Toetreding van Engeland
MET RAAD EN DAAD
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
Meester Veswijk zet door
38STE JAARGANG
No. 8
30 JULI 1971
Zilmeta
met grappige
diermotieven
1
ook aan huis te ontbieden
REDACTEUR ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
de scheldebode
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal
Franco per post f 4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm
Excl. 4 B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
TOT DE E.E.G. NU WERKELIJK IN ZICHT
Op het ogenblik maken land- en tuin
bouw zich erg druk over de Europese
geldcrisis, de zwevende koers van Mark
en gulden, de gevolgen daarvan aan de
grens en in de handel en de compensatie
van de koersverschillen. Men doet daar
nogal opgewonden over en Ir. C. S.
Knottnerus, voorzitter van het land
bouwschap, besloot zijn meest recente
beschouwing daarover met de woorden:
„Ik vraag mij zelfs af waarom men zich
nog druk maakt om anderen (bedoeld
zijn de zes E.V.A.-landen) aan dit spel
mee te laten doen als er toch geen uit
zicht op verbet ring is."
Het antwoord s vrij eenvoudig: zoals
het zioh laat a azien zal de geldcrisis
maar van beper te duur zijn en de daar
mee verband hc udende maatregelen óók.
Het is dus zeer /erstandig om wat ver
der te kijken an de monetaire neus
lang is.
ENGELAND I 1977 VOLWAARDIG
LID?
Al sinds jaren publiceren agrarische
bladen overzie ten van land- en tuin
bouw in de zi E.V.A.-landen en men
heeft al lang uitgerekend, welke ver
schuivingen 1"i aanbod en produktie
zich zullen v» 'oen zodra E.V.A. en
E.E.G. versmc zullen zijn. Dit werk
je kan men e' ar herhalen, want zo
wel in de E.E in de E.V.A. treden
geregeld verscn.^, -ïgen in de produktie
op. We denken slechts aan melk en zui
vel.
Een heet hangijzer is de Nieuwzee-
landse zuivel (voornamelijk boter). De
problematiek daarvan komt op 7 juni in
Luxemburg aan de orde. Men kent het
vraagstuk: De E.E.G. is zelfvoorzienend
wat melk en zuivel betreft, heeft zelfs
uitvoeroverschot en Engeland een te
kort. Het zou verrukkelijk zijn als wij
Engeland in de toekomst mochten gaan
bedienen, maar dit land heeft bijzondere
banden met zijn Gemenebest, die het
maar niet een-twee-drie te onzen gerie
ve kan doorknippen.
Vandaar dat de praktische boer maar
weinig belangstelling heeft voor de toe
treding van Engeland tot de E.E.G. Hij
zal er vermoedelijk geen cent wijzer van
worden. Enkele jaren geleden bezag hij
de zaak nog emotioneel en wond hij zich
vreselijk op over het boze Franrijk, dat
Albion de voet dwars zette. Maar hij
heeft geleerd allen te letten op de fak-
toren die zijn droeve bedrijfsuitkomsten
beïnvloeden. Tussen die faktoren komt
Engeland niet eens voor, zo veronder
stelt hij. Vandaar de onverschillige uit
spraak van de heer Knottnerus.
Maar laten wij eerst op de tijd letten,
want die is de belangrijkste faktor in
het spel om de Europese knikkers.
Lange overgansperiode
Hoewel nog lang niet alles in kannen
en kruiken is en het verdrag dat de toe
treding van Engeland tot de E.E.G. tot
een feit maakt nog lang niet onderte
kend is, neemt men aan dat volgend
jaar de zaak wel rond zal zijn. Als dan,
n.l. op 1 januari 1973 volgt de over
gangsperiode, die tot eind 1977 zal du
ren. Deze is nodig om Engeland de ge
legenheid te geven zich aan te passen
aan het E.E.G.-landbouwbeleid. Deze
aanpassing betreft allereerst de prijzen,
niet die voor de boer maar voor de con
sument. Deze laatste zullen n.l. flink
stijgen en dit tast de hele Britse econo
mie aan. Uiteindelijk gaat ginds het
hele leven aanzienlijk duurder worden
en via deze ontwikkeling zal ook de
boer meer geld voor zijn produkten ont
vangen, maar in theorie zal hij dat nau
welijks merken doordat de zogenaamde
deficiency-payments zo spoedig moge
lijk zullen worden afgeschaft.
