NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
TUSSEN WAL EN SCHIP
36STE JAARGANG
No. 36
13 FEBRUARI 1970
LANGS DE STRAAT
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR i
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling 2,15 per kwartaal
Franco per post ƒ4,40 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm ƒ4,50, verder 18 cent per mm
Excl. 4% B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
HET HOOFD ZONDE HELM
Niet iedereen wordt „met de helm
geboren" én zeker niet deze kaalhoof
dige heer van respectabele levenswan
del, die alleen maar het ongeluk had
dat hij geen helm droeg en er nu voor
zou moeten boeten.
Nog nooit in de geschiedenis van onze
rechtspraak hoorden wij van zo'n aan
eenschakeling van toevallige omstandig
heden, welke zouden leiden tot de ver
oordeling van een volkomen rechtscha
pen mens, die geen misdaad begaan had.
„Het begon al met die vergadering"
zo verzuchtte deze verdachte voor het
eikenhouten hekje, „de gastvrouw had
heel trots eigen baksel uitgedeeld en
dat was steenhard en niet te eten... Ik
wilde mijn stuk ongemerkt in m'n zak
steken, maar toen keek ze net en gaf
me een tweede, omdat ik het zo lekker
scheen te vinden. Ik moest wel beleefd
blijven, want 't was bij m'n directeur
thuis. Ik deed alsof ik er van at, maar
brak m'n gebit. Ik verslikte me in een
stuk gebit, moffelde die verrekte taart
weg, maar toen ik weer ging zitten,
ging ik er boven op zitten."
„En u had geen glaasje op?" infor
meerde de politierechter ambtshalve.
„Geen enkel, want ze waren vergeten
me thee te geven. Ik mag geen koffie
gebruiken van de dokter vanwege m'n
hart en dat wisten ze, dus ik krijg daar
normaal alleen thee. Maar ze presen
teert de anderen de koffie en ze laat
mijn thee ergens op een buffet staan.
Ik had helemaal niets te drinken."
„En dat nam u uw directeur allemaal
kwalijk
„Ik nam niks kwalijk. Ik zat met m'n
figuur verlegen. Ik zat in een stuk taart
met kleverige vruchten. Ik kon niks
zeggen met die stukken gebit in m'n
mond. .Ik hoestte vanwege die kiezen
in m'n keel. Ik moest een map vol pa
pieren uit m'n handen laten vallen om
naar dat gebit te grijpen en inplaats
van op de tafel komen die papieren er
onder terecht. In de haast om ze op te
rapen stoot ik m'n hoofd en vliegt de
bril van m'n neus. De directeur maakt
me verwijten, komt op me toestappen
en trapt m'n bril aan gruzelementen...
„En toen zei u tegen uw directeur..."
„Toen zei ik nog niks, want ik zat nog
steeds met die brokken gebit in m'n
mond. Maar hij stelde allerlei lastige
vragen en ik kon niet meer antwoor
den. Tja, hij heeft dat schijnbaar niet
begrepen... Ik wees op m'n mond, maar
hij dacht dat ik op m'n voorhoofd wees
en stuurde me de vergadering uit. Toen
ik weg wou gaan, ontdekte hij die taart
die ik half in m'n zak en half aan m'n
broek had. Toen ontstak z'n vrouw in
woede, dat ik wat extra's mee wilde
pikken. Ze vroeg of ik gek geworden
was en ik maakte allerlei gebaren, dat
ik 't benauwd had en ik wist niet waar
ik de stukken van m'n gebit kon uit
spuwen. En toen nam hij weer aan, dat
ik z'n vrouw uitlachte en toen heeft-ie
mij op staande voet ontslagen."
„Maar dat hebt u aanvaard."
„Wat kon ik zeggen? Ik moest de
kamer uit, ik kon niet spreken, ik werd
verkeerd beoordeeld, ik werd verkeerd
begrepen, geen mens zag wat er wer
kelijk aan de hand was. Iedereen prees
beleefheidshalve de taart van mevrouw
en wist er handiger mee om te springen
om die harde korst weg te moffelen. Ik
kon alleen maar knikken en gaan. En
toen ik de volgende dag tandeloos op
kantoor kwam om excuses aan te bie
den en over dat onverdiende ontslag te
praten, werd me gezegd: hij gaat net
weg, je kunt hem nog inhalen bij z'n
auto. Wat gebeurt me? Ik ren de trap
af, race het bordes af en hol naar het
parkeerterrein."
