Bijstand een recht voor iedereen I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND CÉ) TUSSEN WAL EN SCHIP 37STE JAARGANG No. 15 11 SEPTEMBER 1970 LANGS DE STRAAT de scheldebode REDACTEUR ADMINISTRATEUR J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal Franco per post f 4,40 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm Excl. 4 B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschij'nt des vrij'dags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. Een mens dient in de eerste plaats zélf zijn boterham te verdienen. Wie zijn aandeel wil hebben in welvaart en wel zijn in ons land, kan niet volstaan met er om te vragen, maar hij zal de handen uit de mouwen moeten steken. Kan dat altijd? Nee. Er zijn heel wat situaties denkbaar, die het een mens onmogelijk kunnen maken zelf aan de kost te komen. Situaties waar men vol komen ongewild in verzeild kan raken. Ze zouden ook u kunnen treffen, of iemand van uw familieleden, vrienden of kennissen In de verklaring van de Rechten van de Mens is als ideaal gesteld: een mens waardig bestaan voor iedereen. De Al gemene Bijstandswet betekent een be langrijke stap op weg naar de verwe zenlijking hiervan. Want kernpunt van deze wet is het recht op bijstand voor elk lid van onze samenleving. Onderdeel van ons welvaartspakket zijn de sociale verzekeringen. Wij betalen premies en de belangrijk ste risico's die ons bedreigen zijn ge dekt: ziekte, invaliditeit, werkloosheid en ouderdom. De Algemene Bijstandswet vormt in feite het sluitstuk van al deze verzeke ringen. Ook deze wet geeft dekking, namelijk garantie voor de noodzakelijke kosten van bestaan, maar zonder dat daarvoor premie verschuldigd is. Of men zou als premie moeten beschouwen de plicht die iedereen heeft zijn recht op bijstand pas te doen gelden, als hij al het mogelijke heeft gedaan om zelf aan de kost te komen. Want dan pas is het de plicht van de gemeentelijke overheid bijstand te verlenen, en slechts voor zo ver de aanvrager niet zelf in zijn le vensonderhoud kan voorzien. Recht op bijstand heeft dus in begin sel iedere Nederlander die in nood is komen te verkeren en waarvoor andere voorzieningen niet opgaan. Bijstand is namelijk een aanvulling op of vervan ging van normale bestaansvoorzienin gen zoals loon voor arbeid of sociale verzekeringsuitkeringen. Deze aanvul ling of vervanging kan van geval tot geval anders zijn, omdat rekening moet worden gehouden met de omstandighe den van persoon of gezin. De Bijstands wet werkt individueel. De Bijstandswet vult de eigen inkom sten aan of vervangt deze, tot het peil van de dagelijkse bestaanskosten. Als eigen inkomsten worden in dit verband ook aangemerkt: een redelijk deel van het loon van minderjarige- en een redelijke winst uit het kostgeld van meerderjarige kinderen. Buiten beschouwing blijven echter: een bescheiden vermogen (a. 6.000, voor een echtpaar, welk bedrag wordt verhoogd met 1.200,voor elk kind; b. 3.600,voor een alleenstaande), vermogen met een verantwoorde be stemming voor opleiding of bedrijf, en giften van kerkelijke- of particuliere in stellingen of personen, behalve wan neer het om grote bedragen gaat. Zo er al aan de bijstandsverlening voorwaarden zijn verbonden, zijn deze gericht op de eigen verantwoordelijkheid van de bijstandsaanvrager. Een dergelijke voorwaarde kan zijn inschakeling in het arbeidsproces, als dit sociaal, medisch of anderszins ver antwoord is. Het niet nakomen van zul ke voorwaarden kan vermindering of zelfs beëindiging van de bijstandsver lening tot gevolg hebben. De uitvoering van de Algemene Bij standswet ligt in handen van b. en w. van de gemeente waar de aanvrager woont. De gemeente kan een onderzoek in stellen naar de juistheid van de ver strekte gegevens en de zin van de aan vrage. Burgemeester en wethouders beoorde len de aanvrage en stellen daarna het bedrag van de bijstandsuitkering en zo nodig ook de voorwaarden vast. Strikt genomen is