NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
Meester Veswijk zet door
37STE JAARGANG
No. 34
29 JANUARI 1971
LANGS DE STRAAT
LAND- EN TUINBOUW
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR s
J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal
Franco per post f 4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm
Excl. 4 B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
ONTEVREDEN
Het leek zo'n eenvoudig zaakje: de
verdachte gaf toe een auto te hebben
gestolen en de auto was teruggevon
den. Maar dan leeg. De persoonlijke
eigendommen van de eigenaresse waren
door deze autodief ergens in het water
gegooid.
„Hij deugde niet", mopperde de jeug
dige delinquent vanachter enkele zwaar-
behaarde lippen.
„Ik heb meer de indruk, dat niet
deugde", antwoordde de politierechter.
„Ze mot die kar 's laten nakijken,
want er valt niet mee te rijen".
„IJ hoeft er helemaal niet mee te rij
den".
„Maar 'tis een gevaar op de weg..."
De justitie is van mening, dat een
gevaar bent op de weg, en dat u beter
een tijdje kunt worden opgeborgen!"
„Ik heb er vergeefs an zitten prut
sen, maar ik kreeg 'm heel niet meer
op gang. 'tls een waardeloze rotkar".
„U mocht er helemaal niet aanko
men, dus u had er ook niets aan te
prutsen. U hoefde die wagen niet op
gang te brengen, want u mocht er niet
eens in rijden. En u spreekt uzelf te
gen, want juist doordat u hem wèl op
gang kreeg, kon u er mee wegrijden. U
bent er toch zestig kilometer verder
mee gekomen. Hoe hebt u hem dan op
gang gekregen?"
„Gewoon... contactslot eruit gehaald
en een schakelaar ervoor in de plaats".
„O, dus u hebt er kennelijk de tijd
voor genomen. En wat hebt u er nog
meer aangeprutst?"
„M'n eigen nummerbord erop, natuur
lijk. En wat leuke grieten".
„Eigen nummerbord? Het kenteken
hoort bij een auto, dus u hebt er een
valse kentekenplaat opgeschroefd. En
dat hebt u dan nog midden op de mo
torkap gedaan ook, zodat die vernield
werd. Bovendien bezat u helemaal geen
papieren, zelfs geen rijbewijs, dus u kon
geen nummer hebben. Hoe kwam u aan
die borden?"
„O, die had ik 'ns een keer ergens
vandaan".
„Ook gestolen zeker. En toen u die
kentekenplaten had, moest er nog eens
een auto tussen".
„Maar niet zo'n beroerde".
„Hoho, u hebt 'm helemaal zelf uit
gekozen. D'r is geen mens die u juist
deze auto heeft aanbevolen. Zelfs de
eigenaresse niet, want die sliep die
nacht".
„Ik heb 'm niet 's nachts gehaald,
maar gewoon overdag. Geen mens let
d'r op, als je daar een box openmaakt
en een auto eruit rijdt".
„Ja, dat is het grote nadeel van die
moderne mensenpakhuizen", verzuchtte
de politierechter. „Er wonen zoveel
mensen boven elkaar, dat je niet meer
weet, wie er nu met de auto voor de
deur bezig is".
„Ik heb daar zeker een uur met die
schakelaar staan hannesen", zei de 21-
jarige knutselaar onbeschaamd, „en geen
mens heeft in de gaten, dat je in die
boxen niet thuishoort. Ik kon een zoon
van een buurman wezen".
„Gelukkig maar, dat de politie deze
auto zag staan op dat bospaadje en bij
inspektie dat vreemde schakelaartje
zag".
1 „Ja, dat was stom van me, om hem
daar neer te zetten. Maar ik kon 'm
toch ook moeilijk bij m'n pa voor de
deur zetten. Die wéét, dat ik geen rij
bewijs heb en geen auto kan betalen".
De rechter begreep hieruit, dat de
bebaarde knaap banger was voor z'n
vader dan voor betrapping door de eige
naresse. En de officier begreep, dat hij
met een onbeschaamde vlegel te doen
had, die niet alleen brutaal een ander
mans auto wegnam, maar die ook nog
praatjes had over de kwaliteit van die
auto. En het ergste vond de officier,
dat hij allerlei waardevolle papieren,
waaronder diploma's van de eigenares
se, in de rivier gemikt had, zodat deze
werkende vrouw ernstig gedupeerd is.
Hij eiste daarom drie maanden onvoor
waardelijke gevangenisstraf.
