KEIZERRIJK-ONTWIKKELINGSLAND NOVIB start Actie Gast aan Tafel W oestijnvorming Ontvolkte rivierdalen Afhankelijk Bloeiperiode Geiten bevorderen de woestijnvorming in het noorden van Opper-Volta door de spaarzame struiken kaal te vreten. Het kan behoorlijk regenen in de Sahel. Er ontstaan na een bui grote stromen, die vaak een weg kruisen. Het bovenstaand tafereel is het gevolg. De vrouwen houden elkaar vast om niet met de stroom meegesleurd te worden. Opper-Volta ziet er in dit jaargetijde, inde regentijd, fris en groen uit. Overal groeit gras, afgeioisseld door alleen staande bomen en struiken. Slechts hier en daar en dan vooral in het noorden van Opper-Volta dat in het Sahel- gebied ligt, wordt dit onder broken door de kale rood bruine aarde. Van menselijk ingrijpen in de natuur is, zeker voor westerse ogen, weinig te bespeuren. Er is één spoorlijn, die van de hoofdstad Ouaga dougou naar het zuiden loopt. De wegen zijn van begroeiing vrijgemaakte zandstroken, die in de regentijd vaak onbegaan baar zijn. Van industrie is vrijwel geen sprake. Het me rendeel van de Voltanen woont in dorpen die in het landschap nauwelijks opvallen. Ze hou den wat vee en leven verder van wat de natuur hen op brengt: noten, vruchten en landbouwprodukten, waarvan de voornaamste gierst, mais en katoen zijn. Het lijkt alsof deze vriendelijke mensen in een soort paradijs leven, maar de werkelijkheid is anders. De grond die in de regentijd zo groen en vruchtbaar uitziet, levert te weinig voedsel op voor de ruim vijf miljoen in woners. Aan de Afrikaan waarmee je net stond te praten, is niet te merken dat hij maar eens in de twee of drie dagen een maaltijd kan nemen. En dat is dan nog maar een bord gierst met een saus er over heen. Voor velen raken in deze laatste maanden voor de oogst (in november) de voedselvoor raden op. Na de regentijd, die als de weergoden meewerken, van mei tot oktober duurt, blijft er van het groen weinig meer over. De felle zon maakt er al gauw een dorre vlakte van. Alleen sommige bomen, zoals de apebroodboom, en wat struiken blijven groen. Dat is wel 'ns anders ge weest, en nog niet eens zo heel lang geleden. De Nederlandse Witte Pater Wil de Boer, die al bijna dertig jaar in Opper- Volta werkt zegt hierover: ,,Toen ik hier kwam hoorde je rond de hoofdstad de leeuwen nog brullen. Dat betekent dat er toen nog struikgewas en ge boomte genoeg was voor de leeuwen om een schuilplaats te vinden. Sinds die tijd is er heel wat groen verdwenen". De oorzaak hiervan is de roof bouw die in deze streken nog algemeen wordt toegepast. Om de twee jaar brandt een boer een nieuw stuk grond plat om er zijn produkten te verbou wen. Dit systeem wordt al eeuwenlang door de Afrikanen toegepast en heeft nooit zulke geweldige gevolgen gehad. De bevolking is de laatste tiental len jaren echter zo sterk toege nomen, onder meer door het uitbannenvan een aantal ziek ten, dat de roofbouw nu op te grote schaal wordt toegepast. De vruchtbare aarde wordt niet langer door de wortels van planten vastgehouden en spoelt bij de enorme tropische regenbuien de rivieren in. Wat overblijft is een stuk woestijn. Dit speelt zowel in het zui den als in het noordelijke Sahel-gebied. Hier is het de vraag of 't wel zo goed is zoveel geiten en schapen te houden. De begroeiing, die tijdens de droogteperiode in de Sahel van 1968 tot 1974 al sterk vermin derd is, wordt nog verder uit gedund door deze beesten die zelfs de doornigste struiken nog kaalvreten. Daar staat te genover dat geiten door deze eigenschap er goed bestand zijn tegen de droogte en dus melk en vlees kunnen blijven leveren ip de -moeilijkste tijden. Maar ook in de Vol- taanse Sahel is het probleem dat de