NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
Hoe schoon is de zee
LAND- EN TUINBOUW
TUSSEN WAL EN SCHIP
36STE JAARGANG
No. 44
10 APRIL 1970
LANGS DE STRAAT
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR i
J. M. C. VAN DER PEYL KRUIN1NGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal
Franco per post f4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm ƒ4,50, verder 18 cent per mm
Exd. 4% B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Het grootste gevaar van het zwem
men in de zee voor Scheveningen is
ondanks reddingsbrigades e.d. nog al
tijd het verdrinken. En in elk geval niet
dat men een ziekte oploopt door de vie
zigheid in het water. Met die mede
deling van het Rijksinstituut voor de
Zuivering van Afvalwater, Nederlandse
rioolspecialisten, wordt de tegenaanval
ingezet tegen een rapport van de Belgi
sche Verbruikersunie, een zusje van de
Nederlandse Consumentenbond.
Dat rapport geeft cijfers over de kwa
liteit van het zeewater op verscheidene
plaatsen langs de kusten van Noordzee
en Kanaal en die zijn geen van alle erg
opwekkend. De suggestie is gewekt dat
het rapport bedoeld zou zijn om toeris
ten naar de Belgische stranden te lok
ken, maar dat is een aanwrijving die
men niet al te grif hoeft te geloven:
ook die staan in de categorie verdacht.
RIZA's verweer bevat ook de opmer
king dat een onderzoek als het Belgi
sche pas zin krijgt wanneer het over een
lange tijdsduur wordt gehouden: „We
tenschappelijk en statistisch verant
woord". Dat is natuurlijk juist. Maar
men kan de zaak ook van de andere
kant benaderen. Feit is dat de Rijn,
trouwens ook de Schelde en in Duits
land de Elbe, dagelijks enorme hoeveel
heden chemicaliën afvoeren en men moet
wel zeer lichtgelovig zijn dat de ondiepe
Noordzee zo groot is dat dit daar zo
verdund wordt dat men er niets meer
van merkt.
Oplossing zoeken.
In de Oostzee is het al zo te wij
ten aan het feit dat die nog kleiner is
en minder mogelijkheid heeft op zijn
beurt weer vuil af te voeren naar de
Oceaan dat herhaaldelijk visvangsten
vernietigd moeten worden omdat de vis
vol zit met fenol en insecticiden en an
dere zaken die men maar lievr niet bin
nen moet krijgen. De Noordzee kan hier
bij een beetje achterop lopen, maar ze
vervuilt op deze manier eveneens.
Daarbij komt dan nog dat juist in de
laatste jaren de landen om de Noordzee
zijn gaan kampen met het probleem
waar men de enorm toegenomen hoe
veelheden afval moet laten. Den Haag
heeft al een verbeterde installatie in
gebruik genomen om vuil en rioolwater
te lozen in de Noordzee en anderen wil
len dit goede voorbeeld naarstig gaan
volgen.
Het Belgische rapport kan wat over
dreven zijn, ook al omdat niemand nog
kan zeggen bij welke graad van vervui
ling de zee echt gevaarlijk genoemd
mag worden. Een andere zaak is dat de
zee er zeker niet schoner en gezonder
op wordt en in een moderne maatschap
pij die het al heeft klaargespeeld enor
me rivieren te reduceren tot riolen moet
men het niet onmogelijk achten dat ook
zeeën totaal worden verziekt. En beter
dan aanvallen op de onderzoeksmetho
den van de Belgen zou een initiatief zijn
dat verdere vervuiling van de zeeën te
gengaat opdat ook in de toekomst het
strand gebruikt kan blijven worden als
het recreatiegebied, waraaan zo'n grote
behoefte bestaat die alleen nog maar
groter kan worden.
(Nadruk verboden)
DE STIJLPARKEERDER
„Ik heb m'n auto netjes in een par
keerhaven gezet", vertelde de keurig
geklede heer, die gewend was keurig
te parkeren. Zijn 58 herfsten en de ver
ontwaardiging over de aanval op zijn
parkeerstijl waren hem wel aan te zien.
Maar zijn stijlkostuum had alle maart
se buien en boze politiemannen glanzend
doorstaan.
