KEIZERRIJK-ONTWIKKELINGSLAND
NOVIB start Actie
Gast aan Tafel
W oestijnvorming
Ontvolkte
rivierdalen
Afhankelijk
Bloeiperiode
Geiten bevorderen de woestijnvorming in het noorden van Opper-Volta door de spaarzame
struiken kaal te vreten.
Het kan behoorlijk regenen in de Sahel. Er ontstaan na een bui grote stromen, die vaak een weg
kruisen. Het bovenstaand tafereel is het gevolg. De vrouwen houden elkaar vast om niet met de
stroom meegesleurd te worden.
Opper-Volta ziet er in dit
jaargetijde, inde regentijd, fris
en groen uit. Overal groeit
gras, afgeioisseld door alleen
staande bomen en struiken.
Slechts hier en daar en dan
vooral in het noorden van
Opper-Volta dat in het Sahel-
gebied ligt, wordt dit onder
broken door de kale rood
bruine aarde. Van menselijk
ingrijpen in de natuur is, zeker
voor westerse ogen, weinig te
bespeuren. Er is één spoorlijn,
die van de hoofdstad Ouaga
dougou naar het zuiden loopt.
De wegen zijn van begroeiing
vrijgemaakte zandstroken, die
in de regentijd vaak onbegaan
baar zijn. Van industrie is
vrijwel geen sprake. Het me
rendeel van de Voltanen woont
in dorpen die in het landschap
nauwelijks opvallen. Ze hou
den wat vee en leven verder
van wat de natuur hen op
brengt: noten, vruchten en
landbouwprodukten, waarvan
de voornaamste gierst, mais en
katoen zijn. Het lijkt alsof deze
vriendelijke mensen in een
soort paradijs leven, maar de
werkelijkheid is anders.
De grond die in de regentijd
zo groen en vruchtbaar uitziet,
levert te weinig voedsel op
voor de ruim vijf miljoen in
woners. Aan de Afrikaan
waarmee je net stond te praten,
is niet te merken dat hij maar
eens in de twee of drie dagen
een maaltijd kan nemen. En
dat is dan nog maar een bord
gierst met een saus er over
heen. Voor velen raken in deze
laatste maanden voor de oogst
(in november) de voedselvoor
raden op. Na de regentijd, die
als de weergoden meewerken,
van mei tot oktober duurt,
blijft er van het groen weinig
meer over. De felle zon maakt
er al gauw een dorre vlakte
van. Alleen sommige bomen,
zoals de apebroodboom, en
wat struiken blijven groen.
Dat is wel 'ns anders ge
weest, en nog niet eens zo heel
lang geleden. De Nederlandse
Witte Pater Wil de Boer, die al
bijna dertig jaar in Opper-
Volta werkt zegt hierover:
,,Toen ik hier kwam hoorde je
rond de hoofdstad de leeuwen
nog brullen. Dat betekent dat
er toen nog struikgewas en ge
boomte genoeg was voor de
leeuwen om een schuilplaats te
vinden. Sinds die tijd is er heel
wat groen verdwenen". De
oorzaak hiervan is de roof
bouw die in deze streken nog
algemeen wordt toegepast. Om
de twee jaar brandt een boer
een nieuw stuk grond plat om
er zijn produkten te verbou
wen. Dit systeem wordt al
eeuwenlang door de Afrikanen
toegepast en heeft nooit zulke
geweldige gevolgen gehad. De
bevolking is de laatste tiental
len jaren echter zo sterk toege
nomen, onder meer door het
uitbannenvan een aantal ziek
ten, dat de roofbouw nu op te
grote schaal wordt toegepast.
De vruchtbare aarde wordt
niet langer door de wortels van
planten vastgehouden en
spoelt bij de enorme tropische
regenbuien de rivieren in. Wat
overblijft is een stuk woestijn.
Dit speelt zowel in het zui
den als in het noordelijke
Sahel-gebied. Hier is het de
vraag of 't wel zo goed is zoveel
geiten en schapen te houden.
De begroeiing, die tijdens de
droogteperiode in de Sahel van
1968 tot 1974 al sterk vermin
derd is, wordt nog verder uit
gedund door deze beesten die
zelfs de doornigste struiken
nog kaalvreten. Daar staat te
genover dat geiten door deze
eigenschap er goed bestand
zijn tegen de droogte en dus
melk en vlees kunnen blijven
leveren ip de -moeilijkste
tijden. Maar ook in de Vol-
taanse Sahel is het probleem
dat de traditionele manier van
veeteelt en landbouw te weinig
voedsel oplevert voor de sterk
toenemende bevolking.
