Een bevalling is altijd weer een wonderlijke gebeurtenis LEO KOCH VAN TERNEUZEN Talentvolle voetballer door knieblessure uitgeschakeld Frank Quinlan DUIVENLIEFHEBBER H. SCHEELE Orleans is mijn favoriete wedvlucht 59 IN GESPREK MET. SPRAAK Bea van PrielAxelse kraamverzorgster: GERDI PREGER Bevalling „Die worden er echt niet ge nomen. Als een arts maar even twijfelt, gaat de kraamvrouw alsnog meteen naar het zieken huis". Bea heeft in de 7 V2 jaar, dat ze dit werk doet, zo'n kleine 200 baby's geboren zien worden. „Het is altijd weer een wonder lijke gebeurtenis en nooit het zelfde", zegt ze, „het is mooi en dankbaar werk en ik doe het ontzettend graag. Ik werk ge middeld 's morgens van acht uur tot 's avonds halfzeven en hoewel de verzorging van moe des en kind altijd voorgaat, vind ik het ook enig om voor de rest van het gezin te zorgen. Vooral als er nog andere kleine kinde ren in zo'n gezin zijn". Ze staat op, strijkt haar smetteloos witte schort glad en kijkt me verge noegd aan. „Maar dan kun je toch opmerkingen krijgen Zo van: zuster, nu heeft u alweer dezelfde jurk aan; heeft u nou helemaal niks anders AXEL - Voor Bea van Driel, een 37-jarige geboren en geto gen Axelse, is het bijna altijd feest. Vrolijke, zelfs opgeluchte gezichten om haar heen, massa's bloemen, cadeautjes, einde loze koffie- en thee-visites en zoveel beschuit met muisjes, dat ze die waarschijnlijk niet meer vrijwillig aan haar ontbijt naar binnen zal werken. Bea van Driel is nl. kraamverzorg ster. En dat betekent, dat ze iedere keer weer deelgenoot is van een gebeurtenis, waar 9 maanden lang met spanning naar is uitgekeken. Zelfs in deze moderne, zakelijke tijd, waarin efficiency en planning hoogtij vieren, is de komst van een nieuwe wereldburger toch een zeer persoonlijke, emo tionele en vaak onzekere zaak, waarbij gevoelens een grote rol spelen. Positieve gevoelens meestal, want dank zij die zelfde planning wordt niet zo heel vaak een baby geboren, die niet bewust gewenst is. Gelukkig maar. van alle rumoer en drukte rond z'n persoontje, nu hij door zijn komst van een echtpaar ineens een gezinnetje heeft gemaakt. Eenmaal gebaad en gevoed toont hij zich volmaakt tevreden en laat hij het geroezemoes van ons gebabbel rustig over zich heen gaan. „Ik heb me altijd al tot de kraamverzorging aange trokken gevoeld", vertelt Bea, „m'n oudste zus heeft het n.l. ook 10 jaar gedaan. Vandaar dat ik ook heel goed wist, wat me te wachten stond: ongeregelde diensten, werken op feestdagen en nooit zeker van een vrije dag. Toch heb ik het altijd dolgraag Gelukkig ook voor Bea, want dat maakt alles goed van die nachtelijke oproepen, waarbij ze soms bij nacht en ontij de warme behaaglijkheid van haar bed moet verlaten om ergens in Zeeuwsch-Vlaanderen hulp te bieden. „Tja, kraamvrouwen zijn nu eenmaal zeer onbere kenbaar. Die houden geen reke ning met dagen en uren", glim lacht Bea, een aardige, kordate jonge vrouw, die haar werk met hart en ziel is toegedaan, „maar dat ongeregelde vind ik juist wel leuk. Je weet nooit van tevoren bij wie je komt en wanneer. Je blijft dan meestal zo'n dag of tien in een gezin. Tegen de tijd dat je alles in de huishouding net zo'n beetje weet te vinden, moet je weer weg", zegt ze droog. We zitten in de baby-kamer van een Axels gezin. Gert-Jan, amper een week oud, steekt nog net met z'n zwarte donsharen bolletje