traditionele manier van veeteelt en landbouw te weinig voedsel oplevert voor de sterk toenemende bevolking. Door de grote droogte zijn veel nomadenvolken afgezakt naar het zuiden en hebben de Sahel als leefoord gekozen. Vóór de droge periode was de Sahel slechts een uitwijkplaats als er noordelijker geen voed sel meer te vinden was. In de Voltaanse Sahel is nu dan ook het nomadenvolk de Peul, waarschijnlijk van oorsprong afkomstig uit het Midden- Oosten, de hoofdbewoner ge worden, terwijl voordien al leen enkele negerstammen dit schrale gebied bewoonden. Het evenwicht, dat er vroe ger in deze streken toch was, is verstoord. Voedselzendingen zijn sowieso elk jaar nodig en als één jaar de regens uit blijven of op verkeerde tijden vallen is een rampsituatie als in 1973 al gauw een feit. Het is haast onvoorstelbaar dit te ho ren, terwijl de Sahel er nu, in de regentijd van 1977, toch be trekkelijk groen uitziet. Opper-Volta als land bestaat eigenlijk pas sinds 1919, toen de Fransen die West-Afrika koloniseerden, het gebied in verschil lende provincies opdeelden. Het land werd in 1897 door Franse troepen bezet. Voor tiie tijd waren er verschillende grote keizer rijken onder leiding van de Mossi negerstam, die meerdere perio den van bloei beleefden. Naast de Mossi zijn de belangrijkste negerstammen, de Samo en de Bobo dioulasso. Zij vormen de meerderheid van de onge veer 5,5 miljoen inwoners. In het dun bevolkte Sahelgebied in het noorden van Opper-Volta wonen nomaden, voornamelijk Peul. De belangrijkste steden zijn Ouagadougou, de hoofdstad, met 115.000 inwoners, Bobo-Dioulasso met 28.000 inwoners en Kou- dougou met 32.000 inwoners. De belangrijkste bron van inkom sten is de landbouw. De produkten die verbouwd worden zijn, gierst, katoen, mais, pinda's en zoete aardappelen. Het houden van vee is een andere belangrijke bron van inkomsten. De indus trie staat nog in de kinderschoenen. Van de 10 procent van de mensen die niet in de landbouw werkzaam zijn, verdient onge veer Va procent een salaris. Dat salaris komt in totaal neer op 80 procent van het nationale inkomen. Opper-Volta heeft wat klimaat betreft drie seizoenen: van no vember tot februari is het koele droge seizoen (30-35 graden), van februari tot mei is het warme droge seizoen (45 graden) en van juni tot oktober is het regenseizoen. De regens vallen onregelma tig in enorme buien van gemiddeld 40 mm. Maar buien tot 100 of zelfs 150 mm komen ook voor. In de Voltaanse Sahel valt gemid deld minder dan 500 mm regen per jaar. Naar het zuiden toe wordt de neerslag meer tot zo'n 700 800 mm. Dat is ongeveer evenveel als in Nederland, maar in een land waar grote hoeveel heden water weer snel verdampen door de hitte is het weinig. De voertaal is Frans, een taal die de overgrote meerderheid niet spreekt. Elke stam heeft zijn eigen taal. 90 tot 95 procent van de bevolking kan niet lezen en schrijven. Kranten worden dan ook in het land niet verspreid. Alleen in de hoofdstad zijn in een kleine oplage twee bladen te kooi), waarin voornamelijk infor matie van de regering staat. De kindersterfte is nog steeds vrij hoog, namelijk tussen de 40 en 45 procent. De meeste Voltanen zijn aanhangers van de Mohammedaanse godsdienst. vroeger in Europa ook vaak voor en nog maar kort geleden bij voorbeeld ook in China. De geschiedenis van deze landen heeft geleerd dat de mensen deze gevolgen tot een mini mum kunnen beperken. Dat de droogte in de Sahel in 1973 zulke rampzalige gevolgen had is dan ook meer te wijten aan 't feit dat deze landen noch de mensen noch de middelen heb ben om er iets tegen te doen. Droogteperioden komen hier vaker voor. En al is de laatste droogte erger geweest dan an