Produktiviteitsbevordering
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
TUSSEN WAL EN SCHIP
36STE JAARGANG
No. 42
27 MAART 1970
REDACTEUR ADMINISTRATEUR i
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 26
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 2,15 per kwartaal
Franco per post f4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm ƒ4,50, verder 18 cent per mm
Exd. 4% B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
de scheldebode
Het streven naar verhoging van de
produktiviteit bleef tot voor enige tijd
in hoofdzaak beperkt tot de grotere be
drijven, voornamelijk de industrie. De
laatste jaren valt ook in kringen van
het midden- en kleinbedrijf een ver
hoogde belangstelling te constateren
voor de mogelijkheden, die tot produk
tiviteitsverbetering kunnen leiden. Ge
zien de snelle ontwikkelingen op alle
terreinen een verheugend verschijnsel.
Daarom zo verheugend, omdat het stre
ven naar verhoging van de produktivi
teit noodzakelijk is om de economische
ontwikkeling bij te houden.
Met het oog op deze toenemende in
teresse voor produktiviteitsverbetering
in het midden- en kleinbedrijf, menen
wij er goed aan te doen, aan dit onder
werp opnieuw aandacht te besteden.
Laten we beginnen met een omschrij
ving van het begrip produktiviteit".
„Produktiviteit is het verschil tussen
de kosten die worden gemaakt om goe
deren en diensten te leveren en de op
brengst die de verbruiker daarvoor
wenst te betalen".
Het gaat hier steeds om de kosten bij
een bepaalde prijs. De kernvraag is dus
hoe kunnen de kosten van een onder
neming zo laag mogelijk worden gehou
den. De noodzaak van produktiviteits
verbetering is een levensvoorwaarde
voor het midden- en kleinbedrijf. In dit
deel van het bedrijfsleven vormen de
lonen een groot deel van de totale kos
ten. En de lonen zien wij steeds maar
stijgen. Deze stijging tast de gunstige
marge tussen kosten en opbrengsten
aan.
Hoe bereiken we een verbetering
van de produktiviteit?
Hogere produktiviteit kan op twee ma
nieren worden bereikt.
1. Door verlaging van de kosten voor
eenzelfde hoeveelheid aan de consu
ment aan te bieden goederen.
2. Door meer goederen aan te bieden
bij gelijkblijvende kosten, waarbij
moet worden opgemerkt dat de aan
bieding door de consument niet al
leen bestaat uit tastbare goederen,
maar ook uit niet-tastbare zaken,
zoals dienstverlening, kwaliteit, enz.
In beide gevallen is het resultaat het
zelfde, n.l. een kostenverlaging per een
heid goederen.
De ondernemer behoeft dus niet het
ene of het andere te kiezen, doch hij
kan in de richting van beide werken.
Of de ondernemer de bereikte kosten
verlaging in eigen bedrijf houdt of aan
de consument ten goede laat komen, is
een zaak van bedrijfsbeleid. Verschillen
de omstandigheden kunnen hierop van
invloed zijn, b.v. concurrentie etc.
Hoe de produktiviteit te
bevorderen?
Wanneer het gaat over de wijze waar
op de produktiviteit in het midden- en
kleinbedrijf kan worden verhoogd, gaan
de gedachten van velen alleen maar in
de richting van langer en harder wer
ken. Dit is een verkeerde gedachten-
gang. Een andere misvatting is het,
wanneer men denkt dat hogere produk
tiviteit slechts bereikbaar is via verdere
mechanisatie, hetgeen in veel gevallen
geen haalbare kaart is, omdat het be
drijf zich daartoe niet leent.
In het midden- en kleinbedrijf onder
scheiden wij
1. detailhandel;
2. ambacht en de kleine industrie;
3. dienstverlenende bedrijven.
