De vuile lucht en hoe eraf te komen tèafejsr aresa' NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND TUSSEN WAL EN SCHIP 37STE JAARGANG No. 11 14 AUGUSTUS 1970 LANGS DE STRAAT de scheldebode REDACTEUR ADMINISTRATEUR J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal Franco per post f 4,40 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm f 4,50, verder 18 cent per mm Excl. 4 B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. Tokio in Japan, Sidney in Australië, New York en bijna de gehele oostkust van de Verenigde Staten waren kort ge leden d© ernstigste slachtoffers van de luchtvervuiling maar niet voor het eerst: we hebben er al vaker over in de kranten kunnen lezen. Dat kwade dam pen die zich mistig samenpakken rond de huizen van miljoenen mensen, niet alleen een verschijnsel zijn waarvan we in de kranten berichten lezen uit verre streken, hebben de bewoners van het Rijnmond gebied ervaren. Ook daar was het aan de rand van een dergelijke catastrofe. En ditmaal eens niet doordat een fabriek in brand was gegaan of een tanker: het was ge woon de normaal geachte piuduktie van giftige gassen die alleen door wat toe vallige weersomstandigheden bleef han gen, meer dan gewoonlijk. Dergelijke windstilte gevoegd bij het verschijnsel van „thermische inversie" waardoor een warme luchtlaag als het ware die daar onder afsluit, komt zeker in Nederland niet al te vaak voor, maar een ver schijnsel van eens in de eeuw is het ook weer niet. En evenmin is het een verschijnsel van alleen maar de Rijnmond met zijn concentratie van zware en chemische industrie en een overvloedig autover keer de voornaamste verwekkers van de luchtvervuiling. We moeten het tem po niet onderschatten waarin Nederland wordt volgebouwd met woningen en fa brieken en voorzien van autowegen. We hebben hier slechts het voordeel dat we in dit opzicht enigszins achteraan ko men vergeleken met juist gebieden als de Amerikaanse oostkust en Tokio of om dichter bij huis te blijven: het Roergebied. Planten en dieren. Het voornaamste echter wat tot dus ver gedaan wordt is het aanleggen in tamelijk bezadigd tempo van een net van automatische stations die voorna melijk meten hoeveel zwaveldioxyde de lucht bevat. Via een computer kan dan vrij snel worden vastgesteld waar de kritische grens wordt bereikt dat de atmosfeer ronduit te slecht wordt om nog in te ademen. Dat dit overigens elektronisch moet gebeuren is op zichzelf al een te ken hoever de luchtvervuiling is voort geschreden. Bepaalde korstmossen, het groen aan bomen, komen in bepaalde streken al niet meer voor die hebben de strijd tegen de kwade dampen al opgegeven. Als natuurbeschermers in de bres sprin gen voor in hun bestaan bedreigde die ren of planten is dat daarom niet af te doen als een tamelijk weekhartige overgevoeligheid: de vissen in het wa ter, de planten rond de steden zijn de gevoeligste waarschuwingssystemen die er zijn tegen allerhande verpesting van het leefmilieu. Dit is de situatie: een waarschuwings systeem is in opbouw. Wat daarna volgt kan niet veel meer zijn dan een beleefd verzoek aan bedrijven om geen rommel beneden vijftig meter door schoorste nen de lucht in te blazen op zichzelf ook al een vrij bedenkelijk verzoek, want wat hoger wordt weggeblazen komt ook ergens neer, maar dan bij an deren. En wat dat hoog wegblazen be treft: op Schouwen-Duiveland wordt bij tijd en wijle in de lucht een zwavel- dioxydeconcentratie aangetroffen van zorgwekkende hoogte en de enige plek waar die vandaan kan komen is Engeland, waar men kennelijk ook ho ge schoorstenen kan bouwen. Oplossing. In de V.S. is vooral senator Muskie vermoedelijk presidentskandidaat in 1972 voor de Democraten aktief. Wat hij wil is een wetgeving invoeren dat binnen een vastgestelde tijd, zeg vijf of zes jaar, een fabriek óf geen vergif meer op de omwonenden loslaat óf sluit. Dat is tamelijk kras en het lijkt ook niet haalbaar: de installaties die de in dustrie daarvoor zal moeten bouwen zijn kostbaar en de kosten zullen terug moe ten komen via de prijs van het produkt. En als dan ergens anders