dere, de klimatologen zijn het er nog niet over eens of hieruit de conclusie kan worden ge trokken dat de regenval ver mindert en de woestijn daar door zou oprukken. Hoe 't ook zij de Sahellanden waren niet bij machte de hon gersnood in 1973 het hoofd te bieden. De honger moest be streden worden met voedsel hulp uit de rijke landen. Maar wat erger is, en hieruit blijkt wel hoe de Sahellanden aan de grond zitten: het voedsel kwam vaak niet op de plaats van bestemming en rotte weg in de havens van de kustlan den. Opper-Volta beschikt, evenals de andere Sahellan den, niet over de mensen die het voedsel effectief konden verdelen en nog minder over de middelen om het voedsel naar de hongergebieden te trans porteren. Daar komt nog bij dat juist in de gebieden waar de hulp het meest nodig was en nog is, de wegen in de regentijd vaak slecht of zelfs onbegaan baar zijn. En de regering in Opper-Volta kan niet zeggen: dan leggen we een paar goede wegen aan. Daar is geen geld voor. Er zijn machines voor nodig en die zijn er niet. Er zijn mensen nodig die met de ma chines kunnen omgaan, mon teurs die ze kunnen onderhou den en ingenieurs om de dam men en bruggen te ontwerpen. Deze mensen zijn er nauwe lijks, in elk geval veel te wei nig. 90 tot 95 procent van de Voltanen kan niet lezen of schrijven. Het is dan ook dui delijk dat Opper-Volta voor haar ontwikkeling voor een groot deel afhankelijk is van de rijke landen. Toch heeft Opper-Volta, en ook andere streken in West- Afrika, lange perioden van voorspoed gekend. Grote ne gerrijken met een hoog be schavingspeil ontstonden hier in een tijd dat Westeuropeanen door de Romeinen nog barba ren genoemd werden. Dat er van deze beschaving nu vrijwel niets meer is overgebleven, is vooral te danken aan de op komst van de West-Europese beschaving. Eerst werd West-Afrika ontvolkt door de winstgevende slavenhandel naar Amerika, waarbij zee machten als Engeland, Frank rijk en in Nederland vooral de Zeeuwen een hoofdrol speel den. Later werd dit gebied nog weer verder uitgemergeld als kolonie van Frankrijk. Een kijkje in de geschiedenis kan dan ook geen kwaad voor een beter begrip van het te genwoordige Opper-Volta. MIDDELBURG - In de laatste week van oktober start de NO VIB, een Nederlandse organisatie voor ontwikkelingssamenwer king weer 'n Gast aan Tafel Actie. De bedoeling van de actie is om de mensen hier 'n blijvende belangstelling voor de ontwikkelings landen bij te brengen, waarbij natuurlijk het geven van geld een niet onbelangrijke rol speelt. De actie komt in 't kort hier op neer: iemand nodigt een gast uit de Derde WERELD AAN ZIJN TAFEL UIT DOOR HET BEDRAG VOOR ÉÉN MAALTIJD PER DAG (35 cent) aan de NOVIB over te dragen. Met dit geld worden projecten voor de allerarmsten in de DERDE WERELD GE STEUND. In ruil daarvoor krijgt iedereen die aan de Gast aan Tafel Actie meedoet informatie over de mensen in de DERDE WERELD, OVER HUN MANIER VAN LEVEN, HUN IDEEËN EN HUN, SOMS ZEER OUDE, CULTUUR. Ter ondersteuning van de Gast aan Tafel Actie zal vanaf vandaag in dit weekblad een aantal verhalen verschijnen over Opper-Volta. Dit land kan model staan voor de gigantische problemen waar elk arm land mee worstelt. En ook voor wat de NOVIB doet om samen met de inwoners de levensvoorwaarden te verbeteren. Op uitnodiging van de NOVIB hebben een aantal journalisten, waaronder Ad de Jong als vertegenwoordiger van de Zeebra-weekbladen, een be zoek gebracht aan dit land. Het is een van de Sahel-landen en met Mali, een ander land in de Sahel-gordel, behoort het tot de armste landen in de wereld. Want ik wil de mensen in de derde wereld steunen in hun strijd om een menswaardiger bestaan. En doe dat met 35 cent