21 JUNI vaderdag J. tflkpaU NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND Werkloosheidswet geeft méér aanspreken TUSSEN WAL EN SCHIP Z 0NNEBRIL 37STE JAARGANG No. 3 19 JUNI 1970 LANGS DE STRAAT REDACTEUR ADMINISTRATEUR J. M. C. VAN DER PEYL - KRUSNINGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling ƒ2,15 per kwartaal Franco per post 4,40 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm 4,50, verder 18 cent per mm Excl. 4 B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. de scheldebode Er is in ons land gelukkig weinig werkloosheid. Dit zal wel de reden zijn waarom er voor dat deel van onze so ciale verzekering dat de financiële ge volgen van werkloosheid opvangt de Werkloosheidswet veel minder be langstelling bestaat dan bijvoorbeeld voor de pensioenen van de AOW. 'tls zelfs nauwelijks opgevallen dat gedu rende de laatste jaren enige regelingen aan de werkloosheidsverzekering zijn toegevoegd die voor degenen die hun werk en daardoor hun loon verliezen, van veel belang kunnen zijn. De Werkloosheidswet verzekert de werknemers tegen geldelijke gevolgen van onvrijwillige werkloosheid. De uit kering bedraagt tachtig procent van het dagloon en wordt gedurende ten hoog ste zesentwintig weken per uitkerings jaar gegeven. Een en ander geldt voor werknemers beneden de vijfenzestig jaar. De wet wordt uitgevoerd door de be drijfsverenigingen. (Werknemers die „uitgetrokken" z\jn, kunnen nog gedurende twee jaar een uitkering krijgen van vijfenzeventig pro cent van de Wet Werkloosheidsvoorzie ning, die uitgevoerd wordt door de ge meenten. Vakantietoeslag. Bij de uitkeringen krachtens de werk loosheidswet werd geen rekening gehou den met de vakantietoeslag, die in vrij wel alle bedrijven aan het personeel ge geven wordt. Wie gedurende enige tijd zonder werk was en werkloosheidsuit kering ontving, bouwde namelijk over die periode geen vakantietoeslag op, be halve wanneer men, zoals bijvoorbeeld werkloze bouwarbeiders, tijdens de werk loosheidsperiode vakantiebonnen kreeg. Sedert 30 juni 1969 is echter de va kantietoeslag, die men als werknemer kreeg, wél in de dagloonberekening voor de werkloosheidsuitkering begrepen. De toeslag bedraagt zes procent en wordt afzonderlijk uitbetaald aan het eind van de werkoosheidsperiode óf op het tijdstip dat men tijdens de werkloosheidsperiode met vakantie gaat. In dat laatste geval moet men de bedrijfsvereniging natuur lijk wel tijdig op de hoogte stellen van de vakantieplannen. Minimum-uitkering. Het dagloon, waarover de uitkering van tachtig procent berekend wordt, is als regel gebaseerd op het loon dat de werknemer in zijn beroep verdiende. Het dagloon kan echter nooit meer bedra gen dan een bepaald maximum-bedrag. Dit is thans 92,60. Een minimumbedrag voor het dag loon (en dus voor de uitkering) kende de Werkloosheidswet niet. Daarin is eind 1969 een verandering gekomen. Toen is namelijk in de Werkloosheids wet ook een regeling opgenomen voor een minimum-dagloon. Dit bedraagt 36,26. De uitkering is tachtig procent daarvan, dus ten minste 29,01 per dag. Dit geldt voor kostwinners. Voor hen die in hun beroep minder verdienen dan de minimum-uitkering van de werkloosheidswet, kwam er ook een verbetering. Zij krijgen bij werk loosheid recht op een uitkering die ge lijk is aan het loon dat zij verdienden. Een voorbeeld: een kostwinneer met een loon van 20,— per dag kreeg vroeger, als hij werkloos werd, een uit kering van tachtig procent daarvan, dus 16,- per dag; nu krijgt hij een uit kering van 20,per dag. Garantie. 