NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
Ontwikkelingshulp voor Midden- en Kleinbedrijf
Met RAAD en DAAD
C?- ^2- cz&uperlé
TUSSEN WAL EN SCHIP
36STE JAARGANG
No. 1
5 JUNI 1970
ROMANTI
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling ƒ2,15 per kwartaal
Franco per post 4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm 4.50, verder 18 cent per mm
Excl. 4 B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Een paar jaar geleden hebben de rijks
overheid en het bedrijfsleven samen de
Stichting Ontwikkeling en Sanering voor
het Midden- en Kleinbedrijf opgericht
om uitvoering te geven aan een aantal
ontwikkelings- en saneringsmaatregelen.
Deze maatregelen beogen de struktuur
van het midden- en kleinbedrijf te ver
beteren door te bevorderen dat minder
rendabele ondernemingen tot ontplooiing
komen, dan wel worden opgeheven. Dit
gebeurt door het verlenen van ontwik
kelingshulp, resp. het geven van finan
ciële bijstand bij het beëindigen van het
bedrijf. Vooral deze bedrijfsbeëindigings
hulp heeft een vrij grote bekendheid ge
kregen. Minder bekend zijn de mogelijk
heden voor ondernemers in het midden-
en kleinbedrijf om ontwikkelingshulp te
verkrijgen. En toch is deze hulp even
belangrijk als de bedrijfsbeëindigings
hulp. Door het verdwijnen van een aan
tal ondernemingen als gevolg van de be
drijfsbeëindigingshulp verbeteren in het
algemeen de omzetmogelijkheden van de
andere ondernemingen. Om van deze
mogelijkheden gebruik te maken, kan
ontwikkelingshulp worden aangevraagd
voor de groei van de onderneming. Nieu
we ontwikkelingsmogelijkheden kunnen
ook ontstaan, wanneer bijv. wegens de
vestiging van nieuwe bedrijven de be
volking in een plaats of streek sterk
toeneemt. Ook dan kan een beroep op
ontwikkelingshulp worden gedaan.
Het is echter ook mogelijk dat voor
een goede ondernemer geen voldoende
ontwikkelingskansen bestaan, omdat de
bevolking ter plaatse sterk vermindert
of omdat de behoeften van de verbrui
kers veranderen. In die gevallen kan
ontwikkelingshulp worden verkregen
voor de verplaatsing van het bedrijf of
voor omschakeling naar een andere
branche ter plaatse of elders.
In al deze gevallen zullen de onder
nemers toch wel zeer graag eerst wil
len weten, welke koers zij moeten
varen, om voor hun bedrijf nieuwe
winstmogelijkheden te openen. Daarom
bestaat de ontwikkelingshulp van de
Stichting Ontwikkeling en Sanering in
de eerste plaats uit een tegemoetkoming
in de kosten van bedrijfsvoorlichting,
b.v. voor een doorlichting van het ge
hele bedrijf, waarbij alle fa
cetten van de bedrijfsvoering onder
de loupe worden genomen, of voor een
deeladvies, waarbij een onder
deel van de bedrijfsvoering wordt on
derzocht.
Met een algehele doorlichting
zijn ongeveer vier k vijf dagen gemoeid,
terwijl het nog gewenst kan zijn nader
hand te helpen bij de doorvoering van
het advies, waarvoor dan, al naar ge
lang van de omstandigheden, alsnog één
of meer dagen nodig zijn.
Voor een deeladvies zijn minder
dagen nodig, maximaal drie.
Naast de hierboven genoemde be
drijfseconomische adviezen be
staat er nog de mogelijkheid tot het ver
krijgen van een bedrijfs-t e c h n i s c h
advies. Hiervan kunnen alleen de detail
handel en het ambacht gebruik maken.
Bij deze adviezen gaat het meestal om:
de winkelinrichting, de ruimtelijke om
standigheden, verbouwingen aan de pui,
beoordeling van de offertes, de indeling
en de samenstelling van het assortiment
etc. etc. Hiermede zijn meestal twee
drie dagen gemoeid.