een mondelinge aanvrage voldoende. Voor een goede gang van zaken is het beter de aan vrage op schrift te stellen, duidelijk te omschrijven waar het om gaat en een korte opsomming te geven van beweeg redenen en omstandigheden. Aanvraag formulieren zijn ten gemeentehuize ver krijgbaar. Het is ook mogelijk namens een an der een aanvrage voor bijstand in te dienen, mits daartoe een eenvoudige vol macht wordt gegeven. Burgemeester en wethouders stellen de betrokkene binnen een maand na ont vangst van de aanvrage van hun beslis sing in kennis. Wijkt deze af van wat gevraagd is, dan worden de redenen daarvan opgegeven. De bijstandsaanvrager kan een be zwaarschrift indienen: als hij het niet eens is met de beslissing van burge meester en wethouders; als de beslis sing langer dan een maand uitblijft; als de beslissing niet of onjuist wordt uitgevoerd. Er is een termijn vastgesteld, waar binnen de indiening van het bezwaar schrift moet plaatsvinden. Al naar ge lang de reden waarom men bezwaar maakt, is deze termijn: uiterlijk een maand na ontvangst van de beslissing; uiterlijk in de tweede maand na indie ning van de aanvrage, als men voor dien nog geen uitsluitsel heeft ontvan gen; uiterlijk een maand na de datum waarop de beslissing behoorde te wor den uitgevoerd. Het bezwaarschrift moet worden ge richt aan het college van burgemeester en wethouders, dat daarop schriftelijk en gemotiveerd beslist. Binnen een maand nadat een beslis sing is ontvangen op het bezwaarschrift, kan men in beroep gaan bij het college van Gedeputeerde Staten van de pro vincie waar men woont. Voor het be roep gelden dezelfde termijnen als voor het bezwaarschrift. Tenslotte kan men van de uitspraak van Gedeputeerde Staten binnen een maand in beroep gaan bij de Kroon. Als sluitstuk van de hierboven ge noemde gang van zaken betreffende de uitvoering van de Algemene Bijstands wet laten wij hieronder de normen vol gen die vanaf 1 juli 1970 worden ge hanteerd om te bepalen of een aanvra ger al dan niet beschikt over de midde len om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. De aandacht wordt er op gevestigd, dat deze bedragen alleen worden ge hanteerd bij aanvragen in de kosten van de normale noodzakelijke kosten van het bestaan voor hen die thuiswonen. Voor bijstand in de kosten van verzor ging in een inrichting gelden andere richtlijnen (bijv. tijdelijke rijksgroeps regeling bejaarden in bejaardenoorden). De basisnormen per week bedragen voor: a. een echtpaar zonder kinderen 95, b. een echtpaar met 1 kind 96,80 c. een echtpaar met 2 kinderen 98,40 d. een echtpaar met 3 kinderen 100,05 e. een echtpaar met 4 kinderen ƒ102,65 f. een alleenstaande 66,50 Voor de berekening van de ter beschik king te stellen bijstand worden de hier voor vermelde bedragen verhoogd met: le. het bedrag van de verschuldigde woonkosten (huur); 2e. het bedrag van de vrijwillige zieken fondspremie, indien en voor zover deze verschuldigd is; 3e. het bedrag overeenkomende met de kinderbijslag, waarop aanspraak zou hebben bestaan indien de kin derbijslagwetten van toepassing zou den zijn geweest. Wij wijzen u er op dat het hier basis bedragen betreft. Aftrekfaktoren e.d. zijn hier niet genoemd. Dit kan n.l. van geval tot geval verschillend liggen. Indien u hier meer van wilt weten kunt u zich wenden tot de afdeling so ciale zaken van de gemeentesecretarie. DE KEIENWERPER „U hebt zich lelijk in de nesten ge werkt, hè?" informeerde de politierech ter vriendelijk, toen de geduchte keien werper voor de groene tafel verscheen. „Niet in de nesten, maar meer in de brandnetels, edelachtbare". „Dat is het zelfde". „Nou, niet als je d'r met je blote r...t in zit". En er volgde een omstandig verhaal over een watertochtje, dat om puur menselijke redenen heel even onderbro ken moest worden. Het bleek, dat enkele zwemmende jongens het tijdelijk verlaten zeilbootje van z'n plaats probeerden te krijgen om er mee te gaan spelevaren. De