boven de dekentjes van de wieg uit. Hij ligt heerlijk te slapen, zich volkomen onbewust nooit Ook al was ik toen al bijna 29 jaar. Dat was toen in die overgangsperiode, waarin de opleidingen aan het veranderen waren. Ik kon nog nèt die vier maandelijkse opleiding volgen, die gegeven werd door een huis arts, kinderarts en de leidster docente. Nu gaan de toekom stige kraamverzorgsters (die een minimum-leeftijd moeten heb ben van 18 jaar en tenminste een ïnas-opleiding) voor 4 maanden naar Bergen op Zoom. Ik vergeet nooit de eerste praktijk bevalling en als het je eigen fa milie is sta je er toch minder ob jectief tegenover. Maar al met al zijn 12 kleinkinderen van mijn moeder mede door de hulp van haar eigen dochters ter wereld gekomen", lacht Bea. gewild. Ik heb eerst nog een tijd gewoon in de huishouding ge werkt. Maar toen dat gezin uit Axel wegging en m'n zus boven dien ging trouwen, zodat er een plaats in de kraamverzorging vrij kwam, dacht ik: nu of Bea is één van de ongeveer 25 kraamverzorgsters, die werkt in dienst van de Stichting Kraam- centrum Zeeuwsch-Vlaanderen te Temeuzen. Na die opleiding van 4 maanden worden de ver zorgsters zo langzamerhand op de praktijk voorbereid. Ze gaan mee als er een bevalling is en zorgen overdag voor de moeder, de baby en eventuele kinderen, daarbij 2 maal per dag bijge staan door een hoofdzuster leidster. Na 7 of 8 bevallingen mogen ze het alleen proberen, maar dat mag ook best wat later, als de kraamverzorgsters zich nog niet helemaal zeker van haar zaak voelt. De eerste zelf standige bevalling van Bea was iets bijzonders. „Die heb ik he lemaal alleen moeten doen", vertelt ze, „want de dokter was er nog niet, toen het kind kwam. De dokter moest n.l. over een brug komen, die tot overmaat van ramp kapot ging. De mensen hadden geen telefoon, dus hij kon zeniet bellen. Daar stond ik, als het kind komt, moet je 't aanpakken, dus ik deed maar wat ik dacht dat ik moest doen. Gelukkig was 't het zesde kind in het gezin, dus stonden de ou ders er niet helemaal meer vreemd tegenover. Maar later stond ik wel te trillen, hoor De meningen over bevallen thuis of in het ziekenhuis lopen nogal uiteen. Ieder heeft zo z'n eigen argumenten, die voor een bepaald gezin op dat moment doorslaggevend zijn. Dat Bea thuis Bevallen prefereerrt spreekt eigenlijk vanzelf, gezien het werk, dat ze doet. „De eigen omgeving werkt meestal rusti- fer", vindt ze, „een ziekenhuis eeft bovendien het nadeel, dat de aandacht van het verplegend personeel tussen de patiënten verdeeld moet worden en dat de moeder uit het gezin wordt weg gehaald. Risico's Ze schudt ontkennend haar hoofd. G*U? NIEUWVLIET - TERNEU ZEN - De talentvolle 18-jarige Leo Koch uit Temeuzen waar van al geruime tijd vaststond dat hij de komende voetbalcom petitie deel zou uitmaken van de Tcrneuzense-voetbalselectie - een vaste plaats in het eerste team zat er volgens insiders ze ker voor hem In - heeft enkele weken geleden van zijn behan delend arts de raad gekregen om voorlopig de eerste twee jaar geen „balletje" meer te trappen voor Temeuzen Trainer Han van der Hooft, die de Terneuzense selectie voor het eerste seizoen onder zijn hoede heeft en die hem best kon gebruiken, was dat een grote tegenvaller. Maar echter niet voor hem alleen, vooral voor Leo Koch zelf waren „de woorden" van zijn behandelend arts een bittere