Deze „betalingen van tekorten' ont
vangt de Britse boer thans om het ver
schil tussen garantieprijs en werkelijke
marktprijs te overbruggen. Dat verschil
ontstaat doordat Engeland aan de in
voer uit wat wij derde landen noemen
weinig beperkingen oplegt. Het gevolg
van een en ander is, dat wel de Engelse
consument (huisvrouw, vakbonden enz.)
zich druk maakt over de E.E.G., maar
de boer niet. Net als bij ons dus.
Aangezien Engeland echter pas op 31
december 1977 zijn prijsaanpassing be
hoeft in te voeren en de overige aan
passingen heel geleidelijk zullen zijn
mogen we aannemen dat de Britse eco
nomie de aansluiting zonder levensge
vaarlijke schokken zal beleven. Tegelijk
echter wordt het een zo lange geschie
denis, dat op dit ogenblik een zinnig
woord kan zeggen over de gevolgen
voor onze land- en tuinbouw. Zelfs niet
wanneer we aannemen, dat de andere
E.V.A.-landen weldra zullen besluiten
om in hetzelfde tempo als Engeland de
toetreding tot een feit te maken.
Het enige wat mogelijk lijkt zijn een
paar voorzichtige prognoses.
De veehouderij.
Beslissend bij dit alles is de conjunc
tuur in de E.E.G. Blijft deze gunstig,
dan zal de afvloeiing uit de landbouw
versneld worden en de ontwikkeling
naar grotere eenheden eveneens. Tege
lijk echter zal vermoedelijk de belang
stelling voor het slavenbestaan dat de
rundveehouderij thans nog is, aanmer
kelijk dalen. Het gevolg zal daarom wel
zijn (zo verwachten sommige deskun
digen) dat t.z.t. Nieuw-Zeeland het te
kort in de hele E.E.G. mag aanvullen
en dat de Europese veehouder daar wei
nig hinder van zal ondervinden.
De tuinbouw verwacht iJi.a. gunstige
gevolgen van de opruiming van de han
delsbelemmeringen die de aansluiting in
feite betekent. Ook hier gaat de ontwik
keling naar grote eenheden door, maar
het vraagstuk vrn de aanpassing van de
produktie aan de werkelijke afzetkan-
sen is bijzonder moeilijk. Hetzelfde geldt
voor de dierlijke veredeling. Het is be
kend, dat men hier met angst en vreze
de integratie van beide handelsblokken
tegemoet ziet. Dat geldt voor de pluim
veehouderij, die de Britse mammoetbe-
drijven niet graag ziet. Het geldt ook
voor de varkenshouderij die zowel uit
Engeland alsuit Denemarken scherpe
concurrentie verwacht.
Ook hier zijn echter geinig zinnige
woorden te zeggen. Het duurt nog op
zijn minst twee jaar voor men iets
merkt van de toenadering en op zijn
minst vijf jaar voor de eenwording van
E.E.G. en E.V.A. een feit zal zijn. Nie
mand weet hoe zich in die tijd de pro-
duktiestruktuur (centrale fokbedrijven,
contracten) verder zullen ontwikkelen.
Om over het verbruik en de uitvoer
naar derde landen maar te zwijgen.
Schaarse contacten
Het voorgaande betekent niet, dat
men derhalve alles maar gelaten over
zich moet laten komen. Het zou goed
zijn, wanneer de landbouworganisaties
even de geldzorgen van dit ogenblik
door
GERRIT FRANSEN
33)
Ik mag dit kind niet zonder meer los
laten. Ik kom er niet vanaf met te zeg
gen: gedurende de schooluren probeer
ik ook haar zoveel mogelijk bij te
brengen en als ze straks haar klassen
heeft doorlopen, ben ik van haar af.
