NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND Meer samenwerking MET DE DONKERE KERSTDAGEN BRENGEN WIJ SFEER BIJ U IN HUIS Tuincentrum VAN HERE TUSSEN WAL EN SCHIP 36STE JAARGANG No. 29 19 DECEMBER 1969 LANGS DE STRAAT Kerstbakjes Kerstbomen Beshulst Als speciale Kerstattractie de scheldebode REDACTEUR ADMINISTRATEUR s J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,95 per kwartaal Franco per post f 3,90 per halfjaar Advertentieprijs 1-2è mm f 4,25, verder 17 cent per mm Excl. 4% B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. TOEPASSING BIJSTANDSWET TUSSEN GEMEENTEN NOODZAKELIJK De algemene bijstandswet, waarop iedere Nederlander die niet in de nood zakelijke kosten van zijn bestaan kan voorzien, een beroep kan doen, wordt uitgevoerd door de gemeenten. In de praktijk komt dat hierop neer, dat de gemeentelijke diensten van sociale zaken in eerste instantie alle bijstandaanvra- gen behandelen. Maar vooral in de zeer kleine gemeenten heeft deze dienst slechts een povere bezetting. Vaak be last één ambtenaar zich met alle bij standszaken en dikwijls kan hij het werk niet aan. Wil de bijstandswet goed worden uitgevoerd, dan wordt interge meentelijke samenwerking een eerste vereiste. Hier en daar is die samenwer king er al, maar helaas behoort het streven naar schaalvergroting niet tot de liefhebberijen van de meeste gemeen ten. Men wil bij voorkeur zelfstandig blijven opereren, waar het de uitvoering van de bijstandswet betreft. Hiermee wordt de bijstandsbehoevenden dikwijls tekort gedaan. VELEN BLIJVEN IN DE KOU STAAN Bij het in werking treden van de bij standswet, precies vijf jaar geleden, be sloten een 26-tal gemeenten in de kop van Noord-Holland een intergemeente lijke sociale dienst op te richten. Nadien traden nog acht gemeenten toe tot dit gezelschap. Deze gemeenten hebben in totaal bijna 75.000 inwoners. De bezetting van de dienst bestaat uit een directeur, vier buitendienstamb tenaren en drie administratieve krach ten. De kosten van de instandhouding van deze diens worden naar rato van het aantal inwoners over de gemeenten omgeslagen. Voor 1968 bedroegen deze 2,35 per inwoner. Ook in andere delen van het land is hier en daar een soortgelijke samenwer king tot stand gekomen en wordt deze overwogen. Zo zijn er momenteel in de Bommelerwaard besprekingen gaande tussen verschillende gemeentebestuur ders over de instelling van een interge meentelijke sociale dienst. In verschillende kleine gemeenten komt de toepassing van de bijstandswet ernstig in het gedrang. De verzoeken om financiële bijstand worden weliswaar afgehandeld, maar niettemin blijven ve le bijstandsbehoevenden met hun socia le noden in de kou staan, omdat de be trokken ambtenaren hun veelvoud van taken niet aankunnen. Arikel 2 De algemene bijsandswet beoogt meer dan alleen het lenigen van financiële nood. Achter de materiële nood van ve le bijstandstrekkers gaan immateriële noden schuil, die dikwijls onvoldoende aan de orde komen. Daarom bepaalt ar tikel 2 van de bijstandswet dat zonodig aan de cliënt voorlichting wordt ver leend ten aanzien van mogelijkheden van dienstverlening en hem desgewenst bemiddeling wordt verleend tot het ver krijgen van dienstverlening door kerke lijke of particuliere instellingen of per sonen, dan wel door de overheid. Maar natuurlijk kan een ambtenaar een cliënt nooit naar een instelling voor maat schappelijk werk verwijzen, wanneer hij zich niet eerst openstelt voor de imma teriële noden van de cliënt. Helaas hebben de afgelopen vijf jaar geleerd, dat van de in artikel 2 voor geschreven voorlichting en bemiddeling in de praktijk weinig terecht komt. Dat geldt zeker voor de kleine gemeenten, waar de verschillende taken met betrek king tot de uitvoering van de bijstands wet dikwijls aan één persoon zijn opge dragen. Deze ambtenaar is om tien uur sociaal-ambtenaar en om half elf maat schappelijk werker en het resultaat van deze „schizofrenie" is waarschijnlijk