De angst regeert
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
Meesier Veswijk zet door
37STE JAARGANG
No. 30
31 DECEMBER 1970
LAND- EN TUINBOUW
LANGS DE STRAAT
REDACTEUR ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
de scheldebode
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal
Franco per post f 4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm
Excl. 4 B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Een aangelegenheid als de door de
regering, na veel vergeefs gepraat, in
gestelde loonpauze, stelt weer eens op
ontstellende wijze de egocentrische en
opportunistische denkwijze van de be
trokken belangengroepen in het licht.
We ontwaren dan weer eens hoe onze
nationale belangen gemanipuleerd wor
den terwille van materiële en politieke
vooruitzichten van bepaalde machts
groepen, die zich aan de belangen van
andere groepen van de bevolking wei
nig of niets gelegen laten liggen maar
alles doen om het eigen gezicht niet te
verliezen. Buitenparlementaire demon
straties worden aangewend om een
reeds als noodzakelijk erkende maar niet
zo populair liggende maatregel, als een
stilstand In de welvaartsstijging, te be
stempelen tot een zuiver politieke maat
regel van een te voorzichtige, behou
dende regering.
De regeringsmaatregel vloeit voort
uit een eerder door de volksvertegen
woordiging met grote meerderheid aan
genomen wet. Een wet en een maatre
gel die bedoeld is om de stijgende in
flatie althans enigszins af te remmen,
waarmede het belang van het gehele
volk gediend is.
De bonden van zowel werkgevers als
van werknemers komen in hun bespre
kingen over de loonstijgingen in 1971
allebei tot de conclusie dat die stijging
inderdaad beperkt moet blijven en in
ieder geval die van de produktiviteit nu
eens niet te boven mag gaan. Maar de
bonden willen niet tot een uitspraak ko
men over het dan toch mogelijke per
centage. De werkgevers niet omdat ze
de spanning op de arbeidsmarkt vre
zen, de werknemersbonden niet omdat
ze bang zijn dat hun leden zich dan zul
len laten opjutten door communistische
agitatoren en de vakbondsleiders dan
hun greep op de massa verliezen.
Dus zeggen ze tegen de regering: Wij
leggen ons op geen percentage vast. En
de regering, de angsten van beide ken
nende, kan er dan niet zeker van zijn
dat de partijen bij de c.a.o.-onderhande
lingen aan de economische noodzake
lijkheden zullen houden, ziet zich door
die houding gedwongen om artikel 10
van de z.g. Loonwet toe te passen, op
dracht om de verhogingen tot aan te
geven percentages beperkt te houden.
Nu is het natuurlijk heel gemakke
lijk om daarover moties in werking te
stellen. De vakcentrales doen dat dan
ook onmiddellijk. Misschien moeten ze
wel, om hun achterban te bewijzen dat
ze zich niet zo bij regeringsmaatrege
len neerleggen en om te voorkomen, dat
andere figuren in hun plaats vat op de
werknemers krijgen door hen betere
voorwaarden voor te spiegelen. Maar dat
bewijst dan alleen een gebrek aan ver
trouwen in eigen kracht, een angst voor
gezichtverlies. En natuurlijk spelen
daarbij, in het zicht van de verkiezin
gen, ook politieke motieven een rol.
Feitelijk is er niets bijzonders aan de
hand. We zullen ons allemaal een tijdje
lang moeten beperken in onze uitgaven.
De regering zou in deze een sterker
positie verwerven als zij de rijksuitga
ven ook wat drastischer besnoeide dan
de bij de begroting aangekondigde 140
miljoen. Dat zouden er minstens 3 k 400
moeten worden. Maar dan kan er dit
of dat niet gebeuren, waardoor ook weer
bepaalde belangen van bepaalde groe
pen geschaad worden. En ook de rege
ring zoekt, helaas, de weg van de min
ste weerstand. En als men dan maar
meer dan gewenst is blijft uitgeven en
om meer loon blijft vragen, dan zal in
het komende jaar duidelijker dan ooit
blijken, dat dit niemand tot voordeel
strekt, maar dat een steeds grotere
groep der bevolking er de nadelen van
ondervindt. Zelfs ook werkgevers en
werknemers. En ook dan zal de rege
ring, welke dan ook, weer als de zon
debok worden aangewezen. We worden
helaas meer door de angst dan door de
overtuiging gemanipuleerd.
H. VAN WERMESKERKEN
(Nadruk verboden)
KAMERPLANTEN IN DE WINTER
Nu de aktiviteiten in de tuin zijn af
gelopen is het zaak wat meer tijd te be
steden aan de kamerplanten.
