NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND Hoe schoon is de zee LAND- EN TUINBOUW TUSSEN WAL EN SCHIP 36STE JAARGANG No. 44 10 APRIL 1970 LANGS DE STRAAT de scheldebode REDACTEUR ADMINISTRATEUR i J. M. C. VAN DER PEYL KRUIN1NGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal Franco per post f4,40 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm ƒ4,50, verder 18 cent per mm Exd. 4% B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. Het grootste gevaar van het zwem men in de zee voor Scheveningen is ondanks reddingsbrigades e.d. nog al tijd het verdrinken. En in elk geval niet dat men een ziekte oploopt door de vie zigheid in het water. Met die mede deling van het Rijksinstituut voor de Zuivering van Afvalwater, Nederlandse rioolspecialisten, wordt de tegenaanval ingezet tegen een rapport van de Belgi sche Verbruikersunie, een zusje van de Nederlandse Consumentenbond. Dat rapport geeft cijfers over de kwa liteit van het zeewater op verscheidene plaatsen langs de kusten van Noordzee en Kanaal en die zijn geen van alle erg opwekkend. De suggestie is gewekt dat het rapport bedoeld zou zijn om toeris ten naar de Belgische stranden te lok ken, maar dat is een aanwrijving die men niet al te grif hoeft te geloven: ook die staan in de categorie verdacht. RIZA's verweer bevat ook de opmer king dat een onderzoek als het Belgi sche pas zin krijgt wanneer het over een lange tijdsduur wordt gehouden: „We tenschappelijk en statistisch verant woord". Dat is natuurlijk juist. Maar men kan de zaak ook van de andere kant benaderen. Feit is dat de Rijn, trouwens ook de Schelde en in Duits land de Elbe, dagelijks enorme hoeveel heden chemicaliën afvoeren en men moet wel zeer lichtgelovig zijn dat de ondiepe Noordzee zo groot is dat dit daar zo verdund wordt dat men er niets meer van merkt. Oplossing zoeken. In de Oostzee is het al zo te wij ten aan het feit dat die nog kleiner is en minder mogelijkheid heeft op zijn beurt weer vuil af te voeren naar de Oceaan dat herhaaldelijk visvangsten vernietigd moeten worden omdat de vis vol zit met fenol en insecticiden en an dere zaken die men maar lievr niet bin nen moet krijgen. De Noordzee kan hier bij een beetje achterop lopen, maar ze vervuilt op deze manier eveneens. Daarbij komt dan nog dat juist in de laatste jaren de landen om de Noordzee zijn gaan kampen met het probleem waar men de enorm toegenomen hoe veelheden afval moet laten. Den Haag heeft al een verbeterde installatie in gebruik genomen om vuil en rioolwater te lozen in de Noordzee en anderen wil len dit goede voorbeeld naarstig gaan volgen. Het Belgische rapport kan wat over dreven zijn, ook al omdat niemand nog kan zeggen bij welke graad van vervui ling de zee echt gevaarlijk genoemd mag worden. Een andere zaak is dat de zee er zeker niet schoner en gezonder op wordt en in een moderne maatschap pij die het al heeft klaargespeeld enor me rivieren te reduceren tot riolen moet men het niet onmogelijk achten dat ook zeeën totaal worden verziekt. En beter dan aanvallen op de onderzoeksmetho den van de Belgen zou een initiatief zijn dat verdere vervuiling van de zeeën te gengaat opdat ook in de toekomst het strand gebruikt kan blijven worden als het recreatiegebied, waraaan zo'n grote behoefte bestaat die alleen nog maar groter kan