„En beslist geen boete, anders betaalt
pa en gebruikt deze rekel z'n vrijheid
om een betere wagen te pikken.
De rekel kreeg het laatste woord.
„Ze mot maar 'ns beginnen met een
nieuwe accu te kopen. Eerder kom ik
niet terug", zei hij.
„Kom jij maar over drie maanden te
rug", oordeelde de politierechter, „zo
lang bergen we je dan wel op".
(Nadruk verboden) d' ARGENTY
VOORKOM DIARREE BIJ BIGGEN
Jaarlijks worden in ons land acht mil
joen biggen geboren en nog steeds wor
den de aantallen varkens op fok- en
mestbedryven groter. Dit heeft tot ge
volg dat de behandeling vooral van het
individuele dier meer op de achter
grond komt en dat de nadruk nu meer
wordt gelegd op maatregelen om ziek
ten in een groep dieren zoveel mogelijk
te voorkomen. Want, voorkomen is al
tijd nog beter dan genezen.
Niettegenstaande uitgebreide hygiëni
sche maatregelen, heeft men veelvuldig
te kampen met maagstoornissen, welke
zich openbaren door het optreden van
diarree.
De grote schade welke deze ziektebij
biggen jaarlijks veroorzaakt, neemt
steeds groterer vormen aan. Bestrijding
is dringend noodzakelijk.
Zeer goede resultaten zijn bereikt
door het toedienen van TRIBO-STOP in
pasta-vorm.
Dit nieuwe middel ter voorkoming en
genezing van diarree, is voor het dier
volkomen onschadelijk, het vee kan nor
maal worden gevoederd.
Door toepassing van deze pasta ver
liezen de dieren geen gewicht en zullen
kalveren en biggen 14 dagen eerder
slachtrijp zijn.
Wil men een zo hoog mogelijk rende
ment in de biggenfokkerij behalen, dan
is het zaak geen middel onbeproefd te
laten, want een gezonde veestapel is
goud waard.
LOOD VERONTREINIG ING
LANGS AUTOWEGEN
Benzine bevat een giftige loodverbin-
ding, waarvan het gehalte op ongeveer
500 mg lood per liter kan worden ge
steld. Op grond van het benzineverbruik
kan worden geschat, dat er per jaar een
miljoen kg lood in de atmosfeer op en
om onze wegen terechtkomt.
Met deze conclusie vind Dr. J. Th. L.
B. Rameau van het L-jdrijf slaboratorium
voor Grond- en Gewasonderzoek te Oos
terbeek zijn onlangs gehouden radio
causerie aan over het probleem van
loodverontreiniging voor vee en gewas
langs autowegen.
Het straatvuil van de verkeersweg
langs het Bedrijfslaboratorium te Oos
terbeek bleek bijna 600 mg lood per kg
te bevatten, globaal 50 maal de nor
male hoevelheid voor grond. Omtrent de
toelaatbare hoeveelheid lood voor mens
en dier lopen de meningen uiteen. Van
medische zijde wordt voor de mens 1
mg per dag als bovengrens aangehou
den. Bij de huisdieren zouden kippen en
rundvee het gevoeligst zijn. De Commis
sie „Voedermiddelenrecht" van de EEG
heeft als maximumwaarde voor het vee
voer 10 delen per miljoen in de droge
stof voorgesteld. Dit zou op 150 mg lood
per dag voor een volwassen koe neer
komen.
Op welk niveau liggen nu de loodge-
halten van gewassen langs autowegen?
Het Bedrijfslaboratorium voor Grond
en Gewasonderzoek heeft de laatste ja
ren verscheidene monsters onderzocht
om hierover gegevens te krijgen. Ook
zijn loodbepalingen uitgevoerd voor in
stellingen, die zich met het probleem
van de luchtverontreiniging bezighou
den.
De hoogste gehalten zijn in het gras
van de middenberm van autowegen ge
vonden. Hier kwamen gehalten voor van
500600 mg lood per kg droge stof, de
zijbermen bevatten 130140 mg. Maar
ook het gras op bedrijven langs auto
wegen bevat nog 30 h 40 mg per kg
droge stof. Dergelijke gehalten werden
ook in kuilvoer gevonden. Een koe zou
dus met ongeveer 5 kg droge stof van
dit voer reeds haar maximaal door de
EEG-commissie voorgestelde dosis lood
binnenkrijgen.
Het schijnt, dat dit lood niet of wei
nig via het bloed in de melk terecht
komt. De loodgehalten in melk zijn laag.