Door de grote droogte zijn
veel nomadenvolken afgezakt
naar het zuiden en hebben de
Sahel als leefoord gekozen.
Vóór de droge periode was de
Sahel slechts een uitwijkplaats
als er noordelijker geen voed
sel meer te vinden was. In de
Voltaanse Sahel is nu dan ook
het nomadenvolk de Peul,
waarschijnlijk van oorsprong
afkomstig uit het Midden-
Oosten, de hoofdbewoner ge
worden, terwijl voordien al
leen enkele negerstammen dit
schrale gebied bewoonden.
Het evenwicht, dat er vroe
ger in deze streken toch was, is
verstoord. Voedselzendingen
zijn sowieso elk jaar nodig en
als één jaar de regens uit
blijven of op verkeerde tijden
vallen is een rampsituatie als
in 1973 al gauw een feit. Het is
haast onvoorstelbaar dit te ho
ren, terwijl de Sahel er nu, in
de regentijd van 1977, toch be
trekkelijk groen uitziet.
Opper-Volta als land bestaat eigenlijk pas sinds 1919, toen de
Fransen die West-Afrika koloniseerden, het gebied in verschil
lende provincies opdeelden. Het land werd in 1897 door Franse
troepen bezet. Voor tiie tijd waren er verschillende grote keizer
rijken onder leiding van de Mossi negerstam, die meerdere perio
den van bloei beleefden.
Naast de Mossi zijn de belangrijkste negerstammen, de Samo
en de Bobo dioulasso. Zij vormen de meerderheid van de onge
veer 5,5 miljoen inwoners. In het dun bevolkte Sahelgebied in het
noorden van Opper-Volta wonen nomaden, voornamelijk Peul.
De belangrijkste steden zijn Ouagadougou, de hoofdstad, met
115.000 inwoners, Bobo-Dioulasso met 28.000 inwoners en Kou-
dougou met 32.000 inwoners. De belangrijkste bron van inkom
sten is de landbouw. De produkten die verbouwd worden zijn,
gierst, katoen, mais, pinda's en zoete aardappelen. Het houden
van vee is een andere belangrijke bron van inkomsten. De indus
trie staat nog in de kinderschoenen. Van de 10 procent van de
mensen die niet in de landbouw werkzaam zijn, verdient onge
veer Va procent een salaris. Dat salaris komt in totaal neer op 80
procent van het nationale inkomen.
Opper-Volta heeft wat klimaat betreft drie seizoenen: van no
vember tot februari is het koele droge seizoen (30-35 graden), van
februari tot mei is het warme droge seizoen (45 graden) en van
juni tot oktober is het regenseizoen. De regens vallen onregelma
tig in enorme buien van gemiddeld 40 mm. Maar buien tot 100 of
zelfs 150 mm komen ook voor. In de Voltaanse Sahel valt gemid
deld minder dan 500 mm regen per jaar. Naar het zuiden toe
wordt de neerslag meer tot zo'n 700 800 mm. Dat is ongeveer
evenveel als in Nederland, maar in een land waar grote hoeveel
heden water weer snel verdampen door de hitte is het weinig.
De voertaal is Frans, een taal die de overgrote meerderheid niet
spreekt. Elke stam heeft zijn eigen taal. 90 tot 95 procent van de
bevolking kan niet lezen en schrijven. Kranten worden dan ook
in het land niet verspreid. Alleen in de hoofdstad zijn in een
kleine oplage twee bladen te kooi), waarin voornamelijk infor
matie van de regering staat. De kindersterfte is nog steeds vrij
hoog, namelijk tussen de 40 en 45 procent. De meeste Voltanen
zijn aanhangers van de Mohammedaanse godsdienst.
vroeger in Europa ook vaak
voor en nog maar kort geleden
bij voorbeeld ook in China. De
geschiedenis van deze landen
heeft geleerd dat de mensen
deze gevolgen tot een mini
mum kunnen beperken. Dat de
droogte in de Sahel in 1973
zulke rampzalige gevolgen had
is dan ook meer te wijten aan 't
feit dat deze landen noch de
mensen noch de middelen heb
ben om er iets tegen te doen.
Droogteperioden komen hier
vaker voor. En al is de laatste
droogte erger geweest dan an
dere, de klimatologen zijn het
er nog niet over eens of hieruit
de conclusie kan worden ge
trokken dat de regenval ver
mindert en de woestijn daar
door zou oprukken.
