KLEMMEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
TUSSEN WAL EN SCHIP
36STE JAARGANG
No. 27
5 DECEMBER 1969
4*
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,95 per kwartaal
Franco per post f 3,90 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,25, verder 17 cent per mm
Excl. 4% B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Een middeleeuws en barbaars vermaak
In ons dierbaar Nederland heersen
nog barbaarse toestanden welke gedach
ten oproepen aan pijnbank, inquisitie
en aan folterwerktuigen uit de middel-
geeuwen. In ons christelijke vaderland
treffen we vele martelwerktuigen aan,
die nog altijd actief gebezigd worden,
alhoewel w.e intussen minachtend de
neus optrekken wanneer we horen van
kemphanengevechten in de oosterse lan
den en van de stierengevechten in Span
je, Wij kloppen ons op de borst en
roepen schijnheilig uit dat dit soort mar
telingen in ons land onbestaanbaar zijn,
maar we vergeten dan dat de onder ons
ministerie van landbouw en visserij res
sorterende „Directie Faunabeheer" in
Den Haag zogenaamde „klemvergunnin
gen" uitgeeft. Voor het jaar 1968 maar
liefst 455. En op dergelijke otfficiële
klemvergunningen kunnen tientallen
klemmen worden verkregen ongeacht of
de uitzetter er ooit naar omkijkt, wat in
zo'n klem verzeild raakt.
Over weidelijkheid en sentiment.
Om „weidelijk" te zijn, moeten de
werkelijke jagers al het wild dat zij
vangen of schieten onnodig lijden be
sparen.
„Weidelijk", zo wordt hün voorgehou
den, is het streven om het wild een
maximum aan kansen te geven. Het be
zigen van strikken of klemmen die het
wild doen lijden, het vergiftigen van
jaagbaar wild, het gebruik maken van
vangmiddelen voor vogels niet onbe
schadigd vangen of zelfs doden, en de
jacht op drachtige of zogende dieren
onweidelijk.
De jacht zelf is onmisbaar o.a. ter
bescherming van onze cultuurgewassen,
ons vee en voor het op peil houden van
bepaalde diersoorten. We dienen er
echter van uit te gaan, dat het jacht
bedrijf een nationaal belang is en dat
de goede jacht in het geheel niet doen
lijk zou zijn indien er geen instanties,
stichtingen en of instellingen waren,
die het jachtveld en de natuur in stand
houden (zoals: het Staatsbosbeheer, de
Nederlandse vereniging to behoud van
Natuurmonumenten etc.
Martelwerktuigen.
Maar bij de Nederlandse jacht worden
bepaalde praktijken toegepast, die in
feite het daglicht niet kunnen zien en
strijdig zijn met de weidelijkheid. Wij
bedoelen het gebruik van klemmen. Een
ploertige zaak ook wanneer die plaats
heeft met toestemming van de overheid,
van het verlenen van „klemvergunnin
gen". Want klemmen zijn niet noodzake
lijk en door wat goede wil, een gezonde
instelling, schutterscapaciteiten en met
behulp van de diverse kastvallen, fret
en hond te ondervangen.
Klemmen zijn martelwerktuigen. Het
gefruik ervan vergt belangrijk meer
werk dan het plaatsen van de houten
en gazen kastvallen of van de z.g. door-
loopvallen, waarmee uitstekende resul
taten werden bereikt en Waarmee een
dier ongeschonden kan worden opgevan
gen.
De gebruikers van klemmen, of dit nu
jachtopzieners, bos-, land- of tuinbou
wers, dan wel tuin- of bosbazen zijn, is
niet ter zake diend. De lieden die klem
men zetten, tonen daarmee aan primitief
onnadenkend, conservatief of wreed te
zijn.
Niet nalopen.
