NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND TUSSEN WAL EN SCHIP 36STE JAARGANG No. 36 13 FEBRUARI 1970 LANGS DE STRAAT de scheldebode REDACTEUR ADMINISTRATEUR i J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling 2,15 per kwartaal Franco per post ƒ4,40 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm ƒ4,50, verder 18 cent per mm Excl. 4% B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. HET HOOFD ZONDE HELM Niet iedereen wordt „met de helm geboren" én zeker niet deze kaalhoof dige heer van respectabele levenswan del, die alleen maar het ongeluk had dat hij geen helm droeg en er nu voor zou moeten boeten. Nog nooit in de geschiedenis van onze rechtspraak hoorden wij van zo'n aan eenschakeling van toevallige omstandig heden, welke zouden leiden tot de ver oordeling van een volkomen rechtscha pen mens, die geen misdaad begaan had. „Het begon al met die vergadering" zo verzuchtte deze verdachte voor het eikenhouten hekje, „de gastvrouw had heel trots eigen baksel uitgedeeld en dat was steenhard en niet te eten... Ik wilde mijn stuk ongemerkt in m'n zak steken, maar toen keek ze net en gaf me een tweede, omdat ik het zo lekker scheen te vinden. Ik moest wel beleefd blijven, want 't was bij m'n directeur thuis. Ik deed alsof ik er van at, maar brak m'n gebit. Ik verslikte me in een stuk gebit, moffelde die verrekte taart weg, maar toen ik weer ging zitten, ging ik er boven op zitten." „En u had geen glaasje op?" infor meerde de politierechter ambtshalve. „Geen enkel, want ze waren vergeten me thee te geven. Ik mag geen koffie gebruiken van de dokter vanwege m'n hart en dat wisten ze, dus ik krijg daar normaal alleen thee. Maar ze presen teert de anderen de koffie en ze laat mijn thee ergens op een buffet staan. Ik had helemaal niets te drinken." „En dat nam u uw directeur allemaal kwalijk „Ik nam niks kwalijk. Ik zat met m'n figuur verlegen. Ik zat in een stuk taart met kleverige vruchten. Ik kon niks zeggen met die stukken gebit in m'n mond. .Ik hoestte vanwege die kiezen in m'n keel. Ik moest een map vol pa pieren uit m'n handen laten vallen om naar dat gebit te grijpen en inplaats van op de tafel komen die papieren er onder terecht. In de haast om ze op te rapen stoot ik m'n hoofd en vliegt de bril van m'n neus. De directeur maakt me verwijten, komt op me toestappen en trapt m'n bril aan gruzelementen... „En toen zei u tegen uw directeur..." „Toen zei ik nog niks, want ik zat nog steeds met die brokken gebit in m'n mond. Maar hij stelde allerlei lastige vragen en ik kon niet meer antwoor den. Tja, hij heeft dat schijnbaar niet begrepen... Ik wees op m'n mond, maar hij dacht dat ik op m'n voorhoofd wees en stuurde me de vergadering uit. Toen ik weg wou gaan, ontdekte hij die taart die ik half in m'n zak en half aan m'n broek had. Toen ontstak z'n vrouw in woede, dat ik wat extra's mee wilde pikken. Ze vroeg of ik gek geworden was en ik maakte allerlei gebaren, dat ik 't benauwd had en ik wist niet waar ik de stukken van m'n gebit kon uit spuwen. En toen nam hij weer aan, dat ik z'n vrouw uitlachte en toen heeft-ie mij op staande voet ontslagen." „Maar dat hebt u aanvaard." „Wat kon ik zeggen? Ik moest de kamer uit, ik kon niet spreken, ik werd verkeerd beoordeeld, ik werd verkeerd begrepen, geen mens zag wat er wer kelijk aan de hand was. Iedereen prees beleefheidshalve de taart van mevrouw en wist er handiger mee om te springen om die harde korst weg te moffelen. Ik kon alleen maar knikken en gaan. En toen ik de volgende dag tandeloos op kantoor kwam om excuses aan te bie den en over dat