teleurstelling. Een tele urstelling die vooral de eerste week voor hem bijzonder moei lijk te verwerken was. Leo Koch, een sportieve jon geman waarbij de voetbalsport op de eerste plaats staat, is er inmiddels al gedeeltelijk over heen. Toch is duidelijk, dat het nog zwaar aan hem „vreet". Maar ook hij heeft duidelijk in gezien dat het opvolgen van de raad van de dokter voorop staat, wil hij over twee jaar tenminste nog een kans hebben om dan weer volop zijn geliefde voetbal sport te kunnen beoefenen. Want ook dan is het nog hele maal niet zeker, dat de suppor ters van Terneuzen hem weer op de groene grasmat zullen zien verschijnen. Voorlopig is dat nog allemaal afwachten gebla zen. Zelf zegt hij erover:„Ik kan op het ogenblik voetballen, maar loop dan wei het risico dat binnen in mijn knie alles los „draait". Als dat gebeurt kan ik het voetballen wel voorgoed vergeten. Daarom zal ik ook de raad van mijn behandelend arts opvolgen, al valt het natuurlijk zwaar als je anderen een balletje ziet trappen. Je weet dat het wel gaat, maar daartegenover weet je ook wat het risico is. Nu ben ik er zo'n beetje overheen, maar in het begin..." Op camping „De Panne- schuur" in Nieuwvliet, waar hij momenteel met zijn ouders op vakantie is, slaat hij het cam pingvoetbal allemaal van een iindje ga bal dat hem allemaal nog „vers" eindje gade. Het campingvoet- in het geheugen ligt. „Je moet er gewoon mee leren leven", zegt hij teleurgesteld. Dat camping voetbal, waar het voor hem vo rig jaar ook allemaal mee begon. Tijdens een van de vele wed strijden heeft hij waarschijnlijk een trap of stoot tegen zijn rech terknie gekregen, al kan hij zich dat zelf niet meer zo goed herin neren. Leo Koch: „Vooral in dat soort wedstrijden waar je niet alleen met voetballers te doen hebt, natuurlijk kan je zoiets ook overkomen in een „echte" voetbalwedstrijd, is de kans al tijd groter dat je zoiets over komt. Zelf pas je wel op, maar uiteindelijk weet je toch nooit hoe je eraan komt. In dat geval dan toch niet". Een vijftal uren later toen Leo Koch in de zon lag te bruinbak- ken was hij wel tot de ontdek king gekomen, dat er met zijn knie iets mis was. Die was in middels flink gezwollen, en zoals bij dit soort kwalen gingen er in eerste instantie natte com- pressen op. Het hielp allemaal wel iets, maar de pijn ging niet weg. De eerste dokter die hij raadpleegde stelde hem vrij ge rust, en sprak over gerokken kniebanden. Het leek langzaam de goeie kant op te gaan, en Leo Koch was blij, dit vooral met de komende voetbalcompetitie '74 '75 in het vooruitzicht. Hij speelde in de competitie nog wel een viertal wedstrijden, maar de pijn werd steeds heviger. Voor nem reden genoeg om opnieuw een arts te raadplegen. In Goes werd hij vervolgens geopereerd aan een binnen-meniscus, waarna het euvel na een gepaste rustperiode verholpen zou zijn. Maar niets was minder waar, Leo Koch zat nu nog dieper in het „sukkelstraatje". Dat kwam duidelijk naar voren toen Leo Koch zgn. klaar was voor de strijd. Hij werd doorgestuurd naar een specialist in een zie kenhuis in Gent, en nadat de fo to's gemaakt waren was meteen duidelijk dat zijn rechterknie nog niet helemaal „speelklaar" was. Koch:,, Wat ze allemaal •aan mijn knie gedaan hebben is gewoon een fiasco geworden. Dat kreeg ik tenminste van die Belgische specialist te horen. Op de toto's was dat