Produktiviteitsverhoging in de detail
handel moet worden gezocht in doelma
tiger werken, betere interne en externe
organisatie etc. door middel van:
1. een juiste inkoop;
2. een beter assortiment en een juiste
voorraad;
3. een doelmatige inrichting van win
kel, werkplaats en magazijn;
4. een meer gerichte verkooppolitiek;
5. verantwoorde personeelsbezetting;
6. een moderne administratie, die op
ieder gewenst moment inzicht kan
verschaffen in de stand van zaken,
o.m. het kostenverloop.
In het grootbedrijf kunnen verschillen
de van bovengenoemde taken aan spe
cialisten worden toevertrouwd. In het
midden- en kleinbedrijf is zo'n delegatie
dikwijls niet mogelijk, zodat de onder
nemer vele hiervan zelf zal moeten uit
voeren.
Twee van de hierboven genoemde ta
ken willen we gaarne afzonderlijk be
schouwen.
Inkoop.
Een oplossing voor de produktiviteits-
problemen wat de inkoop betreft, is voor
het midden- en kleinbedrijf in het al
gemeen slechts mogelijk door samenwer
king van de bedrijfsgenoten in een or
ganisatie, waarbinnen het wèl haalbaar
is, om tot standaardisatie en specialisa
tie van de inkoop-funktie te komen.
Winkelinrichting, magazijn e.d.
Een te grote voorraad kost geld, om
dat die:
a. onnodig ruimte in beslag neemt;
b. onnodig beslag legt op de kasmid
delen;
c. extra verliezen door bederf, indro
gen en veroudering kan veroorzaken.
Een doelmatige inrichting van de win
kel betekent een efficiënt gebruik van
de beschikbare verkoopruimte, waarin
de voor de verkoop bestemde goederen
op aantrekkelijke wijze en in een sfeer
volle omgeving aan de klanten worden
getoond.
Produktiviteitsverhoging in het
ambacht en de kleine industrie.
Voor een ondernemer, die regelmatig
probeert zijn eigen bedrijf kritisch te
bekijken, dus door de bril van een bui
tenstaander, bestaan er vele mogelijk
heden hiertoe.
Op het technische vlak:
inrichting van de werkplaats, intern
transport en werktechnieken;
werkvoorbereiding door een gedetail
leerde planning, waardoor leegloop
van machines en personeel wordt
voorkomen;
tijdmeting en tijdcontrole mede als
basis voor de calculatie;
toepassing van nieuwe materialen;
het tijdig vervangen of aanschaffen
van werktuigen en machines;
beperking van de produktie door
middel van specialisatie o.a. door on
derling uitbesteden.
Op het commerciële vlak:
betere, wellicht gezamenlijke inkoop
van materialen, grondstoffen, enz.;
door het toeleveren aan andere be
drijven, waardoor een betere benut
ting van machines en personeel kan
worden bereikt.
Administratie en personeel:
door een juiste kostenadministratie,
gekoppeld aan juiste calculatie kan
de ondernemer op het spoor komen
van mogelijkheden tot verbetering
van de produktiviteit, omdat hier
door ook een juist kostenbesef ont
staat;
door bevordering van de teamgeest.
Het plegen van overleg met het per
soneel kan in het kleine bedrijf, waar
technische rationalisatie niet altijd
haalbaar is, veel bijdragen tot ver
hoging van de produktiviteit;
het scheppen m een goed werk
klimaat, b.v. door verbetering of ver
fraaiing van de werkplaatsinrichting
kan eveneens een gunstige invloed
uitoefenen.
Samenwerking en voorlich
ting:
door gezamenlijk aanschaffen van
machines, waarvoor in de aparte be
drijven te weinig emplooi is;
door kennis te nemen van de ont
wikkelingen op het gebied van de
werktechnieken, werktuigen, machi
nes en grondstoffen;
door contact met bedrijfsgenoten, b.v.
in de z.g. „bedrijfsvergelijkingsclubs"
(ervaringsuitwisseling)
Dienstverlenende bedrijven.