Integendeel. Ik draag als onderwijzer
extra verantwoordelijkheid voor dit kind.
Moet ik u, dominee, de gelijkenis van de
talenten in herinnering brengen? Dit
kind heeft meer talenten van God ge
kregen dan menig ander kind. En God
wil, dat ze ermee zal gaan woekeren.
Dan moeten de opvoeders, zoveel als in
hun vermogen ligt, daaraan meewerken.
En die opvoeders zijn niet alleen de ou
ders, in dit geval haar moeder en
haar toeziende voogd, maar ook
die onderwijzer en last but not least
de dominee."
Evert Veswijk is niet bij machte de
dominee te overtuigen. Deze wuift een
paar keer met zijn hand. „Broeder Ves
wijk, dit ziet u glad verkeerd. Toegege
ven, de ouders hebben verantwoordelijk
heid voor hun kinderen. In eerste in
stantie. Nu wil het ongeluk, dat Greetje
geen vader heeft, dus helpen de groot
ouders mee dit kind op te voeden. Griet
Alfers kennende, is het maar goed, dat
haar grootmoeder zich met de opvoe
ding van haar kleinkind heeft belast,
anders kwam er helemaal niets van te
recht. Goed, als haar grootmoeder geen
bezwaar heeft, dat dit meisje verder
leert, heb ik het evenmin. En als zij an
ders beslist, bent u van de verantwoor
ding af. U ziet dit allemaal veel te
zwaar
Als Evert terugfietst naar huis, is hij
nog spinnijdig. Is me dat een herder!
Als leraar is hij al niet veel, als herder
deugt hij helemaal niet. Het wordt tijd,
dat Dalewoud een jonge, aktieve predi
kant krijgt, maar zal die hier ooit ko
men? De samenstelling van de kerke-
raad in aanmerking nemende?"
Enkele weken later is Frans Veswijk
met zijn vrouw een avondje op bezoek.
„Es effe kijken, hoe het met jullie gaat,
want we horen maar verdraaid weinig
van jullie Ik zei van de week tegen Jo-
pie: Meid, die zijn daar in Dalewoud in
vergaten, de Noordzee overstaken en be
gonnen aan de eerste, werkelijke con
tacten met de Britse land- en tuinbouw.
Welke inzichten leven daar? Wat eist
en hoopt men van de E.E.G.? In hoe
verre is men bereid bepaalde nadelen
te aanvaarden? Bovenal: is er een mo
gelijkheid van samenwerking tot het be
reiken van gemeenschappelijke doelein
den?
Gemakshalve stelt rmen het voor, dat
de National Farmer's Union in de COPA
wordt opgenomen, dat later de Deense
en Ierse organisaties wel zullen volgen
en dat alles dan op de oude voet voort
gezet zal worden. Dit lijkt ons een ver
gissing. De afstand tussen praktische
boer en COPA enerzijds en COPA en
EEG-ministers anderzijds is groter dan
die tussen b.v. de NFU en de Britse re
gering. De afwikkeling van de deficien-
cy-payments vereist n.l. een voortdu
rend en intensief contact.
Tenslotte is er het vraagstuk van de
monetaire unie dat dichterbij komt. In
de EEG moet die unie voorafgegaan
worden door de bereidheid steeds verder
af te zien van nationale landbouwmaat-
regelen, ook al zijn ze thans weer gru
welijk aktueel. Wij moeten te weten ko
men of die bereidheid ook ginds aanwe
zig is. Is ze er niet, dan wordt de over
gangsperiode een lange lijdensweg met
veel onzekerheden. Het is goed dat de
boer van vandaag vooral op kosten en
prijzen let, maar hij zal toch ook moe
ten weten wat hij op dit gebied in de
komende 10 jaar mag verwachten.