dat beide taken in het gedrang komen. Anders ligt dit in de grote steden. Aan de sociale diensten in die gemeen ten zijn ook maatschappelijk werkers verbonden, die eventueel de voorlichting en bemiddeling verzorgen en zelfs op uitdrukkelijke wens van de cliënt dienst verlening kunnen aanbieden. Sfeer armenwet. Het zou gewenst zijn wanneer ook de kleine gemeenten meer ernst zouden maken met een adequate uitvoering van de algemene bijstandswet. Teveel denkt men hier nog in de sfeer van de armen wet, armlastig wordt zonodig met een uitkering afgescheept, voor de andere aspecten van zijn leven, die zeer wel met de financiële nood kunnen samen hangen of daaruit voortvloeien, interes seert men zich niet of men heeft er geen tijd voor. Intergemeentelijke samenwerking is daarom beslist noodzakelijk. Men kan dan enkele beroepskrachten aantrekken, die zorg dragen voor een volwaardige toepassing van de bijstandswet. Hope lijk zal ook het ministerie van C.R.M. de noodzaak van de creatie van meer intergemeentelijke sociale diensten gaan propageren. De gemeentelijke autonomie is welis waar een mooi ding, maar ze moet niet ten koste van alles worden gehandhaafd. (Nadruk verboden.) ALLEEN MAAR BELEDIGING „Weer zo'n ruzie tussen buren die el kaar het licht in de ramen niet gunnen" mopperde de politierechter,. „Wat hebt u er in hemelsnaam tegen, dat er ge bruik wordt gemaakt van de garage naast u. Waarom zet u elke keer weer uw auto dwars voor die inrit?" „Omdat het geen normaal gebruik is, edelachtbare. Die garage wordt gebruikt als veestal. Het is een kippehok en een paardestal gelijk. En zet ik m'n auto daar niet dwars voor de inrit. Ik parkeer precies voor mijn eigen huis, maar d'r hoeft nog geen bumper of achterlichtje over de denkbeeldige scheidslijn te ste ken, of dat kreng hangt aan d'r tele foon en belt de pelisie." „Gezien de processen-verbaal hebt u in drie maanden tijds achttien maal uw auto zodanig voor die uitrit geparkeerd, dat er geen kip meer in of uit kon." „Nou, da's dan maar goed ook, want ik wil die kippen niet in mijn tuin en de paarden helemaal niet." De kroongetuige kwam als tweede kemphaan in deze strijd verklaren, dat het niet om een veestal ging, maar om een doodgewone garage, waar toevallig één nacht door een zestienjarige dochter één paard in was geparkeerd omdat dit de volgende ochtend schoon gewassen en fraai opgetuigd zou dienstdoen voor het sinterklaasfeest op de school van het meisje. Die zelfde dag ging het ge leende paard terug naar de boer. En de kippen hokten in een afzonderlijk kip penhok achter de omstreden garage in de tuin van de getuige. „Dus daar kan dat mens geen draad last van hebben." „O nee, en de stank dan?" interrum peerde de verdachte, „de paardemest ligt nu nog te stinken en de kippen vlie gen herhaaldelijk over de heg en bevui len mijn voetpad." „Mijn kippen kennen geeneens vliegen je pikt ze zelf voor de soep, mens!" riep de ander terug en de rechter moest ver woed op het groene laken hameren om de gemoederen weer te doen bedaren. „Ieder op zijn beurt. De getuige heeft het woord. Wilt u zich aan de feiten houden De tenlastelegging vermeldt belediging en geen soepkippen." „Ze pikt anders elke kip in, die een beetje in de buurt van mijn heg komt" begon de getuige weer, „en die gaat ge heid haar soep ir. „Moet je haar horen, z' is zelf een soepkip" kraaide de dwarsparkeerster. „Dat is een nieuwe belediging" con stateerde de politierechter. De tweede getuige kon nog geen woord uitbrengen, of de verdachte riep luidkeels, dat het hier om personeel van de tegenpartij ging. Maar het werd even luidruchtig ontkend. De werkman had wel eens iets in de tuin opgeknapt van de kroongetuige, „maar dat was liefde werk, oud papier, meheer van 't Recht, ik kreeg d'r allenig een sigaar voor en tegeswoordig heb ik wat anders om handen." „Ja, zo krenterig is ze wel. Anderen laten werken en ze afschepen zonder behoorlijke beloning!" klonk het alweer uit de