Voor de ondernemingen in de sector
„dienstverlening" gelden, uiteraard in
aangepaste vorm, soortgelijke hierboven
vermelde voorwaarden.
Tenslotte nog enige opmerkingen over
verkooppolitiek en bedrijfsadministratie.
De ondernemer moet beschikken over
feiten en gegevens (aanwijzingen) aan
de hand waarvan hg de gedragslijn van
de afnemers kan bepalen. Dat betekent,
dat hij aan marktonderzoek moet doen.
Hierbij kan b.v. worden gedacht aan
een klanten-administratie. Langs deze
weg kan een doeltreffende verkoop- en
produktiepolitiek worden bepaald. Een
zo rationeel mogelijke afzet wordt dan
mogelijk. Een vastgestelde, sluimerende
vraag, moet worden opgewekt. Wel
overwogen reklame biedt daartoe de mo
gelijkheden. Denk daarbij aan de aan
kleding van de etalage.
Administreren is niet de sterkste zij
de van vele ondernemers in het midden-
en kleinbedrijf. En tóch, het is al vele
malen betoogd, moet de administratie
het kompas zijn, waarop het bedrijfs-
schip moet kunnen varen. De admini
stratie moet, zoals hiervoor reeds is op
gemerkt, op ieder gewenst moment in
zicht kunnen verschaffen in de stand
van zaken betreffende schulden en vor
deringen, kostenverloop gesplitst naar
produkt of produktgroepen, voorraad
etcetera.
Met het bovenstaande is het onder
werp „produktiviteitsverbetering" (in
het midden- en kleinbedrijf) niet uit
puttend behandeld. Wij hebben slechts
enige aspecten beschreven. Wilt u er
meer van weten, wendt u dan tot uw
organisatie of tot de verschillende voor-
lichtingstinstituten voor het midden- en
kleinbedrijf, zoals het „Centraal Insti
tuut voor het Midden- en Kleinbedrijf"
in Amsterdam.
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE ,^EET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wy willen u met deze adviezen zo goed mogeiyk van dienst zyn en geven
zo mogeiyk advies op elke vraag. VVy kunnen echter geen aansprakeiykheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Voetbal. Welke Nederlandse club
heeft voor het eerst aan de Europacup
deelgenomen? En eventueel nog een op
gave van de clubs die tot nu toe in de
Europacup gespeeld hebben.
Op 3 februari 1955 werden voor het
eerste Europacuptournooi voor lands
kampioenen 16 clubs uitgenodigd, waar
onder het Nederlandse elftal „Holland
Sport". Deze club achtte zich niet sterk
genoeg voor deelneming, waarom P.S.V.
de uitnodiging aannam. Op 21 septem
ber 1955 verloor het met 61 van Ra
pid Wien en op 1 november 1955 won
het thuis met 10. Door de gecombi
neerde uitslag werd het dus in de acht
ste finale al uitgeschakeld. Andere Ne
derlandse clubs die sindsdien in dit tour-
nooi meespelden waren: 1956 Rapid J.C.,
1957 Ajax, 1958 D.O.S., 1959 Sparta,
1960 Ajax, 1961 Feijenoord, 1962 Feij-
enoord; 1963 P.S.V., 1964 D.W.S., 1965
Feijqenoord, 1966 Ajax, 1967 Ajax, 1968
Ajax, 1969 Feijenoord.
Gouden tientje. Wat verstata men
onder een naslag gouden tientje? Heeft
het dezelfde waarde als een tientje dat
men bij de bank koopt? Is er verschil
in karaat?