Een en ander hangt van de hygiëne bij
het melken af.
tot en met 6 februari
GOUDEN RINGENf 25,—
COLLIER plus HANGER van f 120,— nu 80,—
STALEN HORLOGEBANDEN 2,50
EN NOG VELE ANDERE KOOPJES
HORLOGER
JUWELIER
OPTICIEN
TELEFOON (01102) 1223
DIJKWELSESTRAAT 22
KAPELLE - BIEZELINGE
Ook consumptiegewassen kunnen veel
lood bevatten. Dit geldt vooral voor
granen, koolsoorten, sla en andere
groentegewassen, waarvan de boven
grondse delen worden geconsumeerd.
Het loodgehalte van gewassen die langs
de autosnelwegen worden geteeld is 8
20 maal hoger dan normaal. Bij een
toename van het benzineverbruik van
10 per jaar betekent zulks, dat deze
loodverontreiniging voor de toekomst
zonder meer als verontrustend moet
worden beschoupwd. Het is daarom
noodzakelijk, dat dit probleem ruime
aandacht krijgt bij het onderzoek naar
de invloed van luchtverontreiniging.
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelyk van dienst zyn en geven
zo mogel\jk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Staatscourant. Kan iedere Neder
lander zich abonneren op het Staatsblad
of Staatscourant? Is de Staatscourant
en Staatsblad hetzelfde? Zo niet, wat
voor verschil zit hier in? Hoeveel kost
een abonnement op beide uitgaven?
De Nederlandse Staatscourant is een
officiële uitgave van het koninkrijk der
Nederlanden, die elk© dag van maandag
tot en met vrijdag verschijnt van de
pers van de Staatsdrukkerij en Uitge
versbedrijf, Christoffel Plantijnstraat,
's-Gravenhage. Zij verschaft mededelin
gen betreffende het koninklijk huis, ko
ninklijke onderscheidingen, personalia,
d© ministeries, het kabinet van de vice-
minister-president, het algemeen werk
loosheidsfonds, het college van rijksbe
middelaars, de Raad van State, de So
ciaal-Economische Raad, de Sociale Ver
zekeringsraad, de Staatsbladen, de Sta-
ten-Generaal, de Tractatenbladen, ge
rechtelijke aankondigingen, officiële ad
vertenties, plaatselijke- en provinciale
besturen. De publikaties betreffende de
Staatsbladen bestaan in de Staatscou
rant alleen uit vermelding van de recen
te uitgaven, die bevatten d© koninklijke
besluiten, waarvan wij u hierbij enige
voorbeelden geven uit 1968: art. 32 Be
sluit van 22 januari 1968 tot wijziging
van het Besluit Geldelijke steun volks
huisvesting. nr. 49 Besluit van 7 febru
ari 19-68, houdende wijziging van het
kwe©kschooleindexamenbesluit Stbl.
1955, 409). Uit de aard der bovenge
noemde onderwerpen kunt u wel aflei
den welke instanties en bedrijven er be
lang bij hebben. In iedere openbare lees
zaal zult u ze wel ter inzage kunnen
krijgen. De abonnementsprijs van de
Staatscourant bedraagt momenteel 54,-
per jaar, losse nummers 0,35.
Bond van huiseigenaren. Is er in
Nederland een vereniging of bond van
huiseigenaren en zo ja, wat is het
adres
De Nederlandse Bond van Huis- en
Grondeigenaren is gevestigd in 's-Gra
venhage, Toumooiveld 3, telefoon (070)
111662.
Jan Olieslagers. Kunt u mij enige
inlichtingen verstrekken over Jan Olie
slagers
De in 1883 in Antwerpen geboren Jan
Olieslagers was een echte sportsman.
Hij heeft inderdaad een eigen vliegtuig
bezeten en wel een Bleriot-eendekker
met 60 pk motor en vloog daarmee op
24 augustus 1910 in Utrecht, op het ter
rein achter de Geniekazerne op een
hoogte van 50 meter. Als bijzonderheid
wordt hierbij nog vermeld dat alleen ge
vlogen werd bij nagenoeg volkomen
windstilte in de late namiddag, waarbij
een zijden zakdoekje als windvaan dienst
deed. Hing het niet stil, dan werd er
niet opgestegen.Jan Olieslagers was
in Nederland niet onbekend. Hij heeft
behalve in Utrecht nog vliegdemonstra-
ties gegeven in Groningen (1911), Zwol
le, Nijmegen, Rotterdam, Den Haag en
Amsterdam. Bij het vliegveld Deume
nabij Antwerpen is voor hem een stand
beeld opgericht, waarbij hij de jeugd
wijst op de belangrijke positie die de
luchtvaart eens zal innemen in het da
gelijks leven.
