NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
MEER LICHAAMSBEWEGING:
EEN GEZONDER LEVEN
Desiree
üerloDingsringen
gaan
'n liefde lang
mee.
Meester Veswijk zet door
37STE JAARGANG
No. 36
12 FEBRUARI 1971
LANGS DE STRAAT
LAND- EN TUINBOUW
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR s
J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling ƒ2,15 per kwartaal
Franco per post f 4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm
Excl. 4 B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Onderstaand artikel namen wij over
uit „Trim u fit", de maandelijkse uit
gave van de Nederlandse Sport Fede
ratie:
In diverse dagbladen lazen wij onder
dit kopje een artikel van de arts Th.
van Lookeren, waarvan wij u gaarne
deelgenoot maken.
„Het belang van lichaamsbeweging
wordt tegenwoordig steeds meer inge
zien. Vele bedrijven gaan er dan ook toe
over om gelegenheid te scheppen tot het
z.g. „trimmen". En wat wil trimmen
nu eigenlijk zeggen? Het betekent zo
iets als korte lichaamsoefening, kort
durende sportoefening, enz.
En is het inderdaad waar dat trim
men hart- en vaatziekten voorkomt? Of
hèlpt deze ziekte te voorkomen?
Hart- en vaatziekten nemen steeds
meer toe in onze geciviliseerde maat
schappij. In de laatste tien a vijftien
jaar werd deze stijging vooral gecon
stateerd bij „managers"; vandaar de
naam „managerziekte".
Men is tot de conclusie gekomen dat
achtereenvolgens de volgende faktoren
't ontstaan van verkalking in de krans
slagaderen van het hart in de hand kun
nen werken:
1. Overvoeding, vetzucht en verhoogde
bloeddruk
2. Het roken van veel sigaretten.
3. Het leiden van een zittend leven, zon
der voldoende lichaamsbeweging.
4. Zware psychische spanningen.
Wanneer we deze punten eens bekijken,
vallen %ons de nummers 3 en 1 op. Een
zittend leven leiden steeds meer men
sen, want met de welvaartsstijging
neemt de arbeidsintensiteit af. Auto,
televisie en andere apparaten ontnemen
de mensen de mogelijkheid tot lichaams
beweging en de noodzaak om zich in te
spannen. De hoeveelheid vrije tijd neemt
toe, maar wordt teveel doorgebracht in
auto's, caravans en strandhuisjes. De
mens, die sjouwt tot het zweet hem van
het lichaam gutst, wordt een steeds on
gewoner verschijnsel.
We hollen niet meer om de trein, bus
of tram te halen en ook fietsen we bijna
nooit meer hard naar ons werk, want
we hebben nu de auto en de brommer.
We stappen er in of er op en komen
er wel zonder lichamelijke inspanning.
De „ontspannende" momenten, zoals
een wandeling of fietstochtje naar kan
toor, lachen om de grapjes van de con
ducteur, hebben plaats gemaakt voor
ergernis en angst. We ergeren ons aan
de openstaande brug, aan de mist die
plotseling komt opzetten en aan onze
mede-weggebruikers, die ons voortdu
rend snijden (zie punt 4).
Daarom is het beter dat de moderne
mens zich aan het trimmen wijdt.
Trimmen kan bestaan uit hardlopen,
touwtje springen, zwemmen, wandelen,
fietsen en oefeningen aan allerlei ap
paraten zoals het droogroei-apparaat;
ook kan trimmen bestaan uit gymna
stiek, indoortraining, voetbal, enz.
Daarbij spelen de leeftijd of de gerin
ge ontwikkeling van het spierstelsel
geen rol. Ook mag men niet bang zijn
dat men ervan gaat transpireren; sport-
kleding is daarom wel aan te bevelen.
Bijna iedereen weet dat ook bejaar
den nog aan sport en spel kunnen doen,
maar dan in hun eigen tempo. Trimmen
is eigenlijk niet zozeer bedoeld voor jon
ge mensen van 18 jaar, bij wie de
lichaamskracht op het hoogtepunt is;
trimmen is juist bedoeld voor de leef
tijdsgroep waarbij het z.g. hartinfarct
de belangrijkste doodsoorzaak is: de 30-
tot 45-jarigen.
Deze groep is juist het minst bereid
om mee te doen aan sport of spel, om
dat zij in deze levensfase hun carrière
definitief gestalte geven. Maar wat blijft
er van een carrière over, wanneer men
reeds op jeugdige leeftijd een levens
lange beschadiging van het hart heeft
opgelopen of het leven verloren heeft?