De subsidie die in het kader van de
ontwikkelingshulp voor de kosten van
de voorlichting (dagtarief 300,wordt
verleend bedraagt 90 De aanvrager
betaalt dus slechts 30,per dag.
In de tweede plaats kan de ontwik
kelingshulp bestaan uit een volledige
vergoeding van de kosten verbonden aan
de behandeling van een aanvraag om
een bedrijfsontwikkelingskrediet, waar
over zo dadelijk nadere bijzonderheden
volgen.
Voorts kan de ontwikkelingshulp de
vorm hebben van een tegemoetkoming
in de kosten die voortvloeien uit de in
standhouding en/of verplaatsing van het
bedrijf naar elders of van de omschake
ling naar een andere branche, indien het
eigen kapitaal van de ondernemer door
deze verplaatsing of omschakeling zeer
klein zou worden. Bovendien kan 90
worden vergoed van de kosten (inclusief
eventuele reiskosten) voor het volgen
van een cursus. Laatstgenoemde moge
lijkheid is pas onlangs aan de ontwik
kelingshulp toegevoegd. De gedachte,
die aan deze maatregel ten grondslag
ligt is dat in de persoon van de onder
nemer in het midden- en kleinbedrijf een
aantal uiteenlopende kundigheden ver
enigd moeten zijn. De ondernemer moet
b.v. zelf kunnen inkopen, produceren,
verkopen, zelf zijn personeelsproblemen
en financieringsvraagstukken oplossen.
Het is duidelijk dat hij onmogelijk op
al deze gebieden even deskundig kan
zijn. De subsidie voor het volgen van
cursussen voorziet in de mogelijkheid
om de ondernemer te helpen in gevallen
waarin gebrek aan deskundigheid op
een of ander gebied zijn bedrijf in ern
stige moeilijkheden brengt of wanneer
een duidelijke noodzaak van omschake
ling naar 'n andere branche aanwezig is.
Ondernemers die op ontwikkelings
hulp een beroep willen doen moeten in
de eerste plaats aan de volgende voor
waarden voldoen:
a. minstens gedurende drie jaren onaf
gebroken een bedrijf uitoefenen;
b. het fiscale inkomen uit de onderne
ming moet over de laatste drie jaren
minder dan 25.000,hebben be
dragen; een uitzondering is evenwel
gemaakt voor de te verlenen tege
moetkoming in de kosten van voor
lichting (eventueel met inbegrip van
bedrijfsvoorlichting). Hiervoor geldt
een inkomensgrens van 18.000,
brandstoffenhandel 18.900,
c. de bedrijfsuitoefening moet rechtma
tig zijn. Voor de branches waarvoor
vestigingseisen gelden moet de on
dernemer dus over een vestigingsver
gunning van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken beschikken.
Natuurlijk moet de ondernemer, die om
ontwikkelingshulp vraagt capabel wor
den geacht een op zichzelf gezonde on
derneming doelmatig en efficiënt te
kunnen beheren. Mocht blijken dat de
ondernemer niet aan de eis voldoet, dan
zal de aanvraag om ontwikkelingshulp
worden afgewezen.
De Minister van Economische Zaken
kan bovendien op verzoek van de Stich
ting O. en S. doeltreffende hulp verle
nen aan ondernemers in een plaats of
streek, die met moeilijkheden' te kampen
krijgen, die samenhangen met de bijzon
dere situatie van die plaats of streek.
In het voorafgaande was al even spra
ke van het bedrijfsontwikkelingskrediet.
Gevestigde ondernemers, die niet over
voldoende eigen middelen beschikken,
wordt met deze kredietregeling de mo
gelijkheid geboden hun ondernemingen
tot ontwikkeling te brengen. Het be
drijfsontwikkelingskrediet is één van de
kredieten welke door de rijksoverheid
worden gegarandeerd, dat wil zeggen
indien het krediet niet kan worden af
gelost neemt de overheid het verlies voor
zijn rekening.
