Winkelstand in grote zorgen
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
Meester Veswijk zet door
37STE JAARGANG
No» 43
2 APRIL 1971
LAND- EN TUINBOUW
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling ƒ2,15 per kwartaal
Franco per post f 4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm 4,50, verder 18 cent per mm
Excl. 4 B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrfjdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Geen enkel politicus of volksmenner
kan zelfs in de heetste verkiezingsstrijd
wegcijieren dat de toeneming van de
welvaart te danken is aan produktivi-
teitsstijging. Het is daarom zo dat bij
de loon ontwikkeling en de hierbij te
stellen eisen de mate van stijging van
de produktiviteit in het land mede als
richtsnoer wordt genomen. Onder pro
duktiviteit kunnen we verstaan de ge
middelde hoeveelheid produkt die per
manuur wordt voortgebracht. De moei
lijkheid zit bij dat gemiddelde, want ie
dereen werkt onder verschillende ar
beidsomstandigheden. Een poelier die
zijn kippen slacht met een mes zal heel
wat minder kippen panklaar maken in
een uur dan de kippenslachter in een
exportslachterij met een volledig ge
mechaniseerde slachtapparatuur.
Zoals er een onderling verschil is in
produktiviteit zo is de mate van pro-
duktiestijging ook nogal wisselend. Onze
poelier kan zich op zeker dag van ma
chines voorzien en dan zal zijn produk
tiviteit snel stijgen. Een schrijnwerker
die als specialisatie kasten maakt zal
het handwerk alléén moeten blijven doen
anders gaat zijn kwaliteit er zo onder
lijden dat hij uit de markt verdwijnt.
Over de gehele linie van de produktie
gezien staat de dienstverlening bij het
toenemen van de produktiviteit sterk
in het nadeel in vergelijking met de in
dustrie. De winkelbedrijven, de tandart
sen, de ambachtsmensen, zij zijn vrij
spoedig aan het einde van hun produk-
tiviteitslatijn.
DE PRIJZEN AAN BANDEN
In de winkelstand heeft men dat in de
achter ons liggende jaren duidelijk ge
voeld. Duizenden zaken zijn uit het
stads- en streekbeeld verdwenen. Hun
kosten bleven stijgen hun winstmarges
bleven achter bij de kostenstijging en de
omzetvergroting kon de dichtklemmen-
de tangbeweging tussen kosten en op
brengst niet meer verwijden. Velen heb
ben hun toevlucht genomen tot schaal
vergroting. Naast het risico van mis
schatting van de mogelijke omzetver
groting lopen ze ook daarmee de kans
dat ze toch het optimale kostenpunt
niet kunnen bereiken en dat ze toch de
gewenste rentabiliteit niet bereiken.
Met de prijsvorming zijn ze niet vrij.
De geweldige struktuurverandering
heeft niet alleen concurrentie-explosies
gebracht maar daarnaast heeft het mi
nisterie van Econ. Zaken prijsmaatrege
len uitgevaardigd in de vorm van cal
culatievoorschriften. Deze maatregelen
zijn zojuist weer door minister Nelissen
verlengd omdat de bewindsman van me
ning is dat de gemiddelde prijsstijging
dan de geraamde 66Y2% in 1971 zou
kunnen overschrijden.
Bij deze maatregel mag de loonsver
hoging sinds 1 januari niet worden door-
gecalculeerd. Letterlijk zei de minister
dat die enkele procenten maar uit de
produktiviteitsstijging zouden moeten
komen. Terecht hebben de organisaties
van midden- en kleinbedrijf verklaard
aan deze maatregel niet te kunnen mee
werken. Het prijs- en loonbeleid wordt
al te zeer bepaald door de verhoudingen
in de grote industriële bedrijven, die zich
hoe langer hoe meer kapitaal-intensief
ontwikkelen.
Loonkosten.
De grote winkelbedrijven hebben het
midden- en kleinbedrijf met hun pro
testen aanvankelijk 'in de kou laten
staan. Zij vergrootten hun assortiment
en het aantal vestigingen met grote
snelheid en konden zo nog mee doen
aan produktiviteitsvergroting. Ook zij
zijn echter het punt van de optimale
kostenstijging gepasseerd en komen in
de knel te zitten.
