Eiland bouwen in de Noordzee NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND Meester Veswijk zet door 38STE JAARGANG No. 12 27 AUGUSTUS 1971 Verschij'nt des vrijdags ook aan huis te ontbieden REDACTEUR ADMINISTRATEUR J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 de scheldebode Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal Franco per post f 4,40 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm Excl. 4 B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. INGEWIKKELD TECHNISCH PROJEKT, DAT MILJOENEN KOST LANDWINNING WEGENS RUIMTEGEBREK In Nederland is ruimte een kostbaar goed. Er zijn allerlei aktiviteiten zoals afvalvemietiging, vliegvelden, militaire oefenterreinen e.d., waardoor het moei lijk is een geschikte plaats te vinden. Daarom wordt er steeds meer gedacht aan landwinning door het bouwen van eilanden in de Noordzee. Vele weten schapsmensen heben zich reeds verdiept in de konsekwenties van zulk een spek- takulaire operatie. Een van hen is Ir. C. van der Burgt, hoofd-ingenieur-direk- teur van de Rijkswaterstaat. Hij heeft zijn opvattingen over het bouwen in de Noordzee onlangs gefor muleerd in een voordracht, waarvan wij de voornaamste gezichtspunten weerge ven. KOSTEN MINSTENS 100 PER VIERKANTE METER Het winnen van land in de Noordzee zal geen goedkope operatie worden. De landwinst in de Noordoostpolder, kostte destijds 1,per vierkante meter, dat is 10.000 per ha. In de Lauwerszee was dit bedrag ƒ3,per vierkante me ter. De Maasvlakte (Europoort) kostte reeds enkele tientallen guldens per vier kante meter. Op de Noordzee zullen we volgens Ir. Van der Burgt moeten re kenen op een prijs minimaal 100 per vierkante meter. Bij een waterdiepte van 6 meter zal men een eiland van ten minste 20 ha moeten maken (zeker 20 miljoen gul den) om de prijs tot 100 per vierkante meter te beperken. Bij een waterdiepte van 12 m loopt het benodigde oppervlak op tot 200 'ha (circa 200 miljoen gulden) Gezien de enorme stijging van de kosten bij grotere waterdiepte ligt het voorlo pig nog niet voor de hand dat we ons ver van de kust in zee zullen wagen. Op de Noordzee wordt in feite nu al gebouwd. Op het Engelse plat liggen al gasleidingen die het in de Noordzee gewonnen gas naar de vaste wal bren gen. Onze havens strekken zich steeds verder zeewaarts uit en op de Noordzee begint de winning van gas en olie, zand en grint, meer en meer realiteit te wor den. Voor het bouwen van eilanden is echter een grote kennis van de gehei men van de zee vereist. Variatie in bodem De Rijkgeologische Dienst en de Rijks waterstaat trachten geologische gege vens over de ondergrond van de Noord zee te verzamelen. De Noordzeebodem blijkt bijna even veranderlijk van struk- tuur te zijn als de bodem van ons land. Op de bodem vinden we afzettingen van fijne zanden en van klein, ook van ri- vierklei en -zanden. Ook veenlagen en zogenaamde dekzanden komen voor. Deze grote variatie in de bodem heeft uiteraard belangrijke gevolgen voor de winning van bodemmaterialen en voor de eventuele uitvoering van werken. Ook onze kennis van de waterbewe ging in de Noordzee, evenals van de golfslag, moet groter worden. Bij de keus van de plaats van een te bouwen eiland moet rekening worden gehouden met allerlei belangen zoals olieboringen, toekomstige pijpleidingen routes voor diepstekende schepen, ge baggerde geulen naar de grote havens. Van belang zijn verder de kans oplucht en waterverontreiniging en de invloed op zandbeweging, golfslag, kustverde diging, rekreatie enz. Het ligt voor de hand om in de re latief ondiepe Noordzee een te bouwen eiland op de zeebodem te funderen. Een grondwerk is gemakkelijker aan te pas sen en uit te breiden, maar het moet wel zwaar worden verdedigd, zoals alle werken aan onze zeekust. Een konstruk- tiewerk van staal of gewapend beton kan (daarentegen de vernietigende krachten van de zee