Tevens is het een z.g. achtergestelde
lening, want de aflossing kan worden
uitgesteld, opdat eerst andere kredieten
kunnen worden afgelost. Het vervult dus
mede de funktie van eigen vermogen,
in die zin, dat het als basis dienst kan
doen voor verdere kredietverlening. De
ondernemer hoeft dan zelf maar te be
schikken over ten minste 5 van het
benodigde kapitaal. Voor dit krediet is
geen maximum vastgesteld; het mag
echter niet meer bedragen dan 30
van het totale kapitaal (dit krediet zelf
inbegrepen), dus na kredietverlening.
Het bedrijfsontwikloelingskrediet heeft
een zeer lange looptijd, namelijk maxi
maal 20 jaar. Het kan evenals alle an
dere ontwikkelingshulp worden aange
vraagd bij de Stichting Ontwikkeling en
Sanering voor het Midden- en Kleinbe
drijf, Burg. Hogguerstraat 1183-1187 te
Amsterdam-Slotermeer. De aanvrager
dient te voldoen aan de vereisten die al
eerder in dit artikel werden genoemd.
Bovendien zal dit krediet als basis voor
verdere kredietverlening slechts worden
gegeven indien de ondernemer de ande
re kredieten kan verkrijgen zonder te
zware verplichtingen op zich te nemen.
Tussen haakjes kan nog worden opge
merkt dat ondernemers in de provincies
Friesland, Groningen, Drenthe en Zuid-
Limburg, alsook ondernemers in de
brandstoffenhandel, waar ook in Neder
land gevestigd, met een inkomen van
meer dan 18.900,per jaar, eveneens
een bedrijfsontwikkelingskrediet kunnen
aanvragen. Deze kredieten .vallen ech
ter buiten het kader van de ontwikke
lingshulp die door de Stichting Ontwik
keling en Sanering wordt verleend; zij
moeten worden aangevraagd bij één der
kantoren van de Ned. Middenstands-
bank. Tegen de afwijzing van de aan
vraag kan beroep worden aangetekend
bij de Minister van Economische Zaken.
Tenslotte is het zeker ook nog van
belang te vermelden dat de Stichting
Ontwikkeling en Sanering voor het Mid
den- en Kleinbedrijf naast de individu
ele ontwikkelingshulp ook collectieve
ontwikkelingshulp kan verlenen. Deze
hulp kan bestaan uit financiële steun
voor branche- en/of streekonderzoekin-
gen ten behoeve van struktuurverbete-
ring en het ondersteunen van initiatie
ven van regionale en/of branche-organi
saties, die ter bevordering van de doel
stelling van de Stichting van belang
kunnen zijn. Het is ook deze hulp die
een eerste stap kan zijn voor hulp aan
ondernemers die door ingrijpende wijzi
gingen in de naaste omgeving van hun
vestigingsplaats of in de funktie van
hun branche in moeilijkheden geraken.
De uitslag van dit onderzoek kan even
tueel aanleiding zijn voor de Minister
van Economische Zaken tot verruiming
van de ontwikkelingshulp, zoals hierbo
ven reeds even werd aangeduid.
Nadere inlichtingen over de ontwik
kelingshulp kunnen worden ingewonnen
bij de Stichting Ontwikkeling en Sane
ring voor het Midden- en Kleinbedrijf,
Burg. Hogguerstraat 1183-1187, Amster
dam-Slotermeer.
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bijsluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wij willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven
zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Boksen. Wordt er in Zuid-Beveland
of Walcheren ook 'ooksles gegeven en
zo ja, zoudt u mij dan enige adressen
willen geven hiervan?
De adressen van de secretariaten van
de twee voor u het dichtst bijzijnde boks
verenigingen zijn: Boksvereniging D.O.
S., Rembrandtlaan 88, Vlissingen en
Boksvereniging „Roosendaal", Graaf
Moretuslaan 4, Putte (N.-Br.).
Vacuumpomp. Graag had ik in
lichtingen over de waterringpomp.