Bij de behagelijke temperatuur in de
kamer komen de insekten uit de eitjes.
Deze jonge insecten voeden zich met de
sappen uit de plant en kunnen zo ver
schillende ziekten overbrengen, zoals
b.v. de ziekte van Viren.
Uitermate gevoelig voor aantasting
doorinsekten zijn: Geranium, Hibiscus,
Hedera, Gloxinia en Cineraria.
De veiligste en meest afdoende me
thode om kamerplanten te vrijwaren van
insekten is het gebruik van een Orga-
Fleur spuitbus. Eén druk op de knop,
de nevel verstuift over de planten en
de insekten hebben geen enkele kans
meer.
Zodra de insekten zijn verdwenen,
fleurt de plant weer op, herkrijgt een
gezonde glans en groeit door. De bloe
men ontwikkelen zich beter en kunnen
onbeschadigd tot volle bloei komen.
Voorkom aantasting van uw potplan
ten! Let vooral ook op de onderkant
van de bladeren. Hier bevinden zich
meestal de meeste insekten witte vlieg,
luis, spint, e.d.
Indien de plant sterk is aangetast,
dan deze tijdelijk apart zetten.
Spuit op niet minder dan 30 cm van
de plant. Het overdadig bespuiten van
de planten of geopende bloemen, die
veel gevoeliger zijn, dient te worden
vermeden.
Hul de plant slechts in een fijne ne
vel en spuit van onder naar boven. Na
de bespuiting blijft op de plant een on
zichtbare neerslag van het insekten-
dodend middel achter.
PLOFFEMAKER
„U hebt de mensen wèl laten schrik
ken, hè?" begon de politierechter tegen
een naar voren getreden jongeman met
grijnzend rose aangelaat.
„Om dat onnozele knalletje?" vroeg
de verdachte met een dun, maar hoge
lijk verbaasd klinkend stemmetje.
„Dat gevaarlijke stukje vuurwerk, ja.
Dat had iemand z'n ogen kunnen kos
ten".
„Nee hoor".
„Vuurwerk is zelfs levensgevaarlijk".
„Dit niet".
„Er staan herhaaldelijk berichten in
de kranten over ongelukken met vuur
werk.. Er kunnen zomaar mensen blind
van worden, of ernstig aan gezicht en
handen worden gewond".
„Niet van dit knaleffect".
„Dat weet je nooit tevoren. Er zijn
wel fouten gemaakt in de vuurwerkfa
brieken, waardoor de dingen te vroeg
ontploften".
„Dat kon bij deze niet".
„Hoor eens even", viel de politierech
ter nu uit, „u kunt nu wel alles blijven
tegenspreken wat ik hier zeg, maar de
feiten liegen er niet om. Zelfs de beste
vuurv. kfabriek kan fouten maken, dus
elk stuk vuurwerk kan levensgevaarlijk
zijn".
„Maar dit niet, want dit kwam niet
van eer vuurwerkfabriek. Dit kunstje
had ik zelf in elkaar gezet".
De monden van de magistraten zak
ten open van verbazing.
„Wat?" bracht de rechter eruit, „en
dat durft u niet gevaarlijk noemen?"
Toen gaf de verdachte een uitvoerige
handleiding voor het zelf fabriceren van
knaleffecten met middelen, die volgens
zijn zeggen totaal ongevaarlijk zouden
zijn, maar toch een dusdanig resultaat
leverden dat ze in een roezemoezig
klasselokaal vol joelende leerlingen de
uitwerking hadden als van een kanon
schot bij heldere hemel.
„Toe maar", zuchtte de rechter, „als
het dan in zo'n drukte al klinkt als een
kanonschot, moet het toch wel een for
midabele ontploffing geweest zijn".
„Een klappertjespistool is ook onge
vaarlijk", zei de knalbomknutselaar.
„Dit was toch geen klappert je meer,
dit moet een heel kruitvat geweest zijn",
meende de officier.
„D'r is geen mens gewond geraakt en
geen boek beschadigd", voerde de doe-
het-zelf-beter-weter aan.
De getuigen kwamen wel met klap-
gevolgen. Het hoofd van de school som
de op: drie gebroken ruiten, een omge
vallen bloempot, een paar verbrande
stoelen en een geschroeide pantalon.
Maar daar moest de knalexpert vrese
lijk om lachen.
„Die ruiten waren al maandenlang te
barste sinds we gevoetbald hadden in
die klas, de bloempot viel pas om door
de consternatie, die stoelen zitten vol
vieze vlekken en dat is ook al jaren on
dertussen, en die broekspijp is alleen
een gaatje ingebrand omdat iemand
daar een sigaret tegenaan hield".