Hoe groot de beklemming wel is heb
ben wij gezien aa^i de ondergang van
he grootwinkelbedrijf van „De Gruyter".
Het textielwarenhuis Gerzon is ook al
ten offer gevallen. In de huishoudelijke
artikelen is Hoying verdwenen en daar
mee zal het niet ophouden. Het zijn niet
alleen de direkte loonsverhogingen, die
deze bedrijven de keel dichtknijpen. Er
zijn veel meer ontwikkelingen. Zo be
gint het verschijnsel koopavond door te
breken. Hiervoor moet het personeel
ook beschikbaar zijn dat in de avond
uren een betere betaling verlangt dan
overdag. Als daarnaast de leeftijd waar
op het minimum-loon moet worden be
taald van 24 jaar daalt naar 23 jaar,
dan betekent dat ook voor de winkel
bedrijven kostenstijging. Natuurlijk jui
chen wij het toe dat jeugdige werkne
mers weldra 9 schooljaren achter de rug
moeten hebben, maar het betekent in
het arbeidsintensieve winkelbedrijf dat
men een hele jaarklasse jeugdige hel
pers mist. Als de 16 tot en met 18-jari-
gen een dag per week onderwijs moeten
ontvangen, dan zijn ze niet alleen een
dag per week uit de zaak verdwenen
met behoud van loon, maar dan wordt
de arbeidsmarkt voor deze krachten
enorm ingekrompen. Men moet parttime
krachten aantrekken. Men moet daar
voor arbeidsroosters maken en een kor
te opleiding organiseren.
Minder dienstverlening.
Het betekent in feite 'n grote kosten
stijging, die niet kan worden opgevan
gen door arbeidsbespraende maatregelen
Men kan minder personeel inzetten en
meer aan de zelfkeuze van de klant
overlaten. Daarmee stijgt ook het per
centage diefstal. Dat is ook een kosten-
faktor voor het bedrijf. Toeneming van
de service door het aanbieden van par
keerruimte, vergroting van het assorti
ment, het vraagt alles om investeringen
met hoge rentekosten.
Niemand minder dan de direkteur van
de Kon. Jaarbeurs heeft ter gelegenheid
van de mislukte voorjaarsbeurs ver
klaard dat de winkelstand en de kleine
bedrijven in het algemeen onder grote
druk leven. Velen balanceren op de
rand van de economische afgrond. Dit
maakt het maken van enkele conclusies
noodzakelijk. In de eerste plaats zullen
de marges in de detailhandel groter
moeten worden. De dienstverlening kost
steeds meer geld. Daarnaast zal de
dienstverlening steeds meer wegkwijnen
zoals wij dat ook bij de posterijen zien.
Het is een conclusie uit het negatieve
maar het is niet onmogelijk dat het ver
wende publiek via de lange weg van
sanering en schaalvergroting de weg
weer terugvindt naar de kleine zelfstan
dige zakenman, die vissend in de distri-
butie-chaos daar mogelijk via uitsteken
de service daar juist nog de vis op maat
uit haalt die hem in staat stelt weer 'n
behoorlijk bestaan te vinden. Maar dan
op een andere manier dan in het verle
den. Drs. A. VAN MIERLO
(Nadruk verboden)
door
GERRIT FRANSEN
16)
„In orde, Chris. Je kunt naar huis
gaan."
Groeten is er niet bij, daar is Evert al
aan gewend. Een enkel kind zegt: „Dag
meneer." Of: „Dag mester", als hij ze
in het dorp tegenkomt. De meesten
grinniken wat verlegen en rennen
schuw door. Wat doe je er aan?
Dinie is ontstemd, als hij om precies
zes uur thuiskomt. „Had je niet even
een boodschap kunnen sturen door een
van je jongens? Ik zit hier maar te
wachten en geen idee, waar jij blijft."
