Vlissingen en de schepen gebeurde
Uit de „Viissingse b/ues
Misschien toekomstige blikjes?
Uit vroeger tijden
DE SCHELCEBODE VAN WOENSDAG 5 JULI 1978
terugblik, zo heet het boek dat de Zeevaartschool ter gelegenheid van het vijfenzeventigjarig
bestaan heeft uitgegeven. Het is een boek geworden dat niet alleen de leerlingen en oud
leerlingen van de Zeevaartschool zal boeien, maar ook de Vlissingers zelf Een van de vijf
hoofdstukken van het honderdrie bladzijden tellende boek is namelijk gewijd aan Vlissingen.
Oud-Vlissingen wel te verstaan, want de schrijver van dit hoofdstuk, de voormalige Vlissin-
ger Cer van der Hoest, roept bewust heimwee op bij de lezers voor de dingen die er niet meer
zijn. Van der Hoest steekt zijn genegenheid voor Vlissingen niet onder stoelen of banken; de
Vlissingenkolder, zoals hij 't noemt, heeft hem danig te pakken. In zijn verhaal maakt hij een
omzwerving door Vlissingen en laat zich meeslepen door allerlei herinneringen aan mensen,
gebeurtenissen en plaatsen. Drs. M. Braak schreef de geschiedenis van vijfenzeventig jaar
Zeevaartschool. Hij laat in dit verhaal vooral de mensen uit de school aan 't woord, de
leerlingen en oud-leerlingen, de leraren en oud-leraren. In het begin van deze eeuw was de
opkomst van het stoomschip niet meer te stuiten, het zeilschip was gedoemd te verdwijnen,
over de (r)evolutie in de scheepvaart in de afgelopen vijfenzeventig jaar een bijdrage van de
oud-leerling van de Zeevaartschool H. van Son. Verder bevat het boek nog een hoofdstukje
„De plaats van de Ruyterschool in de geschiedenis van het Nederlandse zeevaartonderwijs"
en een hoofdstuk „Het beste Poseidon". (Poseidon is het blad dat de school onder de leerlin
gen en oud-leerlingen ver spreidt).Veel, soms prachtige foto's, maken het boek een leuk bezit.
Het boek wordt gesierd door een groot aantal soms prachtige oude en nieuwe foto's. Deze
pagina geeft wat indrukken uit het boek.
Uit „De Vlissingen Blues"
van de nu in Rotterdam-
Ommoord wonende Ger van
der Hoest een stukje over
straatvoetballers. „Goed voet
ballen leerde je als jongen op
de woestijn Gobi tegen clubs
uit andere buurten. Toen we
daar eens een bal door het bo
venraam van de fritestent van
Hoeydonk schoten, die in de
vetpan terecht kwam, werd de
mooie bal kapotgesneden te
ruggesmeten. Voor ons jongens
f
i
ji;
We huisden toen met onze klas in de ruïne van de oude zee
vaartschool aan de Boulevard, van waaruit we dagelijks getuige
waren van de ware doodsverachting waarmee deze conciërge
zich op zijn fiets - presentieschriften netjes onder de snelbinder -
van de Kommedijk naar beneden liet storten, richting bruggetje.
Met het geluk dat alleen Tour de France-renners hebben die juist
de Tourmalet hebben bedwongen, kwam hij dan juist tussen de
brugleuningen terecht om dan verder freewheelend zijn weg te
vervolgen.
Eens moest dat echter mislukken, dat wisten we zeker. We zijn
wel eens vaag van plan geweest het noodlot een handje te helpen,
remmen wat losser, banden wat slapper, of zo iets, boosaardige
plannetjes die gelukkig nooit werden uitgevoerd. Het bleef ge
woon een kwestie van geduld en ja hoor, eindelijk was het zo ver.
„Jongens, daar gaat-ie", precies op tijd had onze mede-leerling
gewaarschuwd. Bij het begin van het pad, boven aan de dijk, had
hij de slip al zien aankomen. Als een steigerend paard zien we
hem naar beneden storten, op wonderbaarlijke wijze blijft hij in
het zadel, mist de leuning op een haar en eindigt zijn afdaling in
de kom, alwaar hij tot zijn middel in de prut zakt. Alsof hij deze
weg wel meer neemt, legt hij het volgende stuk door het water en
de modder af. Aan de overkant hijst hij zijn stalen ros tegen de
wal op en alsof er niets gebeurd is, stapt hij weer op, druipend en
wel. Even kijkt hij nog of het presentieschrift nog op de bagage
drager zit, gaat dan zijns weegs, nagestaard door zo'n veertig
paar ogen.
