Vrijheid in winkelsluiting
Nederlandse
fruitteelt
CÉ)
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
Meester Veswijk zet door
38STE JAARGANG
No. 19
15 OKTOBER 1971
ook aan huis te ontbieden
de scheldebode
REDACTEUH ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal
Franco per post f 4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm
Excl. 4 B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Jarenlang heeft het geduurd voordat
de wetgever 'heeft voorzien in een gro
tere mate van vestigingsvrijheid in de
detailhandel. Heel wat zakenmensen,
vooral klefnere, zijn bij de uitbouw van
hun zaak geremd door overdreven bepa
lingen van branche-vestiging. Ook nu
is er geen vestigingsvrijheid. Met het
aannemen van de nieuwe vestigingswet
heeft men echter nog maar voor één
branche aan vestigingseisen te voldoen
om zich in een hele reeks branches te
kunnen vestigen.
De ontwikkeling in het economisch le
ven eist meer zelfbeschikkingsrecht voor
de ondernemer. Hij moet elke dag op
nieuw positie kunnen kiezen in zijn be
drijf Er wordt eigen initiatief gevraagd
dat door sociale belangen wel aan gren
zen gebonden moet zijn maar vooral niet
opgesloten mag worden in een keurslijf
van bepalingen. Dezelfde ontwikkeling
naar meer eigen beslissingsrecht zien
wij ook bij de werknemers. Wij weten
niet anders of de wergever stelt het be
gin- en eindpunt van de arbeidsdag vast.
vas. Nu begint de gedachte baan te
breken om binnen zekere grenzen de
werknemers zelf te laten bepalen wan
neer hij wil beginnen en eindigen met
zijn dagtaak.
WEL MAXIMAAL AANTAL UREN
In dit raam moeten wij ook de win
kelsluitingswet eens bekijken. De alge
mene regeling daarvoor zegt dat win
kels om 18.00 uur gesloten moeten zijn.
In enkele branches, bijvoorbeeld de si
garenwinkels, mag men later sluiten.
Reeds jaren lang zijn er stromingen in
de detailhandel die deze regeling willen
behouden, maar er zijn ook grote groe
pen winkeliers die hier om vrijheid
vragen. Zij willen zich wel binden aan
een maximaal aantal uren van openstel
ling, maar zij vinden dat zij zelf moeten
uitmaken wanneer zij open willen zijn
omdat de beste verkoopuren per branche
verschillen en ook naar de streek of de
stad waar men gevestigd is.
Het bestuur van het Hoofdbedrijf
schap Detalihandel heeft in 1970 deze
gedachte nog verworpen omdat zij van
mening was dat er nodeloos sociale
spanningen door werden opgeroepen.
Voorts zeggen de voorstanders van het
bestaande stelsel dat de konsumenten
over steeds meer vrije tijd gaan beschik
ken zodat zij een ruimere spreiding van
openstelling van winkels niet behoeven.
Koopavonden
Er is een ontwikkeling gaande in het
economisch en maatschappelijk leven
die het handhaven van de bestaande re
geling nauwelijks rechvaardigt. Wij wij
zen in de eerst plaats naar de konsu
menten. Voor hen zijn er de winkels.
Zij leggen hun eisen op tafel en de han
del probeert die eisen in te willigen,
waarvoor zij dan beloond wordt. Het
is bekend dat een deel van de verbrui
kers de bestaande openstellingsuren
voor winkels wel waardeert. Er is een
grote groep die anders wil. Dat blijkt
uit enquêtes.
Dat is ook duidelijk uit de groeiende
tendens tot het houden van koopavon
den. In het grootste deel van het land
zijn er al koopavonden. Het merkwaar
dige is dat zo'n koopavond uitbreiding
van de openstelling betekent naast het
reeds bestaande dagpatroon. Het deel
nemen van gehuwde vrouwen aan het
arbeidsproces buitenshuis maakt dat
deze vrouwen een ander kooppatroon
aanhangen dan hun meer behoudende
voorgangsters. Daarnaast is de huisva
der in opmars als meestemmer in het
uitgavenpatroon. Het is al gebleken dat
de gezinsaankopen meer in grote hoe
veelheden door man en vrouw samen
worden gedaan. Wanneer die echtparen
de week-ends willen uitgaan, en dat ge
beurt hoe langer hoe meer, zullen ze
graag 's avonds hun inkopen doen.