Sinds de wijziging van de Muntwet in
1948 is het gouden tientje geen wetti
ge munt meer. Het vervaardigen van
naslagen is geen valsemunterij meer in
ons land. Toen de oude gouden tientjes
duur werden, doordat er van verzame
laars en juweliers veel vraag ontstond,
zijn er diverse naslagen op de markt
verschenen van diverse onbekende her
komst. Als regel zijn deze veel goed
koper dan de oude, echte. Beide zijn bij
de banken te koop, waarbij de prijs dus
sterk verschilt. Daar de waarde van het
goud als metaal meestal maar een frak-
tie is van de waarde als munt, penning
of sieraad, is de naslag als regel (maar
dat garandeert niet dat er geen andere
zijn) wel van minstens zo goed gehalte
als het echte stuk.
Ambi-diploma. Er wordt in per
soneelsadvertenties nogal eens gevraagd
naar het Ambi-diploma. Wat houdt dit
in en waar wordt zo'n cursus gegeven?
Volledige inlichtingen over het Ambi-
diploma kunt u krijgen bij de Stichting
Studiecentrum voor administratieve au
tomatisering, Stadhouderskade 6, Am
sterdam, tel. (020) 187933.
Napoleon. Is het waar dat Napo
leon niet begraven ligt in Parijs? Zo ja,
wie ligt daar dan begraven en waar ligt
Napoleon?
Uw vraag heeft betrekking op de z.g.
„Napoleontische legende". Volgens de
Franse geschiedschrijving is het stoffe
lijk overschot van Napoleon tijdens de
regering van Lodewijk Philips in 1840
van St. Helena overgebracht naar de
Döme des Invalides te Parijs. Over de
door
TRUDIE MOORST
28)
„Waar is de juffrouw dan heen?"
„Dat is me niet bekend. Meneer is
evenmin thuis en mevrouw kan u niet
ontvangen, want mevrouw heeft een
lichte migraine".
„Zijn de jongens wel thuis?"
„Zeker, meneer, maar die zijn bezet;
kunnen niet gestoord worden. Het spijt
me".
Het is hem duidelijk, dat hij op dit
moment beslist niet welkom is in huize
Van Heeveren Voorthals. Er blijft niets
anders over, dan maar te vertrekken".
„Dan ga ik maar weer, hè? Jammer.
Ik eh... kom morgen of zo wel terug".
„Doet u dat, meneer".
Vergist hij zich, of klinkt er inder
daad sarcasme in de stem van de sta
tige huisknecht? Maar lang heeft hij
niet gelegenheid om zich daarin te ver
diepen, want de man besluit met: „Een
goeden avond, meneer" en sluit daarna
de deur.
Door de half verlichte hall ziet Jan
de man weer in het huis verdwijnen.
Langzaam loopt hij de stoep af naar de
weg. Blijft nog even staan om te kij
ken naar Tilly's kamer, maar daar is
alles donker.
Een gevoel van onbehagen bekruipt
hem. Vanavond zouden ze praten over
de verloving. Tilly wilde niet langer
wachten. „Samen gaan we het met va
der en moeder bepraten, Jan. Ze kennen
je nu lang genoeg. Ik wil een ring van
je om m'n vinger, dan weet ik zeker,
dat we van elkaar zijn".
Hij wist: inde kringen van Tilly staat
een verloving zo ongeveer gelijk met
een huwelijk. Verbreken van een ver
loving komt zelden voor. Vandaar, dat
hij vanavond zijn beste kleren had aan
getrokken om zo goed, zo voordelig mo
gelijk voor de dag te komen.
„Juffrouw Tilly is niet thuis". Wat
ter wereld bezielt haar opeens weg te
gaan zonder hem te berichten? Doet ze
anders nooit. Ik snap er niets van.
Langzaam loopt hij naar de tram
halte. Met lijn 24 is hij binnen een
kwartiertje weer in de Vijzelstraat. Hij
haalt thuis zijn fiets op, verwisselt zgn
regenjas voor een jekker en rijdt weg.