onverdiende ontslag te praten, werd me gezegd: hij gaat net weg, je kunt hem nog inhalen bij z'n auto. Wat gebeurt me? Ik ren de trap af, race het bordes af en hol naar het parkeerterrein." „En wat zei u toen tegen uw direc teur?" „Helemaal niks meer. Ik kon niks meer zeggen. Toen ik weer bijkwam, lag ik in het ziekenhuis met een zware hersenschudding." „Was u in gevecht geraakt?" „Nee, ik had in m'n haast de paal met het parkeerbord niet gezien en ben daar zó hard tegenop gelopen, dat ik in mekaar zakte. Daar vond de portier me later. Was ik nou maar met een helm geboren..." „De aanklacht vermeldt andere heel lelijke woorden!" „Tja, ik zal misschien nog stomme ling tegen mezelf gezegd hebben. Dat gebeurt wel meer bij een hersenschud ding, dat je nog iets doet of zegt zonder het te beseffen. Ik heb een doktersver klaring bij me..." Maar met die medische papieren be gon deze beklaagde niet veel. Want de directeur had drie getuigen bij zich in zijn auto en die verklaarden unaniem, dat de achtenswaardige gewezen em ployé blijkbaar vol wraakgevoelens op de directiewagen was komen toerennen onder het uitslaken van beledigende termen. En zij hadden vol walging het hoofd afgewend en waren weggereden. „Hebt u niets bemerkt van een bot sing van deze persoon met die paal?" Daar hadden de heren geen acht op geslagen. Zij hadden trouwens gewich tiger zaken aan het hoofd. En zij had den haast. Zij hadden niets opgemerkt van een ongeluk, nee, want dan zouden ze natuurlijk wel iemand hebben ge waarschuwd om hulp te gaan bieden. Maar zelf konden ze geen tijd verspillen aan een onderhoud met een zo emo tioneel geladen ontslagen employé, die beledigende taal uitsloeg tegen de direc teur. Zonder enige reden nog wel... De portier had alleen maar de be wusteloze afdelingschef aangetroffen en een ziekenwagen gealarmeerd. Van de klap en van de beledigingen of andere gebruikte woorden had hfl helaas niets gehoord. De officier van justitie wilde na het inzien van de medische verklaring nog wel aannemen, dat er reden voor twij fel was aan de opzet van verdachte, maar hij achtte het gebruik van de be ledigende woorden wel overtuigend be wezen. Deswege vorderde hij 25, boete. Of vijf dagen. „Maar ik ben al ten onrechte oneer vol ontslagen" betoogde de rechtscha pen figuur voor de groene tafel, toen hij het laatste woord verkreeg. „En ik kreeg daardoor ook geen cent zieken geld meer van het bedrijf of van de bedrijfsverzekering. Ik ben er kapot van. De directeur trapte m'n bril stuk en daardoor kon ik ook die paal niet zien... Ik heb geen getuigschrift gekre gen, de baas zal een slechte informatie over me geven als ik ga solliciteren, want die denkt dat ik 'm beledigd heb. Maar ik ben me nergens van bewust. Ik kwam om excuses aan te bieden. Als ik nou ook nog veroordeeld wordt, ben ik hélemaal een getekend man met een strafblad! Wat kan ik dan nog begin nen?" „Ik moet toch vonnis wijzen" sprak de politierechter. „De feiten liggen er. Hier kan zelfs de dokter niets aan ver anderen. Maar gezien de verzachtende omstandigheden zal ik u veroordelen tot een voorwaardelijke straf van tien gulden boete met een proeftijd van één jaar. En als uw bril weer gemaakt is en uw gebit weer heel, gaat u dan eens praten met uw vroegere directeur." Met die boodschap schuifelde hij heen. Als een gebroken man, zonder enige toekomst. Misschien gaat hij nu toch eerst een helm kopen.d' ARGENTY (Nadruk verboden) WIE WEET. Zonnewind. Een van de redenen waar om men andere hemellichamen (zoals de maan) bezoekt, is om onderzoekin gen mogelijk te maken welke op aarde niet