Hoe 't ook zij de Sahellanden
waren niet bij machte de hon
gersnood in 1973 het hoofd te
bieden. De honger moest be
streden worden met voedsel
hulp uit de rijke landen. Maar
wat erger is, en hieruit blijkt
wel hoe de Sahellanden aan de
grond zitten: het voedsel
kwam vaak niet op de plaats
van bestemming en rotte weg
in de havens van de kustlan
den. Opper-Volta beschikt,
evenals de andere Sahellan
den, niet over de mensen die
het voedsel effectief konden
verdelen en nog minder over de
middelen om het voedsel naar
de hongergebieden te trans
porteren. Daar komt nog bij
dat juist in de gebieden waar
de hulp het meest nodig was en
nog is, de wegen in de regentijd
vaak slecht of zelfs onbegaan
baar zijn. En de regering in
Opper-Volta kan niet zeggen:
dan leggen we een paar goede
wegen aan. Daar is geen geld
voor. Er zijn machines voor
nodig en die zijn er niet. Er zijn
mensen nodig die met de ma
chines kunnen omgaan, mon
teurs die ze kunnen onderhou
den en ingenieurs om de dam
men en bruggen te ontwerpen.
Deze mensen zijn er nauwe
lijks, in elk geval veel te wei
nig. 90 tot 95 procent van de
Voltanen kan niet lezen of
schrijven. Het is dan ook dui
delijk dat Opper-Volta voor
haar ontwikkeling voor een
groot deel afhankelijk is van de
rijke landen.
Toch heeft Opper-Volta, en
ook andere streken in West-
Afrika, lange perioden van
voorspoed gekend. Grote ne
gerrijken met een hoog be
schavingspeil ontstonden hier
in een tijd dat Westeuropeanen
door de Romeinen nog barba
ren genoemd werden. Dat er
van deze beschaving nu vrijwel
niets meer is overgebleven, is
vooral te danken aan de op
komst van de West-Europese
beschaving. Eerst werd
West-Afrika ontvolkt door de
winstgevende slavenhandel
naar Amerika, waarbij zee
machten als Engeland, Frank
rijk en in Nederland vooral de
Zeeuwen een hoofdrol speel
den. Later werd dit gebied nog
weer verder uitgemergeld als
kolonie van Frankrijk.
Een kijkje in de geschiedenis
kan dan ook geen kwaad voor
een beter begrip van het te
genwoordige Opper-Volta.
MIDDELBURG - In de laatste week van oktober start de NO
VIB, een Nederlandse organisatie voor ontwikkelingssamenwer
king weer 'n Gast aan Tafel Actie. De bedoeling van de actie is om
de mensen hier 'n blijvende belangstelling voor de ontwikkelings
landen bij te brengen, waarbij natuurlijk het geven van geld een
niet onbelangrijke rol speelt. De actie komt in 't kort hier op neer:
iemand nodigt een gast uit de Derde WERELD AAN ZIJN
TAFEL UIT DOOR HET BEDRAG VOOR ÉÉN MAALTIJD PER
DAG (35 cent) aan de NOVIB over te dragen. Met dit geld worden
projecten voor de allerarmsten in de DERDE WERELD GE
STEUND. In ruil daarvoor krijgt iedereen die aan de Gast aan
Tafel Actie meedoet informatie over de mensen in de DERDE
WERELD, OVER HUN MANIER VAN LEVEN, HUN IDEEËN
EN HUN, SOMS ZEER OUDE, CULTUUR. Ter ondersteuning
van de Gast aan Tafel Actie zal vanaf vandaag in dit weekblad
een aantal verhalen verschijnen over Opper-Volta. Dit land kan
model staan voor de gigantische problemen waar elk arm land
mee worstelt. En ook voor wat de NOVIB doet om samen met de
inwoners de levensvoorwaarden te verbeteren. Op uitnodiging
van de NOVIB hebben een aantal journalisten, waaronder Ad de
Jong als vertegenwoordiger van de Zeebra-weekbladen, een be
zoek gebracht aan dit land. Het is een van de Sahel-landen en met
Mali, een ander land in de Sahel-gordel, behoort het tot de armste
landen in de wereld.
Want ik wil de mensen
in de derde wereld steunen
in hun strijd om een
menswaardiger bestaan.