een fabriek zonder kommer om zuiveringsinstalla ties, wel door kan werken, dan komt de prijsconcurrentie om de hoek kijken. Het is een puzzel die nationaal niet meer is op te lossen. Aan een oplossing op wereldschaal, bijvoorbeeld via de Verenigde Naties, kunnen alleen vrij naieve optimisten denken. Maar de E. E.G. met zijn tamelijk compacte grond gebied van lidstaten zou erover kunnen peinzen. En tegen de economische weer slag via de invoertarieven iets kunnen doen. Maar ook voor een Europese ak- tie zal eerst de in zijn ademhaling be dreigde burger in eigen land zich goed boos moeten tonen. (Nadruk verboden) DE ONSCHULDIGE SLAPERS „Zo, zo, dus u hebt in het bos ge slapen", mompelde de politierechter te gen de twee verdachten, die moesten aantreden wegens autodiefstal. „Wat deed u daar? Was u daar geboren of woonde u er alleen maar?" „We zijn daar niet geboren..." klonk het zacht uit de mond van de oudste, die zich het eerst moest verantwoorden. „O, bent u niet geboren? Nee, u bent in het bos gevonden, dat is waar ook". ,,'tWas maar voor een nachtje", zei de oudste van 24. „Had u geen geld voor een hotel letje?" „Geld wel, maar we vonden geen ho tel. En 'twas al laat..." „Ja, als je eerst midden in de nacht uit stelen gaat, kun je om 'n uur of twee, drie moeilijk meer een hotel open vinden". „We hebben niet gestolen!" „Niet? Hé, is dat niet vreemd. U liep toch met de papieren van de gestolen auto in uw zak". „Nee, ik sliep. Een ander kan dat kentekenbewijs wel in m'n zak gefrom meld hebben". „Dat zou dan wel toevallig zijn, dat een wildvreemde autodief het kenteken bewijs van een door hem gestolen wa gen in uw zak gaat steken, terwijl u met die wagen bent komen aanrijden". „Ik ben d'r niet mee aangereden". „Nee, u hebt er nog wel een ander mee aangereden, onderweg. Toen heb ben ze het kenteken van de auto geno teerd en het signalement van de mensen die erin zaten. En heel toevallig klopt dat met het signalement van u beiden". „We wisten niet eens waar die auto stond toen de politie ons wakker maak te". „O, maar toen u die auto pikte, wist u donders goed waar hij stond. Zeg nou maar eerlijk dat u er niet voor uit durft te komen, omdat u bang bent voor de gevolgen van die aanrijding!" De oudste knaap hield vol van niets te weten. Zijn maat van 21 keek ook vreemd op van de beschuldiging. „Een auto?" vroeg hij, alsof hij nog nooit van zo'n ding gehoord had. „Daar heb ik nog nooit in gezeten!" „Dat is dan leugeT nummer één, want je hebt al verschillende malen in een politiewagen gezeten!" „Ik bedoel in een gestolen auto". „Dat is dan leugen nummer twee, want je bent er in gesignaleerd. Na die aanrijding op de Rijksweg". Hij wist van geen Rijksweg af, laat staan van een aanrijding. „Dat is dan leugen nummer drie, want op deze foto zie ik u in de ge stolen auto zitten en die auto staat op de Rijksweg". Daar stond de verdachte van te kij ken. Maar het bleek, dat zijn kameraad een fototoestel bij zich had, toen de twee werden gevonden in het bos. De politie had dat filmpje uit dat toestel eens ontwikkeld en bekeken wat er op de foto's stond. En daar kwam de jongste tevoorschijn, trots poserend achter het stuur van de vermiste auto. „O, dat was vóór het ongeluk!" riep de beklaagde uit. „Zo, dus dan weet je alles af van dat ongeluk. Anders kon je niet weten of het ervoor of erna gebeurde", con cludeerde de magistraat. „Ik bedoel, dat ik niet verder ben meegereden", klonk het nog. „Na die foto heeft m'n vrind gereden". „Zo, dan weten we ook wie het on geluk veroorzaakt heeft". De vriend ontkende het nog. Maar langzamerhand verspraken de knapen zich steeds vaker en uiteindelijk bleek dan, dat ze uit vrees voor een achter volging na de aanrijding de auto het bos in hadden gereden en zelf verder waren gelopen. Tenslotte waren ze aan de andere kant van het bos doodmoe in slaap gevallen. Daar vond de politie hen, met het kentekenbewijs nog in de zak. De auto werd later opgespoord en de beschadigingen correspondeerden met de scha'de aan de andere auto. De officier van justitie vorderde zes maanden voor de