Winkeliers organiseren prijsvraag
Scheepsbouwers
foto album
Foto's
Dit jaar is Zeelands grootste werkgever jarig. In oktober bestaat de
Koninklijke Maatschappij De Schelde - nu deel uitmakend van het
Rijn-Schelde-Verolme sclieepsbouwconcern - honderd jaar.
Het zou overdreven zijn om te zeggen dat Vhssingen ,,zijn" werf te
danken heeft aan Napoleon Bonaparte en aan de marine. Toch hebben
de Franse keizer en de Nederlandse Zeemacht veel te maken gehad met
de geboorte van ,,De Schelde", evenals trouwens de Nederlandse
koning Willem III.
Willem III
Marine
Willem Ruvs
Herstel
Vlissingen
So. ILL^Z!
VLISSINGEN - De winke
liers van de Walstraat, St. Ja-
cobstraat en Oude Markt orga
niseren in verband met het 1Ö0-
jarigbestaan van de Schelde een
prijsvraag. De eerste prijs be
staat uit een uniek koffieservies,
dat eigenlijk alleen bij zeer offi
ciële gelegenheden cadeau
wordt gèdaan door de Schelde.
Er zijn er maar enige van. Voor
de tweede prijs zijn 5 reizen be
schikbaar gesteld voor twee per
sonen met de Olau-lijn naar
Londen. Een weekeinde aange
boden door Pal Alaaf, restau
rant in de Walstraat. De prijs-1
vraag heeft betrekking op de
Koninklijke Maatschappij De
Schelde. Op verschillende pun
ten in de stad staan speciale dus-
sen tot 18.00 uur opgesteld voor
de opiossingen.
Napoleon was het, aange
spoord door het Britse bombar
dement op Antwerpen in 1809,
die bepaalde dat het marine
etablissement van de Sinjoren
stad naar Vlissingen moest wor
den overgeplaatst. Hierdoor
ontstond de band tussen Vlis
singen en de Koninklijke Marine
die, hoewel juist honderd jaar
geleden zeer dun geworden,
nooit meer verbroken werd. De
marinewerf zelf verdween in
1869. Met de werf vertrokken
ook de officieren en manschap
pen van de „Directie der Mari
ne", die zoveel had betekend
voor het kleinstedelijke Vlis-
singse leven. Eén officier bleef
er achter. Hij bemande een wer
vingskantoor. Vlissingen was
bijna dood.
Juist in die donkere periode
volgde de technische marineof
ficier B.J. Tideman in Engeland
de bouw van het ramtorenschip
„Prins Hendrik". Daar gingen
hem de ogen open en omdat hij
tenslotte hoofdingenieur dei-
marine in Vlissingen was (de
werf was toen nog niet weg)
sloeg hij aan het rekenen. Hij
kwam tot de conclusie dat, dank
zij de overgang van houten op
ijzeren schepen, Vlissingen ge
schikt moest zijn voor een flore
rende scheepswerf. Hij rekende
ook uit dat daarvoor 10 miljoen
gulden nodig zou zijn. Het daar
bij niet latend, begon hij te pro
beren dat geld bij elkaar te krij
gen. Maar de jaren zestig van de
vorige eeuw waren niet van de
welvarendste en de bankiers lie
ten het afweten. Zeeland lag te
ver weg. Er was zelf geen spoor
lijn en het kanaal door Walche
ren moest nog worden gegraven.
De haven van Vlissingen stelde
nauwelijks iets voor.
Een jaar of tien later echter,
keerden de kansen. De spoorlijn
werd aangelegd, het kanaal ge
graven en in Vlissingen begon
men aan een voor die tijd royale
en moderne haven. In 1873
kwam de koning naar Vlissingen
om de haven te openen. Natuur
lijk was ook Tideman op het
feest, hoewel hij al lang naar
Amsterdam was overgeplaatst.
Hij besprak zijn ideeën met de
koning en vroeg hem de onge
bruikt liggende marinewerf af te
staan aan particulieren De ko
ning droeg Tideman op na te
gaan of er wel particuliere be
langstelling was, zo ja dan was
de koning zelf ook bereid deel te
nemen aan de financiering.
Precies op het goede moment
dook Arie Smit uit Slikkerveer
in Vlissingen op. Hij liep met
plannen rond om voor zichzelf te
beginnen en het lot zorgde er
voor dat Smit en Tideman el
kaar in Vlissingen troffen. In
hetzelfde jaar 1873.
Smit zag er wat in en na twee
jaar onderhandelen met de
staat, kon hij de werf overne
men. In Vlissingen zouden weel
schepen gebouwd gaan worden.