verdach te zag het wel, maar kon zich op dat moment niet vertonen, omdat hij niet geheel gekleed was. Hij zocht een op lossing om de knapen schrik aan te ja gen en vond die in de zwerfstenen van de verwilderde rotstuin, die hij uitge kozen had voor zijn tijdelijke bezig heden. Drie keien wierp hij volgens zijn zeggen naar de boot. „Dan hebt u heel goed gemikt", be dacht de rechter, „want er is één steen door het grootzeil gegaan en de twee andere hebben ieder het hoofd van een jongen getroffen. Ze hadden wel dood kunnen zijn". „Ik heb er niet één getroffen". „De aanklacht spreekt van minstens tien keien". „Helemaal niet! En ik gooide ze al lemaal mis, met opzet mis. Die gozers zullen hun kop gestoten hebben aan de giek, toen ze probeerden de boot te laten kapseizen". „Ik heb zo'n idee, dat die brandne tels u meer geprikkeld hebben dan die zwemmers. U was er prikkelbaar van geworden". „Edelachtbare, als je toch ziet dat een stel nozems probeert je zelfgebouw de boot af te breken, dan doe je toch wat om ze d'r met d'rlui poten af te houden. Of niet soms? Daarbij verge leken waren die brandnetels maar een zacht prikkelend gevoel". „Waarom hebt u zich niet snel aan gekleed en bent u niet naar die jonge lui toegestapt?" „Ik kon alles zo gauw niet omhoog krijgen, edelachtbare". „U hoefde helemaal geen stenen naar boven te halen". „Ik bedoel m'n broek, edelachtbare". „Was die zo zwaar geworden, omdat u de zakken vol keien had?" „Nee, dat was het niet. Maar enkele zwemmers waren achterom gelopen en hadden een heel zware zwerfkei over de bretels van de botenbouwer heenge- legd. De verdachte moest nu erkennen, niet in staat geweest te zijn deze steen in z'n eentje op te beuren. De officier tilde niet zo zwaar aan die grote kei, die op de bretels lag, maar veel meer aan de kleinere keien, welke naar de hoofden van de zwemmers wa ren geworpen. Hij noemde dat een daad die heel dicht naderde aan poging tot doodslag. Omdat zwemmers zich niet kunnen verweren en zij bij bewusteloos heid zouden kunnen verdrinken, achtte hij een zware straf op zijn plaats en eiste hij duizend gulden boete, of drie maanden gevangenisstraf. „En dat omdat je vastgebonden bent in de brandnetels!" klaagde de steni gende plezierzeiler. „Die brandnetels hebt u zelf uitge zocht en vastgezet bent u pas later, toen die keien al geworpen waren", wist de politierechter. En hij vonniste conform. (Nadruk verboden) d' ARGENTY rJ'f PJ?gj ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zyn en geven zo mogelyk advies op elke vraag. Wy kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Emigrant. Sinds 5 jaar hebben wij geen contact meer gehad met mijn zwa ger die in 1952 naar Australië is ge ëmigreerd. In april j.l. schreven wij een brief, per luchtpost, die niet retour ge komen is, maar hebben nog niets ge hoord. Tot welke instantie of adres kan ik mij wenden om weer met hem in contact te komen? Waarschijnlijk zal het adres nog wel juist zijn, anders had u de brief wel retour gekregen. U zoudt zich eens kun nen wenden tot: Royal Netherland Em bassy, 120 Empire Circuit, Yarralumla, Canberra 2600, Australia afdeling infor matie. Mocht dit geen succes hebben, dan kunt u nog het ministerie van bui tenlandse zaken inschakelen, n.l. de af deling die de adressen van de Neder landse vertegenwoordigingen in het bui tenland bezit en een adres vragen in de buurt waar uw zwager woont. Het tele foonnummer is 614941 (070). Rechten dochter. Een familielid heeft haar dochter van 18 jaar buiten de deur gezet met de woorden: je bent bedankt en hier heb je je spaarboekje en je jack. Je andere boekje krijg je wel als je trouwt. Ze volgt een opleiding in een andere plaats en heeft daar wat zomerkleren. Haar winterkleren zijn nog thuis. Kan de moeder dit nu zelf houden of is ze verplicht haar spullen mee te geven Kunnen de ouders haar verplich ten naar huis terug te keren of heeft het meisje nu ook rechten? Een meisje