„U stond op een plaats waar het ver
boden was een vierwielig motorvoer
tuig..."
„Verboden? In een parkeerhaven?"
„Dit was geen parkeerhaven!"
„Meneer de rechter, als u een trot
toirband ziet inspringen en er komt een
extra strook voor het opstellen van
voertuigen en er staan hier en daar ook
auto's in, wat denk ik dan?"
„Wat u denkt? U kunt wel denken
dat wij gek zijn, maar..."
„Precies. Ik bedoel... neem me niet
kwalijk, dat bedoel ik niet".
„Wilt u dan eens vertellen, wat u
wèl bedoelt?"
„Ik bedoelde te zeggen, dat het pre
cies lijkt op parkeerhavens als er in
een straat parkeerhavens zijn, dus dat
ik me niet in kan denken, dat parkeer
havens geen parkeerhavens zijn als ze
precies als parkeerhavens gemaakt zijn
en je ook je auto er in parkeren kunt".
De politierechter moest deze ver
schrikkelijke volzin even laten bezin
ken.
„Ik zal u nog vertellen, dat aan de
overkant van die zelfde straat auto's
op het trottoir stonden, meneer de recht
bank en mag dat dan soms wel?"
„Natuurlijk niet", sprak de alweten
de magistraat.
„En waarom word ik dan bekeurd,
omdat ik mijn auto keurig netjes in een
parkeerhaven plaats en hebben alle
eigenaren van auto's die aan de over
kant op de stoep staan, géén bonnetje
gehad?"
„Dat kunt u helemaal niet weten",
weersprak de politierechter, met een
scheef oog naar de stapel dossiers van
die dag.
„Dat kan ik toevallig wèl weten",
getuigde de verdachte, „want ik heb
staan kijken wie ze een bon gaven. Mijn
auto pikten ze er uit en andere wagens,
zelfs waar een chauffeur bij stond, lie
ten ze ongemoeid. En alle auto's op het
trottoir aan de overkant lieten ze staan.
Op de stoep, ja. Daarvan kreeg er niet
één een bon. En nou u".
„Wie bewijst me dat?"
„Ik", zei de stijllvolle heer in stijl
kostuum met stijlvolle glimlach en eigen
parkeerstijl. En hij kwam met foto's
voor de dag. Eén van de hele straat.
Een andere van de stoep links.
„Als ik nou zo een straat in kom rij
den, waar zet ik dan m'n auto neer?"
vroeg deze strjlparkeerder met eigen
stijl. „Ik denk natuurlijk: op de stoep
mag ik niet staan. Maar parkeerhavens
zijn speciaal aangelegd om te parkeren".
„Het spijt me, maar dit is geen par
keerhaven", verklaarde de rechter.
„Maar meneer de parkeerrechter, wat
is het dan?"
„Een laad- en losplaats. Daarom heeft
de politie terecht geen maatregelen ge
nomen tegen de vrachtwagens daar,
waar chauffeurs en bijrijders bezig zijn
een vracht uit te laden. Maar uw auto
stond er blijkbaar langer dan nodig was
voor het onmiddellijk laden en lossen
van goederen of het in- of uitstappen
van een passagier en daarom bent u
verbaliseerd".
„Dus ik moet m'n auto voortaan op
de stoep zetten!"
„Dat zeg ik niet".
De officier vond dat er nu lang ge
noeg gepraat was, hij betoogde dat aan
het begin van de straat heel duidelijke
verkeersborden waren aangebracht en
dat de verkeersborden er in alle plaat
sen en ook over de grens het zelfde uit
zagen, zodat meneer had kunnen weten
dat hij ter plaatse niet mocht parke
ren. Daarom vorderde hij een boete van
vijftien gulden.
„Hebt u daar nog iets op te zeggen?"
vroeg de politierechter.