onder zich door laten spoelen. Daarom komt voor klei nere eilanden zo'n konstruktie het meest in aanmerking. Voor grotere projekten ligt een eiland van grond meer voor de hand. Vooral de beginperiode in de bouw van zo'n eiland zal erg moeilijk zijn. Er is immers dan nog geen werkhaven, van waaruit de werkzaamheden gestart kunnen worden. Een complete techni sche operatie is nodig om „vaste grond" onder de voeten te krijgen. Er zijn lan dingsvaartuigen nodig voor het vervoe ren en lossen van materialen, helicop ters voor vervoer van personeel en klei ne onderdelen, sleepkopperzuigers voor masstal grondverzet. Terp Ten aanzien van de opzet van zo'n eerste basis in zee heeft Ir. G. Swier van de Deltadienst Rijkswaterstaat een verkennende studie gemaakt. Het zal wellicht mogelijk zijn om in een „terp" op te werpen van ongeveer 200 bij 400 meter, een zeer kostbaar speldekopje in de woelige baren. Op zo'n terp kunnen dan verschillende installaties geplaatst worden zoals een betonfabriek, een asfaltinstallatie, een elektrische centrale. Bovendien moeten er zoet water en bouwmaterialen wor den opgeslagen en dienen er personeels- verblijven te komen. Bij de bouw zijn drie fasen te onder scheiden. Onder water, in de golfzone en boven de invloed van de zee. Onder water kan met zand worden gewerkt. Op deze wijze zullen we een meter of 8 onder de zeespiegel kunen komen. Dan zal het geheel zo snel mogelijk moeten worden afgedekt (b.v. met asfalt). Daarna zal de golfzone zo snel mogelijk moeten worden afgedekt (b.v. met as falt). Daarna zal de golfzone zo snel mogelijk moeten worden gepasseerd. Gedacht wordt aan caissons van ge wapend beton, die op de gewenste plaats worden „afgezonken", waarna zij met zand worden gevuld. Rest dan nog de voltooiing van het eüland met zand, maar met bescherming van beton of as falt. De „terp" moet in één werksei- zoen tot stand te brengen zijn. Daarna zal het nog vele jaren duren voordat het gewenste grote eiland volledig vol tooid en ingericht zal zijn. Er zal een uiterst geavonceerde planning nodig zijn om aan een dergelijk enorm projekt met redelijke kans op sukses te beginnen. (Nadruk verboden) Populair economisch commentaar door Drs. A. van Mierlo WOONGENOT en PROFIJTBEGINSEL In de Tweede Kamer is het steekspel van demagogische uitspraken weer be gonnen. Vanzelfsprekend is daarbij het moeilijke punt van de woningnood weer ter sprake gekomen. De regering heeft in dit verband met trots verklaard dat zij voornemens is aan het woningpro bleem veel aandacht te besteden en dat tot 1975 het aantal bouwvergunningen tot 137.500 per jaar zal worden opge voerd. Nu is het zo dat woningen die ge bouwd worden, ook betaald moeten wor den. De bouwprijzen zijn hoog en dit zal de particulieie woningbouw met name afbreuk doen. De regering stelt zich dan ook voor de bouw van woning wetwoningen uitbreiding te doen onder gaan. Bij dit soort bouw worden er aan zienlijke subsidies verstrekt. Het geld daarvoor wordt door belastingen opge bracht. In dit licht bezien willen wij het in de jongste tijd zo gevierde profijtbe ginsel nog eens ten tonele voeren. Dit beginsel houdt in dat degenen die van een bepaalde overheidsdienst profiteren daar ook naar hun profijt moeten bij dragen. Trekken wij dit beginsel door in de woningbouw, dan zullen degenen die een met rijkssteun gebouwde woning betrekken, daar ook de van de kostprijs afgeleide huur voor moeten betalen. In tegrale toepassing van dit beginsel zou vele gezinnen in grote financiële moei lijkheden brengen. Anderzijds is het zo dat nog duizen den, zowel in de woningwet-sektor, als in de particuliere sektor, huren betalen die met de huidige kosten van woning exploitatie geen enkel verband houden. Wij mogen derhalve verwachten dat huursubsidies in de toekomst alleen aan hen worden verstrekt die daaraan drin gend behoefte hebben'. Voor het overige zal