'tKomt voor dat een werkloze een nieuwe, voor hem geschikte betrekking vindt, waarbij het loon lager ligt dan wat hij voorheen verdiende. Onbevredi gend was het dat dit, wanneer hij op nieuw werkloos werd, een ongunstige invloed had op het bedrag van zijn werk loosheidsuitkering. Die werd dan name lijk afgestemd op het lagere loon. Sinds midden 1969 bestaat een rege ling die garandeert dat bij „nieuwe" werkloosheid de uitkering gebaseerd blijft op het eerder verdiende hógere loon. Deze regeling geldt voor degenen die binnen een half jaar na het eerste ontslag werk aanvaarden dat minder inkomsten oplevert. De garantie blijft gedurende twee en een half jaar na het eerste ontslag gelden voor de uitkering bij elke nieuwe werkloosheidsperiode in die twee en een half jaar. Achterstallig loon. Sluiting van een bedrijf wil niet al tijd zeggen dat er geen geld meer is om de financiële verplichtingen tegenover het personeel na te komen. Als de werk gever echter, bijvoorbeeld bij een fail- lisement of surséance van betaling, niet bij machte is dit te doen, springt de be drijfsvereniging in de bres. De Werk loosheidswet bevat sedert 1968 enige be palingen die het mogelijk maken dat de verplichtingen van de werkgever wat betreft de betaling van loon, vakantie geld en vakantietoeslag aan de werkne mers, door de bedrijfsvereniging worden overgenomen. De belangrijkste aanspraken van de werknemer in zo'n geval zijn: 1. de betaling van het hun nog toeko mende loon over de laatste dertien weken; 2. betaling van het loon over de gel dende opzegtermijn, echter over ten hoogste zes weken (voor werknemers die ouder zijn dan vijfenveertig jaar kan deze termijn langer zijn; dit is afhankelijk van de duur van 't dienst verband) 3. betaling van vakantiegeld en vakan tietoeslag over ten hoogste een jaar. Het kan voorkomen dat de werkgever over langere perioden dan de hierboven genoemde het loon, vakantiegeld of va kantietoeslag niet kan betalen. In dat geval moet de werknemer voor 't meer dere zelf een vordering indienen bij zijn werkgever of diens curator. Door de uitbreiding van de aanspra ken kan de Werkloosheidswet degenen die er een beroep op moeten doen, meer zekerheid bieden dan tot nu toe moge lijk was. Dit spreekt nu nog niet zo sterk aan, maar in een periode van slechtere conjunctuur kan dit van grote betekenis zijn, én voor de betrokkenen én voor onze nationale economie. DE POLI (GAME )TOERDER „U bent getrouwd?" vroeg de politie rechter. „Meneer, dat is de grootste stommiteit van m'n leven geweest", verzuchtte de politoerder, die zichzelf blijkbaar nog geen poetsbeurt gegeven had, want hij zag er mat uit. „Welke stommiteit bedoelt u dan, want volgens het dossier bent u drie keer getrouwd." „Alle drie de keren, meneer. En nou zou ik er voor de vierde keer ingetuind zijn." „Jaja, u bent politoerder, hè? Dat is dan zeker samengetrokken, want u bent polygaam en u bent een grote toerder. Met hoeveel vrouwen hield u het nou gelijk?" „Ik had er beter geenéén kunnen hou den „Ja, dat was uw eigen verkiezing. Met hoeveel vrouwen toerde u rond in dat autootje?" „In die auto maar met één tegelijk." „Dat begrijp ik, maar hoeveel kregen er een beurt in de week?" De meubelman telde aandachtig op zijn vingers. Hij twijfelde ergens tussen ringvinger en pink. „D'r zijn er ook veertiendaagse bij", onthulde hij. „En terwijl u getrouwd was, scharrel de u met andere getrouwde vrouwen? Begrijpt u dan niet, dat hun echtgeno ten daar kwaad om kunnen worden?" „Ik begrijp helemaal niet hoe hij 't ge merkt kan hebben." „Als u getrouwd bent, hèbt u toch een vrouw om mee uit te gaan?" „Da's heel wat ander." „Alle drie uw huwelijken zijn ge strand, omdat u zo'n neiging hebt om toch weer andere vrouwen te versieren. Hoe komt dat nou?" „•Die vrouwen laten zich zo graag versieren, meneer. Ik probeer te leven als een model-echtgenoot. Echt waar. En dan kom je toevallig de vrouw van een ander tegen en dan laat ze blijken, dat ze d'r wel 'ns tussenuit wil. Dan vertel ik, dat 'tniet zo moeilijk is. Nou ja, dan wil ze met me mee en dan zwicht ik weer. Niet voor mezelf hoor. Begrijp me goed. Maar voor haar om dat ze zo aandringen." „Dus u wilt zeggen, dat u zich opof fert voor anderen." „Nou ja, opofferen... 