Borie. Wat betekent het Franse
woord „borie"? Dit in verband met de
Franse film La maison des bories. Ik
weet een huis dat „La borie basse"
heet, dat „Lage boerderij" zou beteke
nen.
Het Franse streekwoord „borie" heeft
de betekenis van een koepelvormige
schuilhut voor de schaapherders, iets
dergelijks als de „Sennhütte". Maar in
de titel van het boek van Simona Ratel
en van de gelijknamige film, wordt de
naam met een hoofdletter geschreven,
zodat wij moeten aannemen dat hier de
familienaam wordt bedoeld van de
hoofdpersoon in dit boek.
Stamboomonderzoek. In ons num
mer van 15 januari beantwoordden wij
een vraag van een lezer die bezig was
met een genealogisch onderzoek. Het
blijkt echter dat de gegevens in ons
antwoord enigszins verouderd waren en
er dus een kleine correctie nodig is.
Van de zijde der Ned. Genealogische
Vereniging maakt men er ons op attent
dat de heer J. T. v. d. Ham al sedert
geruime tijd zich niet meer met de aan
melding van nieuwe leden kan bezig-
houdn, en dat het adres der Vereniging
is „Burgerweeshuis, Cattenhagestraat te
Naarden" en voor correspondentie post
bus 974, Amsterdam. Af gezien van voor
lichting hoe men een genealogisch on
derzoek kan instellen en het hopenlijk
contact leggen met anderen, die met
hetzelfde doel zoeken, moet het eigen
lijke werk toch zelf gedaan worden. De
verzamelingen der Vereniging kunnen
soms veel hulp bieden. Daar het ver
enigingswerk door alle medewerkers on
bezoldigd en vrijwillig in de vrije tijd
wordt gedaan, is de boekerij en leeszaal
slechts geopend op zaterdag van 11
13 en van 1416 uur; hier zijn dan veel
al leden aanwezig, die de beginnende
wegen die ingeslagen moeten worden,
kunnen wijzen. In het maandelijkse or
gaan „Gens Hostra" worden onder ze
kere voorwaarden vragen opgenomen,
doch deze moeten punten betreffen,
waar een eigen onderzoek vastgelopen
blijkt.
door
GERRIT FRANSEN
7)
Frans heeft hem nagekeken.
„Verrek, broer, in wat voor rotdorp
ben jij terechtgekomen? Zijn het hier
allemaal van die blikken dominees? Ik
dacht vast en zeker, dat-ie dominee
was..."
Dinie heeft binnenpretjes, want ze
weet, dat Evert helemaal niet van zul
ke krasse uitdrukkingen houdt. Evert en
Frans zijn tegenvoeters: de een de be
schaafde onderwijzer, die nog altijd stu
deert om bij te blijven; de ander de kei
harde zakenman, dagelijks omgang heb
bende met architecten en aannemers, die
in de bouwwereld een goed naam heeft.
In zijn mond wat ruw, maar hij be
doelt het helemaal niet zo. Dinie mag
hem desondanks, want Frans' onver
schilligheid is maar show.
„Je moet niet enkel oordelen naar het
uiterlijk, Frans", probeert Evert hem
aan het verstand te brengen. „Alle men
sen zijn niet hetzelfde", antwoordt hij
op kalme toon. Maar zelf is hij ook niet
zo enthousiast over deze nieuwe collega.
Gedurende enkele minuten hebben ze
entre nous in de lege hal staan praten,
terwijl Dinie en Frans weer aan het me
ten waren in de grote kamer. Hanekam
zei onder meer: „Ik hoop, dat jullie ker
kelijk meelevend zijn, want zulke men
sen hebben we hier hard nodig. Dale
woud begint Laodieea-vormen aan te
nemen. Dat is een kwalijk teken".
Terug op hun zolderkamer in de stad,
als Frans al lang weer naar huis is,
vertelt Evert aan zijn vrouw, wat de
man gezegd heeft. En voegt er een
vraag aan toe: „Zijn wij eigenlijk ker
kelijk meelevend, Dinie? Wat zou hij
daar eigenlijk onder verstaan?"
Dinie vat het vooralsnog luchtig en
ook nuchter op.