verkeerde mond. „Ze heeft mij..." We zouden het niet horen, want nu dreigde de rechter met verwijdering als ze d'r kiezen niet stijf op elkaar hield. En toen pas kon de tuinvrijwilliger ver halen van de tuinkabouter, die was om gegooid door een woedende buurvrouw toen ze na de achttiende bekeuring als een woesteling de inrit van de eerste getuige gebruikte voor het keren, de tuinheer amper het vege lijf in veilig heid kon brengen en zijn opdrachtgeef ster naar buiten stormde om de indring ster te waarschuwen voor het overrij den van haar pas geplante nieuwe ro zen. „En toen stingen ze als bokken tegenover elkaar, meheer van 't Recht, de één gewapend met mijn tuingereed schap en de ander met d'r krik. Als ik ze niet gescheje had, lagen ze nou nog in 't ziekenhuis." Opgemaakte kerststerren, witte azalea's, cyclamen en vele andere bloeiende potplanten Uit ons eigen bos flinke partij in alle maten KERSTPAKKET voor het zelf maken van kerststukjes bij aankoop van f 7,50 een RIJKBLOEIENDE WINTERBEGONIA van 2,50 voor slechts ƒ1,50 Iedere vrijdagavond tot 9 uur GEOPEND Maalstede 39-41, Einde Postweg Kapelle Telefoon 01102-1743 BESTELLINGEN WORDEN FRANCO THUISBEZORGD door TRUDIE MOORST 15) Enerzijdse had het hem wel geleken. Maar op de een of andere wijze voorzag hij moeilijkheden, want bij alles bleef deze ene werkelijkheid altijd bestaan: zij is de dochter van de grootindustrieel Van Heeveren Voorthals en ik ben al leen maar Jan Pelser, een fabrieksarbei der. Dus uiteindelijk is er voor ons geen verschiet. Doch zover moet ik maar niet kijken. Het kind is lief en uit alles 1^1 ij kt duidelijk, dat ze verliefd is boven dien. En het is een fijn vrouwtje öm te kussen en te knuffelen. Waarom zal ik er niet van profiteren, zolang als het mogelijk is. Toch was hg met bezwaren gekomen. „Hoe versier je dat thuis?" „Wat bedoel je?" was haar vraag, omdat ze die uitdrukking niet begreep. „Welke verklaring geef je voor de tweedaagse afwezigheid?" „Nou? Dat ik ga toeren en ergens in een hotel overnacht. Jij vergeet, denk ik telkens dat ik nu meerderjarig ben. Overigens, m'n broers en ik, we zijn al lemaal erg vrij opgevoed. Ik hoef niet precies van alles verantwoording af te leggen." „En als we nu ergens een kennis van je tegenkomen? Wat doe je dan?" „Dan stel ik je voor als een vriend: Jan Pelser, heel gewoon." „Stel je voor, dat het iemand is, die ook op jouw feestje was. En me her kent als de kelner van die avond." „Onzin, Jan. Geen mens, die aandacht aan je heeft besteed, behalve ik." Tenslotte was 't hem gaan lijken. Welk risico liep hij? Toch niets? Nu ja, het kostte wat geld, maar hij was vrijgezel en hij had toch voldoende? Op een paar briefjes van honderd hoefde hij gelukkig niet te kijken. „Half tien in de Vijzelstraat. We rij den niet te gek ver. Een eindje Duits land in. Naar de bergen. Ik weet wel rustige plekjes, laat het maar aan mij over. Je zult er geen spijt van hebben, Jan." Nee, dat begreep hij ook wel. Het be tekende immers twee dagen samen met Tilly, het knappe verliefde meisje Verdraaid, hij begon zelf ook verliefd te worden. In het schaftuurtje schreef hij een kort briefje voor Joke, waarin hij mee deelde onverwacht verhinderd te zijn. „Ik schrijf je nog wel, wanneer ik wel kan..." Maar in zijn hart wist hij, dat hij niet meer van zich zou laten horen. Na werktijd reed hij het hele eind om naar de Reinier Vinkeleskade, deed be hoedzaam. het briefje in de bus en reed daarna snel op zijn fiets weg, zonder naar de ramen te kijken. Maar helemaal tevreden was hij er niet over. Precies, zoals hij verwacht had, lag er vrijdagsavonds een briefje op zijn ta fel. Hij sneed hem open, onderwijl we tend: dit is voor morgenavond, maar het gaat ditmaal niet door. Tot zijn opluchting las hij, dat hij maandagavond op de Rozengracht in 'n zaal moest werken. „Een bruiloft" stond er. U wordt verzocht maandagavond zo Vroeg mogelijk erheen te gaan. Tevreden knikkend deed hij het briefje in de enve lop terug. Als het moet, kan ik er om kwart over zes al zijn. Maar we zullen het niet al te gek maken. Zo half zeven is vroeg genoeg. En een bruiloft is al tijd de moeite waard. Na zich gewassen en opgeknapt te „En hoe luidde nu de belediging?" „Belediging? 