„Nou, en of!" bekende de halstarri-
ge havenparkeerder. „Er stond een bord
aan het begin van de straat. Op een
levensgevaarlijk kruispunt. En waar kijk
je naar als je dwars door een lawine
van vier rijen auto's door moet en ook
nog geen fietser en geen voetganger wil
raken? Kan ik dan midden op het kruis
punt tussen dat gefriemel een rits ver
keersborden boven elkaar op een paal
gaan staan bestuderen? Neen. En wat
zie ik voor straat? Eerst een smal deel,
waar je mogelijk niet mag staan en
waar dan wel die blauwe borden op zul
len slaan. Maar na dat smalle gedeelte
een vorstelijke verbreding. Een prach
tige oplossing en een echte invitatie om
er te komen staan. En dddr, meneer de
rechter, geen enkel bord meer. Geen
verbod om in die parkeerhaven te gaan
staan. En aan de overkant auto's op
het trottoir, waar je niet wilt gaan
staan om geen bekeuring te krijgen...
Je bent dankbaar voor die mooie par
keerhavens. Wat blijkt het nou te zijn?
Een gemene valstrik om automobilisten
in de val te lokken en geld te verdienen
aan wat extra bonnetjes..."
De hamer viel.
„Als u dat laatste er niet bij gezegd
had, zou ik werkelijk medelijden hebben
gekregen", bekende de, rechter, „maar
nu blijft het vijftien gulden".
De heer boog het hoofd: „Dan maar
in hoger beroep".
(Nadruk verboden) d' ARGENTY
ONKRUIDBE STRIJDING IN BIETEN
De bietenteelt is zeer arbeidsinten
sief. Vooral in het voorjaar vraagt de
ze veel tijd voor verzorging. Dank zij
nieuwe vindingen van precisiezaad en
precisiezaaimachines verkrijgt men een
belangrijke beperking van het aantal ar
beidsuren.
Deze ontwikkeling is in hoofdzaak mo
gelijk geweest, dank zij de nieuwe on
kruidbestrijdingsmiddelen voor suiker
bieten.
Vroeger werd onkruid uitsluitend door
schoffelen en harken bestreden. Tegen
woordig wordt het gehele bieten-areaal
met een herbicide behandeld.
Nu zijn nog wel niet alle problemen
van onkruidbestrijding in de bietenteelt
opgelost, maar de wetenschap staat ook
hier niet stil. De laatste twee jaren
zijn in de praktijk zeer gunstige resul
taten verkregen met Betanal, een
middel dat i.p.v. vóór opkomst, nè, op
komst van de bieten op klein onkruid
kan worden gespoten.
Zijn er veel grassen als duist, wind-
halm en straatgras, welke door Beta
nal minder goed worden bestreden, dan
moet een Betanal -f- Venzar be
handeling nè, opkomst en een I.P.C. be
handeling voor opkomst op de humus-
rijke gronden worden uitgevoerd.
Op dalgronden en zandgron
den met meer dan 5 humus
verdient de gekombineerde na-opkomst
bespuiting de voorkeur boven de vóór
opkomst behandeling. Ook op gronden
waar bodemherbiciden normaliter een
goede werking kunnen geven is het aan
te bevelen dit jaar in plaats van een
bodemherbicide de kombinatie Betanal
met Pyramin of Venzar na-opkomst te
te verspuiten.
Indien op het te behandelen perceel
veel eenjarige grassen en veelknopigen
voorkomen, dan verdient Avadex vóór
zaai of I.P.C. vóór opkomst, afhanke
lijk van de zwaarte van de grond, de
voorkeur, gevolgd door een nè,-opkomst
behandeling met Betanal/Venzar.
Bij veel kamille verdient voor de
nè-opkomst behandeling Betanal/Pyra-
min de voorkeur.
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bysluitlng van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
W\j willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven
zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Wereldkamipoenen schaatsen. Graag
wil ik weten alle wereldkamipoenschap-
pen schaatsen voor 1948 bij de heren in
welk jaar en ook waar die kampioen
schappen werden gehouden en welke na
tionaliteit die kamipoenen hebben.