„O, dat bemerken we te zijner tijd
wel. We gaan op gezette tijden naar de
kerk en als ze bij ons aankloppen voor
een bijdrage, sturen we ze nooit zonder
weg. Wat willen ze daar nog meer? Als
je maar niet zo gek bent om een der
gelijk baantje aan te nemen. Ik zie jou
al schuiven in zo'n zwart pak..."
Ze proest het uit.
„Als je je maar beheerst, hoor, zo
dra we daar zijn. Het dorp lijkt me
nogal wat zwaar op de hand. Daarom
zullen we ons een beetje moeten aan
passen".
De laatste dag voor de paasvakantie
is er na schooltijd een intieme bijeen
komst in Everts lokaal, want het ka
mertje van het schoolhoofd is daarvoor
te klein. Er worden vriendelijke woor
den gesproken, niet alleen door het
hoofd, maar ook door de voorzitter van
het schoolbestuur. En tenslotte spreekt
een collega namens de andere leerkrach
ten. Er zijn een paar presentjes: Evert
neemt alles in dank aan en weet, het
zijn boeken. Daarna spreekt hij zelf, op
zijn gewone, rustige manier. Dat het
hem spijt weg te moeten gaan, maar
een huis, en bovendien een nieuwbouw
woning, is te verleidelijk. Tenslotte moet
je als getrouwde man ook rekening hou
den met je vrouw. Hij zegt hier altijd
met plezier gewerkt te hebben en goede
herinneringen meeneemt naar zijn vol
gende school.
Er is wat te drinken. Men steekt een
sigaret of een sigaar op. En er wordt
nog wat gebabbeld. Tot het moment van
afscheid nemen er is. Evert drukt han
den, hij krijgt schouderklopjes en dan is
het voorbij. Als hij op straat loopt, kijkt
hij nog eens naar de school, waar hij
zes jaar „meester" is geweest. Over drie
weken zal hij voor een nieuwe klas
staan. In Dalewoud. Het streng ortho
doxe dorpje met vijf verschillende pro
testantse kerken, de een nog zwaarder
dan de ander. Hoe ter wereld hebben ze
daar al die tijd de schooleenheid kun
nen bewaren? Eén christelijk-nationale
school voor het hele dorp Plus een
kleine openbare. Maar dat doet er alle
maal niet toe. Als het hem niet bevalt,
wat let hem om opnieuw te gaan sol
liciteren
HOOFDSTUK IV
Dalewoud is niet goedkoop
Gedurende enkele dagen hebben Dinie
en Evert het druk. Maar Frans heeft
heel welwillend zijn vrachtauto en één
van zijn mensen beschikbaar gesteld. De
wagen is stevig en zal zeer zeker al hun
bezittingen kunnen bergen. De chauf
feur is een boom van een vent, die een
beetje lacht, als Evert met moeite een
fauteuil probeert te verzetten.
„Laat mij dat maar doen, meneer",
adviseert hij goedhartig. „Wij zijn dit
werk gewend".
In de loop van de ochtend zit alles er
in en wordt er opnieuw afscheid geno
men. Waarna men wegrijdt, richting
Dalewoud.
Voor in de middag wordt het dorp en
het hoekhuis, waar de vitrage al hangt,
bereikt. Er staan twee boerenjongens te
wachten. Even kijkt Evert verbaasd,
maar dan herinnert hij zich de belofte
van zijn nieuwe baas: „Ik zorg voor een
paar stevige jongens uit de hoogste
klas om een handje te helpen".
Vele handen maken licht werk. De
jongens grijnzen verlegen, maar de
chauffeur heeft blijkbaar al vaker met
dit soort werk te maken gehad, want
hij commandeert dadelijk: „Hier, mien
jon, vat maor es an".
De aangesprokene kijkt wat wantrou
wend, doch de chauffeur vertrekt geen
spier. En al spoedig is iedereen in de
weer. Uitladen gaat sneller dan er in
stoppen. Binnen een recordtijd staat al
les binnen. Evert wil de chauffeur een
extraatje geven, doch de man kijkt hem
verwonderd aan.
„We zetten eerst alles op z'n plaats,
meester. De dag is nog lang niet om".
Het is twee dagen rommelig, maar
beiden ontdekken, dat ze in elk geval
hartelijke buren hebben. De eerste avond
al wordt er gebeld en staat er een glim
lachende jongevrouw op de stoep.
„Ik ben uw buurvrouw", zegt ze, „van
hiernaast". Ze wijst naar de linkerkant.
(Wordt vervolgd)