„En wat zei u toen tegen uw direc
teur?"
„Helemaal niks meer. Ik kon niks
meer zeggen. Toen ik weer bijkwam,
lag ik in het ziekenhuis met een zware
hersenschudding."
„Was u in gevecht geraakt?"
„Nee, ik had in m'n haast de paal
met het parkeerbord niet gezien en ben
daar zó hard tegenop gelopen, dat ik in
mekaar zakte. Daar vond de portier me
later. Was ik nou maar met een helm
geboren..."
„De aanklacht vermeldt andere heel
lelijke woorden!"
„Tja, ik zal misschien nog stomme
ling tegen mezelf gezegd hebben. Dat
gebeurt wel meer bij een hersenschud
ding, dat je nog iets doet of zegt zonder
het te beseffen. Ik heb een doktersver
klaring bij me..."
Maar met die medische papieren be
gon deze beklaagde niet veel. Want de
directeur had drie getuigen bij zich in
zijn auto en die verklaarden unaniem,
dat de achtenswaardige gewezen em
ployé blijkbaar vol wraakgevoelens op
de directiewagen was komen toerennen
onder het uitslaken van beledigende
termen. En zij hadden vol walging het
hoofd afgewend en waren weggereden.
„Hebt u niets bemerkt van een bot
sing van deze persoon met die paal?"
Daar hadden de heren geen acht op
geslagen. Zij hadden trouwens gewich
tiger zaken aan het hoofd. En zij had
den haast. Zij hadden niets opgemerkt
van een ongeluk, nee, want dan zouden
ze natuurlijk wel iemand hebben ge
waarschuwd om hulp te gaan bieden.
Maar zelf konden ze geen tijd verspillen
aan een onderhoud met een zo emo
tioneel geladen ontslagen employé, die
beledigende taal uitsloeg tegen de direc
teur. Zonder enige reden nog wel...
De portier had alleen maar de be
wusteloze afdelingschef aangetroffen en
een ziekenwagen gealarmeerd. Van de
klap en van de beledigingen of andere
gebruikte woorden had hfl helaas niets
gehoord.
De officier van justitie wilde na het
inzien van de medische verklaring nog
wel aannemen, dat er reden voor twij
fel was aan de opzet van verdachte,
maar hij achtte het gebruik van de be
ledigende woorden wel overtuigend be
wezen. Deswege vorderde hij 25,
boete. Of vijf dagen.
„Maar ik ben al ten onrechte oneer
vol ontslagen" betoogde de rechtscha
pen figuur voor de groene tafel, toen
hij het laatste woord verkreeg. „En ik
kreeg daardoor ook geen cent zieken
geld meer van het bedrijf of van de
bedrijfsverzekering. Ik ben er kapot
van. De directeur trapte m'n bril stuk
en daardoor kon ik ook die paal niet
zien... Ik heb geen getuigschrift gekre
gen, de baas zal een slechte informatie
over me geven als ik ga solliciteren,
want die denkt dat ik 'm beledigd heb.
Maar ik ben me nergens van bewust.
Ik kwam om excuses aan te bieden. Als
ik nou ook nog veroordeeld wordt, ben
ik hélemaal een getekend man met een
strafblad! Wat kan ik dan nog begin
nen?"
„Ik moet toch vonnis wijzen" sprak
de politierechter. „De feiten liggen er.
Hier kan zelfs de dokter niets aan ver
anderen. Maar gezien de verzachtende
omstandigheden zal ik u veroordelen
tot een voorwaardelijke straf van tien
gulden boete met een proeftijd van één
jaar. En als uw bril weer gemaakt is
en uw gebit weer heel, gaat u dan eens
praten met uw vroegere directeur."
Met die boodschap schuifelde hij heen.
Als een gebroken man, zonder enige
toekomst. Misschien gaat hij nu toch
eerst een helm kopen.d' ARGENTY
(Nadruk verboden)
WIE WEET.