Sommige vallenzetters zijn lui uitge
vallen en van het twee maal per dag
nalopen van de klemmen komt niet veel
terecht. Dit werk in de vroege ochtend
uren bestaat voor hen slechts in theorie
maar is in de praktijk niet haalbaar
(denk aan nachtdiensten, aan huiselijke
en/of familieomstandigheden). Anderen
redeneren: grootvader deed het ook zo
en niet anders en „klemde bij het le
ven", het ging altijd goed, géén wan
klank werd gehoord. De schreeuw van
het dier in doodsnood op de klem gevan
gen, dringt immers niet tot de buiten
wereld door, en wat dan nog
Een beschaafd mens noemt zo'n op
treden wreed, onmenselijk, onbarmhar
tig, sadistisch. We moeten hieruit con
cluderen dat klemmenzetters onbeschaaf
de jagers zijn, die geen aanspraak mo
gen maken op de benaming „weidelijk
jager".
Financiële factor
Aan het klemmen is onverbrekelijk de
financiële factor verbonden. De buiten
staander zal misschien de vraag stellen:
wat heeft het zetten van klemmen nu
met geld te maken? Maar de insider
weet beter.
Voor vele grondeigenaren brengt het
onderhoud hunner bezittingen hoge kos
ten met zich mee. We denken aan de
aanplanting, uitdunning en onderhoud,
bewatering en afrastering. Hiervoor zijn
mensen nodig, die op hun beurt betaald
moeten worden. Hoe groter de bezittin
gen, hoe hoger de lasten.
Is er sprake van een min of meer
goede wildstand, danliggen de kosten
belangrijk hoger, daar ook dit wild ver
zorging eist. De dieren móeten be
schermd, in de winter bijgevoerd en op
peil gehouden worden. Dit vergt de aan
stelling van een jachtschut, een jacht
opzichter, een tuin- of bosbaas die ook
allemaal hun loon met plm. 30% sociale
lasten moeten hebben.
Bedrijftak
De jacht kan worden verpacht aan
een enkeling en/of aan een combinatie
van jagers. Zo is van de jacht meer
dan voorheen een bedrijfstak gemaakt.
En ook in deze „onderneming" wordt
naar hogere jacht uitkomsten uitgekeken.
Ook hier wordt gestreefd naar hoge
jachtresultaten en een „drukken" van
de kosten met als gevolg vaak een te
lage bezoldiging van de jachtopziener.
Ons zijn gevallen bekend van veel ge
huwde jachtopzieners die een bruto loon
van 135,per week ontvangen en die
worden geacht dag en nacht een groot
terrein te bewaken... Juist deze catego
rie zal alle te baat (moeten) nemen het
veel te lage loon te compenseren met een
min of meer lonende bijverdienste, welke
bijvoorbeeld bestaat in de vorm van het
zetten van diverse klemmen in het te
verzorgen gebied.
Soms worden de hierrpee gevangen
dieren voor goed geld aan een prepara
teur van de hand gedaan, of zelf ge
prepareerd indien men die kunst meester
is en dan verkocht. Ook zijn er geval
len bekend waarbij aan de betrokken
roofwildvanger een premie wordt ver
strekt, uit te keren door de landeige
naar of de pachter(s) van de jacht. Zo
wordt als het ware van de nood een
deugd gemaakt: de niet-kapitaalkrach
tige jager of grondbezitter kan dan met
wat pijn en moeite blijven jagen: het
gezicht is gered, de status gehandhaafd.
Geen straf.
De klemmerzetter wordt niet gestraft.
Hij blijft in functie en voorziet in zijn
financiële tekorten, door een voortdu
rend beter beloond wordende bijverdien
ste. Daarom plaatst hij steeds meer mar
telwerktuigen waarop hij wild vangt,
dat kan worden verkocht aan een zich
steeds uitbreidende klantenkring. Daar
door is het aantal uitgereikte klemver
gunningen al gestegen tot 455 in totaal.
Daarom moeten er maatregelen worden
beraamd welke aan deze vorm van die
renmishandeling een afdoend einde kun
nen maken.