'tWas een stortregen, wat zeg ik, een zondvloed van beledi gingen... Hark was d'r bij. Ja, en wat nog meer?" „Ze had een hark in d'r klauwen. Mag ik dan hark zeggen?" vroeg verdachte „Zij moest eigenlijk terecht staan we gens poging tot doodslag." „Daar hebt u zelf niet van gerept, het gaat om de belediging. Herinnert u zich, getuige, of er woorden als tuig, lichtekooi, adder gevallen zijn?" „Ja precies, tuig van de richel zei ze, en addergebroed en ouwe h De officier vond het wel genoeg na ed derde getuige. De beledigingen wa ren geuit en wettelijk bewezen. Gezien het strafblad van de beklaagde en ook om herhaling van dergelijke ordinaire scheldpartijen nu voorgoed te voorko men, achtte hij een strenge bestraffing op haar plaats en eiste hij honderd gul den boete of tien dagen onvoorwaadelijk. „Zo zo" bitste de boze buurvrouw, „en wat zij daar allemaal uitgekraamd heb, doet dat allemaal niet terzake? Zij heb mij voor dievegge uitgemaakt hier, midden in de rechtszaal, onder het por tret van hare majesteit. Maar dat mag hier zeker zomaar. En zij mag d'r mest een uur in de wind laten stinken..." Tot haar verbazing werd er niet geha merd, maar dat kwam omdat de ver dachte altijd het laatste woord krijgt. In d'r verbouwereerdheid maakte ze daar geen gebruik van voor een prak tisch verweer, maar begon ze alleen haar ontelbare grieven op te sommen en de objectiviteit van de rechter in twij fel te trekken. Maar dat is het laatste wat men in een rechtszaal mag doen. Toen ze tenslotte zelf ook naar adem snakte, vroeg de politierechter: „Bent u uitgesproken Dan rest mij alleen nog vonnis te wijzen. De aanklacht luid de belediging en die is bewezen. U hebt de belediging niet ontkend. U hebt zelf geen aanklacht ingediend tegen een der getuigen, dus mag worden geconsta teerd dat de tegenpartij u niets heeft misdaan. Daarom veroordeel ik u tot de geëiste honderd gulden boete subsidiair tien dagen onvoorwaardelijk." En de hamer viel. „En dat van die kippen die ik gesto len zou hebben!" riep haar stem weer. Maar de parketwachter leidde haar naar buiten. Op de gang nog probeerde ze haar recht te vinden, maar de mensen liepen haar stilwijzend voorbij. (Nadruk verboden) d' ARGENTY ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bqsluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief Wij willen u met deze adviezen zo goed mogel\jk van dienst z(jn en geven zo mogelijk advies op elke vraag. Wjj kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Waarom geen A.O.W. terug? Onze dochter werkte vorig jaar enkele maan den en betaalde de door haar verschul digde loonbelasting en A.O.W. Dit jaar vroeg ik voor haar een T-biljet aan en na verloop van tijd kreeg zij een ge deelte van de betaalde loonbelasting te rug, echter geen A.O.W. Waarom niet? Het premie-inkomen lag toch beneden 1800,— De loon- en inkomstenbelasting wor den geheven naar een progressief stij gend tarief. Het kan dus zijn, dat in een jaar gedurende korte tijd een hoog loon is verdiend, waarover wel belasting zou zijn verschuldigd als het gedurende het gehele jaar was genoten, maar niet wanneer het maar korte tijd is genoten en in de rest van het jaar weinig of niets. De A.O.W.