Zonnewind. Een van de redenen waar
om men andere hemellichamen (zoals
de maan) bezoekt, is om onderzoekin
gen mogelijk te maken welke op aarde
niet mogelijk zijn, gezien de onze aarde
omringende krachtvelden, stralingsgor
dels e.d. Zo was men tot voor kort niet
in staat de zonnewind te onderzoeken,
omdat de ultra-kleine deeltjes waaruit
„wind" bestaat door de krachtlijnen van
het aardse magnetische veld werden af
gebogen. Daar de maan dit magnetisch
veld niet heeft, kan daar de zonnewind
wèl gemeten worden. De bemanning van
de Apollo-12 heeft daarvoor geschikte
instrumenen op de maan achtergelaten.
Keizerlijk boek. De bejaarde Japanse
keizer Hirohito heeft zijn tiende boek
over biologie voltooid. Het boek is zo
wel in het Engels als in het Japans uit
gegeven, maar niet in de handel ver
krijgbaar. Deze keizer maakt van het
onderzoek in biologie zijn levenswerk.
Het werk handelt over hygroïden, in
zee levende dieren met verwantschap
aan kwallen, en zee-anemonen. Dit was
het tweede werk over deze diervorm
van zijn hand.
Raadsel. Biologen vragen zich af
waarom zo'n 150 diersoorten via het
Suezkanaal wèl van de Rode Zee in de
Middellandse Zee terecht kwamen, maar
geen enkele diersoort in omgekeerde
richting. Een Franse geleerde wil dit nu
gaan onderzoeken. Tevens waarom het
water van de Middellandse Zee blauw
is gekleurd en dat van andere wateren
veel minder.
Meten op afstand. Een Nederlandse
firma introduceert een nieuwe wijze van
meten op afstand waarvoor geen dure
speciale leidingen behoeven te worden
aangelegd, omdat dit systeem met ge
wone telefoonkabels werkt. Dit is vooral
van belang voor bedrijven als de water
leiding, waarbij gelijktijdig aflezing van
het niveau vanuit een centraal punt mo
gelijk wordt en een belangrijke kosten-
en tijdsbeparing betrokken is.
Marine. Ook op maritiem gebied zit
ten de Amerikanen niet stil. Diverse
Amerikaanse firma's toonden hun nieu
we produkten onlangs in ons land. Er
waren o.a. automatische oliebrander-
regelaars waarvoor minder mankracht
nodig is, hydraulische zandstralers voor
het verwijderen van verf en ongerechtig
heden, installaties voor het behandelen
van massagoed als graan en ertsen en
panelen voor het registreren van allerlei
gegevens als het plaatselijk zoutgehalte
van het water.
Moufilon. Een Bremer jager schoot
kortgeleden een niet alledaagse bok!
Het betrof hier een geïmporteerde mou
flon van elf jaar oud, een hoge leeftijd
voor een mouflon. Deze schapen zijn in
West-Duitsland nogal zeldzaam. De ho
rens van het dier hadden een lengte van
liefst 89 centimeter. De horens zijn
spiraalachtig en worden ter plaatse
„slakken" genoemd.
ALLE VRAGEN VOGR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met b\jslulling van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelyk van dienst z\jn en geven
zo mogeiyk advies op elke vraag. Wjj kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Vakantie. Ik werk bijna twee jaar
in een levensmiddelenwinkel, een super
markt en krijg maar 1 week vakantie.
Ook vind ik mijn loon veel te laag.
Hoewel wij niet over voldoende ge
gevens beschikken om uw geval volle
dig te kunnen beoordelen, kunnen wij
toch wel vaststellen dat het met uw
vakantieregeling zeker niet in orde is.
Wij dachten dat u in aanmerking kwam
voor een jeugdvakantie van 3 weken
en het kon aan uw andere arbeidsvoor
waarden ook wel het een en ander man
keren. Reden te over om u aan te slui
ten bij een der hieronder genoemde
werknemersorganisaties, die u niet al
leen inlichtingen uit de eerste hand kan
verstrekken, maar ook in gevallen als
het uwe kan bemiddelen en eventueel
rechtskundige bijstand verschaffen. Alg.
Bedrijfsbond Voedings- en Genotmidde
len, Herman Heyermansweg 20, Am
sterdam, tel. 020-722543; Ned. Centrale
Bond van Chr. Werknemers (sters) in
de Bedrijven van Voedings- en genot
middelen, Mathenesserlaan 474, Rotter
dam, tel. 010-230315; Ned. Kath. Bond
van Arbeiders (sters) in Voedings- en
Genotmiddelenbedrijven, Zaanenstr. 18,
Haarlem, tel. 023-256550.