Bij ieder onderzoek blijkt weer dat
vooral de jongere konsumenten voor
standers zijn van ruimere spreiding in
het openstellen van winkels. Die sprei
ding zou en passant ook kunnen mee
werken de koop-pieken af te vlakken,
waarmee in de eerste plaats de ver
keersveiligheid en daarnaast het par-
keervraagstuk in vele gemeenten wordt
gediend.
Betere spreiding
Wij zijn intussen aan de economische
motivering van een vrijheid in winkel
sluiting begonnen. Spreiding van koop-
pieken betekent een betere spreiding van
het beschikbare personeel over de uren
van openstelling.
Voorts wordt altijd betoogd dat de
uren van openstelling moeten samen
vallen met de werktijden van het per
soneel. Bij aanwezigheid van meer per
soneel kan men de werkroosters ver
schuiven maar dat kan evengoed bij
aanwezigheid van minder personeel als
de koopuren van het publiek maar beter
verspreid worden. Bij een vrijere rege
ling kan die verschuiving erin zitten.
Daarnaast zijn parttime krachten al een
normaal verschijnsel geworden in het
winkelbedrijf.
Verschil in tijden van openstelling be
tekent een verschillend beroep van win
keliers op de arbeidsmarkt. De aantrek
kelijkheid van parttime-arbeid, vooral
voor gehuwde vrouwen, kan er door
toenemen.
Economisch rendement
Het belangrijkste voordeel van een
gespreide openstelling van winkels ligt
in het economisch voordeel van de win
kelier. Hij kan per branch en per plaats
zoeken naar die uren waarop de klan
ten bereid zullen zijn hem met een be
zoek te vereren. De overige uren zijn
voor hem of totaal oninteressant of ver
liesgevend. In die uren kiest hij zijn slui
ting. Het economisch rendement van een
vestigingsplaats wordt er hoger door.
Van vele zijden horen we de kreet
dat winkeliers evenals werknemers
recht hebben op dezelfde vrije tijd, die
dan op dezelfde uren zou moeten vallen.
Bij spoorwegen, elektriciteitsbedrijven,
brandweer en politie en vele andere be
drijven kent men reeds lang wisselende
werktijden. De kontinu-arbeid zal bij
grotere kapitaalintensiteit toenemen.
Wanneer de huidige regeling van de
winkelsluiting ideaal is dan zal dit bij
een gewijzigde regeling, die vrijheid
biedt wel blijken. Men zal dan, al of
niet georganiseerd, alles bij het oude
laten.
Maar wij twijfelen aan het optimale
nut van de bestaande regeling. De
staatssekretaris van Econ. Zaken even
eens. Die, heeft over het vraagstuk ad
vies gevraagd van de Sociaal Economi
sche Raad. Daarbuiten zijn er nog de
konsumenten die hun stem hebben in
deze door de bewindsman gevoelig ge
noemde materie. Naar onze mening zal
de maatschappelijke ontwikeling hier
verandering brengen, zoals dat ook el
ders in Europa en de V.S. zichtbaar is.
Drs. A. VAN MIERLO
Dat goud ook In
progressieve vormen
haar warme rijkdom
handhaaft bewijst
deze hoogst
blzondere, kunstig
bewerkte armband.
HORLOGER
JUWELIER
OPTICIEN
TELEFOON (01102) 1223
DIJKWELSE3TRAAT 22
KAPELLE - BIEZELINGE
Vrijdags tot 9 uur geopend.