W. BOSHUIS
(Nadruk verboden)
UIT DE HOGESCHOOL VAN DE
WETENSCHAP
Olieleiding
De ontdekking van enorme hoeveel
heden olie in de bodem rondom de Prud-
hoe Bay in het noordoosten van Alaska
kan indien, geen tegenmaatregelen wor
den genomen, onaangename consekwen-
ties meebrengen. Men wil namelijk de
olie, die per schip zeer moeilijk te tran
sporteren is in verband met de pool-
koude. Dit is gemakkelijker gezegd dan
gedaan. De olie in de 1250 km lange
pijpleiding moet konstant op een be
paalde temperatuur worden gehouden,
zodat ze vloeibaar en dus pompbaar
blijft. En wat kan er gebeuren? Dat de
eeuwig bevroren keiharde bodem daar
door zodanig wordt verhit, dat het on
dergrondse ijs aan het smelten zal wor
den gebracht. Daardoor kan de pijplei
ding verbogen worden en wat eigenlijk
nog erger is: kunnen door het smelten
van de ijsmassa's en het zacht worden
van de bodem beweeglijke modderstro
men ontstaan, die ongecontroleerd hun
weg kunnen vervolgen. De gevolgen
hiervan kunnen dan zijn: aardbevingen,
overstromingen en verschuivingen van
bergmassieven. Ook in dit geval kent de
medaille twee kanten.
Arbeidsvitaminen
Zijn arbeidsvitaminen in de vorm van
muziek wel goed voor de mens? Hoe
werkt muziek op de uitscheiding van
maagsappen? Demling werkte ter be
antwoording van deze vragen met drie
„soorten" muziek van drie verschillen
de geluidsterkten t.w. de „Kleine Nacht-
musik" van Mozart (sterkte 70 DIN-
Phon), Beethoven's „Schiksals-Sinfonie"
(80 DIN-Phon) en Beat muziek plus ge
zang (95 DIN-Phon). Wat bleek nu?
Dat alle drie de stukken de produktie
van maagsap en zoutzuur aanmerkelijk
reduceerden. Mensen, die zich aan beat
muziek ergerden, lieten een bijzonder
grote vermindering van de zoutzuur uit
scheiding zien. Mozart en Beethoven
brachten bij de liefhebbers van deze
muziek een sterkere reduktie tot stand
dan bij de proefpersonen die er onver
gedut. Je hoort taal noch teken van ze.
We gaan es kijken
Het wordt een |leuke 'avond, want
Frans is een vrolijke sneuter, soms wel
eens de tegenvoeter van zijn broer, die
veel ernstiger is. Evert vertelt van zijn
werk en het bizondere geval van
Greetje Alfers. „Ik heb niets dan tegen
werking, van alle kanten. Het zou toch
zonde en jammer zijn, als zo'n begaafd
kind niet verder zou kunnen leren."
Frans zegt er het zijne van en steekt
hem een hart onder de riem. „Jou ken
nende, broertje, zul jij dat wel voor el
kaar krijgen. Jij bijt je er net zo lang
in vast, tot je goed beet hebt. Let op
mijn woorden: dat meisje gaat doorle
ren. En dat zal ze aan jou te danken
hebben. Ik heb het al bekeken, jij hebt
hier een taak te vervullen. Misschien
ben ik niet zo gelovig als jouw, maar in
dit geval zeg ik toch: jij bent met een
bestemming maar dit gat gegaan: dat
was zo maar geen toeval."
De zomer vordert. De gebruikelijke
absenten zijn weer te noteren, als de
hooibouw aan de gang is. Evert ergert
zich, maar begrijpt, dat hij er toch niets
aan zal kunnen veranderen. En aan het
eind van het schooljaar levert hij op
één na alle kinderen over aan zijn hoofd,
terwijl hij in augustus weer zal begin
nen met een derde klas, dan heeft hij
schillig tegenover stonden en die daarbij
bijna in slaap vielen. Ziehier muziek, die
niet geschikt zou zijn voor mensen die
aan een tekort aan maagzuur lijden.