per dag de kosten van één maaltijd in de derde wereld) Binnen 10 dagen krijg ik van u een acceptgirokaart van: I f 31,50(35 cent per dag (.een door mij gedurende een kwartaal) of.zelf in te vullen hoger of lager bedrag) Daarmee ben ik deelnemer Ik ben echter nergens aan aan de Aktie Gast Aan Tafel gebonden en kan op ieder en ontvang regelmatig gewenst moment mijn informatie over de besteding deelname stopzetten, en het verloop van de aktie. Naam- Adres. Plaats. B ank/giro nummer Stuur deze bon in open envelop, zonder postzegel, naar: Novib- Gast Aan Tafel, Antwoordnummer 362, 2500 WB - Den Haag. De vruchtbaarste gebieden van Opper-Volta zijn de ri vierdalen van de Rode, Witte en Zwarte Volta. Eens waren dit de tuinen van rijke neger stammen, nu herinneren alleen de ruïnes van verlaten dorpen nog aan die tijd. Een klein zwart vliegje, dat rivierblind heid veroorzaakt, is de oorzaak van deze ontvolking. De larve van deze vlieg nestelt zich bij vocfrkeur bij mensen, al kun nen ook dieren het slachtoffer worden. De larve kan onder de huid tot een meter lang wor den. Opgerold vormen ze dan grote harde gezwellen. In het laatste stadium tast deze ziekte de ogen aan. Alleen al in West-Afrika zijn meer dan 100.000 mensen volledig blind. De ziekte komt alleen voor bij stromend water, omdat de zwarte vlieg daar zijn eitjes legt. Het is duidelijk dat het weer in cultuur brengen van de vruchtbaarste gebieden in Opper-Volta alleen mogelijk is als de rivierblindheid uitge bannen wordt. Met dit doel is eind 19?4 een ambitieus ontwikkelingspro- jekt van start gegaan, waarin ontwikkelingsorganisaties van de V.N., De Wereldbank en verschillende landen, ook Ne derland, samenwerken. De eerste fase van dit projekt beoogt een volledige uitroeiing van de zwarte vlieg door het uitwerpen van insecticiden boven de broedplaatsen in de rivieren. Na 1980 moeten dan de rivierdalen weer geschikt gemaakt worden voor land bouw en kan de bevolking weer terugkeren. Het geld dat voor dit projekt nodig is komt van buiten het land. Opper- Volta zelf bezit geen cent. Er is overigens weinig bekend over de oorzaken van het zo massaal voorkomen van de zwarte vlieg. Hongersnoden als gevolg van natuurrampen kwamen Het heden staat niet los van het verleden, al is er in Opper-Volta op het eerste gezicht weinig van het ver leden te bespeuren. Of het moest de afstammeling zijn van de Moro-Naba de Mos- sikeizer, die nog steeds het Moro-Nabapaleis in de hoofdstad Ouagadougou bewoont. Hij heeft geen nacht meer en is een be zienswaardigheid gewor den. In de zestiende eeuw heerste de Moro-Naba over het Ouagadougou-rijk van Mossi- en Bobo-negers en over enkele vazalstaten. In de tijd na de zestiende eeuw zijn vrijwel alle sporen van de eigen beschaving in West-Afrika verdwenen. Dit gaat gelijk op met de opkomst van de West- Europese landen en een spectaculair groeiende sla venhandel. Maar voordat met de wins ten die de gezonde Hollandse koopmansgeest opleverde de fraaie patriciërshuizen werden gebouwd in o.a. Middelburgen Vlissingen, kende Afrika al lange tijd goed georganiseerde rijken die niet onderdeden voor staten die pas later in Eu ropa ontstonden. Van vóór onze jaartelling is over Afrika nog weinig bekend. Wel is be kend, dat er vlak na het begin van onze jaartelling in Afrika verschillende koninkrijken waren die de metaalbewerking beheersten. Er werden werk tuigen gemaakt voor de land bouw die goede opbrengsten leverde. De eerste grote rijken begonnen in deze tijd te ont staan, zoals het Ouagadougou rijk. De koning noemde zich Ghana, de oorlogsleider, of Kaya Maghan, de koning van het goud. Hij slaagde erin ver schillende andere rijken te on derwerpen, zodat het rijk