ook het huurbeleid door veel meer vrijheid moeten worden gekenmerkt. Als dat gebeurt, zal het profijtbeginsel ook voor het optimale woongenot goede vruchten afwerpen en zijn wij ook op dit terrein over enige jaren ver gevorderd met de oplossing van het schaarste probleem. ZELFMOORD-ECONOMIE In het afgelopen jaar maar ook in de eerste helft van dit jaar zijn in ons land de investeringen sterk gestegen. Tegen over de opvatting van werkgeverszijde dat de inflatiehaard het meest wordt aangestookt door de ontwikkeling van de loonkosten staat de stelling van werknemerszijde dat de investeringen de zondebok zijn van de inflatoire ontwik keling. Daarom wordt er van werkne merszijde aangedrongen op een investe- ringscontrol en dito beperking als een van de middelen om de overbesteding te beperken. Als er minder en meer doelmatig produktiemiddelen worden vervaardigd zou dit een efficiënte in komensbesteding ten goede komen. In een recent E.E.G.-rapport lezen wjj dat in alle E.E.G.-landen een royaal in vesteringsbeleid wordt gevoerd. Zo zou in Italië dit jaar een investeringstoene ming van liefst 36% mogen worden verwacht en in Frankrijk 17%. West- Duitsland zou de investeringen met 4% opvoeren maar het is bekend dat daar reeds een hoog niveau voor uitbreiding en vernieuwing van produktiemiddelen bestaat. Vanzelfsprekend verwekken ook in vesteringen inflatie-effekten. Het voor deel van deze effekten is echter dat zij in vele gevallen de produktie-kosten van verbruiksgoederen verlagen. Er zit dus evengoed een deflatoir effekt aan in vesteringen. Stelt men zich echter de situatie voor dat in Nederland de in vesteringen zouden worden opgehouden terwijl die in andere landen sterk wor den opgevoerd, dan is dat het ideale middel om op iets langere termijn de sociale onrust compleet te maken. Wij blijven dan achter- in het scheppen van doelmatige produktieverhoudingen ver geleken met andere landen. Onze afzet markt voor export wordt geschaad en als men in dat klimaat dan een reële loonsverhoging wil afdwingen staat dat gelijk met zelfmoordplannen voor onze economie. Wij zijn benieuwd aan wie de vakbeweging zo'n projekt kan verkopen. GEEN HEK VAN PRIJZEND AM De loon- en prijsmaatregelen zijn door de regering ingetrokken. Deze gekozen lijn van vrijheid geeft blijk van reali teitszin. Reeds lang is het duidelijk dat de overheid over geen machtsmiddelen beschikt om het economisch leven in be dwang te houden. Voor de lonen geldt dat zij alleen bij te sturen zijn in een economische situa tie met een zeker arbeidsoverschot. Zo dra er arbeidsschaarste ontstaat kunnen de bedrijfsbonden hun leden niet in de hand houden en de centrale bonden ver liezen op hun beurt hun klem op de vak bonden. Het uitoefenen van pressie heeft dan tot gevolg dat de vakbonden hun leden verliezen en dat wilde loon- akties sukses hebben. In dit proces is dan de vakbond verliezer en zij wenst die rol niet langer te spelen. Voor de prijzen geldt dat zij in prin cipe kunnen worden vastgesteld. Als men daarmee sukses heeft en de kosten blijven stijgen moet de regering steun geven aan het bedrijfsleven of er komen bedrijfssluitingen omdat de winstvor ming wordt afgeknepen. In het laatste geval wordt de werkgelegenheid be dreigd. Vervolgens hebben prijsafspra ken met centrale bonden geen enkele betekenis. De ondernemers laten zich nog minder door hun bonden beïnvloe den dan de werknemers. In wezen kan een ondernemer zijn verantwoordelijk heid voor kosten en opbrengsten niet overdragen. Het prachtige gebaar van de regering is niets anders dan een aanpassing aan de realiteit van machteloosheid. Wan neer de oppositie nu van de Kamerban- ken schreeuwt dat het hek van de in- flatiedam is dan is dat niet anders dan een demagogische kreet. Als niet ieder vrijwillig wil meewerken aan inflatie- bestrijding, komt er niets van terecht. (Nadruk verboden) Prisma - gouden dames horloge met gouden, geslepen milanalse band 475,- HORLOGER JUWELIER OPTICIEN TELEFOON (01102) 1223 DIJKWELSESTRAAT 22 KAPELLE - BIEZELINGE Vrijdags tot 9 uur geopend. ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelyk van dienst zyn en geven zo mogelyk advies op elke vraag. Wy kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verlkregen inlichtingen of gegevens RED. Toeziend voogd. Wat zijn de bevoegd heden van een toeziend voogd en kan deze als hij niet voor zijn taak berekend is, ontheven worden van zijn bevoegd heden De toeziende voogd oefent in beginsel geen gezag uit over de minderjarige (n). Zijn voornaamste taak bestaat er in toezicht uit te oefenen op het beheer door de voogd van het vermogen der minderjarige(n) en hij moet optreden wanneer de belangen der minderjari ge (n) in strijd zijn met die der voogd. Hij kan, als er reden voor is, ontzet worden uit zijn bevoegdheden. Zo u meent dat daartoe aanleiding is kunt u het beste eens gaan praten met de raad van de kinderbescherming. Beestjes. Hierbij zend ik u een paar beestjes die ik in huis vond bij de boekenkast. Zijn ze schadelijk en wat is er aan te doen? De paar toegezonden kevertjes waren nogal beschadigd. Vermoedelijk zijn het z.g. klopkevers. Ze leven in hout en door het geluid van de kevertjes noemt men ze klopkevertjes. In Frankrijk noemt men ze horloge de la mort. Zie u gaatjes in het hout dan inspuiten met een hout wormbestrijdingsmiddel of volstoppen met was met insecticide. Er zijn ook middelen in de handel die u met sponsje of kwastje aanbrengt en waardoor lar ven en eieren in de gaatjes worden ge dood. Van tijd tot tijd inspecteren en zo nodig behandeling herhalen. Huurprobleem. Ik ben in het bezit van een huis, hetwelk ik heb verhuurd aan een gezin. Er was overeengekomen, dat het gezin zelf voor bepaalde soor ten van onderhoud zou zorgen. Maar al geruime tijd wordt het huis sterk ver waarloosd. Ruiten zijn kapot, de boel is vervuild enz. Wat kan ik hieraan doen? Mede gezien het feit, dat u ons niet opgeeft welke soorten onderhoud het ge zin zelf zou verzorgen, kunnen wij u niet beter adviseren, dan u met uw vraag te wenden tot de Ned. Bond voor Huis- Grondeigenaren, Toumooiveld 3, Den Haag, tel. 070-111662. Welke bond volledig op de hoogte is met de te be wandelen weg in dergelijke problemen. door GERRIT FRANSEN 37) Frans denkt niet lang na, maar schuift de oude boerin resoluut opzij, waarna hij naar binen gaat, wat schoor voetend gevolgd door de advokaat. Ter wijl de boerin krijst: „Ik zal de veld wachter op jullie afsturen. Kan-ie jullie ook opbergen!" Op de divan in de keukenkamer ligt de vrouw en kijkt met angstige ogen naar de twee binnengekomenen. Frans besluit spijkers met koppen te slaan. „U bent Griet Alfers" vraagt hij. De vrouw knikt. „Ja, meneer." „Deze meneer is advokaat en ik ben een broer van meester Veswijk, die kent u, nietwaar? Vertelt u ons eens eerlijk: „Wie randde u gisteren aan? Wie was het, die u gisterenavond buiten lastig viel Eerlijk antwoorden, want het komt toch uit. En nergens bang voor zijn, want zij zullen er wel voor zorgen, dat niemand u ooit meer kwaad kan doen." Het lijkt Frans een eeuwigheid te du ren. De oude boerin is nu ook binnen gekomen en wil zich er tussen mengen. Maar Frans wijkt geen voetbreed. „Houdt uw mond", zegt hij tot de oude vrouw en wel op zo'n toon, dat ze en kele ogenblikken geheel overbluft is. En dat nog wel in haar eigen huis! Die enkele sekonden zijn net voldoen de om het antwoord los te krijgen. „Me neer Hanekam," fluisterde ze en wendt vol afschuw haar hoofd, als ze terug denkt aan de onverkwikkelijk scène van enkele uren tevoren. Frans knikt en er komt voldoening op zijn gezicht. Hij kijkt zijn advokaat aan en vraagt: „Heb je het gehooid?" Nog voor hij het antwoord van de man afwacht, vervolgt hij": „En wie was de man, die je probeerde