van 18 jaar, dat nog on gehuwd is, is minderjarig. De ouders mogen haar niet onverzorgd laten en kunnen haar, als zij niet uit de ouder lijke macht zijn onzet, ook naar huis terugroepen. De kleren zijn vermoedelijk door de ouders betaald en zij kunnen dus redeneren: als jij je aan onze zor gen en aan je ouderlijke huis onttrekt, stellen wij deze kleren ook niet tot je beschikking. Aan de andere kant zijn de ouders verplicht hun kind van het noodzakelijke te voorzien als het kind zelf niet in staat is daarvoor te zorgen. Teervlekken. Hoe krijg ik een teer vlek uit een jurk van Diolen Loft? Teervlekken worden als ze droog zijn, eerst afgeborsteld of eventueel wegge- brokkeld. Dan kan er met spiritus of met alcohol worden gewerkt. De vlek ken moeten dan echter ook nog gebet worden met tri of tetra of nog beter met terpentine (een vloeistof waarvan de geur wel vrij lang in de stof blijft han gen). Bessen. Hebt u een recept voor zwarte bessen op brandewijn of jene ver? Moeten deze nu tweejarige strui ken in het najaar afgesnoeid worden en hoeveel? Zwarte bessen maakt men doorgaans in op jenever, dat is lekkerder. U neemt b.v. een half pond zwarte bessen, ritst deze af, wast ze en doet ze vervolgens in een fles. U neemt dan twee glazen water, waarin een limonadeglas suiker is opgelost. Dit suikerwater, nog hand warm, op de bessen gieten en laten af koelen, waarna u er jenever naar smaak kunt bijvoegen. 1 maatje jenever op bo venvermelde hoeveelheid is wat slap, maar u kunt het er eerst eens mee pro beren. Wel moet e.e.a. enige tijd blijven staan, opdat het geheel goed doortrok ken is. U kunt er ook gemakkelijk wijn van maken: was ze goed, afritsen, vruchten wegen, evenveel witte suiker toevoegen. Omschudden en dan in een schoongemaakte stopfles doen. Na een paar weken omroeren. De bessen komen dan boven, de wijn zit onderin. Bederf is uitgesloten. De wijn blijft jaren goed en gaat in kwaliteit vooruit. Zwarte bessen moeten na de pluk flink uitge dund worden, daar deze hoofdzakelijk dragen op het krachtige jonge hout. Ook goed mesten. 0^.CP.(2» roeibrillant De mooiste brillantring voor de laagste prijs en 100% inruilwaarde reeds vanaf 126, In brillant, granaat en bloedkoraal zijn wij ruim gesorteerd HORLOGER JUWELIER OPTICIEN t DIJKWELSESTRAAT 22 KAPELLE - BIEZELINGE TELEFOON (01102) 1223 door TRUDIE MOORST 51) En als uw broer in de buurt is, moet u het hem maar eens gaan vragen. Ik durf er een fles goede Italiaanse wijn om te verwedden, dat hij behoorlijk zal schrikken". Tilly van Heeveren was wel zo in telligent om te begrijpen, dat dit geen uit de duim gezogen geïmproviseerd verhaaltje was om zich schoon te was sen. Doch één ding begreep ze nog niet. „Waarom zijn jullie dan hier bij el kaar? Mij dunkt, ik geloof, als ze met mij zo'n gemene streek hadden uitge haald, dat ik de persoon in kwestie waarschijnlijk vermoord zou hebben". Er kwam een flauwe lach over het gezicht van Marjo. „Dat was hij ook van plan, juffrouw Van Hëeveren. Toen hij mijn adres op gespoord had, zocht hij me op met de bedoeling me te vermoorden. Maar op het laatste moment bedacht hij zich. Misschien ook, omdat ik hem vertelde, wat ik u nu heb verteld. Daarna... ik stelde me beschikbaar om met hem mee te gaan naar meneer Van Heeveren om tekst en uitleg te geven. Meneer Pelser ging toen weg met de mededeling, dat hij me zou waarschuwen, als hij er de kans toe kreeg bij uw vader. Maar zo als u weet, kreeg hij die kans in het geheel niet. Hij kwam bij me terug, to taal verslagen. Omdat het mede mijn schuld was, dat hij u kwijt geraakt was, probeerde ik hem wat op te beuren en te troosten... Enfin ze begon weer te lachen hij kwam nog eens een keer en nog eens... Tja, hoe gaat het dan? Wij gingen van elkaar houden". Het tweetal kijkt naar de jonge vrouw die in gedachten verzonken voor zich uit staart. Een poosje is het stil. Maar opeens begint Tilly te spreken, op vlak ke toon: „Mijn eerste