Hij legt het uit. Ze luistert met een
half oor en antwoordt enkel: „Nou, la
ten we maar gauw beginnen. De thee
zal wel half koud zijn."
HOOFDSTUK Vn
Trammelant om een springtouw
De volgende morgen deponeert Chris
Bijvank een envelop op de lessenaar.
Evert ziet het, maar hij doet net, of hij
er geen erg in heeft. Als de bel luidt
voor het speelkwartier, houdt hij Chris
nog even achter. ,,Je weet, wat er afge
sproken is, he Denk er om, dat ik geen
onvertogen woord meer hóór!"
De jongen zegt enkel: „Ik heb een
brief van vader op uw lessenaar gelegd.
Ik mag niet meer schoolblijven."
„Dat maak ik uit, vriend. Afmars,
naar buiten."
De brief laat hij liggen. Demonstratief
ongeopend. Ook na het speelkwartier.
Hij ziet, dat de jongen er af en toe naar
kijkt. Maar Evert doet net, of hij er
geen erg in heeft. Pas als om kwart
over twaalf alle kinderen weg zijn,
snijdt hij de brief open en leest hem.
Het is geen verzoek, het is een soort
eis: „Ik kan niet toestaan, dat u mijn
zoon na schooltijd vasthoudt. Wij heb
ben hem hard nodig vanwege de hooi
bouw. Zorgt u ervoor, dat hij prompt
om vier uur weg kan. Daarom komt hij
vanmiddag niet op school; de schaai
moet ingehaald worden." De onderteke
ning is kennelijk die van boer Bijvank.
ONKRUIDBE STRIJDÏNG IN BIETEN
De bietenteelt is zeer arbeidsintensief.
Vooral in het voorjaar vraagt deze veel
tijd voor verzorging.
Dankzij nieuwe vindingen van preci-
siezaad en precisie' aaimachines ver
krijgt men een belangrijke beperking
van het aantal arbeidsuren. Deze ont
wikkeling is in hoofdzaak mogelijk ge
weest, dankzij de nieuwe onkruidbestrij
dingsmiddelen voor suikerbieten. Vroe
ger werd onkruid uitsluitend door schof
felen en harken bestreden. Tegenwoor
dig wordt het gehele bieten-areaal met
een herbicide behandeld. Nu zijn nog
wel niet alle problemen van onkruidbe-
strijding in de bietenteelt opgelost, maar
de wetenschap staat ook hier niet stil.
De laatste twee jaren zijn in de prak
tijk zeer gunstige resultaten verkregen
met Betanal, een middel dat i.p.v. vóór
opkomst, na opkomst van de bieten op
klein onkruid kan worden gespoten. Zijn
er veel grassen als duist, windhalm en
Straatgras, welke door Betanal goed
worden bestreden, dan moet een Betanal
Venzar behandeling na opkomst en
een I.P.C.-behnadeling voor opkomst op
de humusrijke gronden worden uitge
voerd. Op dalgronden en zandgronden
met meer dan 5% humus verdient de
gecombineerde na-opkomst bespuiting
de voorkeur boven de vóór-opkomst be
handeling. Ook op gronden waar bodem
herbiciden normaliter een goede wer
king kunnen geven is het aan te beve
len dit jaar in plaats van een bodem
herbicide de kombinatie Betanal met
Pyramin of Venzar na-opkomst te ver
spuiten. Indien op het te behandelen
perceel veel eenjarige grassen en veel-
knopigen voorkomen, dan verdient Ava-
dex vóór zaai of I.P.C. vóór opkomst,
afhankelijk van de zwaarte van de grond
de voorkeur, gevolgd door een na-op
komst behandeling met Betanal/Venzar.
Bij veel kamille verdient voor de na-
opkomst behandeling Betanal/Pyramin
de voorkeur.