Een soortgelijk beeld verschaft ons
de land- en tuinbouwbedrijven waar het
parool geldt: „haal uit die grond het
meest mogelijke en doe dit tot aan de
grens van het onmogelijke". Het meest
voor de hand ligge id middel ter bestrij
ding van het roofwild is ook in die sec
tor het plaatsen van klemmen. Door de
vele werkzaamheden en het tekort aan
mankracht is men veelal niet van zins
om bij het reguleren van dat wild nog
een specciale kracht aan te trekken of
iemand aan de produktie te onttrekken.
Al het aanwezige roofwild bestrijdt men
eenvoudigheidshalve met klemmen, daar
dit de minste kosten met zich meebrengt
Vergeten.
Maar het is ook de wreedste wijze om
zich van dat wild te ontdoen, omdat de
kweker of tuinder in negen vatn de tien
gevallen vergeet om de door hem ge
plaatste martelwerktuigen na te zien en
te controleren. Deze dierenkwelling
wordt dan op ergerlijke wijze gecontinu
eerd en gevangen dieren sterven bij bos
jes van honger en dorst.
Dat het anders kan, dus zonder klem
men, wijst de praktijk overduidelijk uit.
In het Nationaal Park de Hoge Veluwe
wordt ook het roofwild bestreden. Het
reguleren van dat wild kan noodzake
lijk zijn, doch het vindt daar slechts
plaats op bepaalde tijdstippen- en door
middel van het geweer. Een soortgelijke
gang van zaken wordt toegepast in de
bezittingen van de Nederlandse Vereni
ging tot behoud van Natuurmonumen
ten. Daar is het gebruik van klemmen
verboden. Wat daar kan, kan elders ook.
(Nadruk verboden).
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelyk van dienst zijn en geven
zo mogeiyk advies op elke vraag. Wy kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
fondsen van de ziekenfondsen. Maar
plm. 80% van de verzekeringen gaan
niet verder dan een kleine bijdrage, al
leen maar voor kunstledematen. De re
den daarvoor zal zijn, dat hier echt niet
gesproken kan worden over ledematen
en ook, dat een daartoe dienende op
vulling van de b.h. zeer goed kan vol
doen.
Pampus gras. Hoe moeten de plui
men van Pampus gras worden behan
deld en wanneer moet het geplukt wor
den?
De. pluimen moeten goed uitgegroeid
zijn, dus goed uitgewaaierd. Daarna
ondersteboven te drogen hangen in de
wind, maar niet in de zon en regen.
Wanneer ze door en door droog zijn (dus
vooral de stengels controleren), dan kunt
u ze in grote "vazen of iets dergelijks
zetten. In vaas e.d. doet u een hoeveel
heid droog zand, waar u de stengels in
steekt, zodat ze goed vast staan.
Eerder naar school. Op welk adres
moet ik zijn om toestemming te verkrij
gen voor mijn zoontje om eerder naar
de lagere school te mogen gaan? Hij
wordt na 1 oktober 1970 6 jaar.
Er is slechts één uitzondering op de
regel, dat een kind niet toegelaten kan
worden in de eerste klasse van de lage
re school, als het na 30 september van
de lopende cursus" de leeftijd van 6 jaar
bereikt. Dit geldt nl. niet voor een kind
dat in het buitenland reeds een lagere
school bezocht heeft, omdat daar een
andere maatstaf gold. Voor uw kind be
staat alleen nog de mogelijkheid om 'n
jaar privé-les te laten geven, zodat het
een jaar daarna tot de tweede klas kan
worden toegelaten, waarvoor geen leef
tijdsgrens is vastgesteld. Wij adviseren
u echter wel sterk, om alvorens een
dergelijk besluit te nemen, eerst 'n des
kundig psychologisch onderzoek te laten
instellen om risico's te vermijden. Hier
voor zou u zich kunnen wenden tot éen
medisch opvoedkundig bureau.