Van de Kon. Ned. Schaatsenrijders
Bond ontvingen wij de volgende lijst
van wereldkamipoenschappen voor he
ren (van 1915 tot 1922 en van 1940 tot
1947 werden geen wedstrijden gehou
den)
1893 Amsterdam, Eden, Ned.
1894 Stockholm, onbeslist.
1895 Hamar, Eden, Ned.
1896 St. Petersburg, Eden, Ned.
1897 Montreal, Mc Cullock, Can.
1898 Davos, Oestlund, Noorw.
1899 Berlijn, Oestlund, Noorw.
1900 Oslo, Engelsaas, Noorw.
1901 Stickholm, Wathen, Finl.
1902 Helsinki, onbeslist.
1903 St. Petersburg, onbeslist.
1904 Oslo, St. Mathisen, Noorw.
1905 Groningen, De Koning, Ned.
1906 Helsinki, onbeslist.
1907 Trondheim, onbeslist.
1908 Davos, O. Mathisen, oNorw.
1909 Oslo, O. Mathisen, Noorw.
1910 Helsinki, Strunnikoff, Rusl.
1911 Trondheim, Strunnikoff, Rusl.
1912 Oslo, O. Mathisen, Noorw.
1913 Helsinki, O. Mathisen, Noorw.
1914 Oslo, O. Mathisen, Noorw.
1922 Oslo, Ström, Noorw.
1923 Stockholm, Thunberg, Finl.
1924 Helsinki, Larsen, Noorw.
1925 Oslo, Thunberg, Finl.
1926 Trondheim, Ballangrud, Noorw.
1927 Tammersfors, Evensen, Noorw.
1928 Davos, Thunberg, Finl.
1929 Oslo, Thunberg, Finl.
1930 Oslo, Staksrud, Noorw.
1931 Helsinki, Thunberg, Finl.
1932 Lake Placid, Ballangrud, Noorw.
1933 Trondheim, Engnestangen, Nrw.
1934 Helsinki, Evensen, Noorw.
1935 Oslo, Staksrud, Noorw.
Zwarte-6-overtredingen: 2. Een
zeer gevaarlijke rijf out is: on
juist invoegen. Wil men op
een auto (snel) weg invoegen, ont
wikkelt dan op de vluchtstrook een
zodanige snelheid dat deze vrijwel
gelijk is aan de snelheid van het
verkeer, waartussen men wil in
voegen.
Verbond voor Veilig Verkeer
Afd. KruiningenHansweert
1936 Davos, Ballangrud, Noorw.
1937 Oslo, Staksrud, Noorw.
1938 Davos, Ballangrud, Noorw.
1939 Helsinki, Vasenius, Finl.
1947 Oslo, Parkkinen, Finl.
1948 Helsinki, Lindberg, Noorw.
1949 Oslo, Pajor, Hongarije.
1950 Eskilstima, Andersen, Noorw.
1951 Davos, Andersen, Noorw.
1952 Hamar, Andersen, Noorw.
1953 Helsinki, Gonsjarenko, Rusl.
1954 Sapopro, Shikov, Rusl.
1955 Moskou, S. Ericsson, Zwed.
1956 Oslo, Gontsjarenko, Rusl.
1957 Olstersund, Johannesen, Noorw.
1958 Helsinki, Gontsjarenko, Rusl.
1959 Oslo, Jarvinen, Finl.
1960 Davos, Stenin, Rusl.
1961 Göteborg, Van der Grift, Ned.
1962 Moskou, Kositsjkin, Rusl.
1963 Karinzawa, J. Nilsson, Zwed.
1964 Helsinki, Johannesen, Noorw.
1965 Oslo, Moe, Noorw.
1966 Göteborg, Verkerk, Ned.
1967 Oslo, Verkerk, Ned.
1968 Göteborg, Maier, Noorw.
1969 Deventer, Fornaess, Noorw.
1970 Oslo, Schenk, Ned.
Eed. Heeft de koningin bij haar
ambtsaanvaarding een bepaalde eed af
moeten leggen? Zo ja, hoe luidt dan de
letterlijke tekst daarvan?
Ja, de t~kst luidt: Ik zweer (beloof)
aan het Nederlandse volk, dat ik de
grondwet steeds zal onderhouden en
handhaven. Ik zweer (beloof) dat ik de
onafhankelijkheid en het grondgebied
van de staat met al mijn vermogen zal
verdedigen en bewaren; dat ik de alge
mene en bijzondere vrijheid en de rech
ten van alle mijne onderdanen zal be
schermen, en tot instandhouding en be
vordering van de algemene en bijzonde
re welvaart alle middelen zal aanwen
den, welke de wetten te mijner beschik
king stellen, zoals een goed koning
schuldig is te doen. Zo waarlijk helpe
mij God Almachtig (Dat beloof ik).