worden. (Nadruk verboden) DE STIJLPARKEERDER „Ik heb m'n auto netjes in een par keerhaven gezet", vertelde de keurig geklede heer, die gewend was keurig te parkeren. Zijn 58 herfsten en de ver ontwaardiging over de aanval op zijn parkeerstijl waren hem wel aan te zien. Maar zijn stijlkostuum had alle maart se buien en boze politiemannen glanzend doorstaan. „U stond op een plaats waar het ver boden was een vierwielig motorvoer tuig..." „Verboden? In een parkeerhaven?" „Dit was geen parkeerhaven!" „Meneer de rechter, als u een trot toirband ziet inspringen en er komt een extra strook voor het opstellen van voertuigen en er staan hier en daar ook auto's in, wat denk ik dan?" „Wat u denkt? U kunt wel denken dat wij gek zijn, maar..." „Precies. Ik bedoel... neem me niet kwalijk, dat bedoel ik niet". „Wilt u dan eens vertellen, wat u wèl bedoelt?" „Ik bedoelde te zeggen, dat het pre cies lijkt op parkeerhavens als er in een straat parkeerhavens zijn, dus dat ik me niet in kan denken, dat parkeer havens geen parkeerhavens zijn als ze precies als parkeerhavens gemaakt zijn en je ook je auto er in parkeren kunt". De politierechter moest deze ver schrikkelijke volzin even laten bezin ken. „Ik zal u nog vertellen, dat aan de overkant van die zelfde straat auto's op het trottoir stonden, meneer de recht bank en mag dat dan soms wel?" „Natuurlijk niet", sprak de alweten de magistraat. „En waarom word ik dan bekeurd, omdat ik mijn auto keurig netjes in een parkeerhaven plaats en hebben alle eigenaren van auto's die aan de over kant op de stoep staan, géén bonnetje gehad?" „Dat kunt u helemaal niet weten", weersprak de politierechter, met een scheef oog naar de stapel dossiers van die dag. „Dat kan ik toevallig wèl weten", getuigde de verdachte, „want ik heb staan kijken wie ze een bon gaven. Mijn auto pikten ze er uit en andere wagens, zelfs waar een chauffeur bij stond, lie ten ze ongemoeid. En alle auto's op het trottoir aan de overkant lieten ze staan. Op de stoep, ja. Daarvan kreeg er niet één een bon. En nou u". „Wie bewijst me dat?" „Ik", zei de stijllvolle heer in stijl kostuum met stijlvolle glimlach en eigen parkeerstijl. En hij kwam met foto's voor de dag. Eén van de hele straat. Een andere van de stoep links. „Als ik nou zo een straat in kom rij den, waar zet ik dan m'n auto neer?" vroeg deze strjlparkeerder met eigen stijl. „Ik denk natuurlijk: op de stoep mag ik niet staan. Maar parkeerhavens zijn speciaal aangelegd om te parkeren". „Het spijt me, maar dit is geen par keerhaven", verklaarde de rechter. „Maar meneer de parkeerrechter, wat is het dan?" „Een laad- en losplaats. Daarom heeft de politie terecht geen maatregelen ge nomen tegen de vrachtwagens daar, waar chauffeurs en bijrijders bezig zijn een vracht uit te laden. Maar uw auto stond er blijkbaar langer dan nodig was voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen of het in- of uitstappen van een passagier en daarom bent u verbaliseerd". „Dus ik moet m'n auto voortaan op de stoep zetten!" „Dat zeg ik niet". De officier vond dat er nu lang ge noeg gepraat was, hij betoogde dat aan het begin van de straat heel duidelijke verkeersborden waren aangebracht en dat de verkeersborden er in alle plaat sen en ook over de grens het zelfde uit zagen, zodat meneer had kunnen weten dat hij