Koolmonoxide
Ook geringe concentraties koolmon
oxide van uitlaatgassen kunnen verder
felijke gevolgen geven en de sterfte
verhogen. Acute koolmonoxidevergifti
ging eist in de Ver. Staten een jaarlijk
se tol op van meer dan 1000 mensen
levens. Statistische onderzoekingen heb
ben o.m. laten zien dat koolmonoxide in
de concentraties, zoals wij die in ver
ontreinigde lucht aantreffen, met over
tollige sterftegevallen zijn verbonden.
De geschatte bijdrage aan de sterfte
voor het gebied rond Los Angeles voor
een gemiddelde koolmonoxide gehalte
van 20,2 deeltjes per 1000 luchtdeeltjes
(de hoogste opgetekende concentratie)
tegenover een gemiddeld gehalte van 7,3
per 1000 (de laagste opgetekende con
centratie) bedraagt elf dodelijke geval
len voor die betreffende dag. Daarenbo
ven is gebleken dat koolmonoxide con
centraties zoals aanwezig op spitsuren
in een middelgrote stad al voldoende
zijn om de opmerkzaamheid van de be
stuurder tot onder het vereiste niveau
te drukken.
Warmte absorberend glas
Een bekende eigenschap van normaal
glas is, dat het infrarode of warmte
stralen nagenoeg geheel doorlaat en
ultraviolet opslorpt. Nu vernemen wij,
dat het aan een Pools team o.Lv. dr.
Kinel gelukt is een glassoort te ver
vaardigen, die warmtestralen kan ab
sorberen of opslorpen. Dit danken wij
aan een originiele technologie, die het
team heeft ontwikkeld. Inmiddels heb
ben metingen in West-Duitsland ver
richt, aangetoond, dat het door de Po
len vervaardigde glas een veel grotere
warmteabsorptie vertoont en tegelijker
tijd ook en lichtdoorlaatbaarheid dan de
tot nu toe geïmporteerde glassoorten
van deze categorie. Voor geleverde pre
statie mochten Kinel en zijn medewer
kers een staatsprijs in ontvangst nemen
uit de handen van de voorzitter van de
staatscommissie voor Wetenschap en
Techniek.
KINDERQARNITUREN
HORLOGER
JUWELIER
OPTICIEN
TELEFOON (01102) 1223
DIJKWELSESTRAAT 22
KAPELLE - BIEZELINGE
Vrijdags tot 9 uur geopend.
Middenstandsdiploma. Ik volg een
cursus bij het NT1 te Rotterdam voor
het Middenstandsdiploma. Is het diplo
ma van deze instelling ook geldig voor
de Kamer van Koophandel?
Het NTI verzorgt alleen uw opleiding
wanneer deze opleiding is beëindigd (u
de stof beheerst) dan draagt zij u voor
bij de erkende landelijke examencommis
sie. Als u dit examen met goed gevolg
heeft afgelegd dan ontvangt u een lan
delijk erkend diploma, hetwelk dus ook
geldigis voor de Kamer's van Koophan
del.
Duo Hofmann en de Laat. Daar ik
in het bezit ben van een grota kollektie
oude grammofoonplaten (ca. 3200 st.)
en hiermede optreedt voor o.a. bejaar
den-avonden, onderwijl het een en ander
over de betreffende artiesten vertellen
de; zou ik graag een vraag willen stel
len voor deze rubriek^ Kunt u mij iets
vertellen over het duo Hofmann en de
Laat?
Gezien de uitgebreide platenkollektie,
die in uw bezit is en waarvan u zo'n
nuttig gebruik maakt op de bejaarden
sociëteiten, menen wij er goed aan te
doen u niet uit de tweede hand de door
u gewenste inlichtingen te verstrekken;
maar u rechtstreeks te verwijzen naar de
heer Wim lbo, de bekende schrijver van
het recent verschenen boek „75 jaar ca
baret". Dan heeft u veel kans op meer
informatie, dan u nu vraagt, vooral als
u misschien ook op uw beurt weer eens
van dienst zou kunnen zijn met uw pla
tenkollektie en ervaring. Zijn adres is:
Nw. Herengracht 87b, Amsterdam.