Naar de Apollolaan. Daar, in de om
geving van Tilly's huis, rijdt hij wat
rond. Meestal staat haar rode wagen
tje voor de deur. Soms ook voor de ga
rage. Of de grote Mercedes van haar
vader. Maar geen van beide wagens zijn
te zien. Niet op straat en niet voor de
garage, die wijd open staat en waarin
niets anders is te zien dan een paar
fietsen. Waarschijnlijk van het personeel.
Een paar uur rijdt hij zo rond. Tegen
elven komt de Mercedes aanrijden. Bij
de garage stapt Van Heeveren uit en
loopt binnendoor naar huis. Hij is al
leen. De rode wagen is er nog steeds
niet.
Hij krijgt het koud en wordt honge
rig. Dicht bij de Amstelveenseweg zijn
een paar cafetaria's. Daar fietst hij heen
en eet er wat, onderwijl zich warmend
bij de kachel. Hij steekt een sigaret op
en denkt na. Misschien heeft het niets
te betekenen, maar het gevoel van on
behagen, als van een naderend onheil,
raakt hij niet kwijt.
Nog een keer rijdt hij terug naar de
►Apollolaan. Hij ziet, dat de garag nu
gesloten is, maar de rode wagen van
Tilly kan hij niet ontdekken. Best mo
gelijk, dat die ook achter de garage
deur staat. Doch op haar kamer is en
blijft alles donker.
Hij kijkt op zijn horloge: bijna mid
dernacht. Nee, nu kan hij niet meer
aanbellen. Morgenavond maar verder
zien. Tilly zal wel een verklaring heb
ben. Ik moet het maar niet te zwaar
opnemen.
De volgende morgen helpt hem ruw
uit de droom. Het is zaterdag, dus slaapt
hij uit. Tegen half tien brengt zijn moe
der thee en brood bij hem. Met een gro
te brief.
„Voor jou", zegt ze. „Wat kan dat
zijn?"
Hij neemt de grote gele envelop aan.
Het is duidelijk aan hem geadresseerd:
De heer Jan Pelser. Dat kan niet mis
sen. Zijn moeder blijft nieuwsgierig
staan, tot de bel gaat. Als ze weg is,
scheurt hij de envelop open. Er komen
drie foto's uit en een kort briefje. Als
hij de foto's bekijkt, slaat een bloed-
golf naar ?ijn hoofd. Met ontzetting
staart hij er naar, want het zijn grote
opnamen van hem zelf. Met het mejsie,
dat hij een paar avonden tevoren op de
Herengracht achterop de fiets heeft
meegenomen, toen ze door twee louche
individuën werd lastig gevallen. Op één
foto zit hij op de fiets, terwijl hij om
kijkt. Zijn gezicht en dat van het meis
je, dat dicht tegen zijn rug aangedrukt
zit, zijn duidelijk te herkennen. De
tweede foto vertoont hem met het meis
Indien u uw personenauto onder
uw toezicht wilt laten besturen, d«.n
moet u reeds drie jaren in het be
zit zijn van een rijbewijs B-E.
Verbond voor Veilig Verkeer
Afd. KruiningenHansweert
juistheid hiervan zgn wel 260.000 publi
caties verschenen, zonder dat dit pro
bleem tot een oplossing gebracht is en
de oplossing zult u nu ook wel niet van
ons verwachten. Wilt u uitvoerig hier
over worden ingelicht, dan bevelen wij
u de lering aan van twee werken, n.l.:
P. Geyl, Napoleon, voor en tegen in de
Franse geschiedschrijving; J. Presser,
Napoleon, historie en legende. In de
openbare leeszaal en bibliotheek zult u
deze werken wel aantreffen, of zal men
ze u van een andere bibliotheek wel ter
lezing kunnen aanbieden.
Floris. Graag zou ik het adres we
ten van Rutger Hauer die Floris speel
de in de televisieserie.
Het adres van Rutger Hauer, die Flo
ris van Rozemondt speelde, is Dr. Prak-
kelaan 33, Ureterp, Friesland.