ter plaatse niet mocht parke ren. Daarom vorderde hij een boete van vijftien gulden. „Hebt u daar nog iets op te zeggen?" vroeg de politierechter. „Nou, en of!" bekende de halstarri- ge havenparkeerder. „Er stond een bord aan het begin van de straat. Op een levensgevaarlijk kruispunt. En waar kijk je naar als je dwars door een lawine van vier rijen auto's door moet en ook nog geen fietser en geen voetganger wil raken? Kan ik dan midden op het kruis punt tussen dat gefriemel een rits ver keersborden boven elkaar op een paal gaan staan bestuderen? Neen. En wat zie ik voor straat? Eerst een smal deel, waar je mogelijk niet mag staan en waar dan wel die blauwe borden op zul len slaan. Maar na dat smalle gedeelte een vorstelijke verbreding. Een prach tige oplossing en een echte invitatie om er te komen staan. En dddr, meneer de rechter, geen enkel bord meer. Geen verbod om in die parkeerhaven te gaan staan. En aan de overkant auto's op het trottoir, waar je niet wilt gaan staan om geen bekeuring te krijgen... Je bent dankbaar voor die mooie par keerhavens. Wat blijkt het nou te zijn? Een gemene valstrik om automobilisten in de val te lokken en geld te verdienen aan wat extra bonnetjes..." De hamer viel. „Als u dat laatste er niet bij gezegd had, zou ik werkelijk medelijden hebben gekregen", bekende de, rechter, „maar nu blijft het vijftien gulden". De heer boog het hoofd: „Dan maar in hoger beroep". (Nadruk verboden) d' ARGENTY ONKRUIDBE STRIJDING IN BIETEN De bietenteelt is zeer arbeidsinten sief. Vooral in het voorjaar vraagt de ze veel tijd voor verzorging. Dank zij nieuwe vindingen van precisiezaad en precisiezaaimachines verkrijgt men een belangrijke beperking van het aantal ar beidsuren. Deze ontwikkeling is in hoofdzaak mo gelijk geweest, dank zij de nieuwe on kruidbestrijdingsmiddelen voor suiker bieten. Vroeger werd onkruid uitsluitend door schoffelen en harken bestreden. Tegen woordig wordt het gehele bieten-areaal met een herbicide behandeld. Nu zijn nog wel niet alle problemen van onkruidbestrijding in de bietenteelt opgelost, maar de wetenschap staat ook hier niet stil. De laatste twee jaren zijn in de praktijk zeer gunstige resul taten verkregen met Betanal, een middel dat i.p.v. vóór opkomst, nè, op komst van de bieten op klein onkruid kan worden gespoten. Zijn er veel grassen als duist, wind- halm en straatgras, welke door Beta nal minder goed worden bestreden, dan moet een Betanal -f- Venzar be handeling nè, opkomst en een I.P.C. be handeling voor opkomst op de humus- rijke gronden worden uitgevoerd. Op dalgronden en zandgron den met meer dan 5 humus verdient de gekombineerde na-opkomst bespuiting de voorkeur boven de vóór opkomst behandeling. Ook op gronden waar bodemherbiciden normaliter een goede werking kunnen geven is het aan te bevelen dit jaar in plaats van een bodemherbicide de kombinatie Betanal met Pyramin of Venzar na-opkomst te te verspuiten. Indien op het te behandelen perceel veel eenjarige grassen en veelknopigen voorkomen, dan verdient Avadex vóór zaai of I.P.C. vóór opkomst, afhanke lijk van de zwaarte van de grond, de voorkeur, gevolgd door een nè,-opkomst behandeling met Betanal/Venzar. Bij veel kamille verdient voor de nè-opkomst behandeling Betanal/Pyra- min de voorkeur. ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bysluitlng van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief W\j willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Wereldkamipoenen schaatsen. Graag wil ik weten alle wereldkamipoenschap- pen schaatsen voor 1948 bij de heren in welk jaar en ook waar die kampioen schappen werden gehouden en welke na tionaliteit die kamipoenen hebben. Van de Kon. Ned. Schaatsenrijders Bond ontvingen wij de volgende lijst van wereldkamipoenschappen voor he ren (van 1915 tot 1922 en van 1940 tot 1947 werden geen wedstrijden gehou den) 1893 Amsterdam, Eden, Ned. 1894 Stockholm, onbeslist. 1895 Hamar, Eden, Ned. 1896 St. Petersburg, Eden, Ned. 1897 Montreal, Mc Cullock, Can. 1898 Davos, Oestlund, Noorw. 1899 Berlijn, Oestlund, Noorw. 1900 Oslo, Engelsaas, Noorw. 1901 Stickholm, Wathen, Finl. 1902 Helsinki, onbeslist. 1903 St. Petersburg, onbeslist. 1904 Oslo, St. Mathisen, Noorw. 1905 Groningen, De Koning, Ned. 1906 Helsinki, onbeslist. 1907 Trondheim, onbeslist. 1908 Davos, O. Mathisen, oNorw. 1909 Oslo, O. Mathisen, Noorw. 1910 Helsinki, Strunnikoff, Rusl. 1911 Trondheim, Strunnikoff, Rusl. 1912 Oslo, O. Mathisen, Noorw. 1913 Helsinki, O. Mathisen, Noorw. 1914 Oslo, O. Mathisen, Noorw. 1922 Oslo, Ström, Noorw. 1923 Stockholm, Thunberg, Finl. 1924 Helsinki, Larsen, Noorw. 1925 Oslo, Thunberg, Finl. 1926 Trondheim, Ballangrud, Noorw. 1927 Tammersfors, Evensen, Noorw. 1928 Davos, Thunberg, Finl. 1929 Oslo, Thunberg, Finl. 1930 Oslo, Staksrud, Noorw. 1931 Helsinki, Thunberg, Finl. 1932 Lake Placid, Ballangrud, Noorw. 1933 Trondheim, Engnestangen, Nrw. 1934 Helsinki, Evensen, Noorw. 1935 Oslo, Staksrud, Noorw. Zwarte-6-overtredingen: 2. Een zeer gevaarlijke rijf out is: on juist invoegen. Wil men op een auto (snel) weg invoegen, ont wikkelt dan op de vluchtstrook een zodanige snelheid dat deze vrijwel gelijk is aan de snelheid van het verkeer, waartussen men wil in voegen. Verbond voor Veilig Verkeer Afd. KruiningenHansweert 1936 Davos, Ballangrud, Noorw. 1937 Oslo, Staksrud, Noorw. 1938 Davos, Ballangrud, Noorw. 1939 Helsinki, Vasenius, Finl. 1947 Oslo, Parkkinen, Finl. 1948 Helsinki, Lindberg, Noorw. 1949 Oslo, Pajor, Hongarije. 1950 Eskilstima, Andersen, Noorw. 1951 Davos, Andersen, Noorw. 1952 Hamar, Andersen, Noorw. 1953 Helsinki, Gonsjarenko, Rusl. 1954 Sapopro, Shikov, Rusl. 1955 Moskou, S. Ericsson, Zwed. 1956 Oslo, Gontsjarenko, Rusl. 1957 Olstersund, Johannesen, Noorw. 1958 Helsinki, Gontsjarenko, Rusl. 1959 Oslo, Jarvinen, Finl. 1960 Davos, Stenin, Rusl. 1961 Göteborg, Van der Grift, Ned. 1962 Moskou, Kositsjkin, Rusl. 1963 Karinzawa, J. Nilsson, Zwed. 1964 Helsinki, Johannesen, Noorw. 1965 Oslo, Moe, Noorw. 1966 Göteborg, Verkerk, Ned. 1967 Oslo, Verkerk, Ned. 1968 Göteborg, Maier, Noorw. 1969 Deventer, Fornaess, Noorw. 1970 Oslo, Schenk, Ned. Eed. Heeft de koningin bij haar ambtsaanvaarding een bepaalde eed af moeten leggen? Zo ja, hoe luidt dan de letterlijke tekst daarvan? Ja, de t~kst luidt: Ik zweer (beloof) aan het Nederlandse volk, dat ik de grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. Ik zweer (beloof) dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van de staat met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat ik de alge mene en bijzondere vrijheid en de rech ten van alle mijne onderdanen zal be schermen, en tot instandhouding en be vordering van de algemene en bijzonde re welvaart alle middelen zal aanwen den, welke de wetten te mijner beschik king stellen, zoals een goed koning schuldig is te doen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat beloof ik). Wereldsnelheidsrecords. Kunt u ons de wereldrecords hardlopen, zwem men, autoracen, bootraces, vliegen en Apolloschepen opgeven? Hier volgen de gevraagde wereldsnel heidsrecords1. 