EEN SOMBER PERSPEKTIEF VOOR
EEN OP VELE PUNTEN FALEND
BELEID
Hoewel de opperblakte appels in de
laatste vier jaar met een kwart is af
genomen en nu nog v ir 24.000 ha be
draagt, zal men in Nederland dit jaar
toch weer méér appels oogsten dan vo
rig jaar. Het gevolg zal zijn, dat de
kostprijs niet door de opbrengstprijs zal
worden gedekt of, om het in gewone
taal te zeggen: aan de teelt van appels
zal men ook dit jaar (gemiddeld) geen
cent verdienen. Dat „gemiddeld" moet
erbij, omdat er verschillen in prijzen en
kg-opbrengsten bestaan tussen de ver
schillende rassen.
De verklaring van het bovenstaande ligt
hierin, dat vooral oude, minder produk-
tieve boomgaarden zijn gerooid en dat
tal van niewe, moderne aanplantingen
dit jaar hoge opbrengsten in kg geven.
Als dat zo is kan men meteen konklu-
deren, dat het overheidsbeleid t.a.v. de
fruitteelt geen baat heeft gebracht maar
wèl grote schiade aajn het landschap
heeft toegebracht.
NADERE ANALYSE VAN DE RAMP
In het geheel werd de laatste vier
jaar zo'n 11.000 ha gerooid en er werd
maar weinig aangeplant, n.l. zo'n 2700
ha. In de groep boomgaarden jonger
dan vier jaar verminderde het areaal
met de helft. Dat was óók het geval
met de groep boomgaarden van 22 jaar
en ouder Hieruit ziet men dat oude
boomgaarden zijn opgeruimd maar dat
men óók wat jonge aanplantingen ver
nietigd heeft, n.l omdat men er toch
geen winst meer van verwachtte en dat
er niet zoveel nieuwe aangeplant is. Al
met al wordt 41 procent van ons appel
areaal ingenomen door aanplantingen
van 7-16 jaar. Dat wil zeggen dat een
groot deel van het areaal in volle pro-
duktie is een ten dele nog steeds méér
gaat produceren, ijs en weder dienende.
Men zal opmerken, dat de prijs voor
al ook door de E.E.G. wordt bepaald.
Wat deze betreft kan men onmogelijk
optimistisch zijn. Er bestaat een E.E.G.-
regeling en er is voor 97.000 ha aan
gevraagd. Dat leek een aardige oprui
ming te zullen worden. Evenwel is tot
nu toe slechs 26.000 ha gerooid. Daarom
lijkt het onwaarschijnlijk, dat men in
de E.E.G. de rooiregeling zal verlengen.
Als daarvan toch geen voldoende ge
bruik gemaakt wordt kan men haar be
ter achterwege laten.
Het gevolg van een en ander is dan
ook, zoals de memorie van toelichting
op de jongste landbouwbegroting ver
meldt, dat in de moeilijkheden van de
fruiteelt weinig verandering is gekomen.
En dat ondanks het feit dat in de ge
meenschap 43.700 ton appelen en 55.700
ton peren uit de markt genomen wer
den. En ondanks de uitgekeerde rooi-
premies, kan men eraan toevoegen.
Wanhoop
Behalve de fruittelers schijnen nu ook
de onderzoekers de wanhoop nabij. In
arren moede heeft minister Lardinois
aan het Amerikaanse efficiencybureau
A.D. Little opdracht gegeven een on
derzoek in te stellen naar de vooruit
zichten op lange termijn voor de teelt
van appels en peren in Nederland. Dit
is wel een zeer wonderlijke opdracht,
aangezien dit bureau precies hetzelfde
doet als ieder ander die zich in het
vraagstuk verdiept. Men tracht de area
len en de ouderdom plus het type en de
rassen in de E.E.G.-landen vast te stel
len. Op grond daarvan kan men komen
tot produktieramingen voor een reeks
jaren Vervolgens bekijkt men het ver
bruik en de eventuele marktverstorin
gen die van buiten de E.E.G. kunnen
komen en de zaak is rond. Op één punt
na en dat zijn de produktiekosten. De
kwestie is, dat deze elders vermoedelijk
lager liggen dan hier. En dan is het oor
deel over onze fruitteelt spoedig geveld.