De volgende getuige kwam inderdaad
met minder resultaten naar voren. Het
was de leraar Duits, die geen orde had
kunnen houden, en die met de plof
schrik aangejaagd moest worden.
„Ze wilden dat ik nooit meer terug
kwam", zei hij, „maar ik heb ze d'r nou
zo van langs gegeven, dat ze nooit van
z'n leven meer een kik durven geven".
„Maar de schade, waaruit bestond die
nu precies?"
„Ik was er een dag lang doof van,
daardoor kon ik niet meer naar hun la
waai luisteren en dat hielp zo goed, dat
ik me voortaan altijd doof zal houden",
onthulde de getuige.
„Geen ramen gebarsten?" vroeg de
rechter.
„Die ramen in die school waren al
allemaal gebarsten".
„En dat brandgat in die pantalon
dan?"
„Van brand heb ik niks gemerkt".
Er werd nog lang heen en weer ge
praat, maar toen een derde getuige nog
bevestigde dat er eigenlijk helemaal
een schade was aangericht door de plof
moest de officier ook toegeven dat er
dan geen kruit gebruikt kon zijn. Zo
kwam het tot een verzoek om vrij
spraak wegens gebrek aan bewijs.
„Zal ik nou 's wat vertellen?" begon
de verdachte toen hij het laatste woord
kreeg, „Ik had helemaal geen knalbom.
Ik gaf alleen maar een klap met een
lineaal op de tafel".
De politierechter ontsloeg hem van
rechtsvervolging.
d' ARGENTY
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bijsluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zjjn en geven
zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
C.A.Ó. Is er een c.a.o. voor cou
peuses werkzaam in een damesmode
zaak?
Als u uitsluitend coupeuse bent en
geen werkzaamheden bij de verkoop ver
richt, kunt u voor de c.a.o. in uw bran
che zich wenden tot één van de hier
onder genoemde adressen. Wij verwach
ten niet anders dan dat u wel gevraagd
zal worden zich als lid van één dezer
werknemersorganisaties op te geven..
Alg. Bedrijfsbond textiel en kleding
„De Eendracht", Plein '40-'45 nr. 1, Am-
setrdam, tel. (020) 134626; Ned. Chr.
Bond van werknemers in de textiel- en
kledingbedrijven „Unitas", F. C. Don-
dersstraat 11, Utrecht, tel. (030) 715300;
Ned. Kath. Bond van werknemers in het
kledings- en textielbedrijf „St. Lamber-
tus", Oudenoord 12, Urecht, tel. (030)
24245.
Een melkmauw is een ovale roodko
peren bak van 1 m lang en 50 cm
breed, met een inhoud van ca. 30 liter
melk. Deze bakken dienden er toe om
's avonds de melk in te doen, waarna
ze in lange houten bakken werden ge
zet, waar welwater doorheen stroomde,
's Avonds laat werd de melk afgeroomd
en de volgende morgen nog een keer.
Van de room maakte men de echte boe
ren roomboter en van de rest van de
melk werd komijnekaas of nagelkaas ge
maakt. Dit was dus geen volvette kaas.
Deze vorm van kaasbereiding kwam
haast uitsluitend voor in Leiden en
Delft met omgeving en werd ca. 50 jaar
geleden stopgezet. Tegenwoordig ont-
roomt men de melk met een centrifuge.
Waterleiding. Wie is in een huur
woning aansprakelijk voor het verlies
van grote hoeveelheden leidingwater
tengevolge van een ondervloers lek na
de watermeter?
Bij nadere informatie is ons gebleken
dat de schade aan waterverlies tenge
volge van een lekkage in de binnen
leiding niet verhaald kan worden op de
waterleidingmaatschappij. Omdat het
echter gaat over een huurwoning blijft
de mogelijkheid open, dat de kosten ver
goed worden door de eigenaar, omdat
deze redelijkerwijs niet van een huur
der kan verlangen, dat hij bij tijd en
wijle de vloer eens gaat opbreken om
te kijken of er misschien ergens een
lek in de binnenleiding zit en dat de
huurder zulks niet eerder kan ontdekken
dan nadat de eerstkomende meterstand-
opname heeft plaatsgevonden. Die heeft
meestal eens per kwartaal plaats, zo
dat het kan voorkomen dat het water
maandenlang ongemerkt weggestroomd
is. Als de huurder maar zo spoedig mo
gelijk na de ontdekking de eigenaar ge
waarschuwd heeft, zodat de schade door
zijn toedoen zoveel mogelijk werd be
perkt. Mocht de eigenaar het met deze
zienswijze niet eens zijn en de schade
groot genoeg is om er een civiele pro
cedure over te beginnen, dan is dat het
enige wat u zou kunnen doen om van
deze schadepost af te komen.