Markt. Hoe waar en op welke ma
nier kan men aan een standplaats op
markt komen. Wat zijn de vereiste di
ploma's om met zoetwaren o.a. of met
kousen, sokken of ondergoed op de
markt te staan?
Om met een kraam op de markt te
kunnen staan, dient u zich allereerst
om een vestigingsvergunning te wen
den tot de Kamer van Koophandel. Ver
der moet er nog een bewijs van registra
tie aangevraagd worden bij de afdeling
Marktzaken van het Centraal Bureau
voor Registratie van de bedrijfsgroep
Detailhandel en Ambachten, Koningin
negracht 97, Amsterdam. Aan bovenge
noemde adressen kunt u verder alle ge
wenste inlichtingen verkrijgen.
weer geheel andere kinderen en waar
schijnlijk andere zorgen.
Van Bragen heeft hij in elk geval zo
ver gekregen, dat hij Greetje extra les
sen zal geven. Dat is de man wel toe
vertrouwd. Motht Greetje aan het einde
van de zesde klas in de gelegenheid zijn
verder te leren, dan zal ze geen moei
lijkheden hebben bij een eventueel toela
tingsexamen. Dit is een pak van zijn
hart.
Mede in verband met de toestand van
Dinie houden ze zich in de vakantie
rustig. Ze gaan enkele dagen naar de
stad, logeren bij vader en moeder Sel-
lema, waar ze altijd welkom zijn. Want
vader Sellema vooral is bizonder ver
guld met zijn schoonzoon. „Hij wordt
nog wel eens ergens hoofd; let op mijn
woorden."
Half augustus is iedereen weer terug
in Dalewoud. Alles begint weer van vo
ren af aan, zoals ieder jaar. Met één
verschil. Juffrouw Vinker, de onderwij
zeres van de eerste klas heeft zich in
de vakantie verloofd en kondigt aan,
dat ze waarschijnlijk in het begin van
het nieuw jaar gaat trouwen. Haar ver
loofde laat al een huis bouwen, dus
Van Bragen begint het nieuwe school
jaar dus met een nieuwe zorg: Per 1
januari zal hij een nieuwe onderwijzeres
moeten hebben. Dus wordt er een ad
vertentie geplaatst. En hij is optimis
tisch: „Aan juffrouwen is in de regel
nog wel te komen."
In de vakantie zijn twee noodlokalen
gereedgekomen. Er zijn dit jaar twee
eerste klassen, want ook Dalewoud
groeit. Na ampele overwegingen besluit
Van Bragen de derde en vierde klas
naar het noodgebouw te dirigeren. Dan
kunnen de beide eerste klassen elk in
een afzonderlijk lokaal en de tweede ook.
Zodat Evert en Steenbeek in het gloed
nieuwe noodgebouw aanvangen. Maar
Evert heeft het al bekeken. Zomers is
het hier bloedheet en 's winters zal er
flink gestookt moeten worden.
Er is ook een nieuwe juf voor de 2e
helft nieuwelingen: juffrouw Beks, een
blozende boerendochter. Na enkele da
gen weet iedereen: dit is een aanwinst.
Zo uitstekend als Trien Beks met de
peuters overweg kan. Een aanwinst
voor de school.
Alleen Hanekam heeft wat op de mo
dem geklede en vlotte Trien Beks aan
te merken. „Ze verwent die kleintjes in
de grond. Enfin, waarschijnlijk zal
Steenbeek het genoegen hebben te zij
ner tijd dit grut in de derde klas te ont
vangen. Kan-ie ze helemaal omvormen."
Maar Hanekam neemt niemand serieus.
De eeuwige pessimist, aan wie alle leer
lingen op de school een hekel hebben.