Wereldsnelheidsrecords. Kunt u
ons de wereldrecords hardlopen, zwem
men, autoracen, bootraces, vliegen en
Apolloschepen opgeven?
Hier volgen de gevraagde wereldsnel
heidsrecords1. 100 m hardlopen: Da
mes, Wyoma Tuys (Am.), 11 sec. te
Mexico City op 15 oktober 1968; heren,
James Hines (Am.), 9.9 sec. te Sacra
mento op 20 juni 1968. 2. 100 m zwem
men vrije slag: Dames, Down Fraser
(Aus.), 58.9 sec., 1964; heren, Michael
Wenden (Austr.), 52.5 sec., 1968. 3.
Worldlandspeed record: Breed Love in
„The Spirit of America", op 15 novem
ber 1965, 600,601 miles/hour of (1 mijl
1.609 km): 966.367 km/u. 4. Power
boat racing record: Ron Musson met
„Miss Bardahl" in 1963 te Detroit,
114.650 miles/hour of 184.471 km/u. 5.
Official World Airplane record: door
Col. R. L. Stephens, van de U.S. Air-
force in de Lockheed YF 12 A jet op 1
mei '65 te Edwards, California, 2070,101
miles/hour of 3330.792 km/u. 6. De snel
heid van de Apollo-ruimtevaartuigen
bedraagt ongeveer 40.000 km/u.
door
TRUDIE MOORST
30)
Het heeft helemaal geen zin meer, er
kent hij zichzelf.
„Waar is Tilly nu?" vraagt hij. „Als
ik haar maar te spreken kon krijgen.
Zij zal het begrijpen en me geloven, als
ik alles uiteenzet".
„Juffrouw Tilly is gistermiddag af
gereisd, meneer".
„Afgereisd?" vraagt hij verschrikt.
„Waarheen?"
„Naar Argentinië. Daar woont me
neer Hendrik. Dat is de oudste broer
van juffrouw Tilly. Die heeft daar een
fabriek. O, al een jaar of drie. Meneer
heeft naar hem getelefoneerd. Juffrouw
Tilly is met het vliegtuig van vijf uur
vertrokken. Gistermiddag".
M'n laatste kans om alles recht te zet
ten, is nu verkeken, weet hij.
„Wanneer komt ze terug?"
Het meisje haalt haar schouders op.
„Dat weet ik niet, meneer. Ze zal er
zeker wel een paar maanden blijven".
„Weet je het adres van die broer?"
„Niet precies. Maar meneer heeft al
les verteld. Door de telefoon. Ook van
die foto's. Waarschijnlijk zal juffrouw
Tilly uw brieven niet eens in handen
krijgen".
Hij begrijpt het. Die kans is inderdaad
vrij groot, als broer Hendrik is inge
licht. Hij zal zich opwerpen om zijn zus
te beschermen tegen zo'n pooier als Jan
Pelser.
„Geloof jij het, Betsy? Van die fo
to's? Geloof jij, dat ik terwgl ik de
kans heb om met het allerliefste meis
je van Amsterdam te kunnen trouwen
me zal vergooien aan een of andere
straatdeern?"
Ze schudt haar hoofd.
„Nee, meneer. Daarom vind ik het zo
jammer, want juffrouw Tilly hield ver
schrikkelijk veel van u. Het is vast, zo
als u zegt: mevrouw was tegen een hu
welijk van de juffrouw met u. En ze zal
haar zoons wel opgestookt hebben iets
tegen u te ondernemen, waardoor u in
een kwaad daglicht kwam te staan. Het
is verschrikkelijk".
HOOFDSTUK XIII
Die dag zwerft Jan Pelser door de
stad. Hij is even thuis en eet wat. Op
vragen van zijn moeder geeft hij ont
wijkende antwoorden. Lopend gaat hij
weer de stad in. Bezoekt café's en
drinkt. Met een hart vol wrok. Als hij
op dit ogenblik één der broers van Til
ly tegenkomen zou, zag het er slecht
voor hem uit. Maar de broers komen
niet in dit soort café's, waar Jan het
ene glas bier na het andere drinkt.