Daarom is het speciaal voor deze groep
gewenst, dat de mensen gaan trimmen.
U kunt beter meerdere malen per
week gedurende korte tijd dan eenmaal
in de week meerdere uren achtereen
trimmen. Bij eerstgenoemde methode
brengt u uw hart- en bloedvatenstelsel
toch in een betere conditie. Daarom is
trimmen op het werk gewenst vóórdat
dit een aanvang neemt, tijdens de lunch
pauze of op een ander tijdstip. 10 k 25
minuten intensief is lang genoeg.
Een voordeel van het be drijf strimmen
is dat men er gemakkelijk aan deel
neemt. Iedereen trimt, dus u doet er
ook aan mee. Het betekent het behoud
van uw gezondheid. En gezondheid
speelt in uw leven misschien de belang
rijkste rol".
DE DIENDERBEDIENDE
„U bent bediende van uw beroep?"
informeerde de politierechter argeloos,
toen een wat buiten zijn boord en bui
ten zijn mouwen gegroeide jongeling
van omstreeks 28 jaren voor de balie
trad.
„Dienderbediende, jawel, edelachtba
re", klonk het antwoord.
„Wat is dat?"
„Dat is een bediende die een diender
van dienst is, edelachtbare".
„O, hm, jaja. U hebt een politieagent
aangevallen, zie ik".
„Neenee, bediend, edelachtbare".
„Nou, als dat bedienen van u bestaat
uit het aanreiken van oorvijgen en
watjekauwen, kan ik gevoegelijk spre
ken van aanvallen inplaats van bedie
nen. Je kunt het nauwelijks aanreiken
noemen".
„Nee, hij viel tegen mijn aan. Ik heb
belet dat-ie omviel, edelachtbare".
„U hebt zich daarmee toch wel ver
galoppeerd!"
„Pardon, ik galoppeerde niet, ik stond
stil. Degene die niet stilstond, maar in
woeste galop op me afkwam, was juist
die diender, edelachtbare".
„Dan zult u toch wel wat uitgehaald
hebben, hè? Anders komt er geen po
litieman op je afstormen".
„Edelachtbare, ik was een windstil
te. Die diender kwam als een onweers
wolk opzetten. Ik was gedwongen hem
tegen te houden. Ik hielp hem tot staan
komen, anders was-t-ie dóór me heen
gedonderd".
„En moet dat met een oorvijg en een
watjekauw gepaard gaan?"
„Edelachtbare, voor dat soort dingen
moet je je handen bewegen. Anders kun
je geen oplawaai uitdelen. Ik stond be
wegingloos. Ik hield alles stil, wat ik
an me heb hangen. Maar die diender
vloog tegen mijn op, dus zijn kop kwam
tegen mijn handen. Hij heeft zichzelf
dus met zijn kop een watjekauw tegen
mijn hand aan gegeven. Wat zeg ik, hij
gaf mijn een dreun!"
„En die oorveeg dan?"
„Kan ik 't helpen als ik ergens staan
en d'r komt een diender aan die z'n oor
an me wil afvegen?"
Er werd lang en breed gepraat, maar
de verdachte hield strak en stijf vol, dat
hij bewegingsloos bleef stilstaan en dat
de agent om onverklaarbare redenen
onverwachts tegen hem aansprong.
Daarom werden achtereenvolgens de
beide getuigen binr ngeroepen. Toen
was alles snel opgehelderd. Beiden ver
klaarden onafhankelijk van elkaar, dat
de „dienderbediende" op tien pas af
stand van de politiebeambte eigentijdse
treiterlicdjes op de heilige hermandad
had staan kwelen. Stokstijf stilstaand©,
weliswaar, maar heel duidelijk hoorbaar
en... prikkelbaar.
„Een dergelijke laakbare aktie moet
een reaktie tot gevolg hebben", conclu
deerde de officier van justitie. „Als de
ze bediende de pestkop wil uithangen
voor de politie, dan kan de justitie eens
pesterig doen tegen deze pestkop". En
hij vorderde vijfig gulden boete of vijf
dagen gevangenisstraf.
„Hij had me gewoon kunnen proces
verbalen", meende de lange figuur in het
te korte pak. „Wat krijgt die stormram
nou?"
„U krijgt veertig gulden boete of vier
dagen", antwoordde de poilitierechter.
„En als u het nog eens uithaalt, wordt
het waarschijnlijk dubbel tarief".