RUNDERAFDELING OUWEHAND
MET DE GROND GELIJK GEMAAKT
Er is al eens vaker sprake geweest
om de runderstallen op Ouwehands
Dierenpark met de grond gelijk te ma
ken, omdat ze in de eerste plaats niet
meer functioneel zijn en omdat ze in de
tweede plaats feitelijk al lang aan af
braak toe zijn. Ze dateren uit 1933. De
drie gebouwen hebben in de meidagen
van 1940 en ook tijdens het artilleriege
vecht in oktober 1944 bijzonder veel te
lijden gehad van de oorlogshandelingen
en hoewel er in 1947 nog een beperkte
restauratie plaatsvond is nu toch wel
het definitieve einde van deze opstallen
aan de beurt.
Daarom zijn ze vorige week met de
grond gelijk gemaakt. De twintig run
deren, die in deze afdeling waren onder
gebracht, zoals bisons, wisenten, water
buffels, watoesirunderen en bijvoorbeeld
ook zeboes, zijn allemaal tijdelijk elders
ondergebracht.
De buitenverblijven van de runder
stallen waren bestraat. Dat was welis
waar geen ideale toestand, maar deson
danks werd er elk jaar flink gefokt.
Zelfs tweemaal, werden er wisenten ge
boren. Het gehele complex, dat feitelijk
nog bestond vanaf de oprichting van
het dierenpark in de jaren dertig, viel
in de huidige omgeving helemaal uit de
toon. Ook de lelijke buizen afscheidingen
tussen de diersoorten waren afgrijselijk
lelijk.
Het is nog niet bekend, wat er met
het terrein, dat nu is vrij gekomen,
gaat gebeuren. Het is al evenmin be
kend of de runderfamilie erop terug zal
komen. Alles hangt af van de beslissing
die gedeputeerde staten van Utrecht op
12 mei a.s. moeten nemen aangaande
het gewijzigde bestemmingsplan van de
gemeente Rhenen, waarop Ouwehand
6 ha krijgt toebedacht.
Gaat die uitbreiding door, dan zullen
daar vermoedelijk de rundersoorten heen
gaan.
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wij willen u met deze adviezen zo goed mogeljjk van dienst zyn en geven
zo mogeiyk advies op elke vraag. Wy kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Zwangerschapsuitkering. Mijn
schoondochter kreeg op 10 januari een
zoon, terwijl zij hem pas 28 februari
verwachtte. Ze heeft tot 24 december
gewerkt. Het kindje is dus ca. 7 weken
te vroeg geboren. Krijgt zij nu de 6 we
ken voor de bevalling niet uitbetaald?
Volgens de ziektewet gaat de uitke
ring van het volle dagloon in 6 weken
voorafgaande aan de dag van de ver
moedelijke bevallingsdatum en duurt
tot en met de dag van de bevalling. Om
hiervoor in aanmerking te komen moet
de verzekerde vóór de bevalling bij de
bedrijfsvereniging een zwangerschaps
verklaring inleveren. Als uw schoon
dochter dit heeft gedaan en 28 februari
als de vermoedelijke datum heeft opge
geven, zou de uitkering dus ingegaan
zijn op 17 januari 1971. Daar de beval
ling een week daarvoor reeds plaats
vond heeft zij geen recht op uitkering
over de 6 aan de bevalling voorafgaande
weken. U schrijft dat ze op 24 december
haar werkzaamheden reeds gestaakt
heeft. Dit zal waarschijnlijk op medisch
advies gebeurd zijn. Indien dat aange
toond kon worden, had zij een aanvraag
tot uitkering van ziekengeld hebben
kunnen indienen. Te late ziekmelding
heeft in het algemeen geldelijke schade
tot gevolg en bij ernstige nalatigheid
zelfs algehele weigering van ziekengeld
ten gevolge. Als zij zich niet na 24 de
cember bij haar werkgever ziekgemeld
heeft, kan zij althans proberen de reden
van dit verzuim toe te lichten, door te
verklaren dat zij dacht, dat dit viel on
der de zwangerschapsuitkering en mis
schien zal dit alsnog geaccepteerd wor
den.
Bankgeheim. Bestaat er in Neder
land ëen bankgeheim, zo ja kan dan een
bankemployé van de ene bank bij de
andere bank naar iemands financiën in
formeren
Wettelijk bestaat in Nederland het
bankgeheim niet meer, voor geen enkele
bank, d.w.z. dat ingeval van het instaat
van beschuldiging staan wegens b.v.
belastingfraude, inzage aan de bevoeg
de instanties gegeven moet worden.