Beslagen ruiten. Hoe komt het on
ze ruiten doorlopend beslaan en is daar
wat aan te doen?
Het beslaan van ramen wordt ver
oorzaakt door 't condenseren van vocht
tegen de koude ramen. Blijkbaar wordt
in uw huis veel vocht geproduceerd.
Als vochtproducenten kunnen worden
genoemd: mensen, dieren, planten, een
tropisch aquarium, koken en warmen
van water op de kachel, drogen van
wasgoed in de kamer, dampende maal
tijden enz. Vooral koken en drogen van
wasgoed geeft veel waterdamp, die bij
gebrek aan uitweg tegen de ramen con
denseert. Gaat u dus eens na welke van
de genoemde vochtbronnen verwijderd
kunnen worden en of u de ventilatie in
uw huis kunt bevorderen. In de handel
'zijn middelen ter bestrijding van deze
condensdruppels op de ramen en u kunt
ook gebruik maken van onverdund vloei
baar synthetisch wasmiddel. U drenkt
hierin een flanellen lap en laat dit op
drogen. Hiermee neemt u de ramen af.
Voor alles is het echter zaak het huis
goed te ventileren.
OUDEJ AARSOVERPEINZING
Als straks het jaar is leeggebloed,
Met snelheid naar het einde spoedt,
De klok zijn laatste slag laat horen,
Dan is er weer een jaar geboren.
Door menig mens wordt overdacht
Wat 't oude jaar hem heeft gebracht.
Voor vele mensen zal het zijn
Terugblik op verdriet en pijn.
Voor and'ren soms ook wel vreugd,
Er was toch ook wel iets wat deugt.
Al werd er meen'ge snik gehoord,
We moeten ook dit jaar weer voort
In de tredmolen van 's mensen leven;
Wat zal dit nieuwe jaar ons geven?
Brengt ook dit nieuwe jaar ons zaken
Waarover we ons druk gaan maken?
Ook dit jaar zal beslist niet zijn
Vol rozengeur en maneschijn.
Met onvermijdelijke dingen,
't Noodlot kan men toch niet dwingen.
We zullen steeds weer moeten leren
Om goed en kwaad te accepteren.
Laat ons niet stilstaan bij 't verleden,
Vol goede wil dit jaar betreden.
Wat nu voor ons beginnen gaat,
Want later is het vaak te laat.
Zo wil 'k graag deze rijm besluiten
Met enige wensen hier te uiten
Dat er straks in onze natie
Geen plaats is voor discriminatie.
Het oude woord van „Vrede op aarde"
Een woord zal worden vol van waarde
En wij als zogenaamde mensen
Het niet laten bij vrome wensen
Maar doelbewust tesamen streven
Om in vrede met elkaar te leven.
Wormer
A. VAN VELZEN
door
GERRIT FRANSEN
3)
Een jaar geleden is hij begonnen met
het schrijven van sollicitatiebrieven en
al gauw bemerkte hij, dat juist die res
trictie het onmogelijk maakte om ergens
anders onderwijzer te worden. Er waren
enkele schoolbesturen, die hem wel wil
den hebben en vaag een woning toezeg
den in de toekomst. Jawel, hoe lang
duurt die toekomst? Maar daarop kon
den ze geen concreet antwoord geven.
Hangt van verschillende omstandighe
den af. Welke omstandigheden? Ook
daarop kreeg hij geen bevredigende re-
aktie. Weer een ander schoolbestuur
schreef: „Blijft u maar, waar u nu
woont, wij vergoeden de reiskosten".
Jawel, maar wat schieten we daar
mee op? Kan ik net zo goed blijven,
waar ik ben. Het gaat nu in eerste in
stantie om een huis; het werk is bijzaak
geworden. Zo gaat dat in deze moderne
tijd.
Evert Veswijk was geen type om
gauw bij de pakken neer te gaan zit
ten; integendeel. Hardnekkig bleef hij
schrijven, naar steden en dorpen, va
kantiecentra en boerengehuchten, plaat
sen vlak in de buurt en uithoeken. Met
als gemiddeld resultaat: Met dank voor
uw sollicitatie, delen wij u mede, dat
wij inmiddels zijn geslaagd. Waaruit hij
rustig kon opmaken dat zijn verlangen
nummer één: een huis, een struikelblok
betekende.