Toen ging de bediende maar heen.
(Nadruk verboden) d'ARGENTY
KOPZTEKTE
NU OOK IN ZWITSERLAND
Nog niet zo lang geleden vernamen
wij van graslandspecialisten, dat kop-
ziekte bij melkvee nu ook in Zwitser
land voorkomt. Wie had dat ooit kun
nen denken. Weidegronden zo rijk aan
kruiden, die leveren toch magnesium
genoeg? Maar ja, grasiandintensivering
brengt voordeel. En dat meer stikstof
meer gras en dus ook meer melk op
levert, is er even goed bekend als hier.
De enkele nadelen die deze intensive
ring meebrengt, het wegvallen van de
kruiden bijvoorbeeld, neemt men er op
de koop toe.
De Zwitserse boer is in dat opzicht
zeer realistisch. Als het gras minder
magnesium bevat, dan is er immers de
bemesting om dat te verhelpen. De spe
cialisten raden hem aan de grasland
bemesting aan te vullen met kieseriet,
een natuurlijk magnesiumsulfaat, dat
ook in ons land een bekende meststof is.
Een algemeen advies er voor luidt:
dat de kopziekte-gevaarlijke grond een
onderhoudsbemesting met 300 k 400
kg/ha wenselijk is.
Een en ander vroeg in het voorjaar
uit te strooien.
En dat is een raadgeving die de voor
lichtingsdiensten in ons land althans
voor de niet te zware graslandgrond,
geheel kunnen onderschrijven.
WERKGROEP BEPLEIT
WIJZIGING PACHTWET
Binnen enkele weken is het eindrap
port van de werkgroep Pacht van het
Landbouwschap te verwachten. Een sa
menvatting van het rapport is reeds aan
het dagelijks bestuur van het Land
bouwschap voorgelegd.
De werkgroep is tot de conclusie ge
komen, dat de Pachtwet op een aantal
punten dient te worden gewijzigd om
ruimer baan te geven aan de noodza
kelijke schaalvergroting van de Neder
landse land- en tuinbouw. Dit betekent
o.m. dat de bescherming van de pach
ters, zoals die in de huidige Pachtwet
van 1958 is geregeld, aan de eisen van
het struktuurbeleid zal moeten worden
aangepast.
De werkgroep bepleit maatregelen
ter voorkoming van verdere achter
uitgang van het pachtareaal als ge
volg van het door de Overheid ge
voerde pachtprijsbeleid, zulks op
grond van de belangrijke financie-
ringsfunktie van de pacht;
ter bevordering van de mobiliteit van
verpacht land met behoud van een
redelijke gebruikszekerheid voor de
pachter;
tot aanpassing van de verpachte be
drijfsgebouwen en de daarmee ver
bonden financieringsproblemen, zo
mede een versterkt melioratierecht
voor de pachter;
ter bevordering van het toetreden
van de pachter tot een samenwer
kingsverband;
ter bevordering van de figuur van
de pacht bij de bedrijfsovememing
in het kader van de generatiewisse
ling;
ter bevordreing van de figuur van
de erfpacht als een geëigende rechts
vorm voor 't moderne grondgebruik.
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bijsluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wij willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven
zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Hygrometer. Ik heb een hygro
meter met schaalverdeling van 3080,
wat is de verhouding tussen vocht en
droogte? Wat is de beste graad voor
dia's te bewaren?
Een hygrometer wijst de relatieve
vochtigheidsgraad van de lucht aan.
Daaronder wordt verstaan de verhou
ding van de hoeveelheid waterdamp die
bij kamertemperatuur in de lucht aan
wezig is, tot de hoeveelheid waterdamp
die bij dezelfde temperatuur maximaal
aanwezig zou kunnen zijn, wanneer m.
