Haal planten, binnen NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND TUSSEN WAL EN SCHIP 36STE JAARGANG No. 24 14 NOVEMBER 1969 LANGS DE STRAAT GOUDEN REDACTEUR ADMINISTRATEUR J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 de scheldebode Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,95 per kwartaal Franco per post f 3,90 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm f 4,25, verder 17 cent per mm Excl. 4% B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. Gedurende de zomermaanden hebben we verscheidene bloemen naar buiten kunnen brengen; het verblijf in de vrije natuur heeft ze deze lange warme zo mer veel goed gedaan, maar nu is de tijd aangebroken ze weer naar binnen te halen. Het K.N.M.I. laat zijn waar schuwende stem al horen: „Vermoede lijk nachtvorst bij opklarende hemel". Overhouden vereist veel zorg. Het oranjeboompje is één van de plantjes die gedurende de zomermaan den een plaatsje in de vrije natuur waar deren. De citrus sinensis is door haar gedrongen groeiwijze uitstekend ge schikt voor de kamer. Uiterlijk middfen oktober wordt zij binnen gehaald. Het plantje is gesteld op een lichte plaats waar wij het geregeld blijven gieten met lauw water, doch niet zo rijkelijk als 's zomer, anders zullen de bladeren spoedig geel worden. In het voorjaar zullen zioh de bloe men vertonen, gevolgd door aantrekke lijke vruchten. Met de bemesting begin nen we niet voor eind april of begin mei, waarna de tijd weer is aangebro ken om haar naar buiten te brengen. Is geen tuin beschikbaar, dan plaatsen we haar in een koele kamer, waar zij eventueel ook kan profiteren van.frisse lucht. Kunnen we haar wel buiten plaat sen, dan doen we dit op een beschaduwd plekje, waar rijkelijk water gegeven wordt en eens in de 14 dagen kunst mest. Verpotten om de 2 jaar, in een meng sel van 3 delen bladgrond, 2 delen mest- grond en 1 deel rivierzand. De azalea indica. De azalea indica is een der dankbaar ste planten voor de huiskamer! Deze plant, die zeer gesteld is op buitenver blijf, dient nu hoog nodig naar binnen te worden gehaald. Men heeft reeds, toen de plant in de tuin stond, de knop- vorming kunnen gadeslaan, dus dat be looft heel wat voor de wintermaanden. Het is met deze plant zo gesteld, dat wie haar in bloeiende staat in huis krijgt, weinig moeite zal hebben haar tijdens de bloei verder te verzorgen, maar het overhouden van de plant is niet zo gemakkelijk. Hebben we haar bloeiend gekregen, dan dienen we zorg te dragen voor ge regeld regenwater (op kamertempera tuur) geven en eens per week een on derdompeling in een emmer lauw water. Bemerken we naast sommige bloem knoppen lichtgroene scheutjes, de z.g. „diefjes", dan zullen we deze zo spoe dig mogelijk moeten verwijderen, want het zijn ware voedseldieven. Bovendien heeft dit nijpen nog het voordeel dat er later uit een genepen scheur twee nieu we knoppen worden gevormd. Uitge bloeide bloemen verwijderen we direkt, evenals de vruchtbeginselen. Na de bloei. Na de bloei gaat de azalea naar een koel vertrek, waar we minder water geven, maar we zorgen er voor dat de potkluit niet uitdroogt. Als we geen tuin hebben, laten we haar hier de ge hele zomer staan, maar dan liefst voor een open raam. Beschikken we wel over een tuin* dan verhuist deze plant half mei naar buiten, naar een zonnig plek je. Bij droog weer dient deze plant des morgens en des avonds besproeid te worden en dienen we eens per 14 dagen kunstmest toe. Dit werkje houden we vol tot oktober, de tijd waarop de plant naar binnen moet verhuizen, waar we haar in een koele kamer in het licht plaatsen en waar de bloemvorming verder wordt af gewacht. Geregeld blijven sproeien zal de knopvorming bevorderen. Zodra de knoppen beginnen te werken, houden we met spuiten op en gaat de plant naar de wanne kamer, echter zo ver mogelijk van de verwarming verwijderd. Is de plant uit de pot gegroeid, dan verplanten we haar bij voorkeur né. de bloei in een mengsel van grove blad- aarde, turfmolm, grof zand en wat oude mest. De Japanse azalea geven we de zelfde behandeling. Hoewel de plant er teer uitziet, is zij in feite even goed, zo niet gemakkelijker, om over te