'tls meer een vriendendienst." „Een vriendinnendienst dan. Jammer, dat u zo ontzettend veel vriendinnen maakt en dat die dan ook nog allemaal getrouwd zijn. Dan moet er toch ruzie van komen, daar vraagt u dan toch ze ker om?" „Ik vraagt er helemaal niet om. Ik heb ze altijd gewaarschuwd 't geheim te houden en een goed smoessie op te hangen. Maar ja, die stommelingen pra ten dan weer d'r mond voorbij aan een vriendin „Tja en toen heeft een echtgenoot u opgewacht en toen ontstond er weer een vechtpartij. En inplaats dat u de benen neemt, slaat u die wettige echtgenoot tegen de vloer." „Nee, tegen een lisjemo." „De verwondingen blijven hetzelfde. Waarom sloeg u die man?" „Hij wou mij te lijf en hij had z'n vrouw geslagen." ,,U erkent schuld?" „Welnee, hij begon nota bene." „Het was ook zijn vrouw en u was in zijn slaapkamer." „Hij had dan tenminste nog kunnen wachten tot ik 'tbed uit was en partij kon geven, voor ie ging meppen." De officier stond op en spuwde zijn gramschap uit over de politoerder, die hij een onbetamelijk echtbreker en een doortrapte schuinmarcheerder noemde, die er niet voor terugdeinst de wettige echtgenoot in zijn eigen huis te mis handelen als hij betrapt wordt. Vanwege de mishandeling eiste hij nu honderd gulden boete of 3 weken, onvoorwaar delijk. „Hebt u daar nog iets op te zeg gen?" informeerde de politierechter. „Ik had beter in de politoer kunnen zetten" zei verdachte, „as ik 'm dan netjes opgepoetst had, was er geen sprake geweest van mishandeling. Want dat is m'n gewone werk." Dat antwoord maakte het de rechter onmogelijk iets van de straf af te doen. Hij maakte er drie weken van. „Dan hebben de man nen van uw vriendinnetjes tenminste 3 weken rust." d. ARGENTY (Nadruk verboden) ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bijsluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief Wij willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Luistergeld. Wij hebben van de A.O.W. Hoeveel spaargeld mag men be zitten om vrijstelling van luister- en kijkgeld te krijgen? Het gaat er niet om hoeveel spaar geld u bezit, maar hoeveel rente u daar van ontvangt. Deze rente is inkomen en wordt dus bij uw ouderdomspensioen geteld. Om vrijstelling van de omroep bijdrage te kunnen krijgen mag het in komen voor een echtpaar niet hoger zijn dan 5460,per jaar. Als u meent hiervoor in aanmerking te komen kunt u op het postkantoor een formulier ha len en dat na invulling indienen bij de burgemeester van uw woonplaats. Okselhaar. Is het gevaarlijk om het haar on<Jer de oksels met 'n scheer- apparaat weg te nemen? Gevaarlijk is het zeker niet, er zijn zelfs speciale „ladyshave's" in de han del voor dit doel. Wel zult u moeten blijven scheren, als u er eenmaal mee begonnen bent. Een ontharingscrème is dus wellicht meer aan te bevelen, al moet deze behandeling ook nog wel eens herhaald worden. Biljart. Weet u ook of er een bil jartclub voor dames is in Zeeland en zo ja, waar? De Kon. Ned. Biljartbond, Stadhou derskade 130, Amsterdam, telef. (020) 791373 kan u volledige en recente in lichtingen geven op dit gebied. Oosterschelde. Ligt de gem. tem peratuur van het water van de Ooster schelde in de zomer hoger dan in de Westerschelde? Ligt het zoutgehalte in de Oosterschelde hoger dan in de Westerschelde? Is de vis in de Ooster schelde dikker dan in de Westerschelde? De gemiddelde zomertemperatuur in Wester- en Oosterschelde is vrijwel ge lijk. Door de vermenging met rivierwa ter is het zoutgehalte in het oostelijk gedeelte van de Westerschelde aanmer kelijk lager. Het daalt vanaf het mon- dingsgebied van ca. 16% chloride (zee