Loon Bakkersknecht. Wat is het
loon voor een bakkersbediende van 17
jaar?
Hoewel wij niet over voldoende ge
gevens beschikken om het geval van
uw zoon volledig te kunnen beoordelen,
kunnen wij ons niet aan de indruk ont
trekken, dat er inderdaad iets niet in or
de is met de arbeidsvoorwaarden waar
onder hij werkt. En daar wij, zomin als
u, daar iets aan kunnen doen, adviseren
wij u met aandrang, dat hij zich wendt
tot een der hieronder genoemde vakver
enigingen, die kan bemiddelen in zulke
zaken en eventueel rechtskundige bij
stand verstrekt. Het zijn de: Alg. Be
drijfsbond Voeding- en Genotmiddelen,
Herman Heyermansweg 20, Amsterdam
tel. 020-732543; Ned. Centrale Bond van
Chr. Werknemers (sters) in de Bedrijven
van Voedings- en genotmiddelen, Ma
thenesserlaan 474, Rotterdam, tel. 010-
230315. Ned. Kath. Bond van Arbeiders
(sters) in Voedings- en Genotmiddelen-
bedrijven, Zaanenstraatl8, Haarlem, tel.
023-256550.
Geloogde kast. Onlangs kocht ik
een 200 jaar oude eikenhouten kast, die
géloogd is met een oplossing van water
en caustic soda. Volgens mij is dit loog
niet voldoende geneutraliseerd, daar er
nog steeds witte vlekken in het hout
verschijnen. Hoe kan ik deze vlekken
afdoende bestrijden Ik heb de kast
al enkele malen ingesmeerd met een
mengsel van pure, donkergekleurde
bijenwas en terpenine. Dit help maar
tijdelijk.
Dat die vlekken telkens weer terug
komen, wijst er op dat dit loog (caustic
soda) inderdaad nog niet voldoende uit
gewerkt is. Dit loog is in dat droge
eikenhout diep doorgedrongen, vandaar
die vlekken. Verwijder eerst met een
ammonia-oplossing alle was enz. Be
handel daarna de kast met veel warm
water met een drupeitje soda erin. Dit
moet u telkens herhalen, totdat die cau
stic er uitgetrokken is. Voordat u de
kast weer in de was zet, moet u het
eerst maar op een plekje, b.v. aan de -
zijkant proberen of het hout nu zuiver
is. Pas dan kunt u de gehele kast ver
der bewerken. Gebruik liefst blanke was
was, waardoor de mooie nervatuur be
ter uit zal komen.
Aal of paling. Zeer velen beweren
dat aal en paling hetzelfde is. Dit
spreek ik altijd tegen. Voor de kenner
is te zien dat een aal geen paling is.
Wat is uw mening?
Aal en paling zijn in wezen synoniem,
doch vissers maken onderscheid tussen
aal en paling. Daar spreekt men steeds
van aal, behalve als het geslachtsrijpe
dieren betreft, die naar zee trekken.
Deze laatsten noemt men daar paling.
Ontwikkelingshulp. Hoe komt de
Nederlandse Investeringsbank voor Ont
wikkelingslanden in Den Haag ertoe
een lening aan Chili te verstrekken on
der garantie van de Staat der Neder
landen? Chili heeft een 20-jarige over
eenkomst met Anaconda verbroken na
2 jaar en Anacondamijnen in Chili ont
eigend.
De Nederlandse Investeringsbank voor
Ontwikkelingslanden werkt met geld
van en gegarandeerd door de Staat der
Nederlanden. Behoefte aan middelen
kunnen o.m. worden verkregen door het
plaatsen van obligatieleningen op de
kapitaalmerkt. Zoals de bank u geschre
ven heeft, kunnen zij zich niet veroor
loven met derden in discussie te treden
over het door haar gevoerde financiële
beleid. Als Nederlander zou u met hulp
van een lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal zich nader kunnen la
ten informeren over het financiële beleid
van deze bank en over ae aoor u ge
noemde kwestie-Chili. Voor het overige
is het zeker dat wij meer dan eens ont
wikkelingshulp verstrekt zullen hebben
en ook nog zullen verstrekken aan lau
den die ons minder goed gezind zijn of
aan landen, die aan Nederlandse onder
danen schade berokkenen. Denk eens
aan Indonesië! Het gaat er bij die hulp
niet om of wij onze landgenoten ermee
gebaat of gevrijwaard zijn, maar het
gaat erom dat een achtergebleven ge
bied er een betere economie kan opbou
wen. Het moet u daarnaast uit tal van
voorbeelden uit de geschiedenis bekend
zijn dat politieke en/of financieël-econo-
mische operaties tussen landen niet
steeds parallel lopen me hetgeen wij on
der fatsoen verstaan.