Waterringpompen hebben een vermo
gen van maximaal 5000 m3 per uur. De
laagste druk die bereikt kan worden
bedraagt ongeveer 20 torr (torr is de
afkorting voor Torricelli en is de een
heid van druk, gebruikt in de vacuum-
techniek, welke gelijk staat met 1 mm
kwikdruk). 1 atmosfeer is dus ca. 760
torr. Er wordt een z.g. ruwvacuum mee
bereikt, dat zich uitstrekt van 109
torr (één miljardste). De werking komt
in het kort hier op neer: In het cylin-
dervormig pomphuis bevindt zich een
as, waarop een aantal schoepen zijn ge
monteerd, samen rotor genoemd. Zodra
de rotor gaat draaien wordt het in het
pomphuis aanwezige water door de cen
trifugale (middelpuntsvliedende) kracht
als een ring tegen de wand van het
pomphuis gedrukt, vandaar de naam
,,waterring"pomp. Het gas komt via een
inlaatopening naar binnen, waarna een
hoeveelheid van het gas in de ruimten
tussen de schoepen en de waterring op
gesloten, samengedrukt en via de uit-
laatopening afgevoerd wordt.
Doopsgezinde kerk. Graag wil ik
iets meer vernemen over de doopsgezin
de kerk. Wat onderscheidt haar van de
andere protestantse kerken en wie is
de opzetter hiervan?
De doopsgezinde nevenstroming van
de hervorming ontstond eveneens in de
15e eeuw en karakteriseerde zich door
een radicaal breken met de aloude ge
bruiken der r.k. kerk, voorzover deze
niet uit de bijbel konden worden afge
leid, terwijl zij zich vijandig opstelde te
gen de toenmalige verhouding tussen
staat en kerk. Hieruit volgde onder meer
de verwerping van de kinderdoop, de
eedsaflegging, het bekleden van over
heidsambten, terwijl een sterk anti-mi
litaristische inslag zich openbaarde. In
de loop der geschiedenis hebben zich
verscheidene wijzigingen en uitbreiding
van deze hoofdprincipes voorgedaan,
waarop wij in het kort bestek van deze
beantwoording van uw vraag niet kun
nen ingaan, maar waarvoor wij uw aan
dacht vestigen op bestaande lectuur, zo
als M. J. Kühler, Geschiedenis der doops
gezinden in Nederland tot 1650 (2 de
len) en N. v. d. Zijp, Geschiedenis van
de Doopsgezinden in Nederland. Via een
plaatselijke openbare bibliotheek zullen
deze werken wel in leen te verkrijgen
zijn, eventueel van een universiteits
bibliotheek.
Harnassen. Waren de mensen vroe
ger kleiner dan nu, zodat b.v. in de
meeste hamassen alleen een jongen van
ca. 14 jaar past?
Zeer waarschijnlijk in verband met de
verbeterde baby- en kleutervoeding is
de gemiddelde lengte van de mens aan
merkelijk toegenomen. Dit is behalve
aan hamassen, ten tijde van de Middel
eeuwen, ook te- merken aan de dames
kleding uit die tijd, die bewaard is ge
bleven.
Olievoorraad. Hoeveel jaar denkt
men nog te kunnen betrekken van de
olievoorraad in de wereld en als deze
uitgeput is, welke brandstof wil men
jdan benutten?
Zoals de steenkool als voornaamste
brandstof al weer opgevolgd is door
aardolie en deze alweer gedeeltelijk ver
vangen is door aardgas, zal de vreed
zame kernenergie die nu nog beperkt is
als krachtbron voor elektrische centra
les, steeds meer bestaande krachtbron
nen althans gedeeltelijk vervangen. De
reserves van de conventionele brand
stoffen, aardolie en aardgas zijn echter
zo groot, dat vooral door verminderd
verbruik deze nimmer geheel uitgeput
zullen geraken. De reserves van aard
olie worden thans nog op ca. 50 miljard
ton geschat, dat komt neer op ca. 50
maal de jaarproduktie. Wij vermelden
hier nog als illustratie bij, dat men
schat dat de voorraad ondergronds gas
in Nederland voldoende is om bij ge
lijkblijvend gasverbruik in de behoefte
in Nederland gedurende 1000 jaar te
voorzien, ongeacht eventuele nieuwe
vondsten.