water) tot ca. 20%. Door deze vermen ging is het water wel rijker aan voed sel dan in de Oosterschelde, maar daar staat tegenover, dat het aanmerkelijk vuiler is. Het is dus niet zo, dat de vis door TRUDIE MOORST 39) „Wat?" „Koffie klaarmaken. Ik ben verwend, want m'n moeder is een expert. Maar jouw koffie doet er niet voor onder." „Ik ben gelukkig ook huishoudelijk aangelegd." „En artistiek," voegt hij er aan toe, opstaande. Hij kijkt rond. „Deze kamer bijvoorbeeld: ontzettend gezellig en smaakvol ingericht." „Dank je, Jan. Ik ben blij, dat je het hier prettig vindt." Ze is in de keuken bezig met de melk. Hij staat in de deuropening, de armen over elkaar. „Dans je?" vraagt hij haar. „Hoezo? Soms. Als ik een depressieve bui hebt. Maar niet vaak. Ik ben erg zuinig." „Waarom? Spaar je ergens voor?" „O, ik weet niet. Misschien aangebo ren. Moeder was ook erg zuinig. Niet gierig, hoor; we kwamen nooit iets te kort, dat niet. Maar moeder kon haar huishouden economisch voeren. Dat pro beer ik haar na te doen. Enne... nu ja, ik ben tenslotte alleenstaand. Er kan een periode komen, dat ik weinig werk heb. Juli en augustus heb ik doorgaans weinig werk. Dan teer ik in. Dat moet je kunnen opvangen." Hij knikt begrijpend. „Je hebt een re giment goede eigenschappen." Hij ziet haar gezicht betrekken. Bij het gasstel kijkt ze hem aan. „Ga niet vleien, Jan, dat vind ik niet leuk." „Ik meen het echt!" „Je kent me nauwelijks. Ik heb vaak sombere buien. Dan kan ik niemand om me heen hebben. Zelfs Gerrit niet." „Betekent hij wat voor je?" Ze schudt haar hoofd. „Niet, wat jij denkt. We gaan met elkaar om als broer on zus. Bovendien heeft hij sinds kort een meisje. Maar of het wat wordt „Waarom niet „O, ik kan me hem niet voorstellen als getrouwd man. Hij heeft maar één liefde: z'n vak. Als fotograaf is hij een genie. Denk maar aan die combinatie fotovan jou en mij. Waar ik op de bank lig in bikini. Die had hij nog van één of andere advertentie, ik weet niet eens meer, welke. Die heeft hij met een foto van jou zo handig aan elkaar ge maakt, dat niemand kon zien, dat het een trucfoto is." „Vandaar, dat Van Heeveren er in trapte," meesmuilt hij. „Jan, ik heb hem er om uitgeschol den voor alles, wat me maar in de ge dachte kwam." Ze zucht. „Maar wat helpt het allemaal? 'tZal me m'n hele leven bij blijven." Hij komt naar haar toe, hoofdschud dend. „Moet je niet doen. Vergeet het maar zo gauw mogelijk." „Ik wou, dat ik het kon." „Je moet wat afleiding hebben. Zul len we vanavond ergens gaan dansen?" Ze schenkt de melk in de kopjes. „Dat meen je niet," zegt ze, en ze voelt zich kleuren. „Ja, als je niet wilt „En Tilly dan?" „Die is voor mij onbereikbaar gewor den, Marjo. Dat snap ik nu heel duide lijk. Zelfs in het gunstigste geval neem aan, dat Tilly te weten komt, hoe de vork in de steel zit. En terugkomt en spijt heeft, dat ze alles geloofde. We zouden weer met elkaar gaan, maar toch zou er iets stuk blijven. En boven dienzij verkeert in een geheel an dere wereld dan ik. Dat heb ik in deze dagen wat beter begrepen. Er zou nooit iets goeds uit voort gekomen zijn. Ik zou Tilly immers nooit de luxe kunnen geven, die ze gewend is? Zonder dat ik het zelf wilde, trok ik haar naar bene den, in mijn milieu, dat haar onbekend is. We zouden noch in de éne, noch in de andere wereld leven, maar tussen wal en schip zakken. Misschien is het wel goed, dat het zo gelopen is." Ze komt met de koffie naar de ka mer. Hij volgt haar. Als ze de koppen op tafel heeft neergezet, draait ze zich om, hem aankijkend. „Ben je gelovig?" Hij schudt zijn hoofd. „Nee, we staan, denk ik, nog ingeschreven bij de Her vormde Kerk. Maar ik kom er nooit." „Ik ben wel godsdienstig opgevoed. Zo af en toe ga ik nog naar de kerk. Ik heb er wel eens behoefte aan, begrijp je? Mijn vader