zich uitstrekte van de Atlantische Oceaan tot aan de rivier de Ni ger. Na de zevende eeuw kwa men Arabische handelslieden met hun karavanen naar het rijk, aangetrokken door het vele goud van Ouagadougou. Veel Arabieren vestigden zich er blijvend en verspreidden te vens de Islam onder een bevol king die tot dan de slang Ougadou-Bida vereerde. De slang woonde in een heilig bos bij het paleis van de koning. De rust in het rijk duurde voort tot in de elfde eeuw. Toen werd het bedreigd door een fanatiek re ligieus leger van de Berbers, een volk dat in het noorden en noord-westen van Afrika woonde. Toen in 1077 na tien jaar strijd de hoofstad zich ge wonnen moest geven, ver moordden zij iedereen die zich niet tot de Islam wilde laten bekeren. Hiermee kwam er een einde aan het eerste grote rijk. Het was welvarend en tamelijk goed georganiseerd geweest. Ten tijde van de aanval be schikte het leger over 200.000 man, waaronder een cavalerie en 40.000 boogschutters. Na,een periode van verwar ring slaagt een jonge koning er in 1235 in de verschillende volken weer in een rijk samen te brengen. Hij werd hun Man- sa, keizer. Er volgde een gou den tijd, die nog steeds vol trots bezongen wordt door de rondtrekkende troubadours in West-Afrika. De handel bloei de. Niet minder dan 12.000 ka ravanen staken per jaar de Sa hara over om handel met het rijk te drijven. De hoofdstad van het rijk Niani, nu een dorpje in Guinée, was het mid delpunt van de glorie; hier werden de buitenlandse verte genwoordigers ontvangen en de beste kunstenaars uit het rijk konden zich in prachtige paleizen uitleven. en deelde er zoteel goud uit dat de geldmarkt van de stad in el kaar stortte en tien jaar later nog de gevolgen ondervond. Rond 1500 begon het rijk af te brokkelen. De onderworpen staten streefden naar zelfbe stuur en er doemden letterlijk andefe kapers op de kust op. De Portugezen knoopten han- delsbetrekkinten aan met wat er nog van het oude rijk over was. Door de onderlinge tegen stellingen was West-Afrika nu een gemakkelijke prooi voor Europa. Er waren verschil lende rijken overgebleven, onder andere het Ouagadougou-rijk van de Mossi- en Bobo-negers onder leiding van de genoemde Moro-Naba. In een ander rijk bloeiden beroemde univers iteitssteden als Timboektoe, Djenné en Gao. Vanaf de zestiende eeuw zou Afrika echter geen rust meer kennen. De Europeanen de graderen de Afrikaan tot han delswaar en in tweeëneenhalve eeuw worden zo'n vijftien mil joen Afrikanen als slaaf op de Amerikaanse markten afgezet. Een even groot aantal verliest het leven, voordat ze op de plaats van bestemming aan- de slavernij afgeschaft en tege lijkertijd stijgt de belangstel ling in Europa voor Afrika als afzetgebied en leverancier van grondstoffen. Franse troepen veroveren West-Afrika, een spoor achterlatend van uitge brande dorpen en massaslach tingen op mannen, vrouwen en kinderen. Omstreeks 1900 zijn de Afrikaanse staatsstructu ren volledig vernietigd en is West-Afrika een Franse kolo nie geworden. De speren dol ven 't onderspit tegen snelvu- rende geweren en kanonnen. In 1885 legde de Franse mi nister van koloniën aan de Franse tweede kamer het grote belang van de Afrikaanse ko loniën uit: ,,De koloniën zijn voor de rijke landen zeer voor delig om kapitaal onder te brengen. Dat is de moderne vorm van kolonisatie... De su perieure rassen bezitten rech ten tegenover de inferieure volkeren". Die „rechten" wer den dan ook genomen. De West-Afrikanen werden ge dwongen op grote schaal pro dukten als katoen, koffie en aardnoten te verbouwen. Dat daardoor voedseltekorten ont stonden, was voor Frankrijk minder belangrijk. Wegen De dorpjes vallen nauwelijks op in het landschap. Een