autodiefstal, drie maanden wegens de aanrijding en nog eens drie maanden wegens het door rijden na een ongeval. Onvoorwaarde lijk. „Het was helemaal geen diefstal", klaagde de oudste autodief. „We wil den alleen een ritje maken en de auto 's avonds terugbrengen". De politierechter schakelde joy-riding echter uit. Met het verstoppen van deze auto in het bos werd bewezen, dat de heren de auto niet wilden laten terug vinden. Bovendien behielden zij het ken tekenbewijs. En hij vonniste negen maanden onvoorwaardelijk en drie maan den, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. „Jij moest ook zo nódig op een kiek je!" snauwde de oudste tegen de jong ste. „En wie houdt nou zo'n kentekenbe wijs in z'n zak, hufter!" schold de ander terug. (Nadruk verboden) d' ARGENTY LET OP DE HUISAPOTHEEK Onze huisapotheek, dat handige kast je, kan een bron van gevaar voor het gezin vormen. Bij een onderzoek naar de huisapotheek in Hamburgse wonin gen, kwam men tot de ontdekking, dat bijna 50 van de zich daarin bevin dende medicamenten niet meer waren te gebruiken. Het bleken resten van drankjes, pillen en poeders te zijn. Daar naast kan een huisapotheek gevaar op leveren voor kinderen. Zo'n metalen kastje moet dan ook buiten handbereik van kinderen blijven. Nog maar al te vaak gebeuren er ongelukken, omdat kinderen zich spelenderwijze vergifti gen met oude geneesmiddelen, slaap tabletten of gevaarlijke schoonmaak middelen. Het onderzoek in Hamburg le verde als conclusie de goede raad op: gooi alle restanten van medicijnen di- rekt weg. Daardoor kan veel ellende worden voorkomen. (CONSU) mm ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bijsluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief Wij willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Postzegels. Hoeveel landen geven op dit ogenblik postzegels uit, welke landen hebben deze uitgegeven en zijn veroverd door andere en hoeveel landen bestaan er nu? Deze vragen volledig beantwoorden kunnen wij niet. Wel kunnen wij zeg gen dat er bij de Postunie ca. 200 post- zegeluitgevende instanties zijn aangeslo ten. Omdat je blijkens je vragen erg in postzegels geïnteresseerd bent en in je omgeving voor zover wij weten geen jeugdclubs zijn, raden we je aan lid te worden van de Algemene corresponden tie-jeugdclub „Met loep en pincet", waarvan de secretaris is de heer W. Waaijenborg, Tollensstraat 96a, Rot- terdam-11. De contributie bedraagt per jaar 7,en voor de entree van 2, ontvang je het boekje „Het a.b.c. van het postzegelverzamelen". Deze club be schikt ook over een bibliotheek en geeft een tijdschrift uit, waar je met al je vragen terecht kunt. Broeikas. In het voorjaar heb ik een broeikas je gemaakt van 3 x 4 m en daar het houtwerk in de carboleum ge zet en het glaswerk wit geschilderd. Het zaad komt zeer slecht op en als het zonnig is gaat het binnen een week dood. Komt dit door de carboleum? Door het warme zonnige weer komen er steeds carbolineumdampen vrij, die dodelijk zijn voor alle plantenleven, voor al nu het maar zo kort voor het in ge bruik nemen van het kasje is gebeurd. Beter was het geweest als u al vroeg in het najaar het kasje gebouwd had, dan waren de meeste dampen al wél verdwenen. Wij vrezen dat u de hele zo mer niets aan het kasje zult hebben, maar veel ventileren en de grond voch tig moet houden. Vermoedelijk is het kasje in het late najaar of winter wel weer te gebruiken. Overschilderen helpt niet, daar de dampen er toch doorheen komen. Nobelprijs. Wat zijn de nobelprijs- winnaars van 1969? De nobelprijswinnaars van 1969 zijn: Literatuur: Samuel Beck et (Iers-Frans toneelschrijver, romancier en dichter); Geneeskunde en, fysiologie: Mare Del- bruck, Alfred D. Hersey en Salvador (Amerika); Vrede: Internationale Ar beidsorganisatie te Genève (50 jaar be staan)Economische Wetenschappen: Prof. Dr. Jan Tienbergen en Prof. Ra- guar Frisch (Noorwegen); Scheikunde: Prof. Add. Hassel (Noorwegen en Prof. Derck Barton (Engeland); Natuurkun de: Murray Geil. Mann (Amerika). Stephanotis. - Ik heb een voldragen zaadbol van de Stefanotis. Hoe moet ik