100 m hardlopen: Da mes, Wyoma Tuys (Am.), 11 sec. te Mexico City op 15 oktober 1968; heren, James Hines (Am.), 9.9 sec. te Sacra mento op 20 juni 1968. 2. 100 m zwem men vrije slag: Dames, Down Fraser (Aus.), 58.9 sec., 1964; heren, Michael Wenden (Austr.), 52.5 sec., 1968. 3. Worldlandspeed record: Breed Love in „The Spirit of America", op 15 novem ber 1965, 600,601 miles/hour of (1 mijl 1.609 km): 966.367 km/u. 4. Power boat racing record: Ron Musson met „Miss Bardahl" in 1963 te Detroit, 114.650 miles/hour of 184.471 km/u. 5. Official World Airplane record: door Col. R. L. Stephens, van de U.S. Air- force in de Lockheed YF 12 A jet op 1 mei '65 te Edwards, California, 2070,101 miles/hour of 3330.792 km/u. 6. De snel heid van de Apollo-ruimtevaartuigen bedraagt ongeveer 40.000 km/u. door TRUDIE MOORST 30) Het heeft helemaal geen zin meer, er kent hij zichzelf. „Waar is Tilly nu?" vraagt hij. „Als ik haar maar te spreken kon krijgen. Zij zal het begrijpen en me geloven, als ik alles uiteenzet". „Juffrouw Tilly is gistermiddag af gereisd, meneer". „Afgereisd?" vraagt hij verschrikt. „Waarheen?" „Naar Argentinië. Daar woont me neer Hendrik. Dat is de oudste broer van juffrouw Tilly. Die heeft daar een fabriek. O, al een jaar of drie. Meneer heeft naar hem getelefoneerd. Juffrouw Tilly is met het vliegtuig van vijf uur vertrokken. Gistermiddag". M'n laatste kans om alles recht te zet ten, is nu verkeken, weet hij. „Wanneer komt ze terug?" Het meisje haalt haar schouders op. „Dat weet ik niet, meneer. Ze zal er zeker wel een paar maanden blijven". „Weet je het adres van die broer?" „Niet precies. Maar meneer heeft al les verteld. Door de telefoon. Ook van die foto's. Waarschijnlijk zal juffrouw Tilly uw brieven niet eens in handen krijgen". Hij begrijpt het. Die kans is inderdaad vrij groot, als broer Hendrik is inge licht. Hij zal zich opwerpen om zijn zus te beschermen tegen zo'n pooier als Jan Pelser. „Geloof jij het, Betsy? Van die fo to's? Geloof jij, dat ik terwgl ik de kans heb om met het allerliefste meis je van Amsterdam te kunnen trouwen me zal vergooien aan een of andere straatdeern?" Ze schudt haar hoofd. „Nee, meneer. Daarom vind ik het zo jammer, want juffrouw Tilly hield ver schrikkelijk veel van u. Het is vast, zo als u zegt: mevrouw was tegen een hu welijk van de juffrouw met u. En ze zal haar zoons wel opgestookt hebben iets tegen u te ondernemen, waardoor u in een kwaad daglicht kwam te staan. Het is verschrikkelijk". HOOFDSTUK XIII Die dag zwerft Jan Pelser door de stad. Hij is even thuis en eet wat. Op vragen van zijn moeder geeft hij ont wijkende antwoorden. Lopend gaat hij weer de stad in. Bezoekt café's en drinkt. Met een hart vol wrok. Als hij op dit ogenblik één der broers van Til ly tegenkomen zou, zag het er slecht voor hem uit. Maar de broers komen niet in dit soort