Men kan zich niet voorstellen dat een
eh ander niet even grondig door onze
eigen onderzoekinstituten zou kunnen
worden vastgesteld, maar vooruit, als
het geloofwaardiger uit Amerikaanse
mond klinkt kan men daar vrede mee
hebben.
Er zijn echter zoveel onberekenbare
faktoren dat men gaat twijfelen. In
hoeverre zal men nog gebruik maken
van de rooiregeling Welke is de in
vloed van beurt jaren? Welke verschui
vingen gaan optreden in het assorti
ment? Hoe gaan lonen en kosten zich
in de toekomst ontwikkelen? Minister
Lardinois verwacht van het Amerikaan
se rapport een belangrijke bijdrage voor
zijn beleid. Als zodanig zal het rapport
wel een twistappel worden zonder weer
ga.
Wat te doen?
De hele memorie van toelichting is
dit jaar doortrokken van de gedachte:
het bedrijfsleven moet zelf zorgen voor
aanpassing van de produktie aan de
vraag; daar heeft de overheid geen
boodschap aan (en vooral geen geld
voor beschikbaar). Deze harde feiten
moet men aanvaarden, maar men moet
er tevens wat mee doen. Zo niet, dan
wachten ons allerlei crises bij uiteenlo
pende produkten en zeker bij de appels.
.Tot dusver hebben de fruittelers via
hun organisaties steeds weer gehamerd
op de diskriminiaties die het telen van
fruit in Nederland duurder maken dan
elders. Terecht overigens, maar men
zag niet in, dat gelijkschakeling van de
produktiefaktoren (behalve dan de na
tuurlijke, die blijven verschillen) een
kwestie van vele jaren is en dat men
intussen moet leven.
Ook op dit ogenblik, nu de vooruit
zichten blijvend ongunstig zijn, is er
geen bereidheid om in overleg met de
kollega's uit de andere E.E.G.-landen de
zaken te regelen. Het is in feite aan
kwaal dat onze teelt van groot fruit te
gronde gaat, ook al zal het met de pere-
prijzen wel loslopen (wat weinig baat
doordat de kg-opbrengst dit jaar te
laag is). Men ziet niet in, dat het beter
is genoegen te nemen met een beperkt
Nederlands areaal dat winst oplevert,
dan te streven naar een zo groot moge
lijke nationale produktie die iedere teler
te gronde richt door de verliezen die
erop worden geleden.
Kernvraagstuk
Het zou goed zijn als men ook bij al
le andere produkten waarvan steeds
weer overschotten dreigen, de zaken
nuchter bezag. Als de minister niets
wenst te regelen moet men het zelf doen.
De minister kijkt, terecht, voortdurend
naar onze exportcijfers. Zijn bereidwil
ligheid om te luisteren naar de klach
ten van het bedrijfsleven zou terdege
stijgen wanneer deze wat daalden. Ze
zouden dalen wanneer de Europese pro
ducenten bereid waren om gezamenlijk
te streven naar een produktie die met
winst te verkopen is en niet meer. Dit
geldt voor fruit, voor groenten, voor
kasbloemen, voor aardappelen, voor eie
ren, voor slachtkuikens, voor varkens
enz. Niet bij ieder produkt is het ge
makkelijk om de produktie een klein
beetje aan te passen. De bereidheid tot
die aanpassing groeit veelal pas wan
neer men door zeer ernstige crises is
heengegaan. Voordien ziet men voor el
ke oplossing een moeilijkheid i.p.v. om
gekeerd.
Dat men bij de fruitteelt zelfs nu nog
niet bereid is tot die aanpassing stemt
pessimistisch Klaarblijkelijk gaat men
er van uit, dat het beter is al produce
rend ten onder te gaan dan zich beper
kend een goed bestaan op te bouwen. Er
schijnt een bijgeloof e zijn volgens het
welk men zijn appels, eieren enz. nog
in het graf kan meenemen. Dat kan in
derdaad; er is voldoende van in voor
raadW. BOSHUIS
MET RAAD EN DAAD
In verband met sterk gestegen kosten
voor beantwoording van vragen in onze
rubriek „Met Raad en Daad" zullen we
deze met ingang van 1 november moe
ten beëindigen.