daarmee handelen? Als de vrucht rijp is, kunt u proberen het zaad tot kieming te brengen. Doe dit in een potje met scherp zand en turfmolm onder plastic hoes en zet dat potje op een warme plaats. Of het u lukken zal is een tweede, maar in elk geval te proberen en als het lukt is dit echt iets voor een liefhebber; als ze opkomen verspenen in een zelfde grond- mengsel en later ieder afzonderlijk in potjes met goede bloemistengrond. Veel succes toegewenst! Ovenvisje. Kimt u mij zeggen, hoe ik het ovenvisje kan bestrijden? Dit ovenvisje is zeer op warmte ge steld. Vandaar dat u dit insekt veel vindt in bakkerijen, waar het overvloed van meel vindt voor voedsel en zich graag ophoudt bij de warmtebron. Van daar verspreidt het zich naar naburige huizen en vooral daar waar centrale verwarming is. Veroorzaken soms veel hinder, doch doen weinig schade. Be strijding: in de schuilhoeken en verder waar u ze aantreft, fijne naphtaline of insectenpoeder strooien. Ook kunt u een vloeibaar huishoudinsekticide druppelen achter reten en kieren en ze daarna met gips, cement of stopverf dichtmaken. Fanclub. Kunt u mjj het fanclub adres geven van de groep de Fortunes? Aangezien ons geen adres bekend is van een eventueel bestaande fanclub van „The Fortunes", geven wij u hier bij het correspondentie adres van deze groep door, zodat u zich rechtstreeks tot hen kunt wenden: Het is The For tunes, c/o Decca Records, 9 Albert Em bankment, London S.E. 1, England. Duitse rente. In 1903 ging ik naar Duitsland en heb daar 15 jaar gewerkt. In 1956 kreeg ik van 4 jaar achter stallig 2500,—. Daar nam Wet Drees 700,— van en 200,— belasting, waarvan ik na reclame 100,terug kreeg. In Nederland, waar ik bijna de helft meer geplakt heb, krijg ik een fooi van 167,— per jaar. De laatste jaren moet ik bijna 300,betalen, terwijl ik las dat vanaf 1 juli 1969 van Duitse rente geen belasting meer ge vraagd werd. Wat is juist? Voor Duitse rente geldt geen vrijstel ling, doch wel een reductie ter voor koming van dubbele belasting. Bij ver drag is de heffing van Duitse sociale verzekeringsrenten aan Duitsland voor behouden. Dat betekent dat die belas ting ddar wordt ingehouden. Hier moet de rente wèl worden aangegeven, doch krijgt men over het belastingbedrag een reductie naar evenredigheid. Inzake de hoogte van uw uitkering over de Ne derlandse rentezegels, daarvoor kun nen wij u niet inlichten. Hiervoor kunt u zich het beste wenden tot de Raad van Arbeid. door TRUDIE MOORST 47) En Gerrit eveneens. Enfin, je hebt nu zelf wel gezien, dat we een streepje voor hebben. De mooiste kamers van 't hotel heeft ze voor ons gereserveerd". Hij richt zich half overeind. „Ik krijg honger. Ik ga me aankle den". De vrouw kijkt op haar horloge. „Met een half uurtje is het zover. Goed, ik kom ook zo". Tien minuten later lopen ze hand in hand terug naar het hotel, dat maar een paar honderd meter van het rots plateau verwijderd is. Op het terras zitten verschillende gasten uit te bla zen van hun wandeltocht in het intie me dorpje. De zon brandt onbarmhar tig; de thermometer aan de muur wijst vier en dertig in de schaduw. Of het maar niks is, denkt de man. Als ze in de eetzaal zitten, kijkt de man af en toe rond. Er zit van alles tussen: enkele Duitsers, die terstond op vallen door hun zware stemmen en luid gelach. Er is een gezin aan de tafel naast hen: een gemoedelijke Beier met een mager vrouwtje en twee beeldscho ne dochters, die brutaal flirten met iedereen, waar ze kans voor krijgen. Er zijn Fransen, die wat meer teruggetrok ken zijn en in hun radde taal hele re devoeringen tegen elkaar afsteken. Er is een rustig echtpaar uit Zwitserland, dat lange wandelingen maakt en geen last van de hitte schijnt te hebben, want de vrouw ziet er altijd even fris en vriendelijk uit. Er is een stel jongelui uit Yoegoslavië, dat 's avonds muziek maakt op het terras en erbij zingt. Volksliederen, maar ook de nieuwste nummers van de hitparade. Er is voorts een echtpaar uit Engeland, met drie kinderen van vijftien tot twintig jaar, dat zich van iedereen isoleert en elke morgen in