mogelijk zijn, gezien de onze aarde omringende krachtvelden, stralingsgor dels e.d. Zo was men tot voor kort niet in staat de zonnewind te onderzoeken, omdat de ultra-kleine deeltjes waaruit „wind" bestaat door de krachtlijnen van het aardse magnetische veld werden af gebogen. Daar de maan dit magnetisch veld niet heeft, kan daar de zonnewind wèl gemeten worden. De bemanning van de Apollo-12 heeft daarvoor geschikte instrumenen op de maan achtergelaten. Keizerlijk boek. De bejaarde Japanse keizer Hirohito heeft zijn tiende boek over biologie voltooid. Het boek is zo wel in het Engels als in het Japans uit gegeven, maar niet in de handel ver krijgbaar. Deze keizer maakt van het onderzoek in biologie zijn levenswerk. Het werk handelt over hygroïden, in zee levende dieren met verwantschap aan kwallen, en zee-anemonen. Dit was het tweede werk over deze diervorm van zijn hand. Raadsel. Biologen vragen zich af waarom zo'n 150 diersoorten via het Suezkanaal wèl van de Rode Zee in de Middellandse Zee terecht kwamen, maar geen enkele diersoort in omgekeerde richting. Een Franse geleerde wil dit nu gaan onderzoeken. Tevens waarom het water van de Middellandse Zee blauw is gekleurd en dat van andere wateren veel minder. Meten op afstand. Een Nederlandse firma introduceert een nieuwe wijze van meten op afstand waarvoor geen dure speciale leidingen behoeven te worden aangelegd, omdat dit systeem met ge wone telefoonkabels werkt. Dit is vooral van belang voor bedrijven als de water leiding, waarbij gelijktijdig aflezing van het niveau vanuit een centraal punt mo gelijk wordt en een belangrijke kosten- en tijdsbeparing betrokken is. Marine. Ook op maritiem gebied zit ten de Amerikanen niet stil. Diverse Amerikaanse firma's toonden hun nieu we produkten onlangs in ons land. Er waren o.a. automatische oliebrander- regelaars waarvoor minder mankracht nodig is, hydraulische zandstralers voor het verwijderen van verf en ongerechtig heden, installaties voor het behandelen van massagoed als graan en ertsen en panelen voor het registreren van allerlei gegevens als het plaatselijk zoutgehalte van het water. Moufilon. Een Bremer jager schoot kortgeleden een niet alledaagse bok! Het betrof hier een geïmporteerde mou flon van elf jaar oud, een hoge leeftijd voor een mouflon. Deze schapen zijn in West-Duitsland nogal zeldzaam. De ho rens van het dier hadden een lengte van liefst 89 centimeter. De horens zijn spiraalachtig en worden ter plaatse „slakken" genoemd. ALLE VRAGEN VOGR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met b\jslulling van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelyk van dienst z\jn en geven zo mogeiyk advies op elke vraag. Wjj kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Vakantie. Ik werk bijna twee jaar in een levensmiddelenwinkel, een super markt en krijg maar 1 week vakantie. Ook vind ik mijn loon veel te laag. Hoewel wij niet over voldoende ge gevens beschikken om uw geval volle dig te kunnen beoordelen, kunnen wij toch wel vaststellen dat het met uw vakantieregeling zeker niet in orde is. Wij dachten dat u in aanmerking kwam voor een jeugdvakantie van 3 weken en het kon aan uw andere arbeidsvoor waarden ook wel het een en ander man keren. Reden te over om u aan te slui ten bij een der hieronder genoemde werknemersorganisaties, die u niet al leen inlichtingen uit de eerste hand kan verstrekken, maar ook in gevallen als het uwe kan bemiddelen en eventueel rechtskundige bijstand verschaffen. Alg. Bedrijfsbond Voedings- en Genotmidde len, Herman Heyermansweg 20, Am sterdam, tel. 020-722543; Ned. Centrale Bond van Chr. Werknemers (sters) in de Bedrijven van Voedings- en genot middelen, Mathenesserlaan 474, Rotter dam, tel. 010-230315; Ned. Kath. Bond van Arbeiders (sters) in Voedings- en Genotmiddelenbedrijven, Zaanenstr. 