was een lieve man. Hij zei dikwijls: er geschiedt niets bij toe val, alles heelft een uiteindelijk doel. Misschien is hét in jouw geval ook wel zo. Soms blijkt dat pas veel later." „Het kan zijn. Maar je hebt me nog geen antwoord gegeven. Wil je van avond met me uit?" Ze zakt neer op de stoel. Er speelt een glimlach op haar gezicht. „Wat loopt het toch soms wonderlijk in het leven, hè? Neem ons. Een dag of wat geleden kwam je hier met een mes, met het plan me te vermoorden. En nu vraag je me mee uit." in de Westerschelde opmerkelijk dikker zou zijn dan in de Oosterschelde. Er is momenteel wel een onderzoek aan de gang t.a.v. de visstand in deze wateren, maar het kan nog jaren duren vóórdat gegevens bekend worden die voor u met het oog op uw vraag van belang zijn. Wel is uit een onderzoek in april 1969 gehouden, gebleken dat in de Wester schelde jonge vis, als tong, talrijker is houdt meer van zoeter water) en in de Oosterschelde meer jonge schollen wor den aangetroffen. Paardebloemen. In de gekleurde katoenen jurkjes vna mijn dochtertjes zitten vlekken van paardebloemen. Hoe krjjg ik die er uit? De vlekken, ontstaan door het vocht van paardebloemen, zijn waarschijnlijk het gevolg van een aantasting van de kleurstof door bepaalde zuren uit het plantensap. U heeft dan een goede kans dat u het zuur kunt neutraliseren door het betten met wat ammonia. Daarna met niet te warm water goed uitspoelen. Gedicht. Waar kan ik het gedicht vinden, waar ik nog maar enkele regels van weet Het kleene op 't kleet; de groote treên op 't hart. Het zijn de slotregels van het treur spel „Joseph in Dothan" door Joost van den Vondel. De stof voor het treurspel ontleende Vondel aan de bijbel (Genesis 37). „Joseph is de voorafschaduwing van Christus (Jezus prototype). „Joseph in Dothan", Joseph in Egypten" en „Jo seph aan 't hof" vormen een trilogie. Tekstuitgave van L. Strengholt (Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink, 1962). Slang giftig of niet? Ik heb een slangetje gevangen, bruin van kleur, met donker bruine vlekken. Is deze slang giftig en wat moet ik hem te eten geven Dit is geen giftig slangetje, maar 'n soort ringslang, deze eet jonge kikkers of padden. Behalve dit voedsel is een bakje met ruim water noodzakelijk. Te gen de winter houden de slangen een winterslaap en dus moet u tijdig zor gen voor een rustig en koud plaatsje, waarin bladeren of dgl. aanwezig zijn om onder te kruipen. Maak hem eens extra blij met een horloge dasspeld manchetknopen glaasje op zilveren voet wekker of reiswekker horlogeband Ook een is zeker op z'n plaats (v.h. v. Willegen) Dijkwelsestraat 22 KAPELLE-BIEZELINGE Telefoon (01102) 1223 Hij schudt zijn hoofd. „Ik denk niet, dat ik er de moed toe had kunnen op brengen Marjo. Ik ben niet zo'n held. Dat meswaar heb je het mes ge laten?" Ze rilt. „Meteen 's avonds in de gracht gegooid. Ik vond het zo grieze lig Het meisje draait haar hoofd om en kijkt hem aan. Langzaam beginnen ze beiden lachen. Hij pakt haar hand. „Zul len we er vanavond een lollige avond van maken, Marjo?" Ze knikt en blijdschap straalt uit haar ogen. „Dat doen we, Jan." „Alleenik heb geen auto Ze schatert het uit. „Alsof dat er wat mee te maken heeft. Ik evenmin. En met een aardige jongen ga ik liever lopen." HOOFDSTUK XVI Mevrouw Pelser begrijpt er niets van. Jan is nooit erg mededeelzaam geweest over z'n privéleven. Maar nu kan ze er helemaal geen touw aan vastknopen. Hij heeft een meisje, is erg geheimzinnig en opeens komt hij er mee thuis. De knappe Tilly heeft onmiddellijk haar hart gestolen, temeer om dat ze hele maal niet verwaand is en tenslotte is ze toch de dochter van 'n groot-industrieel. Ze komt een keer of wat en dan is het ineens uit. Zo maar. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1970 | | pagina 1