Voor particuliere aangelegenheden hou
den alle banken zich echter wel aan
het bankgeheim. Dus zonder machtiging
van de rekeninghouder wordt aan nie
mand enige inlichtingen verstrekt.
Omroepbijdrage. Hoe is de regeling
voor de omroepbijdrage in het geval van
bejaardentehuizen en serviceflatgebou
wen?
Ten aanzien van meerderjarige kinde
ren, die bij hun ouders inwonen, is be
paald dat zij hun eigen omroepbijdrage
betalen. En voor zieken- en verpleeg
huizen, bejaardentehuizen e.d. kunnen
aparte regelingen getroffen worden,
waarover u kunt informeren bij: Dienst
Omroepbijdragen, Hofweg 3, Den Haag,
tel. 070-924241.
Zilver en goud. Een juwelier ver
telde mij dat zilver en doublé zwart af
geven door een te hoog zwavelgehalte
in het lichaam. Hoe komt het dat goud
van 14 en 18 karaat dit ook doet?
Dit is heel goed mogelijk en dit komt
omdat in goud ook zilver is verwerkt,
dat eveneens door zwavel wordt aange
tast.
Bijstand. Mijn vader, 81 jaar, door
een beroerte dement en deels verlamd,
zit in een bejaardenhuis. Ik onderhoud
zijn kleren, geef hem zakgeld en betaal
ca. 60,reisgeld per maand om hem
te bezoeken. Moeder is geestelijk ge
stoord al 40 jaar en is in een psychia
trische inrichting. Tot nu betaalde so
ciale zaken de ziekenfondspremie voor
hen beiden, maar nu wordt de rekening
aan ons gezonden. Er is geen geld, geen
bezittingen, geen pensioen. Hoe is de
wettelijke regeling in zulke gevallen?
Wij hebben de indruk dat uw ouders
beide verpleegd worden op kosten van
de AWBZ. In dit geval worden zakgeld,
kleedgeld en ziekenfondspremie niet
vergoed en wordt daarvoor allereerst
het AO W-pensioen aangesproken, ter
wijl ook een eigen bijdrage voor één van
beiden of van hen gezamenlijk kan wor
den verlangd. Zodra het AOW-pensioen
ontoereikend is, bestaat er krachtens de
alg. bijstandswet recht op een passende
uitkering. Wij adviseren u dus allereerst
daarover te gaan praten met de sociale
dienst van de gemeente, waar zij voor
hun opname ingeschreven stonden. Voor
uw eigen kosten kunt u slechts aan
spraak maken op bijstand, indien uw fi
nanciële toestand dit noodzakelijk maakt
bij de sociale dienst in de plaats van uw
inwoning. U behoeft niet bij te dragen
in de onderhoud van uw ouders. Het zou
goed zijn als de AOW-uitkering werd
overgemaakt aan de sociale dienst.
Amerikaanse eekhoorn. Wat is het
juiste voedsel voor een Amerikaanse
eekhoorn
Een Amerikaanse eekhoorn kunt u
geven: hamstervoer, verschillende soor
ten nootjes, zonnepitten, stukjes hard
gekookt ei, fruit (appel, weinig sinaas
appel enz.) elke dag een vers blaadje
sla, andijvie, spinazie, stukje wortel,
brood, iigakoek. Het zijn erg sterke
diertjes die vrij goed tegen kou bestand
zijn. Ze kunnen zowel buiten als binnen
gehouden worden, maar wel oppassen
voor tocht, waar ze erg gevoelig voor
zijn.
Evert loopt van woede rood aan. In-
plaats van naar huis te gaan, loopt hij
de school uit naar Van Bragen. Die zit
al aan tafel, maar joviaal als altijd no
digt hij hem binnen te komen. Evert
betreurt zijn ondoordachtheid en excu
seert zich, doch Van Bragen lacht.