Protesevergoeding. Wordt er door
het ziekenfonds ook een onkostenver
goeding gegevenv oor een borstprotese
Er zijn wel enkele ziektekostenverze
keringen die een z.g. „mamaprotese"
gedeeltelijk vergoeden, zoals aanvullings-
Compost. Waar kan ik goedkope
compost krijgen of kan ik het zelf ma
ken?
Vraagt u eens bij uw gemeente of die
soms u aan compost kan helpen of mis
schien de een of andere kweker. U moet
de voedingswaarde van composst niet
te hoog aanslaan, doch wel de struc-
tuurverbeterende werking. Als u com
post gebruikt, vul dez dan aan met b.v.
10 kg patent-kali en 6 kg superfosfaat
per are en in de zomer extra overbe-
mesten met stikstof. U kunt trouwens
beter en goedkoper zelf compost maken
door alle tuinvuil en afval (geen zieke
planten op een hoop zetten), verder
blad van de bomen, afgewisseld met
verteerde mest, beer, kippemest e.d. op
een hoop te bewaren. Zet deze een paar
keer om en u heeft in één jaar tijd een
goede compost.
Van 't Reve. Wat is het adres van
de schrijver Gerard Cornelis van 't Re
ve?^ zijn telefoonnummer ook bekend?
Een telefoonnummer van de heer Van
't Reve is ons niet bekend. Wij kunnen
u wel zijn adres geven: Greontwerp,
post Dudega, Wijmbritseradeel (Fr.)
Aardbeien in kas. Ik wil, bij wijze
van proef, aardbeiplanten op de begane
grond van mijn hobbykasje uitplanten.
Kan ik ze vóór de vorst invalt in de kas
zetten? Het is immers niet meer moge
lijk dit bij aanhoudende vorst te doen.
Het is zeer wel mogelijk, vooral wan
neer u uit de pot of met een goede kluit
Fietsers, bedenkt dat u zich niet
door een ander voertuig dan een
fiets mag laten trekken of duwen,
dus óók niet door een bromfietser
Verbond voor Veilig Verkeer
Afd. Kruiningen-Hansweert
kunt verplanten. Zorg dat de planten
voor het uitsteken goed vochtig zijn, an
ders zult u last hebben dat de kluit
uiteeik valt. Zet de planten niet te dicht
op elkaar, daar ze al ver van het glas
staan en anders teveel zullen oprekken
ten koste van de bloei, b.v. op 50 x 25
cm, zodat u er gemakkelijk tussen kunt
komen. Na het planten flink aangieten
en tussen de plantenkast stro of iets
dergelijks aanbrengen tegen mogelijke
vorstschade. Planten zonder kluit zullen
het slecht doen.
Belasting. Ik verzorg de huishou
ding voor mijn broer en ontvang daar
voor kost en inkomen. Moet ik hiervan
belasting betalen
Wanneer u de huishouding verzorgt
van een broer en daartgenover kost en
inwoning ontvangt, dan vormen die kost
en inwoning ook inkomen. Zo goed als
de beloning in geld en in natura van
een vreemde huishoudster. Het kan zijn
dat deze beloning zo laag is dat geqn
belasting is verschuldigd, maar zij is in
principe belastbaar. Komt daar een bij
verdienste bij, dan kan het totaal wel
boven het belastbaar minimum komen
en is men verplicht dit zonodig uit
eigen beweging aan te geven.
Medaille. Ik ben in het bezit van
een medaille van mijn vader die hij heeft
gekregen voor krijgsverrichtingen onder
generaal Van- Heutz in Atjeh. Op de
medaille staat de afbeelding van koning
Willem ni, op de 4 hoeken een W. Om
de beeltenis van koning Willem III de
lettertjes „voor krijgsverrichtingen".
Denl^t u dat ik van deze medaille een
broche kan laten maken? Hoeveel is de
medaille waard?