a.w. deze lucht van waterdamp verza
digd zou zijn. Deze verzadiging vindt
plaats bij een temperatuur van ca. 22
C. (kamertemperatuur) en een lucht
druk van 7 cm kwikdruk (1 atmosfeer)
als één kubieke meter lucht ca. 16,5 g
water bevat. Om de schaalverdeling van
een hygrometer vast te stellen noemt
men dit punt 100 en het punt waar
bij de lucht, althans theoretisch, geen
vocht bevat 0 Daarna wordt de
schaal op proefondervindelijke wijze ver
deeld in tientallen van graden, of nog
verder. Meestal wordt tussen ca. 45 en
65 een „groene zóne" aangebracht,
waartussen de normale relatieve voch
tigheidstoestand ligt. Wij maken u er
op attent, dat zowel de haarhygrometer
als psychrometer spoedig miswijzingen
aangeven en dus geregeld geijkt moe
ten worden. Het ijken geschiedt door de
hygrometer in een zeer vochtige doek
te wikkelen en na enige tijd de wijzer
op 100 te zetten. Het verwondert
ons daarom dat u een schaalverdeling
hebt, die slechts tot 80 loopt, hetgeen
het zelf ijken praktisch onmogelijk
maakt. Staat de hygrometer beneden
45 dan gaan dia's bol staan, het
geen de kwaliteit van het geprojecteer
de beeld benadeelt. Staat de hygrometer
langdurig boven 65 dan kan door con-
densatievocht schimmelvorming optre
den. Tenslotte merken wij nog op, dat
dia's niet tussen glas moeten worden
bewaard.
Kerstster. Hoe moet ik mijn kerst
ster behandelen? Hoe heet dat blaadje
van de bloemkroon?
Die gele blaadjes en het verschrom
pelen van één van die rode blaadjes zijn
een gevolg van een cultuurfout. De ver
andering van de kwekerij naar de huis
kamer is een zeer grote voor de plant.
Ten eerste is er in de kamer een veel
drogere lucht en ten tweede heeft deze
plant veel water (lauw) nodig. Geef dus
meer water als de plant zich weer her
stelt, om de 14 dagen wat opgeloste
bloemenmest. Dat kruintje met die klei
ne geelgroene puntjes zijn de eigenlijke
bloemen en vallen dus af. Die rode
blaadjes zijn schutbladeren of bractee-
en. Daar het geen bloemen zijn blijven
ze bij een goede behandeling maanden
lang goed. De plant kan nu gerust in
de zon. Wanneer de plant gaat rusten,
dus bladeren en bracteeën geel worden,
dan de plant 10 tot 12 cm boven de
grond afsnijden en ze dan koud en bij
na droog wegzetten tot half april. Daar
na nieuwe grond geven en warm weg
zetten.
Zie zelf de
uitgebreide Desiree
kollektie bij:
HORLOGER
JUWELIER
OPTICIEN
TELEFOON (01102) 1223
DIJKWELSESTRAAT 22
KAPELLE - BIEZELINGE
door
GERRIT FRANSEN
9)
Anders kon het wel eens gebeuren, dat
hij een zuur leventje had.
De enkele dagen, die hem nog schei
den voor de school weer aanvangt, be
nut hij op velerlei manieren. Hij knut
selt v/at in het schuurtje en verricht
nog allerlei huiskarweitjes, waar Dinie
hem om vraagt. Voorts stapt hij af en
toe op de fiets en rijdt door het dorp.
In een boekhandel koopt hij een dorps
gidsje, waarin ook een plattegrond is af
gedrukt. Die bestudeert hij zo'n beetje.
Dinie heeft al een paar malen bood
schappen gedaan in het dorp. De eerste
de beste middag is ze met een veront
rust gezicht thuisgekomen.
„O, Evert, wat is hier alles verschrik
kelijk duur! Het vlees is gewoon niet te
betalen, dat scheelt wel een gulden per
kilo met de stad. Een behoorlijke zelf
bedieningszaak is hier niet eens, alle
maal van die ouderwetse dorpskruide
niers. En duur! Ik zal goed uit moeten
kijken met m'n huishoudgeld, dat heb ik
al bpgrepen". Ze leegt de tas op de keu
kentafel en wijst naar de verschillende
zakjes en pakjes, blikken en potjes.
„Moet je eens zien... wat heb ik nu
eigenlijk? Vlees voor een paar dagen,
koffie nota bene twintig cent duur
der als in de stad thee, suiker, brood
beleg, waspoeder, jam en een paar blik
jes groenten... mag jij raden, wat ik
hiermee kwijt ben..."
Evert kijkt geamuseerd toe.
„Kan wel twee tientjes zijn" zegt hij.
Hij heeft immers niet het minste ver
stand van huishoudelijke prijzen.
„Zie je wel?" Er is iets triomfantelijks
in haar stem. „Doe er nog maar twee
bij. Bijna veertig gulden. Beschuit... be
taal ik in de stad negen en vijftig cent
voor twee rollen... hier veertig cent één
rol... enne ga es kijken, wat de sinaas
appels kosten en de gewone appels... ik
schrok me een hoedje... toen ik die prij
zen zag: drie jaffa's voor een gulden...
vorige week betaalde ik in de stad acht
tien cent het stuk... hier drie en dertig
centen voor één sinaasappel... Ze willen
hier zeker allemaal graag gauw rijk
worden".