Het is laat in de avond, als hij vrijwel
laveloos in het centrum van de stad
rondzwerft. Hij heeft geluk, dat er al
die tijd geen politie is te bekennen. Om
half twaalf loopt hij waggelend en in
zichzelf mompelend bij de Munt en
steekt over naar de Kalverstraat, zon
der op de stoplichten en het verkeer te
letten. Een auto stopt met gierende rem
men. De automobilist is hevig veront
waardigd en rijdt meteen naar het po
litiebureau, dat vlak bij is. Waar hij
vertelt van een dronken man, die de
straat onveilig maakt.
Een auto rukt uit. Men ziet hem
staan bij één der bioscopen, die juist
uitgaat. Ze laten de wagen staan en ko
men met z'n tweeën rustig op hem af.
Maar nog vóór ze bij hem zijn, is er een
vrouw, die hem vastgrijpt.
Jan Pelser ziet haar door zijn bene
velde brein. Is dat niet de kittige we
duwe van de overkant? Het mollige
vrouwtje, dat hem zo graag wil hebben
als tweede echtgenoot Maar hij wil
helemaal geen vrouw meer. Vrouwen
zijn de meest onbetrouwbare schepsels
op de wereld. Nooit van mijn leven meer
een vrouw. Ze brengen je eerst je hoofd
op hol en gaan er daarna vandoor. Om
een paar rotfoto's, die niet eens echt
zijn. Was dat op die avond ook niet een
vrouw, die hem had vastgegrepen, om
dat ze zogenaamd lastig werd gevallen
door andere mannen? Daar was hij lek
ker ingetrapt. En wil deze vrouw soms
ook zo'n geintje met hem uithalen? Op
geduveld, geen vrouwen meer aan m'n
lijf.
Een rustige stem klinkt: „Een beetje
te veel gehesen, meester?"
Jan kijkt de spreker lodderig aan. Die
vent heeft een uniform aan. Lijkt hij
niet een beetje op de broer van Tilly?
Hij heeft wat weg van Evert. Of is het
Pieter? Het is wat donker in deze hoek.
Hij hoort de stem van de vrouw:
„Niks aan de hand, heren, laat mij
maar. Ik breng hem rustig thuis, subiet.
Nu meteen. Hij is m'n overbuurman, een
rustige jongen, doet niemand kwaad,
echt niet. Misschien heeft-ie wat met
z'n meissie gehad".
„Ik denk toch, dat het beter is, als
wij hem mee nemen, juf. Morgen is hij
weer zo lekker als kip".
„Ach nee, doet u dat nou niet. Hij
valt niemand lastig. Hij staat rustig te
gen de muur. Als ik een taxi kan be
machtigen, breng ik hem rechtdoor naar
huis. Dat is niet eens zo ver hier van
daan. Hij woont in de Kerkstraat, me
neer, hier vlakbij. Laat u mij nu maar.
Heus waar, ik breng hem meteen naar
huis. Als ik maar een taxi kan krijgen".
Er zijn mensen blijven staan. De agen
ten kijken elkaar aan. Veel voelen ze er
ook niet voor een dronken man mee te
nemen om hem voor de nacht op te
bergen. Dat betekent fouillering, proces
verbaal, dus een hele rompslomp. En
dat vrouwtje ziet er wel naar uit, dat
ze het voor elkaar krijgt. De oudste
agent zegt tot de ander: „Kijk es, of je
een taxi ziet".
Met vijf minuten is de taxi er. Betsy
loost hem erheen en als ze hem in de
wagen heeft, knikt ze vriendelijk naar
de agenten, die rustig toekijken.
„Erg vriendelijk, heren. Zo is het
immers veel beter? Ik zorg ervoor, dat
hij meteen naar huis gaat. Dank u wel".
De taxi rijdt weg en de mensen ver
spreiden zich. De agenten lopen terug
naar hun VW en de oudste zegt: „Je
zou haast een keer lazarus willen zijn
om door zo'n vrouwtje naar bed ge
bracht te worden".
(Wordt vervolgd)