een bus stapt naar de na bij gelegen stad om daar musea te bezoeken. En er is tenslotte een vlotte jongeman uit Spanje, die ieder meisje het hof maakt, gasten zowel als inboor lingen. En Jan Pelser weet, dat het éne kamermeisje al weg van hem is, want hij heeft ze de eerste avond samen ge zien in het dorpje in een donker hoekje. Als daar maar geen gebroken hartje van overblijft. Zelf zijn Jan en Marjo de enige Ne derlanders. Met de andere gasten heb ben ze weinig kontakt, of het zou met de Yoegoslavische jongelui moeten zijn, met wie ze al dadelijk goed overweg konden, trots de taalbarrière, maar dat viel al gauw mee, want een paar spre ken gebrekkig Duits en één kan zich behoorlijk roeren in het Italiaans. Het kan hen overigens weinig schelen, want ze zijn samen met vakantie: veer tien dagen in het verre Italië, aan dit fantastische meertje in het plaatsje met de vrijwel onuitsprekelijke naam. Daar om genieten ze van de vroege morgen tot de late avond. Ze hebben na een tip van de vriendelijke hoteliersvrouw een stil plekje gevonden, waar ze kun nen zwemmen en zonnebaden. En elkaar liefhebben, zonder dat ze gestoord wor den. Het is een privéplekje van Tino en slechts bereikbaar door een poortje. Maar Tino gaf hem de eerste dag al de sleutel. „Omdat jullie Nederlanders zijn", had hij er lachend aan toege voegd. „En omdat jullie jong zijn en er gelukkig uitzien. Nog niet getrouwd? Niet te lang wachten. Het huwelijk maakt de vrouw mooi en de man ge lukkig". Een definitie, die wel niet helemaal klopt, vond Marjo, maar die in elk ge val goed bedoeld was. Dus ontdekten ze het plateau en het kleine stukje strand aan de voet ervan, beschermd door twee rotsdelen, die meters ver in de zee verdwenen. Onbereikbaar van beide kan ten. Een privéstrandje. 's Morgens vroeg al gaan ze samen zwemmen. Als de zon nauwelijks boven de gezichtseinder te zien is. Want de morgens zijn heerlijk fris en zo'n bad is een genot na een benauwde nacht in het hete hotel. Tfots de vele ventilators, die overal zijn aangebracht. En na het ontbijt maken ze een wandelingetje in het piepkleine dorpje, waar handige za kenlieden het seizoen uitbuiten en van hun huis een souvemishop hebben ge maakt. Dat gaat daar heel gemakkelijk: het raam eruit en een stellage gebouwd, die half binnen, half buiten ligt. Daar boven een tentzeil voor de felle zon en de „winkel" is klaar. In het half don kere huis bivakkeert de hele dag de vrouw des huizes, of een der kinderen, want de man werkt in een der fabrie ken, die enkele kilometers landinwaarts staan te roken. De verdiensten in deze zomermaanden zijn welkom in de door gaans grote gezinnen, want het dorp wemelt van kinderen. Behalve souve nirs, wordt er ook fruit verkocht tegen voor Nederlandse begrippen fantastisch lage prijzen.. En zodra de zon te warm wordt om nog lang in het hete dorps straatje te vertoeven, zakken ze weer af naar het hotel, trekken opnieuw hun badkleding aan en vertoeven op het rotsplateau tot etenstijd, om daarna een korte siësta te houden, tot het heetst van de dag voorbij is. Daarna het water weer in en na het avondeten is er altijd wel plezier te maken op het terras. Daar zorgen de Yoegoslavische jongens wel voor. De altijd ijverige Tino heeft al gauw gezien, wat voor gasten hij dit maal heeft en zorgde in allerijl voor een geïmproviseerde dansruimte op het terras. Zodat er bij de muziek van de ondefiniëerbare Yoegoslavische instru menten soms tot middernacht of nog langer wordt gedanst. Zonder vergun ning, want hier ben je in Italië en niet in Nederland. De dorpsveldwachter, een man in een monsterachtig uniform, komt een enkele keer 's avonds kijken, lacht iedereen vriendelijk toe en wordt dan door Tino meegenomen naar bin nen, waar hij de rest van de avond blijft zitten plakken bij een fles wijn. Om te gen middernacht een beetje wankelend en telkens saluerend in het donker te verdwijnen. Naar zijn huisje aan het andere eind van het dorp, dicht bij het gemeentehuis, waar hij woont met zijn ongetrouwde zuster. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1970 | | pagina 1