voorbeeld van de fabe lachtige rijkdom is de bede vaart van keizer Kankou Moussa naar Mekka in 1324. Met een gevolg van 60.000 mensen vertrok hij uit Niani. De keizer werd voorafgegaan door 500 dragers die elk 2,5 kilo goud bij zich hadden. An deren hadden bovendien nog 80 pakketten met drie kilo poedergoud tussen de bagage. In Mekka verdeelde de keizer 20.000 goudstukken onder armen en kocht huizen waar pelgrims uit zijn rijk konden worden ondergebracht. Op de terugreis deed hij de Egypti sche hoofdstad Cairo nog aan komen. Dorpen en hele streken stroomden leeg en de Afri kaanse beschaving ondervond een grote terugslag. Grote ste den, waaronder de univers iteitssteden, werden regelma tig geplunderd, de beroemde koranscholen verdwenen. Dit begon vooral goed op gang te komen toen de Portugezen de winstgevende slavenhandel kwijtraakten aan de nieuwe zeemachten Holjand, Enge land en Frankrijk. In de woes tijn konden enkele nomaden volken als de Peul nog sterke rijken handhaven tot halver wege de vorige eeuw. Omstreeks deze tijd wordt werden slechts aangelegd om de produkten naar de kust te vervoeren voor verwerking in Europa, niet om de verschil lende steden met elkaar te ver binden. Franse handelshuizen en ook Unilever maakten ge weldige winsten, terwijl het Franse bestuur de nu totaal verarmde en afhankelijke be volking er niets voor teruggaf. Wel wenste Frankrijk dat West-Afrika een aandeel le verde in de twee wereldoorlo gen, in produkten en in man schappen. In de eerste W.O. werden meer dan 300.000 man in ketenen naar de havens ge transporteerd om in de Euro pese loopgraven als kanon- nenvoer te dienen. Scholen werden niet gebouwd, want kennis kon wél eens gevaarlijk zijn. Ook het bestuur was vol ledig in Franse handen, omdat zo de Franse belangen het best gediend werden. Het is niet verwonderlijk dat veel West- Afrikaanse landen nu niet goed georganiseerd zijn. Na de onafhankelijkheid die de ver schillende West-Afrikaanse gebieden rond 1960 krgen, moest veel zo niet alles van de grond af aan opgebouwd wor den. Bovendien maakte de of ficiële onafhankelijkheid nog niet dat deze landen nu echt onafhankelijk waren. Frankrijk blijft met de EEG een behoorlijke vinger in de pap houden, nog steeds met het doel goedkope grondstoffen in te voeren in ruil voor eigen dure exportartikelen. Ook het geld dat als ontwikkelingshulp van de EEG naar de West- Afrikaanse landen gaat, wordt nog vaak gegeven van uit de gedachte: wat worden wij er in Europa wijzer van. Een voor beeld. In een gedeelte van Opper-Volta wordt met Euro pees geld een stuk grond ge schikt gemaakt voor de tuin bouw. De technische kennis en machines moeten uit Europa komen. Met het vliegtuig wor den de produkten van deze grond naar de Europese hoofd steden gevlogen, zodat de men sen hier in de winter verse groenten kunnen eten. Dat ge beurt dan in streken, waar voortdurend voedseltekorten zijn. Opper-Volta zegt tegen een dergelijk projekt geen nee, omdat al het geld dat geïnves teerd wordt, welkom is. Maar ook in Opper-Volta groeit het besef dat buitenlandse hulp en zeker particuliere investerin gen vaak niet de belangen van Opper-Volta zelf dienen. Vaak niet, want er zijn zeker ook goede projekten. Projekten die gebaseerd zijn op samenwer king met de inwoners. Een van deze projekten is dat in Torna in het westen van Opper-Volta. Op dit projekt, waar de NOVIB bij betrokken is, zal in een vol gend artikel nader worden in gegaan. Ad de Jong. In bovenstaand artikel zijn ge gevens verwerkt uit het boek „Schijn en werkelijkheid in de Sahel" van Albert Stol, uitge geven door Agathon in Bus- sum.

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1977 | | pagina 17