Discjockey. Bestaat er in Neder
land een opleidingsinstituut voor disc-
jockey
Volgens van verschillende kanten in
gewonnen inlichtingen bestaat er geen
opleidingsinstituut voor discjockey. Er
is wel eens iets geweest, dat zich als
zodanig presenteerde, maar het bleek al
spoedig een oplichterszaakje te zijn. Men
wordt discjockey vooral door speciale
aanleg en ambitie op dit terrein, steu
nend op een goede algemene ontwikke
ling, een talenkennis en last but not
least: een prettige stem en „flux de
bouche" (rad van tong). Als men zich
zelfstandig ontwikkeld heeft, doet men
goed zich eerst door een „gevestigde"
discjockey te laten bijschaven, alvorens
zich bij deze of gene instantie te pre
senteren.
Adres. Gaarne zou ik het corres
pondentie-adres weten van Raymond
Burr, beter gekend als Ironside.
Het correspondentie-adres van Ray
mond Burr, de hoofdrolspeler in Iron
side is: c/o M.C.A.-TV, 139 Piccadilly,
London W.l, England.
nr 730
Gero
Zilduro
(v.h. v. Willegen)
Dijkwelsestraat 22
KAPELLE-BIEZELINGE
Telefoon (01102) 1223
door
TRUDIE MOORST
37)
„Geen schijn van kans. Heeft zich op
het kantoor verschanst achter z'n typis
te en thuis achter de huisknecht".
Ze trekt hem de kamer binnen.
„Ga zitten. Vertel eens, wat heb je
allemaal gezegd?"
Hij brengt verslag uit, besluitende:
„Het heeft geen enkel nut meer. Want
wie zegt, dat pa Van Heeveren Voort
hals er zelf ook niet bij betrokken is?
Ik bedoel: het initiatief kan net zo goed
van hem uitgegaan zijn als van zijn
zoons. Of zijn vrouw. Ze zullen me wel
nooit serieus hebben genomen. Misschien
in stilte verwacht, dat het op een ge
wone manier wel weer uit zou raken.
En toen dat niet lukte en de verloving
niet langer uitgesteld kon worden, na
men ze hun toevlucht tot deze gemene
stunt".
„Waarvan u en het meisje dus slacht
offers werden. Weet u haar adres in
Argentinië?"
„Hoe zou ik dat weten? Ik wist niet
eens van het bestaan van een getrouw
de broer af. Tilly heeft me er nooit over
gesproken".
Terwijl hij voor zich uitstaart, loopt
het meisje naar een kast en haalt er iets
uit, dat zij bij hem op de tafel legt.
„Hier zijn die driehonderd gulden",
zegt ze zacht. „Ik wil dat geld niet hou
den, nu ik weet, wat er achter zat. Mis
schien kun jij het gebruiken".
Hij kijkt haar even aan, docht schuift
het resoluut van zich af.
„Wat denk je wel van me? Waar zie
je me voor aan?"
„Je kon het toch nodig hebben? Oké,
dan stuur ik het vandaag naar één of
andere liefdadige instelling. Wordt het
in ieder geval nog goed besteed".
Hij kijkt verrast op.
„Wil je het werkelijk niet houden?"
„Nee", zegt ze beslist. „Dat is het
enige, wat ik nog kan herstellen. Er
niet van profiteren".
Er komt enige bewondering in zijn
ogen.
„Je begint me mee te vallen", erkent
hij.
De vrouw doet de drie biljetten in een
envelop en legt ze weer in de kast. Met
haar rug ertegen kijkt ze hem aan.
„Gerrit en ik Gerrit is die foto
graaf hebben elkaar de huid vol ge
scholden, dat we zo stom zijn geweest.
Maar wat helpt het. Zeg... je hebt hem
wel toegetakeld, hè?"