trouwens ook duidelijk te zien. Je kon duide lijk zien dat het weefsel nog he lemaal niet volgroeid en dat twee botjes maar aan één kant vastzaten. Daar komt nog bij dat ik er een ontsteking heb bijge- kregen". Voor Leo Koch reden genoeg om diep in de put te zit ten. Koch:„Het ergste was toen ik te horen kreeg dat ik de eerste twee jaar niet mocht voetballen. Verder moet ik elke week naar een masseur voor die ontsteking. Maar ja, dat is uiteindelijk het ergste nog niet. Dat alles wat er bijkomt, dat is veel erger. Leo Koch begon als C-junior bij de voetbalvereniging Ter- neuzen, waar hij op 16-jarige leeftijd zijn debuut maakte bij de A-junioren. Al vrij vlug was duidelijk dat Leo Koch de no dige voetbalgaven bezat om eens deel uit te maken van het eerste senioren team. De komende voetbalcompetitie zou dat dan allemaal gebeuren, maar he laas.... Leo Koch zal de komende competitie als toeschouwer moeten fungeren. Een niet he lemaal meewerkende rechterk nie is daar de oorzaak van. Leo Koch - een zoon van Jan Koch die de komende competitie de Clingse-voetbalformatie voor het eerste seizoen onder zijn hoede gaat nemen - kon, toen hij te horen kreeg dat hij de eerste twee jaar niet mocht voetballen het allemaal moeilijk geloven. „Zoiets is, vooral als je graag voetbalt ook moeilijk te geloven. Dan is het maar te hopen dat alles geneest zoals het moet". Anders zal Leo Koch opnieuw „onder het mes moeten", en dan is het maar te hopen dat alles naar wens verloopt. Zijn voet balloopbaan zou dan wel eens tot het verleden kunnen beho ren. Koch: „Daar mag ik alle maal nog niet aan denken. Laten we hopen dat ik na die twee jaar weer helemaal de oude ben. De oude is misschien nogal veel ge zegd, want aan de nodige condi tie zal het dan wel ontbreken. Ook de spieren zullen dan niet zo soepel zijn". Zelf heeft hij echter goede hoop er over twee jaar weer opnieuw bij te zijn. Om in die stille tijd het toch niet helemaal zonder de voet balsport te moeten doen heeft Leo Koch besloten om een train ercursus te gaan volgen voor het D-diploma. Leo Koch: „Het is gewoon een alternatief. Maar zover is het allemaal nog niet. Ik moet er eerst nog eens met de heer Lindenberg over praten of dat allemaal wel mogelijk is. Met zo'n cursus moet je ook nogal veel lopen en trappen, en juist dat zou nu wel eens funest kunnen zijn." De Terneuzense jeugdspeler die zowel bij de B- als A-junioren deel uitmaakte van het Zeeuws jeugdelftal, zou nu wel eens de jongste trainer van Zeeland kunnen gaan wor den. Als hij tenminste de toe stemming krijgt van de heer Piet Lindenberg. Maar bij Leo Koch was dat allemaal niet de opzet. Hij had het komende seizoen liever geschitterd in het eerste team van de voetbalvereniging Terneuzen. De klasse heeft hij daar zeker voor. PIET DE MAAT. Het is de organisators van de muziekhappenings in Don Quichotte gelukt om Frank Quinlan, ondanks zijn druk bezette programma te con tracteren voor een optreden in het café-chantant. Frank Quinlan, 46 jaar, ge trouwd, 4 kinderen en af komstig uit Ierland is zijn profloopbaan op 39-jarige leeftijd in Ierland gestart. Al spoedig werd zijn talent on derkend, hetgeen resulteerde in enkele TV-optredens. Hij trad op in shows met o.a. Browning McGhee, Sonny Terry em Fairport Conven tion. Ook in Zeeuwsch- Vlaanderen geniet hij al enige bekendheid, door op tredens tijdens