café's, waar Jan het ene glas bier na het andere drinkt. Het is laat in de avond, als hij vrijwel laveloos in het centrum van de stad rondzwerft. Hij heeft geluk, dat er al die tijd geen politie is te bekennen. Om half twaalf loopt hij waggelend en in zichzelf mompelend bij de Munt en steekt over naar de Kalverstraat, zon der op de stoplichten en het verkeer te letten. Een auto stopt met gierende rem men. De automobilist is hevig veront waardigd en rijdt meteen naar het po litiebureau, dat vlak bij is. Waar hij vertelt van een dronken man, die de straat onveilig maakt. Een auto rukt uit. Men ziet hem staan bij één der bioscopen, die juist uitgaat. Ze laten de wagen staan en ko men met z'n tweeën rustig op hem af. Maar nog vóór ze bij hem zijn, is er een vrouw, die hem vastgrijpt. Jan Pelser ziet haar door zijn bene velde brein. Is dat niet de kittige we duwe van de overkant? Het mollige vrouwtje, dat hem zo graag wil hebben als tweede echtgenoot Maar hij wil helemaal geen vrouw meer. Vrouwen zijn de meest onbetrouwbare schepsels op de wereld. Nooit van mijn leven meer een vrouw. Ze brengen je eerst je hoofd op hol en gaan er daarna vandoor. Om een paar rotfoto's, die niet eens echt zijn. Was dat op die avond ook niet een vrouw, die hem had vastgegrepen, om dat ze zogenaamd lastig werd gevallen door andere mannen? Daar was hij lek ker ingetrapt. En wil deze vrouw soms ook zo'n geintje met hem uithalen? Op geduveld, geen vrouwen meer aan m'n lijf. Een rustige stem klinkt: „Een beetje te veel gehesen, meester?" Jan kijkt de spreker lodderig aan. Die vent heeft een uniform aan. Lijkt hij niet een beetje op de broer van Tilly? Hij heeft wat weg van Evert. Of is het Pieter? Het is wat donker in deze hoek. Hij hoort de stem van de vrouw: „Niks aan de hand, heren, laat mij maar. Ik breng hem rustig thuis, subiet. Nu meteen. Hij is m'n overbuurman, een rustige jongen, doet niemand kwaad, echt niet. Misschien heeft-ie wat met z'n meissie gehad". „Ik denk toch, dat het beter is, als wij hem mee nemen, juf. Morgen is hij weer zo lekker als kip". „Ach nee, doet u dat nou niet. Hij valt niemand lastig. Hij staat rustig te gen de muur. Als ik een taxi kan be machtigen, breng ik hem rechtdoor naar huis. Dat is niet eens zo ver hier van daan. Hij woont in de Kerkstraat, me neer, hier vlakbij. Laat u mij nu maar. Heus waar, ik breng hem meteen naar huis. Als ik maar een taxi kan krijgen". Er zijn mensen blijven staan. De agen ten kijken elkaar aan. Veel voelen ze er ook niet voor een dronken man mee te nemen om hem voor de nacht op te bergen. Dat betekent fouillering, proces verbaal, dus een hele rompslomp. En dat vrouwtje ziet er wel naar uit, dat ze het voor elkaar krijgt. De oudste agent zegt tot de ander: „Kijk es, of je een taxi ziet". Met vijf minuten is de taxi er. Betsy loost hem erheen en als ze hem in de wagen heeft, knikt ze vriendelijk naar de agenten, die rustig toekijken. „Erg vriendelijk, heren. Zo is het immers veel beter? Ik zorg ervoor, dat hij meteen naar huis gaat. Dank u wel". De taxi rijdt weg en de mensen ver spreiden zich. De agenten lopen terug naar hun VW en de oudste zegt: „Je zou haast een keer lazarus willen zijn om door zo'n vrouwtje naar bed ge bracht te worden". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1970 | | pagina 1