Voor de beantwoording van uw vraag
dient u zich schriftelijk te richten tot
het hoofdbureau onderscheidingen van
het ministerie van defensie, de heer A.
Kuiper, kamer C 403, Kalvermarkt 32,
Den Haag, met vermelding van naam,
geboortedatum, zo mogelijk registratie
nummer van uw vader en de bedoeling
van uw vraag. Of het mogelijk is van
de medaille een mooie broche te maken
kunt u overleggen met een goud- en
zilversmid in uw woonplaats of omge
ving.
WEMELDINGE
Van 7 tot en met 13 december 1969
Dinsdag 9 december: Nieuwo Maan
HOOGW-
LAAGW-
v.m.
n.m.
v.m.
n.m.
Zondag
1.31
1.48
7.10
7.33
Maandag
2.17
2.35
7.53
8.17
Dinsdag
3.04
3.22
8.35
9.02
Woensdag
3.52
4.11
9.27
9.52
Donderdag
4.40
5.00
10.18
10.43
Vrijdag
5.28
5.53
11.11
11.32
Zaterdag
6.17
6.46
12.00
Te Hansweert 35 minuten vroeger
Te Yerseke 5 minuten later
door
TRUDIE MOORST
13)
„Min of meer wel, ja." Met vaardige
hand bracht ze haar wagen tussen het
verkeer op de Stadhouderskade. Hoe
wel het nog erg druk was langs de ste
delijke Singelgracht, wist ze handig el
ke mogelijkheid om ergens tussendoor te
glippen, uit te buiten. Binnen een kwar
tier reden ze door Watergraafsmeer en
verhoogde ze haar snelheid. Voorbij de
flessehals bij de Diemerbrug, trapte ze
opnieuw de gaspedaaldieper in. Ze ging
naar de inhaalbaan, die ze niet meer
verliet.
Jan keek op de snelheidsmeter en
zag, dat deze bijna honderddertig wees.
„Rijd je altijd zo hard?" vroeg hij.
Een verbaasde blik was de eerste re-
aktie. „Rijd ik hard? Moet je eens een
keer meegaan in de wagen van m'n
broer. Bep, m'n oudste. Die heeft een
Porsche. Weet je, wat die kan halen?
Bijna tweehonderd. Ik heb er zelf een
keer honderdtachtig mee gereden. Een
sensatie gewoon. En je hebt er zelf geen
erg in, dat je zo hard rijd."
„Zal best ja", meesmuilde hij.
„Ben je bang?" vroeg ze. „Rijd jij
nooit zo snel?"
„Nooit harder dan een kilometer of
veertien", was het droge antwoord.
„Gek... veertien... veertig zeker?"
„Nee, veertien..."
„Je houdt me voor de gek".
„Eerlijk. Op een fiets natuurlijk."
„O, bedoel je dat. Je hebt zeker geen
wagen?"
Hij schudde zijn hoofd. „Ik kan niet
eens rijden. Wat moet ik met een auto?"
„Dat... dat weet ik niet. Zal ik je
eens rijden leren?"
De man grinnikte hoorbaar. „Die Til
ly... Wat kost me dat?"
„Zoen per uur".
„Koopje. Ik wil er wel vijf van ma
ken. Wat kim je nou met één zoen ver
dienen?"
„Misschien een beetje genegenheid
van jouw zijde?"
„Ik heb je al gezegd, dat ik je lief
vind".
„Weet ik. Zoals jij heeft nog nooit
iemand het tegen me gezegd."
„En stond je het aan?"
„Ja". Omdat ze Bussum naderden,
remde ze af. Met haar gehandschoende
hand wees ze naar rechts. „Ginds gaan
die kant op. Daar is een gezellig rèstau-
rant en we kunnen er ook dansen".
„Daar verheug ik me op".
„Waarom?"
„Kan ik je in m'n armen houden".