reaktie toen was: dat kan niet waar zijn, zo is Jan niet! Maar de foto's werden onder m'n neus gedrukt en die logen er niet om. Toen werd ik woest. Naderhand toen ik wat tot mezelf gekomen was, dacht ik: wie weet, hoe lang hij mij op deze manier al aan het lijntje heeft gehouden. M'n vader zei: Hij is in z'n vrije tijd's avonds kelner, dan komt hij met allerlei slag vrouwen in aanraking. En als hij des avonds naar huis fietst, eveneens. Ik wist niet meer, wat ik er van denken moest. Vader zei: Het is 't beste, als je een poosje weg gaat, tot je er overheen bent. Ik zal de KLM bellen. Ga naar Hendrik, in Argentinië. Ik zal hem te legraferen, dat je onderweg bent. Dat leek me onder de gegeven omstandig heden de enige uitweg. Ver van Am sterdam vandaan. Maar toen ik in Ar gentinië was en nog eens over alles na dacht, ging ik soms twijfelen, of alles wel waar was". Jan zei zacht: „Ik veronderstelde, dat je me beter kende, Tilly". De vrouw drinkt haar glas leeg. Ze kijkt de man aan. „Geef me nog een sigaret?" Hij houdt haar zijn pakje voor en knipt daarna zijn aansteker open. Ze nuwachtig trekt ze aan de sigaret, af en toe kijkt ze Jan Pelser aan. Tenslot te vraagt ze: „Wat heb je wel van me gedacht?" Hij haalt zijn schouders op. „Van alles. Ergens had ik een voor gevoel, dat er op het laatste ogenblik iets tussen zou komen. Ik kon bij je thuis van niemand goed hoogte krijgen. Behalve misschien van je moeder. Je vader was gereserveerd vriendelijk te gen me, maar toch vertrouwde ik dat niet helemaal. Je broers deden alsof, vooral Pieter, maar daar trok ik me niets van aan, want ik dacht: Tilly zal haar wil doorzetten, desnoods tegen de raad van haar broers in. De enige, voor wie ik feitelijk de meeste vrees had, was je moeder. Hoewel ze uiterlijk nooit iets liet merken, voelde ik intuïtief, dat ze mij niet mocht, misschien vond ze me zelfs wel een brutale knul, omdat ik me verstoutte van haar enige doch ter te houden". „Moeder had inderdaad bezwaar", geeft Tilly toe. „Trouwens vader waar schuwde me ook een keer. Hij zei: Weet goed wat je doet. Een huwelijk is door gaans een verbinding voor het hele le ven. Je zult veel van het comfort, dat je nu bezit, moeten prijs geven. Maar dat kon me niets schelen. Ik hield toch van je?" Impulsief kijkt hij de vrouw aan. Hun blikken klemmen zich aan elkaar vast. „En nu?" vraagt hij. „Nu, nadat je alles weet?" „Ik ben vorige maand getrouwd", is haar antwoord en ze begint te kleuren. HOOFDSTUK XX Het is voor Marjolein van Mindere, of er een geweldige last van haar schou ders valt. Vanaf het eerste moment, dat zij en Jan Tilly van Heeveren ontmoet ten in het dorpje, flitste het door haar gedachten: Zij is vanaf dit ogenblik mijn rivale en ik zal het tegen haar verliezen. Jan heeft veel van haar ge houden en is haar op een wrede wijze kwijtgeraakt. Bovendien heb ik daar aan meegewerkt. Ik zal hem niets kun nen verwijten, wanneer hij hier in ItaÜë mij de rug toedraait en verder optrekt met Tilly. Terwijl ze naar het hotel lie pen, nog voor er tekst en uitleg is ge geven van de ware toedracht, probeert ze er zich alvast mee vertrouwd te ma ken, dat ze straks alleen terug zal rei zen naar Nederland. En weer alleen zal zijn in haar kamer aan de Nieuwe Spie gelstraat. Tilly zal hem eenvoudig op eisen, als ze straks weet, hoe de vork in de steel zat. Waarom moet dit? Een machtig grote wereld, maar uitgerekend moeten we hier Tilly van Heeveren als het ware tegen het lijf lopen. Precies de enige vrouw, die ik nooit zou willen zien. De enige vrouw, die in staat is me mijn Jan af te nemen. Tijdens het gesprek heeft ze hem zien veranderen. De blik in zijn ogen kent ze immers zo goed? Het is de glans van bewondering en verlangen, de bezittings- drang, die zich ongemerkt manifesteert. In dit half uur ervaart ze: zijn liefde voor dit meisje is nog niet dood. In tegendeel. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1970 | | pagina 1