„Mijn mensen kunnen dag en nacht bij
me terecht, Evert. Wat is er aan de
hand?"
Met een paar woorden vertelt hij van
het voorval op het speelterrein en de
straf, die hij ervoor heeft gegeven. „En
dit is de reaktie van vader Bijvank",
besluit hij,, de brief overreikend.
Het schoolhoofd leest hem en knikt
begrijpend. „Tja, jong, je hebt tegen een
zeer been geschopt. Het is hooitijd en
neer zit onweer in de lucht. Ze
willen het graag 'droog binnen hebben,
dat kan ik begrijpen. Het hooi in de
berg gaat broeien, als het er nat in
komt en het wordt warm. Een hooibroei
kan brand veroorzaken. Vervelende
zaak, ben ik met je eens. Die uitlatin
gen van Chris mag je natuurlijk niet
zonder meer voorbijgaan, dat spreekt. Je
hebt enkel een ongelukkig tijdstip uit
gekozen voor die straf."
„Ja maar, meneer, die man is nota
bene lid van het schoolbestuur. Mij
dunkt, dat je van zo iemand toch wel
een beetje begrip mag verwachten."
„Evert, die Bijvank is een heel beste
kerel, maar hij is in de eerste plaats
boer. Bekijk het ook eens van die kant,
he? Hooi is veevoer, dat betrekkelijk
weinig kost. Daar moeten ze de winter
mee door. De man heeft zo'n twintig
melkkoeien en nog wat kleinvee, pinken
en vaarzen. En een stier. Als hij aan
het eind van de winter voer moet bijko
pen, is dat peperduur, vooral in deze ja
ren. Zo zetten ze alle zeilen bij om zo
veel mogelijk goede kwaliteit hooi op de
berg te krijgen. Daarvoor werken ze van
de prille ochtend tot het donker is. Met
alle beschikbare krachten. Ook de kin
deren. Ja, Evert, je bent hier niet in de
stad. Je zult je er bij neer moeten leg
gen. Het heeft mij verwonderd, dat er
niet meer verzuimen zijn. In mijn klas
mis ik vijf jongens al enkele dagen.
Jij mag1 nog niet mopperen."
Evert krijgt de brief terug en bergt
die op in zijn zak. „Ik zal u niet langer
■van uw eten afhouden. Dit moet ik eerst
verwerken, meneer. Maar ik ben het er
niet mee eens."
„Goed, goed, we praten er nog wel
eens over. In de komende vergadering
van het schoolbestuur zal ik deze kwes
tie ter sprake brengen, dat beloof ik je.
De tijden veranderen een beetje en daar
moeten de boertjes ook maar eens re
kening mee houden."
Dinie bemerkt aan zijn gezicht, dat er
nog altijd moeilijkheden zijn, maar wij
selijk zwijgt ze, trots het feit, dat hij
een kwartier te laat is.
De volgende morgen is Chris weer
present. Evert laat niets merken. Doch
tijdens het speelkwartier kijkt hij af en
toe naar de kinderen. En dan valt zijn
oog op de kleine Greet je Alfers. Het
kind staat tegen de schoolmuur en kijkt
toe naar het spel der anderen. Het is
hem al eerder opgevallen, dat het kind
zich vereenzelvigt. Het meisje is net een
schuw vogeltje; de anderen bemoeien
zich nauwelijks met haar: In de klas zit
ze in haar eentje op de achterste bank.
Waarom eigenlijk?
In een opwelling loopt hij bij de on
derwijzers vandaan naar het meisje.
Vlak voor haar blijft hij lachend staan.
„Wat nou, Greet, waarom speel je niet
mee?"
Het kind kijkt hem met grote ogen
aan, maar blijft zwijgen. „Houd je niet
van touwtje springen?"
Een heftig ja-knikken is het ant
woord.
Ditmaal schudt het blonde hoofdje
ontkennend. Hij weet niet, wat hij er
mee aan moet. „Nou, loop dan toch
maar een beetje rond, Greet. Dat han
gen tegen de muurdaarvoor is het
speelkwartiertje niet."