„Dat zou jij ook wel graag willen",
lacht Evert. „Kind, maak je er niet
druk over; eten we een sinaasappel min
der. En het vlees mag ook wel kleiner
zijn, als het hier zo duur is".
„Jij denkt er nogal gemakkelijk over",
moppert Dinie verder, „maar ik moet
zien rond te komen. Als ik halverwege
de maand geen centen meer heb, wat
zeg jij dan?"
„Dat je een oneconomische huisvrouw
.bent", antwoordt hij droog. Maar daar
mee druppelt de emmer over. Dinie valt
op een stoel en begingt te huilen.
„Zie je wel... dan ben jij boos en ik...
en ik..."
Hij is meteen bij haar, een arm om
haar schouder.
„Malle meid, ga je daar nou om hui
len? Dat was toch maar een grapje?
Alle begin is moeilijk. In de stad had
je het gemakkelijker, omdat je daar
ruimer keus had. Je zult het hier best
redden, hoor. Daar maak ik me nu geen
enkele zorg over. En wat let ons om
af en toe, als het mooi weer is, eens
naar de stad te fietsen?"
Ze kijkt hem aan en de blik in het
betraande gezicht verheldert.
„Kan dat? Is dat niet te ver van
hier?"
„Ongeveer twaalf kilometer", legt hij
uit. „Klein uurtje fietsen. Kunnen we
meteen de omgeving bekijken. In de stad
zullen ze wel goedkopere winkels heb
ben. Nemen we een paar stevige tassen
mee en doen we samen inkopen. Nou?"
Ze lacht alweer en ze kussen elkaar.
„Ik schrok zo van die hoge prijzen,
Evert. En je kunt niets laten merken,
want ik moet aan jou denken. Aan je
funktie hier".
„Het komt allemaal best in orde, lief
je", weert hij luchtig al haar bezwaren
af. „Hoofdzaak is: we hebben een mooi
huis. Als ik nog terugdenk aan die zol
derkamer..."
„Je was er toen maar wat blij mee",
werpt de vrouw tegen.
„Natuurlijk, voor de eerste tijd was
het een uitkomst. Maar je kunt er niet
altijd blijven zitten. Ben je de hete zo
merdagen vergeten? Met als gevolg, dat
we 's nachts zowat niet konden slapen?"
Ze knikt.
„Wat hebben we nu een fijne slaap
kamer, hè?" Ze slaat nu ook haar ar
men om zijn hals. En zo zitten ze een
poosje tegen elkaar aan, tot Evert zich
met een ruk vrij maakt en waarschu
wend zegt: „Pas opdaar komt
iemand".
Het is de bakker. Iedereen komt hier
achterom, dat heeft Evert al gemerkt.
Het is een jonge, joviale kerel.
„Morgen saam! Weertje, hè? Voor
jaar is in aantocht, dat voel je aan al
les. Wat zal 't zijn vandaag, mevrouw?
En... meester, al een beetje gewend?"
Terwijl Dinie zich haastig in de keu-
kenspiegel inspecteert, lacht de „mees
ter" zuurzoet en antwoordt: „Zal best
gaan".
„Eén wit heb ik vandaag genoeg aan,
bakker; ik heb nog over van gisteren".
HOOFDSTUK V
Herinneringen
Evert worstelt door de eerste school
dag heen. Van Bragen heeft hem 's mor
gens, terwijl de kinderen nog op het
plein spelen, aan de anderen voorge
steld. Hij heeft handen gedrukt en ter
stond gevoeld, dat hij getaxeerd wordt.
Misschien met een vooroordeel in de
geest van: Kan uit Nazareth iets goeds
komen? Maar men begroet hem des
ondanks op vriendelijke hartelijke wijze.
En allen spreken de wens uit, dat de
samenwerking en de verstandhouding
prettig zullen zijn. Waarbij Evert zich
meteen aansloot.
Van Bragen installeert hem in zijn
nieuwe vierde klas, een veertig
tal leerlingen naar ruwe schatting. Tach
tig ogen staren hem nieuwsgierig aan.
Van Bragen houdt een kort speechje en
zegt, dat meester Veswijk uit de stad
komt, waar goed wordt geleerd.
(Wordt vervolgd)