braderies in Sluis en Temeuzen. De con tacten daar gelegd, mondden uit in een toezegging een op treden te verzorgen in Don Quichotte. Het ligt in zijn bedoeling een avondvullend programma te brengen, met enkele pauzes die door gast- musici zullen worden gevuld. Het programma zal zaterdag 2 augustus om halftien een aanvang nemen. ZAAMSLAG-VEER - „Er wordt natuurlijk altijd gekeken naar de eerste duiven op de pro vinciale uitslag, maar ik zeg maar zo dat de laatste prijswin nende duif hierop, tegen bij voorbeeld drieduizend duiven er tenslotte 2250 achter zich heeft weten te houden. Tenslotte komt maar een kwart op de uitslag". Ontegenzeggelijk een juiste redenering die ik mocht opteke nen uit de mond van de heer H. Scheele uit Zaamslag-Veer. Hij moet en is dan ook bijzonder te vreden over zijn tot nu toe in dit seizoen behaalde resultaten. Toch zeker over één zijner dui ven, de 119549, die in drie achte reen, in de maand juni, gehou den wedvluchten in een tijds bestek van 15 dagen in zijn ver eniging De Voorwaarts, drie maal de eerste prijs won. Maar, wat meer zegt, provinciaal ook driemaal aan de kop vloog. In de wedvlucht vanuit Orleans een vijfde prijs tegen 3890 duiven, Chartres 20e tegen 2379 mede dingers en hoewel de uitslag vanuit Noyon nog niet bekend was, maar afgaande op de ge maakte snelheden van de win nende duif in de andere Zeeuwse verenigingen, wellicht binnen de eerste vijftig op de uitslag zal komen. Een jaarlingdoffer die in juni zo'n slordige duizend wed strijdkilometers onder de vleu gels zag verdwijnen: „In de wedvlucht vanuit Orleans op 5 juli heb ik hem niet ingezet. Dat vond ik te gewaagd na drie zware wedvluchten alle gehou den met een kopwind. En dan te bedenken dat het de minste van mijn hok is om aan te zien, zo valt hij tegen als je hem in de hand neemt, maar vliegen doet hij uitstekend. Hetzelfde kan gezegd worden van een nest- broer van hem die bij mijn zoon op het hok zit en vanuit dezelfde Orleansvlucht provinciaal de 45e prijs vloog". De doffer, van eigen kweek, is voortgekomen uit een duif van het ras Theune uit Hoogerheide (vader) en Hagens uit Berkel, waarvan de moeder afkomstig is. Uit deze rassen heeft hij voornamelijk zijn hok met dui ven, zestig in totaal, opge bouwd. Kortgeleden nog verloor hij in een aanleervlucht vanuit het Belgische Duffel op een deg niet minder dan tien jonge dui ven: Met zijn jonge duiven zal het dus wel niet zo goed gaan als met zijn oude duiven", zegt me vrouw Scheele die minstens net zoveel van de duivensport af weet als haar man en voor de plaatselijke vereniging door de jaren heen heel wat werk heeft gedaan: „Het was hier in huis, na het inkorven van de duiven altijd een hele drukte. In deze kamer zaten de rekenaars alle bescheiden nog eens na te zien, want er komt ook administratief heel wat bij kijken en daar in die kamer zaten er altijd wel wat liefhebbers een kaartje te leg- ¥;n, en ik maar koffie zetten", rouwens ook nu nog verzorgt Scheele, die ook bestuurslid van de vereniging is, het schoonhou den van manden waarin de dui ven worden verzonden en deze staan bovendien bij hem in de schuur, evenals de constateurs (duivenklokken) van de leden. Scheele bezat al duiven toen hij 13 jaar was en dat is al meer dan een halve eeuw geleden: „We speelden toen in Axel. Ik weet nog goed toen op een keer de duiven nog niet waren gelost, ik