houden, als de azalea indica. (Nadruk verboden) HET BEZOPEN HAASJE Het pokdalige gezicht en de wat wan kele gang van de schuchtere verdachte mochten dan het vermoeden doen rijzen, dat hij onmiddellijk né. de moederborst op de drankfles was overgestapt, vol gens zijn eigen woorden kon er absoluut geen sprake zijn van drankmisbruik, omdat hij geen drank misbruikte. „Nou ja", overwoog de politierechter, ,,u zult het kostelijke vocht niet mis bruiken om er de planten mee te be gieten, maar u gebruikt natuurlijk wèl drank om het zelf te drinken". „Dat kénnen we, dat trucje", bromde -deze tegenstribbelaar, die kennelijk eer der terecht had gestaan voor een zelfde euveldaad, „as ik nou maar zeg dat ik een borreltje lekker vind, dan komt er meteen in dat dikke dossjée van u te staan „drinkt graag sterke drank" en dan ben ik het bezopen haasje..." „Dat staat al in uw dossier". „Dat ik het bezopen haasje ben? Zie je wel, ik doe niet meer mee". De rechter nam het strafblad van de bijna bejaarde beklaagde en las vóór uit een lange lijst eerdere veroordelin gen wegens openbare dronkenschap, kleine ongevallen wegens drankgebruik en zelfs een mishandeling na gebruik van sterke drank. „Ach wat, die futiliteitjes Die zijn toch al lang verjaard!" „Een strafblad verjaart niet. Alleen niet ontdekte misdaden kunnen verjaren als ze niet op tijd voor de rechter wor den gebracht". „Nou, waarom grijpen ze mij dan al tijd bij m'n kladden en een ander niet? Ik weet d'r zat te wonen die ook graag een borrel lusten en zelfs na een hele boel borrels achter 't stuur van een gro te slee wegtuffen. Maar die l&ten ze tuffen. Dat zijn de rijke lui onder me kaar. Glaasje op en toen rijden! En dat mag allemaal. Maar nou heb ik zegge en schrijve één enkel pruimpje achter me kiezen en dan zal ik niet op me ge wone fietsie naar huis mogen..." „Dat moet dan toch wel een stérk pruimpje geweest zijn. Met nog wat méér brandewijn dan de baker op uw dot deed om u in slaap te wiegen!" „Nou, dat van die dot is toch écht wel verjaard, dacht ik zo. En dè,t ken u mij niet in m'n schoenen schuiven. Dat is zowat acht processen geleden dat we het daar over hadden..." „U kon niet eens goed op uw fiets komen!" „Da's klinkklare onzin. Dat heb ik al tien keer uitgelegen aan die tuut. Ik stap niet op als hij of als de jeugd van tegeswoordig. Ik heb een steppie an de achteras en ik doe nog als de ware sportfietser van de twintiger jaren toen ik fietsen leerde op de wielrijschool. Je zet je linkerbeen op de linkerstep, brengt het rijwiel met het rechterbeen op gang en gaat dan op je steppie staan om je zitvlak over je zadel heen naar voren te brengen en te kunnen gaan zitten. Dat is een hele andere methode om op te stappen! Dat wil niet zeggen, dat ik niet in staat was om een voer tuig na&r behoren te besturen, zoals d'r nou weer in die mooie dagvaarding staat". „Hm, ja, ik heb vroeger ook zo le ren opstappen", moest de rechter be kennen, „maar dit keer ging het toch anders, want u zette de linkervoet op de rechterstep en u kwam zowat ach terstevoren op het zadel, zodat u met fiets en al omviel. Bovendien zwaaide u toen de fiets gevaarlijk rond om het linkerstepje te vinden en hebt u daarbij iemand verwond". Wat de brandewijnpruimer daar ook tegen in bromde, hij was en bleef „het bezopen haasje", vooral nadat enkele getuigen omstandig hadden uitgelegd hoe de omstanders zijn nieuwste metho de om een weigerend stalen ros te be stijgen met eigen ogen hadden waarge nomen en later aan den lijve hadden gevoeld ook. Zij hadden één ernstig en twee licht gewonden geteld. De officier eiste, omdat het met boe tes toch op niets uitliep, opnieuw twee weken hechtenis. Onvoorwaardelijk, ge zien het strafblad. De verdachte kreeg het laatste woord. „Ik stoot me ook wel 'ns aan me fiets", mopperde hij, „maar voor zo'n stootje dien ik geen aanklacht in!" „Stoot dan voortaan alleen jezelf, dan zijn wij gelijk "van u af", stelde de po litierechter voor. En hij vonniste con form de eis met veertien dagen. (Nadruk verboden) d'ARGENTY DAMESRINGEN MET EDELSTEEN HllLEQLN KAPELLE TEL. (01102) 1223 VrUdagavond koopavond - Geopand tot 9 uur ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief Wij willen u met deze adviezen zo goed mogel\jk van dienst z(jn en geven zo mogeiyk advies op elke vraag. Wy kunnen echter geen aansprakeiykheld aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Voetbal. Ongeveér 10 jaar geleden is er in het Feyenoord-stadion te Rot terdam een wedstrijd NederlandBelgië gespeeld met de uitslag 91 voor Ne derland. Is dat juist en kunt u ons zo mogelijk deze data geven en eventueel de makers van de doelpunten? In de voetbalwedstrijd Nederland België op 4 oktober 1959 in Rotterdam die door Nederland werd gewonnen, werden van Nederlandse zijde 9 doel punten gemaakt. Klaassens maakte er 1, v. d. Kuilen 3, Wilkes 3, v. d. Linden 1 en Rijvers 1. Muntrandschrift. Waarom staan er op onze guldens en rijksdaalders de woorden „God zij met ons"? De bewerking van de rand van de munt geschiedde van oorsprong om het z.g. snoeien tegen te gaan. Dat hield in dat men van een munt een kleinigheid afknipte of afvijlde alvorens hem weer uit te geven, en zo een zekere hoeveel heid zilver verzamelde om te verkopen of om er nieuwe munten van te laten maken. Op de dunne munten der mid deleeuwen zette men daarom een bijbel tekst of andere spreuk rondom langs de rand, in de verwachting dat men zo iets heiligs niet zou durven beschadi gen. Later bewerkte men de rand als kartelrand e.d. Omstreeks 1800 begon men er leuzen in te persen die destijds in de mode waren. Onder het koninkrijk Holland (koning Lodewijk Napoleon,, 18061810) had men de spreuk: De Naam des Heren Zij Geloofd, wat recht streeks aansloot op de in de middel eeuwen gebruikte teksten. Tijdens de inlijving bij Frankrijk stond op het (Franse) geld: Dieu Protégé La Fran ce (God bescherme Frankrijk). In de Duitse landen was Gott Mit Uns een ge liefde tekst en daarbij sloot aan de van af het begin in Nederland gebruikte tekst God Zij Met Ons. Op de tegen woordige munten heeft de oorspronke lijke bedoeling het snoeien te beperken natuurlijk geen zin meer en het gebruik behoort dus, zoals alles wat geen zin meer heeft, tot de traditie. Inktvlek. Ik zit met een groene vulpeninktvlek. Hoe krijg ik deze weg? Met alcohol 96 Denkt u er om niet te veel op het (schone) lapje te doen en in een kring te wrijven? Aaronskelk. Mijn aaronskelk heeft deze zomer veel gele bladeren gekre gen. Verder bloeide zij aardig goed. Waaraan is dit geel worden te wijten? Dat geel worden is in de zomer een normaal verschijnsel. De plant komt uit Zuid-Afrika en daar is het winter als het hier zomer is. De aaronskelk moet in de zomer 6 tot 8 weken rust hebben, dus niet mesten en niet gieten. Daarna uit de kluit schudden. Dode wortels er uithalen en dan weer oppotten in bloe- mistengrond met kleizodengrond of Automobilisten, controleert regel matig of de ruitenwissers van uw voertuig in orde zijn. Heeft u al eens In een regenbui gereden ter wijl de ruitenwissers niet goed werkten? Het zal u niet mogelijk zijn verder te rijden. Verbond voor Veilig Verkeer Afd. KruiningenHansweert goede tuingrond. Stevig oppotten en zorgen voor gietrand. Na het aangieten de eerste tijd weinig of niet gieten en niet mesten. Na hervatting van de groei meer water geven en wekelijks bijmes ten. Eventuele zijscheuten kunt u er af halen of laten zitten. In dit laatste ge val een grotere pot gebruiken. De plant zal dan zeker gaan bloeien. Uit de voet van ieder blad moet dan een bloem ko men. Melk. Waar kan ik een onderzoek laten instellen naar de inhoud van een fles melk (de fles is nog dicht). Hoe veel kost zo'n onderzoek? Indien het onderzoek naar de inhoud van een fles melk verband houdt met een klacht, dan kunt u zioh wenden tot de Keuringsdienst voor Waren, B. P. v. v. Spiegelstraat 4, Goes, telef. (01100) 5151. Aan het onderzoek zijn geen kos ten verbonden, maar u ontvangt geen rapport over het resultaat. Wel wordt de betrokken melkslijter hierover aan gesproken, waardoor men hoopt klach ten in de toekomst te voorkomen. Wilt u per sé een rapport over het resultaat van het onderzoek, dan kunt u zich wen den tot het chemisch-biologisch labora torium van Dr. W. Schut, Koolhaven 96—98, Rotterdam, tel. (010) 238343, waar u ook over de kosten