„Blikjes" uit vroeger tijden. Blik is de bijnaam voor een leer
ling van de Zeevaartschool. De titel van het boek „Terugblik"
herinnert eraan. De oorsprong van de bijnaam is niet helemaal
duidelijk. Het is waarschijnlijk zo dat het wat blikkerig aan
doende embleem van het uniform dat rond 1920 werd ingevoerd,
de Viissingse bevolking op de bijnaam „blik" bracht. De naam
heeft in elk geval niets te maken met een conservenblik, al is het
wel zo dat er in latere jaren tijdens ontgroeningsperioden regel
matig nieuwe leerlingen in optocht door de binnenstad trokken
met een leeg conservenblik aan de voet gebonden...
ONS KAAIT JE
Op de voorgrond van deze foto uit 1924 ziet u de rotonde van de Noordzeeboulevard met het standbeeld van admiraal Michiel
Adriaanszoon de Ruyter. Tegenwoordig parkeren er dagelijks rijen auto's voor de borstwering. Van dit moderne vervoermiddel uit
genieten velen van het heerlijke uitzicht op de brede monding van de Wester schelde. Achter „de Boule" liggen de twee haventjes,
waarover de laatste jaren zoveel is gesproken en gepubliceerd: de in 1308 aangelegde Voor- of Koopmanshaven en de in 1444
gegraven Vissershaven of Engelse Kaai. In het kader van de Deltawet heeft de Rijkswaterstaat deze historische havens willen
dempen of afsluiten. De meeste Vlissingers haalden er ongelovig de schouders over op: „Ons Kaaitje zullen ze heus niet weg doen,
want dan „komme ze an Vlissingen"! Toen de harde waarheid tot hen was doorgedrongen, werd er een strijdvaardige actiegroep
gevormd en tenslotte heeft de Rijkswaterstaat voldaan aan de nadrukkelijke wens van de Viissingse Raad" om de havens „open"
te houden. De Vissershaven krijgt nu een nieuwe sluis en om de Koopmanshaven komt een waterkering - tot zeven meter boven
NAP - waarvan het noordelijk deel kan worden weggenomen. Op deze foto ziet u de Vissershaven nog in volle glorie. In die tijd
bestond de Viissingse vissersvloot uit 21 hoogaarzen, 1 botter, 3 motorbotters en 1 blazer. Ook hadden 30 hoogaarzen uit
Arnemuiden er een vaste ligplaats. Rechts ziet u het Zeehondenwerfje, waarop de „schuitjes" werden gerepareerd. (Foto KLM
Aerocarto).
een vermogen. Een week lang
hebben we 's nachts liggen
woelen in ons bed voor de wed
strijd tegen de beroemde vete
ranen van Vlissingen. Ze
waren legendarisch.
Als jonge
kerels waren ze vijf seizoenen
lang getraind op de harde vloer
van de Willem II-kazerne door
de oud-midvoor van het Bel
gisch elftal en de sterspeler van
Brugge: FlorimandHalipe. Om
ze beter te leren koppen,
gooide hij de bal zo hard naar
hen toe dat het bloed op hun
hoofd kwam te staan". In de
dertiger jaren had elke buurt
een jongensvoetbalclub. Op
het strand voor het hotel Bri
tannia, dat nog Victoriaanse
torentjes had, werd het voetba
lelftal van Goed Wonen ver
eeuwigd. Van boven af van
links naar rechts zijn op de foto
te zien: Buitenkamp, Blaas van
der Heyden, onbekend, Henk
Boelhouwer, Steinhauser (nu
baas op de gehelde), Henk
Kemeling (oud-leerling Zee
vaartschool), Cor van der
Hoest, Ger van der Hoest
(schrijver van dit artikel),
Theun Kamermans en Jo
Amadio (overleden).
„Terugblik" is voor tien
gulden te verkrijgen in
alle Viissingse en in en
kele Middelburgse boek
handels. Het boek kan ook
besteld worden. Dan moet
vijftien gulden gestort
worden op postgiro
569243 ten name van
Stichting Zeevaart-
schoolbelangen, Boule
vard Bankert 60, Vlissin
gen met vermelding „Te
rugblik".
Ger van der Hoest wil
nog veel over de stad van
zijn jeugd schrijven. Hij
zou het daarom zeer op
prijs stellen als lezers hun
herinneringen aan hem
zouden willen toever
trouwen. Zijn adres is:
Stekelbrem 50 3068 TD
Rotterdam-Om moord.