voor de grap een duif nam en die stiekem uitliet, zodat het leek of er één thuiskwam en men zou denken dat de duiven toch gelost waren. Een poos later rie pen ze tegen mij dat er inder daad één „viel", maar ik ge loofde het niet Het was tóch waar, dus zodoende had ik me zelf te pakken". Wat jaren later werd met de duivensport gestopt, maar vlak na de tweede wereldoorlog op nieuw begonnen. „In die eerste jaren speelde ik toen ook goed, maar toen had je nog niet zo'n concurrentie. In 1956 wilde ik weer stoppen na een paar slechte jaren, maar mijn vrouw zei „Zie maar dat je andere dui ven krijgt, dat heb ik dan ook gedaan". Enkele jaren daarna ver huisde het gezin Scheele en de hokken verhuisden mee. Op nieuw beginnen was het parool, de successen kwamen na een tijdje weer. „In het aiegseizoen staat hij 's morgens om halfzes op de achterweg", zegt mevrouw Scheele, „als de zon tenminste schijnt, want schijnt ze niet dan hoeven de duiven niet zo vroeg te vliegen en geloof maar dat de duiven hem kennen. Ja, in het seizoen gaan de duiven voor de vrouw, maar het is nu eenmaal zijn hobby", zegt ze lachend. Het hok van de weduwnaars- doffers gaat dan eerst open, die een klein uurtje mogen rond vliegen, daarna gaan de jonge duiven de lucht in. Datzelfde herhaalt zich 's avonds. Verder is rust geboden: „Je ziet bij mij op de dag niet veel duiven buiten zitten, ik roep ze nogal vlug naar binnen". Gespeeld wordt met de weduwdoffers: „Speel je ook nog met weduwduivinnen dan brengt dat nog meer werk met zich mee", zegt Scheele en dat hij er al veel werk van maakt wordt mij direct duidelijk als ik op zijn hokken kom, waar je bij wijze van spreken van de grond kan eten zo schoon en proper waar je ook kijkt. Hij bezit vier hokken, die alle op ruime afstand van elkaar ge scheiden zijn. Het mooiste vind ik wel als we het hok waarin de jongen zitten be treden. Hoewel ik toch een vreemde indringer ben is er geen spoor van onrust bij hen te bekennen en als Scheele zijn arm uitstrekt komen er gelijk een stuk of vier opzit ten, zelfs op zijn hoofd en zijn rug strijden ze om een plaats je. Een leuk gezicht, wat een aardig plaatje zou je hiervan kunnen maken, maar Scheele wil per se niet pose ren voor een foto. „Hij is een duivenliefheb- ber in hart en nieren", zegt zijn vrouw, „maar een „ken ner" is hij eigenlijk niet", hetgeen hij volmondig toe geeft. Hij bezit niet alleen goede vliegduiven, maar ook prachtige duiven, die op tentoonstellingen doorgaans door de keurmeesters hoog geklasseerd worden. Twee schitterende wisselbekers, die tussen de andere gewonnen be kers op een duidelijk zichtbare plaats in de huiskamer staan, zijn daarvan het bewijs. Hij won op de in dit jaar gehouden ten toonstelling de kampioensprijs voor zowel de mooiste doffer als de mooiste duivin. Terug naar het spel; hij speelt het liefst op de midfond, Cor- beil, Survilliers, Chartres en Or leans: „Orleans is mijn favoriete vlucht, dat heb ik altijd al een mooie vlucht gevonden en daar kan iedereen nog aan meedoen ook. Als je nog verder wilt spe len moet je daarvoor ook de dui ven hebben. En ik heb het liefst geen staartwind. Als het een zuidelijke wind is dan ben ik er niet bij aan de kop, mijn duiven moeten een kopwind hebben zo dat er „gewerkt" moet worden". CEES DE ZEEUW.

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1975 | | pagina 5