En doe dat met 35 cent per dag de kosten
van één maaltijd in de derde wereld)
Binnen 10 dagen
krijg ik van u een acceptgirokaart van:
I
f 31,50(35 cent per dag
(.een door mij
gedurende een kwartaal) of.zelf in te vullen hoger of
lager bedrag)
Daarmee ben ik deelnemer Ik ben echter nergens aan
aan de Aktie Gast Aan Tafel gebonden en kan op ieder
en ontvang regelmatig gewenst moment mijn
informatie over de besteding deelname stopzetten,
en het verloop van de aktie.
Naam-
Adres.
Plaats.
B ank/giro nummer
Stuur deze bon in open envelop, zonder postzegel, naar: Novib-
Gast Aan Tafel, Antwoordnummer 362, 2500 WB - Den Haag.
De vruchtbaarste gebieden
van Opper-Volta zijn de ri
vierdalen van de Rode, Witte
en Zwarte Volta. Eens waren
dit de tuinen van rijke neger
stammen, nu herinneren alleen
de ruïnes van verlaten dorpen
nog aan die tijd. Een klein
zwart vliegje, dat rivierblind
heid veroorzaakt, is de oorzaak
van deze ontvolking. De larve
van deze vlieg nestelt zich bij
vocfrkeur bij mensen, al kun
nen ook dieren het slachtoffer
worden. De larve kan onder de
huid tot een meter lang wor
den. Opgerold vormen ze dan
grote harde gezwellen. In het
laatste stadium tast deze
ziekte de ogen aan. Alleen al in
West-Afrika zijn meer dan
100.000 mensen volledig blind.
De ziekte komt alleen voor bij
stromend water, omdat de
zwarte vlieg daar zijn eitjes
legt. Het is duidelijk dat het
weer in cultuur brengen van de
vruchtbaarste gebieden in
Opper-Volta alleen mogelijk is
als de rivierblindheid uitge
bannen wordt.
Met dit doel is eind 19?4 een
ambitieus ontwikkelingspro-
jekt van start gegaan, waarin
ontwikkelingsorganisaties van
de V.N., De Wereldbank en
verschillende landen, ook Ne
derland, samenwerken. De
eerste fase van dit projekt
beoogt een volledige uitroeiing
van de zwarte vlieg door het
uitwerpen van insecticiden
boven de broedplaatsen in de
rivieren. Na 1980 moeten dan
de rivierdalen weer geschikt
gemaakt worden voor land
bouw en kan de bevolking
weer terugkeren. Het geld dat
voor dit projekt nodig is komt
van buiten het land. Opper-
Volta zelf bezit geen cent. Er is
overigens weinig bekend over
de oorzaken van het zo massaal
voorkomen van de zwarte
vlieg.
Hongersnoden als gevolg
van natuurrampen kwamen
Het heden staat niet los
van het verleden, al is er in
Opper-Volta op het eerste
gezicht weinig van het ver
leden te bespeuren. Of het
moest de afstammeling zijn
van de Moro-Naba de Mos-
sikeizer, die nog steeds het
Moro-Nabapaleis in de
hoofdstad Ouagadougou
bewoont. Hij heeft geen
nacht meer en is een be
zienswaardigheid gewor
den. In de zestiende eeuw
heerste de Moro-Naba over
het Ouagadougou-rijk van
Mossi- en Bobo-negers en
over enkele vazalstaten. In
de tijd na de zestiende eeuw
zijn vrijwel alle sporen van
de eigen beschaving in
West-Afrika verdwenen.
Dit gaat gelijk op met de
opkomst van de West-
Europese landen en een
spectaculair groeiende sla
venhandel.
Maar voordat met de wins
ten die de gezonde Hollandse
koopmansgeest opleverde de
fraaie patriciërshuizen werden
gebouwd in o.a. Middelburgen
Vlissingen, kende Afrika al
lange tijd goed georganiseerde
rijken die niet onderdeden
voor staten die pas later in Eu
ropa ontstonden. Van vóór
onze jaartelling is over Afrika
nog weinig bekend. Wel is be
kend, dat er vlak na het begin
van onze jaartelling in Afrika
verschillende koninkrijken
waren die de metaalbewerking
beheersten. Er werden werk
tuigen gemaakt voor de land
bouw die goede opbrengsten
leverde. De eerste grote rijken
begonnen in deze tijd te ont
staan, zoals het Ouagadougou
rijk. De koning noemde zich
Ghana, de oorlogsleider, of
Kaya Maghan, de koning van
het goud. Hij slaagde erin ver
schillende andere rijken te on
derwerpen, zodat het rijk zich
uitstrekte van de Atlantische
Oceaan tot aan de rivier de Ni
ger.