18, Haarlem, tel. 023-256550. Loon Bakkersknecht. Wat is het loon voor een bakkersbediende van 17 jaar? Hoewel wij niet over voldoende ge gevens beschikken om het geval van uw zoon volledig te kunnen beoordelen, kunnen wij ons niet aan de indruk ont trekken, dat er inderdaad iets niet in or de is met de arbeidsvoorwaarden waar onder hij werkt. En daar wij, zomin als u, daar iets aan kunnen doen, adviseren wij u met aandrang, dat hij zich wendt tot een der hieronder genoemde vakver enigingen, die kan bemiddelen in zulke zaken en eventueel rechtskundige bij stand verstrekt. Het zijn de: Alg. Be drijfsbond Voeding- en Genotmiddelen, Herman Heyermansweg 20, Amsterdam tel. 020-732543; Ned. Centrale Bond van Chr. Werknemers (sters) in de Bedrijven van Voedings- en genotmiddelen, Ma thenesserlaan 474, Rotterdam, tel. 010- 230315. Ned. Kath. Bond van Arbeiders (sters) in Voedings- en Genotmiddelen- bedrijven, Zaanenstraatl8, Haarlem, tel. 023-256550. Geloogde kast. Onlangs kocht ik een 200 jaar oude eikenhouten kast, die géloogd is met een oplossing van water en caustic soda. Volgens mij is dit loog niet voldoende geneutraliseerd, daar er nog steeds witte vlekken in het hout verschijnen. Hoe kan ik deze vlekken afdoende bestrijden Ik heb de kast al enkele malen ingesmeerd met een mengsel van pure, donkergekleurde bijenwas en terpenine. Dit help maar tijdelijk. Dat die vlekken telkens weer terug komen, wijst er op dat dit loog (caustic soda) inderdaad nog niet voldoende uit gewerkt is. Dit loog is in dat droge eikenhout diep doorgedrongen, vandaar die vlekken. Verwijder eerst met een ammonia-oplossing alle was enz. Be handel daarna de kast met veel warm water met een drupeitje soda erin. Dit moet u telkens herhalen, totdat die cau stic er uitgetrokken is. Voordat u de kast weer in de was zet, moet u het eerst maar op een plekje, b.v. aan de - zijkant proberen of het hout nu zuiver is. Pas dan kunt u de gehele kast ver der bewerken. Gebruik liefst blanke was was, waardoor de mooie nervatuur be ter uit zal komen. Aal of paling. Zeer velen beweren dat aal en paling hetzelfde is. Dit spreek ik altijd tegen. Voor de kenner is te zien dat een aal geen paling is. Wat is uw mening? Aal en paling zijn in wezen synoniem, doch vissers maken onderscheid tussen aal en paling. Daar spreekt men steeds van aal, behalve als het geslachtsrijpe dieren betreft, die naar zee trekken. Deze laatsten noemt men daar paling. Ontwikkelingshulp. Hoe komt de Nederlandse Investeringsbank voor Ont wikkelingslanden in Den Haag ertoe een lening aan Chili te verstrekken on der garantie van de Staat der Neder landen? Chili heeft een 20-jarige over eenkomst met Anaconda verbroken na 2 jaar en Anacondamijnen in Chili ont eigend. De Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden werkt met geld van en gegarandeerd door de Staat der Nederlanden. Behoefte aan middelen kunnen o.m. worden verkregen door het plaatsen van obligatieleningen op de kapitaalmerkt. Zoals de bank u geschre ven heeft, kunnen zij zich niet veroor loven met derden in discussie te treden over het door haar gevoerde financiële beleid. Als Nederlander zou u met hulp van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zich nader kunnen la ten informeren over het financiële beleid van deze bank en over ae aoor u ge noemde kwestie-Chili. Voor het overige is het zeker