Nu nog lopende vragen zullen we
zoveel als mogelijk is, afwerken. Een
gedeelte echter zal niet meer beant
woord kunnen worden.
COMPOSITIEOPDRACHT
Gedeputeerde Staten van Zeeland heb
ben op verzoek van de Vereniging
Jeugd en Muziek, Afd. Zeeland, ge
steund door het advies van de Zeeuwse
Culturele Raad, besloten, aan de in Zee
land geboren, sinds kort in Breda wo
nende musicus en componist Daan Man
neke een compositieopdracht te ver
strekken.
Het gaat om een werk voor jeugd
orkest, waarvan de eerste uitvoering
door Jeugd en Muziek is opgedragen
aan het Zeeuws Jeugdorkest onder lei
ding van Peter Jense.
Die eerste uitvoering vindt plaats in
de serie concerten, welke is opgenomen
in een tournee onder auspiciën van
Jeugd en Muziek langs een zevental
plaatsen in Zeeland en Westelijk Noord-
Brabant.
De tournee start op 22 januari 1972
te Middelburg, waarna het Zeeuws
Jeugdorkest op 5 februari in Goes, op
19 februari in Bergen op Zoom, op 4
maart in Breda, op 18 maart in Hulst,
op 19 maart in Oostburg en op 15 april
in Zierikzee zal optreden.
door
GERRIT FRANSEN
44)
Tegen middernacht nemen ze met
handdrukken afscheid van elkaar. Op
straat zegt Wellebaard, de enige, die in
hee oude bestuur heeft gezeten: „Ze ge
ven het oude bestuur nu wel de schuld,
maar uit de notulen is toch wel geble
ken, dat er met het gemeentebestuur
weinig was aan te vangen."
Coops repliceert nuchter: „Vanavond
is zoveel mogelijk de kool en de geit
gespaard. En al vielen er soms harde
woorden, de lucht is er wel mee opge
klaard. We weten nu wederzijds, wat
we aan elkaar hebben."
In februari worden de kolenkachels
door gashaarden vervangen. Ze zullen
te zijner tijd ook in de nieuwe school ge
plaatst kunnen worden. De riolering
rond de school wordt vernieuwd en de
w.c.'s krijgen waterspoeling. Dat zijn al
een paar belangrijke winstpunten.
De beide nieuwe leerkrachten voldoen,
er heerst rust op de school, zodat Van
Bragen elke dag met een tevreden ge
zicht de 20 meter van zijn huis naar
de school loopt.
Maar in het begin van maart blijft
hij op een morgen thuis. Hij heeft een
zware kou gevat, Steenbeek zal zolang
de hoogste klas nemen en de vijfde klas
gaat voor de helft naar lokaal vier en
lokaal drie. Evert en de nieuwe onder
wijzer krijgen zo'n vijf en twintig kin
deren extra. Evert rijdt nog een keer
naar mevrouw Broeks en verzoekt haar
te willen invallen, maar hij krijgt nul
op het request: „Beste jongen, ik heb
er meer dan genoeg van; dank je wel."
Zodat de school het gedurende de
ziekte van het hoofd met één leer
kracht minder moet werken.
Intussen zit Evert nog altijd met het
probleem Greetje Alfers. Van Steenbeek,
die nu de hoogste klas heeft, weet hij,
dat het kind over een uitzonderlijk ver
stand beschikt. Van Bragdfc heeft haar
in verschillende vakken al extra lessen
gegeven. Steenbeek zelf is verwonderd
over de snelle vorderingen. „In al die
jaren, dat ik aan deze school verbonden
ben, heb ik zoiets nog niet meegemaakt.
Dit kind moet beslist in de gelegenheid
gesteld worden om verder te leren."
Evert knikt. „Ik wist het al, toen ik
haar in mijn klas had. Maar breng zulks
eens aan het verstand van die oude
heks."
Steenbeek is stomverbaasd. „Oude
heks?"