Ze lachte. „Je bent een type, Jan".
Interessant zeker, hè? Weer ëens iets
anders, dan je gewend bent, zeker?"
Hij voelde haar hand op zijn arm.
„Wees niet zo cynisch, Jan", antwoordde
ze zacht. „Ik meen het. Ik meen het
werkelijk."
Hij legde zijn hand er op „Al goed,
Tilly. Alleen eh... ik zie er geen toe
komst in."
„Daar gaan we nu ons hoofd niet over
breken, jongen. We gaan ons vanavond
prettig vermaken."
Het werd een prettige avond. Er was
een beschaafd bandje, dat rustige dans
muziek speelde en op het gedeelte, dat
als dansvloer was ingericht, draaiden
enkele paren de gewone dansen. Al heel
gauw gingen beiden er ook heen. Ze
legde onbevangen haar hand op zijn
schouder en toen hij haar lichaam om
vatte, voelde hij even een trilling. Doch
ze keek met een hartelijke blik in zijn
ogen. „Zo naar je zin?" fluisterde ze.
„Geweldig. Je moet me straks even
knijpen. Dan weet ik of ik werkelijk
wakker ben."
„Jan, ik ben vanavond enkel Tilly. De
rest moet je vergeten."
„Ik wy het proberen".
Ze boog zich naar hem toe. „Straks...
we gaan niet te laat terug, gaan we een
eindje over de oude weg. Mag je me
dichter in j£ armen nemen."
Hij keek haar diep in de ogen. „Wil
je het graag?"
Haar gezicht werd strak. „Wat dacht
je, dat ik me door iedereen liet kussen?
Peter zou misschien ik niet wat willen
doen voor één kus."
„Doe je het niet?"
„Hij is altijd verliefd", antwoordde ze
nonchalant. „Op mij, op Adèle, op Bea...
zodra er een nieuw meisje in onze kring
komt, legt hij meteen beslag op haar.
Mij heeft hij zeker al een keer of vier
zijn liefde verklaard."
„De aanhouder wint, hè? Op een keer
zeg je „ja."
Ze schudde haar hoofd. „Ik denk er
niet aan. Ik neem hem niet eens se
rieus. Hij heeft wel goede eigenschap
pen, dat wel. Maar in de eerste plaats
studeert hij nog en voor zijn proefschrift
klaar is en hij promoveert, gaan er wel
twee, drie jaren overheen. In de tweede
plaats lijkt me een huwelijk met een ge
leerde min of meer saai. Je krijgt altyd
zo de idee, dat ze alleen maar voor him
wetenschap leven en daarmee hun hele
leven vullen. Wat er verder nog bij
komt: een vrouw, een huis, een gezin...
waarschijnlijk zien ze het als bijzaak
of als een noodzakelijk kwaad. Als hij
zijn graad gehaald heeft, dus na z'n pro
motie, zal hij wel blijven studeren. We
kennen elkaar al uit onze kinderjaren.
Op school was hij al een bolleboos en
zat altijd met zijn neus in de boeken. Ik
kan me niet voorstellen, dat je met zo
iemand eens gezellig kunt stoeien en
ravotten."
„En hij verklaard je iedere keer zijn
liefde?"
„Ja nu. Maar ik bedoel... gestel...
hij is getrouwd. Een jaar of wat. Mis
schien is hij dan al prof. Hoogleraar
aan een of andere universiteit. Kun jij
je dan indenken, dat hij 's avonds zijn
vrouw in de armen zal nemen en lieve
woordjes in haar oor zal fluisteren? Of
een beetje stoeien? Dat lijkt me een on
mogelijkheid."
Je zou anders als vrouw van een dok
ter in de.waar studeert hij eigenlijk
in
„Hij is doctorandus in de letteren en
wijsbegeerte."
„Als zijn vrouw kun je je bewegen
in de beste kringen."
(Wordt vervolgd)