dat wij meer dan eens ont wikkelingshulp verstrekt zullen hebben en ook nog zullen verstrekken aan lau den die ons minder goed gezind zijn of aan landen, die aan Nederlandse onder danen schade berokkenen. Denk eens aan Indonesië! Het gaat er bij die hulp niet om of wij onze landgenoten ermee gebaat of gevrijwaard zijn, maar het gaat erom dat een achtergebleven ge bied er een betere economie kan opbou wen. Het moet u daarnaast uit tal van voorbeelden uit de geschiedenis bekend zijn dat politieke en/of financieël-econo- mische operaties tussen landen niet steeds parallel lopen me hetgeen wij on der fatsoen verstaan. Postzegels. Zijn voor postzegelver zamelaars de z.g. „trips" (2 of meer van dezelfde aan elkaar in horizontale of verticale rij) en „bloes" (4 maal de zelfde postzegel in een vierkant) meer waard dan enkelvoudige exemplaren Zijn ongestemplde z.g. postproche-zegels meer waard dan gestempelde En wordt in ditlaatste geval de waarde ook be- invloed door die stempeling (vooral licht stempelen en liefst niet over het gelaat van afgebeeld persoon). Dat strips en blocs van dezelfde post zegels aanéén exemplaar meer waard zijn dan de losse, geldt alleen voor post zegels, ouder dan 1913. In het algemeen zijn ongestempelde zegels meer waard dan gestempelde, maar er zijn uitzonde ringen, bijv. die van Curagao. Dat zeer zwaar gestempelde zegels, die daardoor haast niet herkenbaar zijn, minder waard zijn dan licht gestempelde, spreekt voor zichzelf. door TRUDIE MOORST 22) Bij van Heeveren wordt goed betaald en de sociale voorzieningen zijn er uit stékend, weet Jan zich nog te her inneren. Een jaar of vier geleden heeft hij er gesolliciteerd. Zo maar, doch da gelijks kwamen er tientallen sollicitan ten. Hij heeft een formulier ingevuld en later een béleefde brief ontvangen, dat er momenteel voor hem geen plaats was. En daarna nooit meer taal of te ken. Van Heeveren staat goed bekend in de stad. Er is nooit arbeidsonrust en ook nooit moeilijkheden tijdens de be sprekingen over de nieuwe c.a.o. Het is spreekwoordelijk onder de fabrieksar beiders: „Werk je bij Van Heeveren? Man, dan zit je goed!" Langzaam komt hij op z'n gemak. Er wordt gepraat. Jan bemerkt, dat Van Heeveren hem heel voorzichtig uit- hoort. Maar ik heb niets te verbergen, denkt hij en antwoordt naar waarheid. „Ik woon in de Kerkstraat, vlak bij de Vijzelstraat. Mijn ouders leven nog. Va der werkt in de scheepsbouw aan de overkant. Nee, ik heb geen broers of zusters. Het werk doe ik met plezier. Ik werk er al ruim negen jaar." Na een uurtje schijnt Van Heeveren genoeg te weten. En-fin, Jan... ik zal je ook maar Jan noemen, dat is wel zo gemakkelijk, ik ben blij kennis gemaakt te hebben met de keuze van m'n doch ter. Maar eh... Tilly is onze enige doch ter en als vader ben ik voorzichtig, be grijp je? Niet omdat jij het bent. Dat zou ik ten opzichte van iedere andere kandidaat ongeacht zijn maatschappe lijke status. Een jaar of dertig geleden zou dit onmogelijk zijn, dat weet je zelf oQk wel. In deze tijd vervagen bepaalde scheidingslijnen. En daar heb ik op zichzelf geen bezwaar tegen. Tilly's moeder en ik zullen het samen rustig bespreken. Vanaf dit ogenblik heb je onze toestemming om openlijk met Til ly om te gaan. Ze is, voor zover ik on ze dochter ken, oud en verstandig ge noeg om te weten, wat ze doet. Ze kan je naar believen hier laten komen. We laten het voorlopig zo. Over een even tuele verloving kunnen we dan ter zij ner tijd wel eens bepraten. Tilly is pas één en twintig. Een half jaar kennis lijkt me vrij kort om te gaan verloven. Dat heb ik Tilly