Postzegels. Zijn voor postzegelver
zamelaars de z.g. „trips" (2 of meer
van dezelfde aan elkaar in horizontale
of verticale rij) en „bloes" (4 maal de
zelfde postzegel in een vierkant) meer
waard dan enkelvoudige exemplaren
Zijn ongestemplde z.g. postproche-zegels
meer waard dan gestempelde En wordt
in ditlaatste geval de waarde ook be-
invloed door die stempeling (vooral
licht stempelen en liefst niet over het
gelaat van afgebeeld persoon).
Dat strips en blocs van dezelfde post
zegels aanéén exemplaar meer waard
zijn dan de losse, geldt alleen voor post
zegels, ouder dan 1913. In het algemeen
zijn ongestempelde zegels meer waard
dan gestempelde, maar er zijn uitzonde
ringen, bijv. die van Curagao. Dat zeer
zwaar gestempelde zegels, die daardoor
haast niet herkenbaar zijn, minder
waard zijn dan licht gestempelde,
spreekt voor zichzelf.
door
TRUDIE MOORST
22)
Bij van Heeveren wordt goed betaald
en de sociale voorzieningen zijn er uit
stékend, weet Jan zich nog te her
inneren. Een jaar of vier geleden heeft
hij er gesolliciteerd. Zo maar, doch da
gelijks kwamen er tientallen sollicitan
ten. Hij heeft een formulier ingevuld
en later een béleefde brief ontvangen,
dat er momenteel voor hem geen plaats
was. En daarna nooit meer taal of te
ken. Van Heeveren staat goed bekend
in de stad. Er is nooit arbeidsonrust en
ook nooit moeilijkheden tijdens de be
sprekingen over de nieuwe c.a.o. Het is
spreekwoordelijk onder de fabrieksar
beiders: „Werk je bij Van Heeveren?
Man, dan zit je goed!"
Langzaam komt hij op z'n gemak. Er
wordt gepraat. Jan bemerkt, dat Van
Heeveren hem heel voorzichtig uit-
hoort. Maar ik heb niets te verbergen,
denkt hij en antwoordt naar waarheid.
„Ik woon in de Kerkstraat, vlak bij de
Vijzelstraat. Mijn ouders leven nog. Va
der werkt in de scheepsbouw aan de
overkant. Nee, ik heb geen broers of
zusters. Het werk doe ik met plezier.
Ik werk er al ruim negen jaar."
Na een uurtje schijnt Van Heeveren
genoeg te weten. En-fin, Jan... ik zal
je ook maar Jan noemen, dat is wel zo
gemakkelijk, ik ben blij kennis gemaakt
te hebben met de keuze van m'n doch
ter. Maar eh... Tilly is onze enige doch
ter en als vader ben ik voorzichtig, be
grijp je? Niet omdat jij het bent. Dat
zou ik ten opzichte van iedere andere
kandidaat ongeacht zijn maatschappe
lijke status. Een jaar of dertig geleden
zou dit onmogelijk zijn, dat weet je zelf
oQk wel. In deze tijd vervagen bepaalde
scheidingslijnen. En daar heb ik op
zichzelf geen bezwaar tegen. Tilly's
moeder en ik zullen het samen rustig
bespreken. Vanaf dit ogenblik heb je
onze toestemming om openlijk met Til
ly om te gaan. Ze is, voor zover ik on
ze dochter ken, oud en verstandig ge
noeg om te weten, wat ze doet. Ze kan
je naar believen hier laten komen. We
laten het voorlopig zo. Over een even
tuele verloving kunnen we dan ter zij
ner tijd wel eens bepraten. Tilly is pas
één en twintig. Een half jaar kennis
lijkt me vrij kort om te gaan verloven.
Dat heb ik Tilly trouwens al gezegd.