te helpen? Die Hanekam een opdoffer gaf?" „Dat was meester Veswijk," fluisterde de vrouw. Met een triomfantelijke blik wendt Frans zich tot de oude boerin. „We hebben drie getuigen, die deze verkla ring hebben gehoord. Weet u, dat die mooie meneer Hanekam de rollen gister avond heeft omgedraaid en mijn broer de schuld in de schoenen schoof? Weet u, dat Evert sinds gisteravond opgeslo ten zit in het politiebureau en dat zijn vrouw gisteravond of vannacht, als ge volg van de schrik, een levenloos kindje ter wereld heeft gebracht? Twee maan den te vroeg? Nou, wat zegt u daar allemaal van? Is het uw werk soms ge weest, dat overbrengen van de ongeluks- boodschap aan mijn schoonzuster?" Nu is de oude vrouw werkelijk ge schrokken. Wat ze hoort, is inderdaad verschrikkelijk. Ze kijkt van de een naar de ander. Tenslotte wendt ze zich tot haar dochter en zegt: „En gister avond zei je, dat het die meester was, die De vrouw op de divan schudt het hoofd. „Dat hebben jullie verkeerd be grepen. Meester Veswijk heeft meneer Hanekam juist weggetrokken Frans is tevreden met het bereikte resultaat. „Kom op, we gaan naar de politie. Wil ik wel eens zien, of wij Evert niet meekrijgen na hetgeen wij nu gehoord hebben HOOFDSTUK XVI De klas zegt het met bloemen Rond de middag wordt Evert Veswijk in vrijheid gesteld. De adjudant is per soonlijk naar de boerderij van Alfers gereden en heeft een voorlopige verkla ring van Margaretha Alfers opgenomen. Dat is voor hem voldoende om te begrij- dat Hanekam in uiterste nood gepro beerd heeft de schuld op een ander te gooien. In de situatie van het ogenblik buitte hij zijn voordeel uit en iedereen, die op dat moment ter plaatse was ge komen, zou hem onmiddellijk hebben geloofd. De adjudant heeft nog meer bizonder- heden vernomen uit de mond van Griet. Het feit dat Hanekam al maanden pro beerde haar te overhalen met hem te trouwen. Maar ze griezelt van hem en heeft iedere keer nee gezegd. Gister avond was ze nog even naar de schuur geweest en buiten was ze tegen Hane kam, die haar blijkbaar had opgewacht, aangelopen. Hij had haar gegrepen en in het struikgewas langs de oprijlaan getrokken. De rest wist hij nu. Meer dan voldoende voor hem om Evert ter stond in vrijheid te stellen. En daarbij kan hij niet anders doen dan zijn veront schuldiging aanbieden. Evert is sportief en accepteert die. Frans brengt zijn broer in zijn wagen naar huis en als EVert tijdens de rit op de hoogte wordt gesteld van de situatie thuis, beginnen de aderen op Everts voorhoofd te zwellen. De greep om Frans' arm voelt als een bankschroef en de woorden voorspellen niet veel goeds, als Evert tussen z'n tanden sist: „Draai om, broer, en breng me bij die schooier, dan draai ik hem eigenhandig de nek om." Frans kent zijn broer en weet, hoe hij hem moet bespelen. „Rustig aan, kerel, anders zit je binnen een uur weer in dat celletje en daar schieten jij en Dinie niets mee op. Die vent zal z'n portie straf heus wel krijgen. Bemoei jij je daar nou niet mee, laat dat maar aan de politie over. Jij hebt je vrouw en die heeft juist jouw steun nodig. En geen gezanik over die Hanekam. Die bestaat niet meer voor jou. Als Evert en Dinie in eikaars armen gevallen, trekken de anderen zich dis creet terug. Die moet je nu alleen laten. Gedeelde smart is halve smart en wat kun' je onder deze omstandigheden voor troostwoorden zeggen? Dat ze nog jong zijn en er nog wel meer kinderen zullen komen? Dat is banaal en bovendien neemt dat het leed niet weg. Nee, man en vrouw samen, dat is momenteel het enige. In de huiskamer vertelt Frans, hoe de vork in de steel zit. Sellema knikte tevreden. „Geen haar op m'n hoofd, die ooit gedacht heeft, dat Evert zoiets zou doen. Ik zal m'n schoonzoon niet ken nen" En dat heeft een vriendelijk knik van vader Veswijk ten gevolge. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1971 | | pagina 1