trouwens al gezegd. Jan, en mijn vrouw is het daarmee eens. Je bent hier dus welkom, want mijn dochter heeft een scherp onder scheidingsvermogen en daarom neem ik aan, dat haar voorlopige keuze verant woord is. Ik hoop dat je het hier ge zellig zult vinden en dat je ook met onze zonen goed overweg kimt. Je zult ze wel eens ontmoeten. „Dat is erg vriendelijk van u, meneer. En ook van u, mevrouw. Ik stel dit al les erg op prijs. Alleen... ik wou nog graag dit er aan toe voegen. Het is niet Mathilde van Heeveren Voorthals, waar ik ben gaan van houden. Het is enkel Tilly. Het is dus niet, dat ik ga den ken: ik krijg als het straks even tueel tot een huwelijk komt deftige schoonouders. Integendeel. Het was voor mij aanvankelijk een groot beletsel, vraagt u het maar aan Tilly. Ik heb het haar wel eens gezegd." „In orde, Jan, dat wil ik terstond aannemen. Je bent eerlijk voor je sta tus uitgekomen. Misschien hadden wij ten opzichte een toekomstige echtgenoot voor onze dochter andere idealen, maar het gaat tenslotte om Tilly's geluk. Als jullie het goed eens worden met elkaar, zullen jullie te zijner tijd onze zegen krijgen." Hét volgende 'ogenblik; is, Tilly bij haar ouders, knielt voor hem neer en omhelst hem. „Dank je, vadertje van me. Ik heb altijd geweten, dat je een schat bent, maar nu demonstreer je het heel duidelijk. En ik houd echt veel van Jan." Hij klopt haar kalmpjes op de rug. „In orde, meiske," zegt hij ongewoon zacht. En op dit moment weet Jan Pel ser: Wat houdt die man veel van zijn dochter. Tegenover haar moeder is Tilly terug getrokken. Ze kust de vrouw rustig op het voorhoofd en zegt: „Dank je, mama. Jullie zijn beiden erg lief voor me." Later zit Jan mee aan tafel. Met één der broers: Willem, die hem argwanend heeft aangekeken en een slap handje gaf. „Willem" stelde hij zich kort voor. Tilly heeft al over je verteld. Een klein beetje bewondering voor je; ik vind het een prestatie, m'n zus kennen de. Enfin, als ik ze bekijkze had een slechtere keuze kunen maken." Aan tafel spreekt Willem over de voetbalwedstrijd, die hij heeft gezien in de Meer. Het is Ajax voor en na en van de tegenpartij, die verloren heeft, blijft geen spaan heel: „Da's geen club voor de eredivisienu ja, als ze zo doorgaan, wippen ze er volgend jaar zeker uit. Daar is nou werkelijk geen goeie aanval uit de voorhoede gekomen. En een keeper, die voor de tweede divi sie nog te slecht zou zijn..." Jan luistert enkel en is blij, dat Tilly naast hem zit. Hij eet rustig en laat de zwager-in-spé zwammen over zijn fa vorite club. Zelf heeft hij weinig ver stand van voetballen. Een jaar of acht geleden had hij een bevlieging en wilde renner worden. Van zijn gespaarde geld kocht hij een racefiets en trainde langs de Haarlemmer trekvaart, was een blau we maandag lid van een rennersclub, doch kreeg er na enige maanden ge noeg van, verkocht het karretje voor een appel en een ei en deed verder uit sluitend nog aan zwemmen. De overige sporten intereseerden hem praktisch niet. En voetbal helemaal niet. Dat was tegenwoordig een broodzaakje voor de verenigingen. Met sport had het zodoen de nog maar weinig te maken. Doch hij was wel zo wijs om zijn mening over Ajax in het bizonder en het voetballen in het algemeen niet te verkondigen. Na het eten rijden ze weg, Tilly ach ter het stuur, hij naast haar. „Nou, is het niet geweldig meegevallen? En is mijn vader geen schat?" Hij beaamt het „Het viel me mee. Toch kreeg ik de indruk, dat je moeder ondanks alles enigszins gereserveerd bleef." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1970 | | pagina 1