Jan, en mijn vrouw is het daarmee
eens. Je bent hier dus welkom, want
mijn dochter heeft een scherp onder
scheidingsvermogen en daarom neem ik
aan, dat haar voorlopige keuze verant
woord is. Ik hoop dat je het hier ge
zellig zult vinden en dat je ook met
onze zonen goed overweg kimt. Je zult
ze wel eens ontmoeten.
„Dat is erg vriendelijk van u, meneer.
En ook van u, mevrouw. Ik stel dit al
les erg op prijs. Alleen... ik wou nog
graag dit er aan toe voegen. Het is niet
Mathilde van Heeveren Voorthals, waar
ik ben gaan van houden. Het is enkel
Tilly. Het is dus niet, dat ik ga den
ken: ik krijg als het straks even
tueel tot een huwelijk komt deftige
schoonouders. Integendeel. Het was
voor mij aanvankelijk een groot beletsel,
vraagt u het maar aan Tilly. Ik heb
het haar wel eens gezegd."
„In orde, Jan, dat wil ik terstond
aannemen. Je bent eerlijk voor je sta
tus uitgekomen. Misschien hadden wij
ten opzichte een toekomstige echtgenoot
voor onze dochter andere idealen, maar
het gaat tenslotte om Tilly's geluk. Als
jullie het goed eens worden met elkaar,
zullen jullie te zijner tijd onze zegen
krijgen."
Hét volgende 'ogenblik; is, Tilly bij
haar ouders, knielt voor hem neer en
omhelst hem. „Dank je, vadertje van
me. Ik heb altijd geweten, dat je een
schat bent, maar nu demonstreer je het
heel duidelijk. En ik houd echt veel van
Jan."
Hij klopt haar kalmpjes op de rug.
„In orde, meiske," zegt hij ongewoon
zacht. En op dit moment weet Jan Pel
ser: Wat houdt die man veel van zijn
dochter.
Tegenover haar moeder is Tilly terug
getrokken. Ze kust de vrouw rustig op
het voorhoofd en zegt: „Dank je, mama.
Jullie zijn beiden erg lief voor me."
Later zit Jan mee aan tafel. Met één
der broers: Willem, die hem argwanend
heeft aangekeken en een slap handje
gaf. „Willem" stelde hij zich kort voor.
Tilly heeft al over je verteld. Een
klein beetje bewondering voor je; ik
vind het een prestatie, m'n zus kennen
de. Enfin, als ik ze bekijkze had
een slechtere keuze kunen maken."
Aan tafel spreekt Willem over de
voetbalwedstrijd, die hij heeft gezien in
de Meer. Het is Ajax voor en na en
van de tegenpartij, die verloren heeft,
blijft geen spaan heel: „Da's geen club
voor de eredivisienu ja, als ze zo
doorgaan, wippen ze er volgend jaar
zeker uit. Daar is nou werkelijk geen
goeie aanval uit de voorhoede gekomen.
En een keeper, die voor de tweede divi
sie nog te slecht zou zijn..."
Jan luistert enkel en is blij, dat Tilly
naast hem zit. Hij eet rustig en laat de
zwager-in-spé zwammen over zijn fa
vorite club. Zelf heeft hij weinig ver
stand van voetballen. Een jaar of acht
geleden had hij een bevlieging en wilde
renner worden. Van zijn gespaarde geld
kocht hij een racefiets en trainde langs
de Haarlemmer trekvaart, was een blau
we maandag lid van een rennersclub,
doch kreeg er na enige maanden ge
noeg van, verkocht het karretje voor
een appel en een ei en deed verder uit
sluitend nog aan zwemmen. De overige
sporten intereseerden hem praktisch
niet. En voetbal helemaal niet. Dat was
tegenwoordig een broodzaakje voor de
verenigingen. Met sport had het zodoen
de nog maar weinig te maken. Doch hij
was wel zo wijs om zijn mening over
Ajax in het bizonder en het voetballen
in het algemeen niet te verkondigen.
Na het eten rijden ze weg, Tilly ach
ter het stuur, hij naast haar. „Nou, is
het niet geweldig meegevallen? En is
mijn vader geen schat?"
Hij beaamt het „Het viel me mee.
Toch kreeg ik de indruk, dat je moeder
ondanks alles enigszins gereserveerd
bleef." (Wordt vervolgd)