Het feit dat Hollanders het in-
itatief hadden genomen werd
verzacht door het opnemen van
een paar prominente Zeeuwen
in de Raad van Commissarissen,
maar maakte de Vlissingers
aanvankelijk toch nog wat kop
schuw. Geleidelijk aan echter
ging dat over en hoeveel prach
tige schepen, scheepsketels en
scheepsmachines heeft De
Schelde sindsdien niet gebouwd
voor Rotterdamse rederijen!
Voor een bedrijf dat ooit sche
pen zou afleveren als de „Willem
Ruys", ,,Dyvi Skagerak" en de
hypermoderne oorlogs-tweeling
„Tromp" en „De Ruyter", was
de start niet erg indrukwek
kend. Bouwnummer 1 was de
viskotter „De Zeeuw", een mi
nuscuul scheepje, vergeleken bij
de „reuzentanker" Barendrecht
die in 1959 bij de Schelde van
stapel liep en met zijn 32.000 ton
tot dan toe het grootste schip
was dat ooit in Nederland was
gebouwd
Bouwnummer twee echter
was al een opdracht, geladen
met symboliek: een stoom-
schoener voor de marine, afge
leverd in 1877.
Vanaf dat moment is de ma
rine een geregelde klant van De
Schelde totdat de Vlissingse
werf uiteindelijk uitgroeide tot
Nederlands meest gespeciali
seerde gevechtsschepenbouwér.
Een Schelde-ingenieur: „Het
lijkt erop dat we ons laatste
koopvaardijschip hebben ge
bouwd, althans voor lange tijd.
Want tot ver in de jaren tachtig
zitten we vol met marine
orders: de geleidewapenfregat
ten „Tromp" en „De Ryuter" en
acht standaardfregatten".
De kapitein ter zee G. Lan-
genberg, project-coördinator bij
de bouw van de „Tromp" (die
inmiddels zijn eerste vaart heeft
gemaakt) zei me twee jaar gele
den: „De Vlissingse werf heeft
het hooggekwalificeerde perso
neel voor de bouw van gevechts
schepen. Die mensen moeten
over andere kwaliteiten be
schikken dan de vaklui die
koopvaardijschepen bouwen.
Omdat er in de scheepsbouw
voor de marine geen continuïteit
zit, moet alleen al om economi
sche redenen deze specialisti
sche capaciteit bijeengebracht
worden op één werf. En dat is
zonder twijfel De Schelde in
Vlissingen".
De marineschepen, dat hoort
bij het vak, worden in strikte af
zondering gebouwd. Tegen
woordig zelfs in een overdekt
dok waarin straks anderhalf
standaardfregat zal passen.
„Het Eiland" heet het deel van
de werf waar de oorlogsschepen
worden gebouwd. Je kunt. er al
leen maar komen met toestem
ming van de marine en zelfs
Schelde-personeel dat niet
rechtstreeks bij de fregatten-
bouw betrokken is, ziet zich de
weg versperd.
De „Tromp", gedoopt door
kroonprinses Beatrix in juni '73,
wekt bij de ouderen van De
Schelde nostalgische herinne
ringen op aan de vorige
„Tromp", gedoopt door konin
gin Wilhelmina in 1937. Deze
„Tromp", een flottielje-leider
werd tijdens zijn zeer bewogen
vaart het oertype van een „ge
lukkig schip". Herhaardelijk
werd het door de Japanse ma
rine als tot zinken gebracht ver
klaard, maar steeds dook de
„Tromp" weer op bij snelle, ver
rassende vlootacties.
Van de vele, grote koopvaar
dijschepen die bij De Schelde
van stapel liepen is de „Willem
Ruys" het best in het geheugen
gebleven. Binnen twee jaar na
het einde van de oorlog losma
kend voor zijn eerste reis, was de
„Ruys" voor talloze Nederlan
ders een van lichtende bakens
die de wederopbouw markeer
den. „Nederland telde weer
mee", heette het toen steeds als
er een spectaculaire prestatie
was geleverd. Het is nu haast
onvoorstelbaar, maar zulke op
peppers hadden we toen nodig
De bouwgeschiedenis van de
„Willem Ruys" was ook een ver
haal op zich. De kiel van dit
enorme vlaggeschip voor de fa
meuze Rotterdamse Lloyd waö
al voor de oorlog gelegd en de
Duitsers wilden niets liever dan
dat het schip werd afgebouwd.