-premie is echter in principe niet progressief, maar een vast percentage. Vandaar dat hiervoor geen teruggave is voorzien. Huurkwestie. Ik heb een paar huisjes verhuurd waarvan er één pas is leeggekomen. De vorige huurders heb ben echter nog een maand huur door betaald zodat het huisje een hele maand leegstaat vóór de nieuwe huurders er in kunnen. Er staat alleen nog wat rom mel. Wat kan ik daar aan doen? Er woridt nu in deze koude tijd ook een maand lang niet gestookt. Als de huurders voor de maand die u bedoelt, de huur betaald hebben staat het hun vrij om het meubilair uit het huis te halen op een datum daaraan voorafgaande, die hun schikt. Tijdens deze maand hebben u en de nieuwe huurder niet het recht over deze woon ruimte te beschikken. Wel zoudt u toe stemming kunnen vragen om reeds voor de einddatum het huis schoon te maken en gedeeltelijk in te richten. Vergoeding. Mijn tante is sinds ju li 1965 weduwe. De werkgever van haar overleden man beloofde haar iedere maand, zolang zij niet hertrouwde 100 te schenken als bijdrage in haar levens onderhoud. Deze verklaring werd op schrift gesteld en ondertekend (geen ze gel). Doch nu is deze werkgever in aug. van dit jaar overleden en ontving mijn tante bericht van de executeur dat de toelage nog tot eind 1969 door zou gaan. Kan zij met bovengenoemde verklaring nog rechten doen gelden? Naar onze mening kan de bedoelde vrouw inderdaad rechten doen gelden. Zij moet de executeur laten weten, dat zij met het door u vermelde schrijven geen genoegen wil nemen. Zij zal ver standig doen zich reeds nu van de hulp van een advocaat te verzekeren. Discotheek. Welke diploma's zijn nodig om een bar/discotheek-dancing te kunnen openen? De vestiging van een discotheek is vrij, behoudens registratie bij de kamer van koophandel in uw woonplaats. Wij adviseren u toch wel eerst daar eens uw licht op te steken. Verder delen wij u nog mee dat de vestiging van een bar- dancing is als u alleen alcoholvrije dran ken verkoopt. Voor alcoholhoudende dranken dient u in het bezit te zijn van het middenstandsdiploma en het vakdi ploma, uitgegeven door de Stichting Vakonderwijs Horeca, Joh. de Wittlaan 8, Den Haag (tel. 070-652810). hebben, ging hij een koffer pakken. Een weekeind uit met een van de knapste meisjes van de stad. Jongen, je bent een geluksvogel. Er zit wel geen toekomst voor me in, maar laat ik er toch maar van profiteren. Tenslotte ben ik één keer jong. Die nacht sliep hij onrustig, werd meerdere malen wakker en keek dan op zijn wekker hoe laat het was. Ten slotte kwam hij half zeven uit bed, schoor zich zorgvuldig en nam 'n douche Waarna hij zich kalm ging aankleden. In de huiskamer wekte hij de verwon dering van zijn moeder. ^,Moet je uit?" Hij knikte. „Dit weekend. Morgen avond ben ik terug." „Waar ga je heen? Je gaat zeker niet alleen?" Ik heb me verraden, wist hij. Moeder ziet nog even scherp als vroeger. Je kon haar nooit voor de gek houden. „Nee, met 'n meisje. Ze heeft een wa gen. We gaan naar Duitsland." „Ik hoop, dat je je behoorlijk ge draagt..." Ze keek hem scherp aan. „Foei, moeder, wat heb je een slechte dunk van me. Ik gedraag me altijd be hoorlijk. En zeker met een lief meisje." „Ken ik haar?" Jan nam net een slok thee en ver slikte zich bijna. De gedachte, dat zijn eenvoudig lief moedertje de gedistin geerde Tilly van Heeveren Voorhals zou kennen, was al te komiek. Maar de oud ste vrouw vatte het verkeerd op. „Nou, is dat iets om me uit te lachen?" Hij zette he kopje neer en omarmde het vrouwtje, dat zeker anderhalf hoofd kleiner was. „Geen haar op m'n hoofd, die er ooit aan zal denken u uit te lachen. Het is nog maar kort aan, moeder. Niet meer dan een kennisje. Als het wat wordt, neem ik haar wel een keer mee hierheen." Maar de gedachte de deftige Tilly in deze woning binnen te halen, deed hem opnieuw in lachen uitbarsten. „Je schijnt er nog al lol in te heb ben," mopperde de vrouw. „Niets om er wat achter te zoeken, mamsie. Ze heet Tilly en is erg lief. Meer zeg ik voorlopig niet. Maar dit weekeind gaan we samen fijn uit." „In een auto? Doe dan maar voor zichtig. Ze zeggen, dat er in Duitsland zoveel ongelukken gebeuren op de wg." „Niet meer als hier. We zullen pro beren voorzichtig te zijn," voegde hij er aan toe, maar in gedachte zag hij de snelheidsmeter en hij nam zich voor om Tilly aan het verstand te brengen, dat honderd snel genoeg was. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1969 | | pagina 1