Glenn Miller. Kunt u mg helpen
aan het adres van de weduwe van de
beroemde musicus Glenn Miller?
Van het Amerikaanse bureau voor
auteursrechten ontvingen wg mededeling
dat de weduwe van Glenn Miller thans
ook overleden is.
Psychologie. Is er een propaedeu-
tisch examen (PI en P2) waarna kan
didaats enz. voor de studie psycholo
gie? Mag een student begin 4e jaars
les geven aan le en 2e jaars studenten
van de universiteit waaraan hg stu
deert? Patiënten van een psychiatrische
kliniek ondervragen (in het kader van
proefnemingen) en injecties toedienen?
Ten opzichte van uw eerste vraag
hebben wij ons beperkt tot informatie
bij de Rijksuniversiteit te Utrecht. Daar
behoeft de eerstejaarsstudent in de psy
chologie geen officieel propaedeutisch
examen af te leggen, waarvoor examen
geld verschuldigd zou zijn, maar er
wordt een propaedeutische toets door
staan en over vier onderdelen een ten
tamen afgenomen ter afsluiting van het
eerste studiejaar. In het kader van een
bepaalde studie door een werkgroep van
le of 2e jaars studenten gebeurt het wel
dat een ouderejaars student daarbg als
gespreksleider optreedt. Als er voor een
experiment ondervragingen moeten
plaatsvinden van patiënten in een psy
chiatrische inrichting, zal daarvoor toe
stemming gevraagd moeten worden aan
de directie. Maar het toedienen van in
jecties mag zo nodig alleen maar ver
richt worden door medisch bevoegd per
soneel.
Vitaminen. Kennissen vertelden mij
dat als ik het sap van citrusvruchten
met water vermeng, er geen vitaminen
meer inzitten. Is dat zo?
Zolang u geen kokend water bij het
sap van citrusvruchten doet, behoeft u
niet bang te zijn voor verdwijnen van
de vitaminen. Wel wordt het percentage
lager door de verdunning.
Invoerrecht. Iemand die uit Au
stralië terugkeert, brengt ook een aan
tal planten mee. Is hiervoor invoerrecht
verschuldigd
Er zijn geen invoerrechten voor deze,
tot de inboedel behorende planten, ver
schuldigd. Bij het passeren van de dou
ane kan het gebeuren, dat enkele exem
plaren worden doorgezonden naar de
Plantenziektenkundige Dienst voor een
keuring, maar als het Australische De
partement doorvoer heeft toegestaan,
zal deze kans wel miniem zijn.
je in het atelier. Ze staat in ondergoed
voor hem. Ze kijken elkaar aan. Doch
de derde foto is het ergste van alles:
die vertoont de vrouw, liggende op een
divan, met enkel een beha en een slipje
aan, terwijl ze hem verleidelijk aankijkt.
Zelf staat hij voor de divan. Of was het
de bank waarop hij gezeten heeft Maar
dit is onmogelijk. Zo heeft hij haar he
lemaal niet gezien! Dit is een trucfoto,
iets anders kan het niet zijn. Ze is, na
dat hij haar rug heeft bekeken en ze
zich even had omgedraaid, immers met
een het vertrek uitgegaan om even la
ter terug te komen, gehuld in een ki
mono? En hoe lang is hij daarna nog
in huis geweest Nauwelijks drie of vier
minuten.
Hij pakt het briefje en leest de en
kele getypte regels:
„Meneer,
U zult hopelijk wel begrijpen, dat
er nu voor u geen plaats meer is te
mijnen huize. Nadat mijn dochter de
ze foto's heeft gezien, stelt ze geen
prijs meer op verdere omgang met
u. Wij verzoeken u dringend ons
niet meer te bezoeken, noch te schrij
ven of te telefoneren. Het personeel
heeft de nodige instructies gekregen.
Van Heeveren Voorthals."
(Wordt vervolgd)