Met goedkeuring van ae directie
voerden de Schelde-werkers een
jaren durende en dus goed opge
zette sabotagepolitiek. Toen de
bevrijding kwam, stand de „Wil
lem Ruys nog steeds op stapel,
echter wel met een Duitse
springlading in de neus. Maar
tenslotte werd ook die, nog net
!p tijd, onschadelijk gemaakt.
De oorlog had de Vlissingse
werf overigens platgewalst.
Dertig keer werden de hellingen
en complexen van De Schelde
gebombardeerd. Op 20 augustus
1943 werd bij een knap uitge
voerd bombardement een stukje
reeds vergeten Schelde-
geschiedenis weggevaagd want
toen werd de afdeling vliegtuig
bouw vernield.
De wederopbouw van De
Schelde werd groots aangepakt
met de volle steun van de marine
die er niet alleen het een en an
der te repareren had maar er ook
de werkzaamheden onderbracht
die voortvloeiden uit Ameri
kaanse hulpprogramma's.
Het herstel ging zo voorspoe
dig dat De Stem al in 1950 con
stateerde dan er weer 4400 men
sen werkten bij De Schelde,
1000 meer dan in 1940. Momen
teel telt De Schelde ca. 3500
werknemers, waaronder zo'n
200 buitenlanders.
In deze tijd van werkloosheid
is De Schelde een van de bedrij
ven in Nederland die met een te
kort aan personeel kampen.
Twee- a driehonderd mensen
kan men zó plaatsen.
De Schelde mag zijn reputatie
naar buiten danken aan de
scheepsbouw, binnen de wereld
van scheepvaart en industrie
heeft De Schelde nog andere re
putaties op te houden. Het be
drijf heeft vanaf het begin van
zijn ontstaan ook machines ge
bouwd. Verder is er het grote
scheepsreparatiebedrijf in
Vlissingen-Oost. De Schelde
bouwt ook ketels, zowel voor
gebruik op schepen als in elek
trische centrales. Dieselmoto
ren, tandwielkasten en allerlei
andere apparatuur behoren ook
tot het traditionele produktie-
pakket van De Schelde.
Lezeressen en Lezers van „De
Scheldebode", let dus speciaal
op het prijsvraag-formulier,
100-jarig bestaan K.M.S., welke
u deze week in uw brievenbus
zult aantreffen.
weest voor de Vlissingse ge
meenschap. Al vroeg behoorde
het bedrijf tot de voorlopers op
het gebied van de sociale voor
zieningen en secundaire ar
beidsvoorwaarden. Het was de
zoon van de stichter, mr. Jan
Smit die daaraan veel deed. Al
in 1906 was er bij De Schelde
een arbeidersvertegenwoordi
ging, prille voorloper van de on
dernemingsraad en in 1875, het
stichtingsjaar dus, werd een - zij
het nog primitief - zieken- en
ondersteuningsfonds opgezet.
De Schelde is het ook geweest
die in Zeeland het initiatief tot
de aanleg van het Sloe-
industriegebied heeft genomen.
Honderd jaar De Schelde;
honderd jaar Vlissingen, het is
praktisch één en het zelfde ver
haal. Maar de tijden veranderen.
De Schelde is nu RSV en het
RSV-concern heeft overal in
Nederland zijn tentakels. Met
De Schelde begon Zeeland rond
1875 aan zijn economische ople
ving. Met De Schelde vergrootte
ook Zeeland de schaal van zijn
economische en industriële ac
tiviteiten, om op te gaan in het
grotere, Nederlandse, Europese
verband.
Maar evenals Zeeland daar
naast (hopelijk) ook zichzelf zal
blijven, zal ook de RSV-tak in
Vlissingen wel De Schelde blij
ven.
WIM KOCK
Vlissingen zonder de Konin
klijke Maatschappij „De Schel
de" is ondenkbaar geworden. De
stad leeft praktisch van de werf.
Ook in andere opzichten is De
Schelde van groot belang ge-
Van links naar rechts en van
boven naar beneden:
Vissloep „De Zeeuw", De
Schelde's eerste produkt;
Jongere activiteit: het maken
van complete gevels;
De „Kleine Kappen" van de
oude marinewerf, die tot in het
begin van de 20ste eeuw dienst
deden en waarin De Schelde
Nederlands eerste onderzee
boot, de 0-1, bouwde;
Bijna 1300 auto's kan deze
„Dyvi Skagerak", een van de au
toschepen die De Schelde
bouwde, bevatten:
Het oude embleem van de
Kon. Mij. De Schelde;
De Willem Ruys" (1947) was
een van de „vlaggeschepen" van
de Vlissingse werf;
Het geleidewapenfregat en
commandoschip „Tromp", het
jongste produkt van de sterk ge
specialiseerde werf.