Na de zevende eeuw kwa
men Arabische handelslieden
met hun karavanen naar het
rijk, aangetrokken door het
vele goud van Ouagadougou.
Veel Arabieren vestigden zich
er blijvend en verspreidden te
vens de Islam onder een bevol
king die tot dan de slang
Ougadou-Bida vereerde. De
slang woonde in een heilig bos
bij het paleis van de koning. De
rust in het rijk duurde voort tot
in de elfde eeuw. Toen werd het
bedreigd door een fanatiek re
ligieus leger van de Berbers,
een volk dat in het noorden en
noord-westen van Afrika
woonde. Toen in 1077 na tien
jaar strijd de hoofstad zich ge
wonnen moest geven, ver
moordden zij iedereen die zich
niet tot de Islam wilde laten
bekeren. Hiermee kwam er een
einde aan het eerste grote rijk.
Het was welvarend en tamelijk
goed georganiseerd geweest.
Ten tijde van de aanval be
schikte het leger over 200.000
man, waaronder een cavalerie
en 40.000 boogschutters.
Na,een periode van verwar
ring slaagt een jonge koning er
in 1235 in de verschillende
volken weer in een rijk samen
te brengen. Hij werd hun Man-
sa, keizer. Er volgde een gou
den tijd, die nog steeds vol
trots bezongen wordt door de
rondtrekkende troubadours in
West-Afrika. De handel bloei
de. Niet minder dan 12.000 ka
ravanen staken per jaar de Sa
hara over om handel met het
rijk te drijven. De hoofdstad
van het rijk Niani, nu een
dorpje in Guinée, was het mid
delpunt van de glorie; hier
werden de buitenlandse verte
genwoordigers ontvangen en
de beste kunstenaars uit het
rijk konden zich in prachtige
paleizen uitleven.
en deelde er zoteel goud uit dat
de geldmarkt van de stad in el
kaar stortte en tien jaar later
nog de gevolgen ondervond.
Rond 1500 begon het rijk af te
brokkelen. De onderworpen
staten streefden naar zelfbe
stuur en er doemden letterlijk
andefe kapers op de kust op.
De Portugezen knoopten han-
delsbetrekkinten aan met wat
er nog van het oude rijk over
was. Door de onderlinge tegen
stellingen was West-Afrika nu
een gemakkelijke prooi voor
Europa. Er waren verschil
lende rijken overgebleven,
onder andere het
Ouagadougou-rijk van de
Mossi- en Bobo-negers onder
leiding van de genoemde
Moro-Naba. In een ander rijk
bloeiden beroemde univers
iteitssteden als Timboektoe,
Djenné en Gao.
Vanaf de zestiende eeuw zou
Afrika echter geen rust meer
kennen. De Europeanen de
graderen de Afrikaan tot han
delswaar en in tweeëneenhalve
eeuw worden zo'n vijftien mil
joen Afrikanen als slaaf op de
Amerikaanse markten afgezet.
Een even groot aantal verliest
het leven, voordat ze op de
plaats van bestemming aan-
de slavernij afgeschaft en tege
lijkertijd stijgt de belangstel
ling in Europa voor Afrika als
afzetgebied en leverancier van
grondstoffen. Franse troepen
veroveren West-Afrika, een
spoor achterlatend van uitge
brande dorpen en massaslach
tingen op mannen, vrouwen en
kinderen. Omstreeks 1900 zijn
de Afrikaanse staatsstructu
ren volledig vernietigd en is
West-Afrika een Franse kolo
nie geworden. De speren dol
ven 't onderspit tegen snelvu-
rende geweren en kanonnen.
In 1885 legde de Franse mi
nister van koloniën aan de
Franse tweede kamer het grote
belang van de Afrikaanse ko
loniën uit: ,,De koloniën zijn
voor de rijke landen zeer voor
delig om kapitaal onder te
brengen. Dat is de moderne
vorm van kolonisatie... De su
perieure rassen bezitten rech
ten tegenover de inferieure
volkeren". Die „rechten" wer
den dan ook genomen. De
West-Afrikanen werden ge
dwongen op grote schaal pro
dukten als katoen, koffie en
aardnoten te verbouwen. Dat
daardoor voedseltekorten ont
stonden, was voor Frankrijk
minder belangrijk. Wegen
De dorpjes vallen nauwelijks op in het landschap.