„Sorry", antwoordt Evert. „Ik bedoel
die grootmoeder, Die deelt in huis de la
kens uit en Greetj es moeder heeft niets
te vertellen. Met dat oude mens is niet
te praten. Die komt na elk argument
met bijbelteksten aandraven, die ze ge
heel uit zijn verband rukt."
Steenbeek kent het gezin maar heel
oppervlakkig. „Ik zal er eens met onze
voorzitter over spreken. Misschien dat
we ér dan samen eens heen kunnen
gaan."
Een paar weken later vertelt Steen
beek, dat de voorzitter en hij op de
boerderij van Alfers zijn geweest. Maar
nul op 't request. „Net zoals je al zei,
Evert, met dat mens is geen zinnig ge
sprek te voeren. Nu ja," voegt hij er
aan toe, „Greetje kan nog niet van
school. Ze 'is net twaalf, dus zal ze in
elk geval van 't najaar nog op school
moeten blijven. Toch wil ik het nog een
keer proberen, of ik haar niet op de ulo
in de stad kan krijgen. Jammer, dat we
hier geen ulo hebben."
Na vier weken is Van Bragen weer
terug in de school. Al na een paar da
gen weten alle leerkrachten: hij is lang
de oude niet meer. Die verkoudheid
heeft hem wel een knak gegeven en zo
oud is hij toch nog niet.
Het gaat enkele weken goed, dan
stort Van Bragen in. Hij kan zo'n grote
klas niet meer aan. Volkomen overspan
nen, zegt de dokter. Voorlopig een paar
maanden helemaal rusten. En als het
mogelijk is, niet in Dalewoud, maar er
gens anders.
Op de Veluwe is een rustoord voor
onderwijzers. Van Bragen wordt erheen
gebracht. Maar op de school zitten ze
opnieuw met een vakature.
Coops is ook nu weer aktiefEr wordt
een advertentie geplaatst voor een tij
delijke kracht met de mogelijkheid van
een vaste aanstelling. Het aantal leer
lingen breidt zich immers -gestadig uit
en daarom kunnen we best een tijdelijke
boventallige leerkracht erbij nemen.
Er zijn heel wat sollicitanten en het
oog valt op een wat oudere onderwijzer,
die graag naar het platteland wil. Met
het oog op de gezondheidstoestand van
zijn vrouw. De informaties zijn uitste
kend, dus wordt hij benoemd. Onmiddel
lijk na de grote vakantie zal hij kunnen
beginnen. Coops heeft ook een huis los-
gekregenvoor deze onderwijzer. Het zo
veelste probleem is zodoende weer op
gelost.
In juli weet Dinie, dat ze opnieuw in
verwachtig is. Als de grote vakantie is
aangebroken, sluiten ze hun woning en
gaan er vandoor. Een weekje naar de
stad, naar de ouders van Dinie. En voor
de rest een poosje naar zee. Daar komt
Evert ook weer tot zichzelf, want hij
heeft bijna geregeld anderhalve klas on
der zich gehad en dat is toch wel een
bee je teveel.
Na de vakantie zijn er weer nieuwe
problemen. Het nieuwe schooljaar is en
kele dagen oud als Steenbeek op een
middag na schooltijd bij Evert in het
lokaal en zegt: „Dat meisje van Alfers
is nog altijd niet op school gekomen. Ik
heb vanavond een bespreking met het
bestuur en het gemeentebestuur. Doe jij
me een plezier en rijdt er eens heen. Ik
kan natuurlijk de politie verzoeken pro
cesverbaal op te maken, maar dan jaag
je ze helemaal tegen je in 't harnas."
Evert belooft erheen te rijden en na
het eten stapt hij op zijn fiets. Het is
midden augustus en bizonder warm.
Overal op het land is men nog aan het
werk. Er worden aardappelen gerooid
en koren gemaaid. Er zijn al stoppel
velden, die gescheurd worden. Hier heb
ben verschillende boeren nog paarden
en als Evert twee zware Belgen voor
een ploeg ziet lopen, stapt hij even af
om het toneeeltje te bekijken.