Tot hij anderhalve maand geleden sol
liciteerde naar Dalewoud, volgens de
advertentie lieflijk gelegen tussen bos
sen en welvarende boerderijen. Idiote
definitie, maar enfin, daar let enkel
een schoolmeester op. De school had zes
leerkrachten, doch wegens uitbreiding
van het aantal leerlingen zou er weldra
een zevende moeten komen. Sinds augus
tus waren er twee eerste klassen en had
men één tijdelijke kracht, maar die kon
niet langer blijven.
Binnen een week had hij al een op
roep om te komen kennismaken. Hij
ging, ontmoette 'n wantrouwend school
bestuur en een amicaal hoofd. Waarom
meneer Veswijk weg wilde uit de stad?
Veel salarisverschil zou er niet zijn,
maar van de stad naar een dorp was
toch min of meer een teruggang.
Wel, Evert was eerlijk geweest; waar
om zou hij er omheen draaien? Ruim
twee jaar getrouwd, mijne heren, en
nog geen schijn van kans op een huis.
Inwoning op zolder enzovoort. Het gaat
dus ook om het huis.
Een huis was hier geen probleem. Er
was de laatste jaren nogal wat gebouwd,
woningwet en in de particuliere sector.
Wilde meneer de school eens zien? Dat
wilde meneer. Hij had hem van bui
ten al bekeken, maar dat zei hij na
tuurlijk niet. De school was een ouder
wets geval, af en toe blijkbaar proviso
risch gemoderniseerd. Met hoge, smal
le ramen en een nog hoger plafond. Met
ouderwetse, vieze w.c.'s die door de hele
school stonken. Met z'n allen doorliepen
ze de lokalen. Misschien begreep de
voorzitter, een dikke boer, wat er in de
sollicitant omging: „We hebben een
aanvraag in zee, meneer Veswijk, voor
een nieuw te bouwen school. Maar u
weet het, dat is op het moment op de
lange baan geschoven, dus dat kan nog
jaren duren, voordat we de bouwver
gunning hebben. Dit jaar gaat men twee
noodlokalen bouwen, dus kunnen we een
poosje vooruit. Het zal wel wat anders
zijn dan uw school in de stad..."
Veel zin had hij er al niet in, maar
het ging om Dinie. Tenslotte zei hij het
dan ook: „Ik ben bereid te komen, mits
er gelijktijdig een huis is".
Dat zou het bestuur overleggen; me
neer zou er nog wel over horen.
Meneer ging met weinig fiductie te
rug naar de stad, dempte zoveel moge
lijk het optimistische enthousiasme van
zijn vrouw en zweeg over de school zelf.
En hij was Dalewoud al half en half
vergeten, totdat Dinie met de benoe
mingsbrief bij het hek had gestaan.
Arm in arm ilepen ze de kamer in.
„Je moet er al gauw heen, hè? Zou
je dat voor elkaar krijgen?"
Hij knikte.
„Laat dat maar aan de baas over.
Apropos, Dinie, we gaan zaterdag naar
Dalewoud. Eens kijken, wat het voor
een huis is. Want als het me niet aan
staat, zeg ik alsnog nee".
Ze schrok.
„Het is toch nieuwbouw?"
„Dat schrijven ze. Maar ik koop geen
kat in de zak. Eerst weten, wat het is,
hoe het staat en wat voor huur we
moeten betalen. Ze kunnen wel honderd
vijftig gulden in de maand vragen,
maar dan pas ik".
„Zouden ze in dergelijke dorpen zulke
hoge huren hebben?"
„Dat zullen we wel zien. Ik zal het
straks even nakijken: We kunnen een
heel eind met de trein en dan nog twin
tig minuten met de bus, als ik het me
goed herinner".
HOOFDSTUK II
Maar de school is ouderwets!
In de loop van de morgen arriveer
de Evert Veswijk met zijn vrouw in Da
lewoud, lieflijk gelegen, enzovoort. De
onverschillige buschauffeur had zijn ve
hikel precies bij een modderpoel neer
gezet, zodat Evert moeite had zijn vrouw
een beetje behoorlijk op de weg te krij
gen. Op zijn vraag aan de chauffeur,
wanneer hij weer terug kon naar het
stadje, wees de man zonder hem aan
te kijken naar het haltebordje aan de
overkant.
„Dienstregeling hangt erbij", ant
woordde hij, schakelde in een reed zon
der verder commentaar verder, de rim
boe in.
„Een overmaat van vriendelijkheid
schijnt hier niet te bestaan", merkte
hij wrevelig op.
Ze bereikten een stoep, die in elk ge
val droog was.
„We gaan eerst maar eens naar het
hoofd. Die weet misschien, waar ons
toekomstig huis staat".
Dinie kneep zijn arm.
(Wordt vervolgd)