Een voorbeeld van de fabe
lachtige rijkdom is de bede
vaart van keizer Kankou
Moussa naar Mekka in 1324.
Met een gevolg van 60.000
mensen vertrok hij uit Niani.
De keizer werd voorafgegaan
door 500 dragers die elk 2,5
kilo goud bij zich hadden. An
deren hadden bovendien nog
80 pakketten met drie kilo
poedergoud tussen de bagage.
In Mekka verdeelde de keizer
20.000 goudstukken onder
armen en kocht huizen waar
pelgrims uit zijn rijk konden
worden ondergebracht. Op de
terugreis deed hij de Egypti
sche hoofdstad Cairo nog aan
komen. Dorpen en hele streken
stroomden leeg en de Afri
kaanse beschaving ondervond
een grote terugslag. Grote ste
den, waaronder de univers
iteitssteden, werden regelma
tig geplunderd, de beroemde
koranscholen verdwenen. Dit
begon vooral goed op gang te
komen toen de Portugezen de
winstgevende slavenhandel
kwijtraakten aan de nieuwe
zeemachten Holjand, Enge
land en Frankrijk. In de woes
tijn konden enkele nomaden
volken als de Peul nog sterke
rijken handhaven tot halver
wege de vorige eeuw.
Omstreeks deze tijd wordt
werden slechts aangelegd om
de produkten naar de kust te
vervoeren voor verwerking in
Europa, niet om de verschil
lende steden met elkaar te ver
binden. Franse handelshuizen
en ook Unilever maakten ge
weldige winsten, terwijl het
Franse bestuur de nu totaal
verarmde en afhankelijke be
volking er niets voor teruggaf.
Wel wenste Frankrijk dat
West-Afrika een aandeel le
verde in de twee wereldoorlo
gen, in produkten en in man
schappen. In de eerste W.O.
werden meer dan 300.000 man
in ketenen naar de havens ge
transporteerd om in de Euro
pese loopgraven als kanon-
nenvoer te dienen. Scholen
werden niet gebouwd, want
kennis kon wél eens gevaarlijk
zijn. Ook het bestuur was vol
ledig in Franse handen, omdat
zo de Franse belangen het best
gediend werden. Het is niet
verwonderlijk dat veel West-
Afrikaanse landen nu niet
goed georganiseerd zijn. Na de
onafhankelijkheid die de ver
schillende West-Afrikaanse
gebieden rond 1960 krgen,
moest veel zo niet alles van de
grond af aan opgebouwd wor
den. Bovendien maakte de of
ficiële onafhankelijkheid nog
niet dat deze landen nu echt
onafhankelijk waren.
Frankrijk blijft met de EEG
een behoorlijke vinger in de
pap houden, nog steeds met het
doel goedkope grondstoffen in
te voeren in ruil voor eigen
dure exportartikelen. Ook het
geld dat als ontwikkelingshulp
van de EEG naar de West-
Afrikaanse landen gaat, wordt
nog vaak gegeven van uit de
gedachte: wat worden wij er in
Europa wijzer van. Een voor
beeld.
In een gedeelte van
Opper-Volta wordt met Euro
pees geld een stuk grond ge
schikt gemaakt voor de tuin
bouw. De technische kennis en
machines moeten uit Europa
komen. Met het vliegtuig wor
den de produkten van deze
grond naar de Europese hoofd
steden gevlogen, zodat de men
sen hier in de winter verse
groenten kunnen eten. Dat ge
beurt dan in streken, waar
voortdurend voedseltekorten
zijn.
Opper-Volta zegt tegen
een dergelijk projekt geen nee,
omdat al het geld dat geïnves
teerd wordt, welkom is. Maar
ook in Opper-Volta groeit het
besef dat buitenlandse hulp en
zeker particuliere investerin
gen vaak niet de belangen van
Opper-Volta zelf dienen. Vaak
niet, want er zijn zeker ook
goede projekten. Projekten die
gebaseerd zijn op samenwer
king met de inwoners. Een van
deze projekten is dat in Torna
in het westen van Opper-Volta.
Op dit projekt, waar de NOVIB
bij betrokken is, zal in een vol
gend artikel nader worden in
gegaan.
Ad de Jong.
In bovenstaand artikel zijn ge
gevens verwerkt uit het boek
„Schijn en werkelijkheid in de
Sahel" van Albert Stol, uitge
geven door Agathon in Bus-
sum.