„Heb ik dat? Ik weet er niets meer
van".
„Ik heb hem maandagmiddag een
beetje opgekalefaterd. Z'n kaak is ont
zet. Hij kan enkel pap en soep naar bin
nen krijgen".
„Werkelijk? Het spijt me. Maar ja...
ik was misschien door het dolle heen".
Ze komt naar hem toe en blijft bij de
tafel staan, hem aankijkend.
„Ik wou wel, dat je mij ook een pak
slaag had gegeven, maandagmorgen.
Dan zou ik me misschien niet zo schul
dig voelen".
Hij schudt zijn hoofd.
„Ik kan geen vrouw slaan, Tenmin
ste... ik heb het nog nooit gedaan. Daar
ben ik niet in opgevoed".
Ze staat vlak bij hem.
„Je was die avond een heer", zegt ze
zacht. „De ridder. Daarom vind ik het
nu zo erg. Dat meisje... ik vind haar
maar dom, hoor... dat ze iedereen da
delijk geloofd heeft. En niet zelf bij jou
is gekomen om te informeren".
Hij heft zijn hoofd omhoog.
„Zou jij dat dan wel hebben ge
daan?"
Ze begint te kleuren.
„Ach, wat geeft het allemaal. Het is
nakaarten. Toch zou ik er anders op
gereageerd hebben. Tenminste, als ik
zoveel van een jongen hield".
„Heb je geen vriend?"
„Niet meer", zegt ze hoofdschuddend.
„Ik ging een half jaar met een knappe
artiest, een drummer in een bandje.
Amateurs, maar ze spelen steengoed.
Een week of zes geleden kwam ik er
door een toeval achter, dat-ie getrouwd
was. Zo'n schooier".
„Mocht je hem wel?"
„Ik ging van hem houden. Hij was
lief voor me en netjes. Vooral dat laat
ste imponeerde me. Bij wie vind je dat
tegenwoordig nog? Na twee of drie
avonden uit willen ze a.1 met je naar
bed. Ze denken: o.... een fotomodel....
daar is wel wat mee te versieren. Maar
hij niet. Ik dacht na een poosje: er zijn
dus toch nog wel behoorlijke jongens in
deze tijd".
Tilly zou het ook niet gewild heb
ben. Ik heb het nooit... ik drong er na
tuurlijk nooit op aan. Het kwam niet
in me op. O ja... één keer maakte ik
een grapje. We gingen een weekeind
naar Duitsland. Ze had een wagentje.
Ik zei: We kunnen net zo goed één ka
mer nemen, dat is veel goedkoper".
„En toen mepte ze zeker in je ge
zicht?"
„Zo is het niet. Ze keek me woedend
aan. Ik weet niet meer, wat ze precies
antwoordde, maar het kwam er wel op
neer, dat ik met zoiets nooit meer moest
aankomen. Ik heb me gehaast het te
beloven. Ik meende het vast niet, hoor,
ik zei het enkel uit de grap".
„Vrouwen, die zichzelf respecteren,
zullen dergelijke grapjes vast niet op
prijs stellen, denk ik", filosofeerde ze.
De man antwoordt niet. De vrouw
kijkt op haar horloge.
„Wil je een kop koffie?"
„Dat sla ik niet af. Zal ik er wat bij
halen?"
„Nee. Helemaal niet nodig. Ik sta
nog te diep bij je in de schuld".
„Vergeet het maar", zegt hij, met zijn
hand wuivend. „Zeg, hoe heet je van je
voornaam?"
„Marjolein. Maar noem me niet Mar-
rie of Marrigje, want dan ga ik gillen.
Vind ik allebei afschuwelijk. M'n vrien
den noemen me Marjo".
„Toch is Marjolein een mooie naam.
Ik heet gewoon Jan".
Om half twaalf staat hij op.
„We praten er niet meer over, Mar
jo", zegt hij. „Het is voorbij. Ik kom er
wel weer overheen. Maandag ga ik weer
naar m'n baas". (Wordt vervolgd)