ingelicht zult worden. Plaat Benny Goodman. Bij kennis sen in west-Berlijn hoorde ik onlangs een fantastische plaat van een jazz concert dat Benny Goodman in 1938 in de Carnegie Hall in New-York heeft ge geven. Daar was de plaat echter al sinds vijf jaar uitverkocht. Weet u een adres in Nederland waar deze plaat nog verkrijgbaar is? Ook in Nederland is het jazzconcert van Benny Goodman in de Carnegie Hall in New-York in het jaar 1938 gespeeld, al sinds jaren uitverkocht. Wij adviseren u echter uw wens kenbaar te maken aan „De Koperen Hoorn", een grote in- en verkoopzaak van grammofoonplaten, Leliegracht 26, Amsterdam, tel. (020) 236866. Als de plaat op het ogenblik niet aanwezig is, bestaat er in de toe komst altijd nog wel een mogelijkheid. „Het weer". Hoe kan „het weer" in een aquarel bestreden worden? Be staat er een middel om deze aanslag te voorkomen De vlekvormige verkleuring die b.v. in textiel en papier optreedt en bekend staat als „het weer" wordt veroorzaakt door vocht. Het object in dit geval een aquarel is dus in een vochtige omgeving opgeborgen (opgehangen) ge weest. Er bestaan geen afdoende mid delen tegen. Men kan een en ander slechts voorkomen door het voorwerp op een droge plaats te bewaren. Voor tent en bootzeilen, ligstoelen en zomerpara- sols geldt hetzelfde. Gloednieuwe tent zeilen b.v. kunnen na één keer vochtig opbergen bij volgend gebruik reeds blij vend ontsierd zijn. James Last. Ik ben een grote be wonderaar van de muziek van James Last. Wat is het adres van hem? Het adres van James Last is: Holitz- berg 61, 2 Hamburg 62, Deutschland. door TRUDIE MOORST 10) „Precies. Wees maar blij, dat ik je bijna meteen door had, jongedame. Jy met je huisknecht". „Je zou als zodanig werkelijk geen slecht figuur slaan". „Mogelijk. Maar dan zou ik nooit meer met je hier aan het strand kunnen gaan zitten". „Vind-je dat wel prettig?" „Met jou naast me? Ik zou een dwaas zijn, als ik het ontkende". Ze draaide zich wat meer naar hem toe, de jongen onderzoekend aankijkend. „Kun je dansen?" „Dat gaat wel. Wou je hier met me dansen?" Ze lachte vrolijk. „Ik zie me zelf al". Op zijn beurt keek hij het meisje aan dachtig aan. „Ik wil best een keer met je ergens heen, waar we kunnen dansen. Het moet min of meer een sensatie zijn om jou in de armen te kunnen nemen". „Waarom? Is er dan iets bijzonders aan me?" „Misschien. Doen we het?" „Goed. Vanavond? Hier?" Opeens schoot hem de afspraak met de aanhalige Joke in gedachten. Men sen, wat ben ik begonnen. Ik kan er toch geen twee tegelijk op na houden? En Joke in de steek laten, zou gemeen zijn. „Vanavond kan ik niet", bedacht hij. „Moet ik ergens werken". „In de stad?" „Ja. De komende week kan ik wel een avond". „Kan ik je bellen?" Hij schudde zijn hoofd. „We hebben geen telefoon. Stuur een briefje". Het meisje knikte. „Goed. Ik weet nooit precies, welke avond ik weg kan gaan. Wacht... woens dagavond zou het wel gaan. Kan dat?" „Wat mij betreft... uitstekend. Waar en hoe laat?" „Ik heb wel eens in Bussum gedanst, dicht bij de Rijksweg. Zal ik je thuis ophalen? In de Kerkstraat?" „Raak je je wagen niet kwijt. Laten we zeggen: Vijzelstraat, hoek Kerk straat. Half acht?" „Half acht ben ik er. Gaat het niet door, dan hoor je dat van me". „Avondkostuum verplicht?" Ze gaf hem een por. „Doe niet zo mal. Gewoon, zoals je bent. Zullen we nu terug wandelen?" Hij kwam kwiek overeind en trok het meisje omhoog. Even hield hij haar bei de handen vast. „Erg verleidelijk, om jou zo dicht bij me te hebben, Tilly". Ze trok haar handen los, een beetje verlegen. „Hoe weet je m'n voornaam?" vroeg ze, langzaam van hem weglopend. „Hoorde ik die avond bij je thuis", antwoordde hij, haar volgend. „Mathilde zeker, hè?" Ze knikte, zonder om te kijken. „En ik weet niet eens jouw voor naam". „Heel gewoon Jan. Zoals alles aan mij heel gewoon is". Ze draaide zich om en bleef stil staan. „Waarom zeg je dat laatste er bij?" „Opdat je geen domheden in dat lie ve, verwende hoofdje van je zult halen". Hij had haar ingehaald en bleef voor haar staan. Ze keken elkander recht in de ogen. Hij boog even. „Uw dienaar, Jan Pelser, fabrieksarbeider. Afkomstig uit een andere wereld. Het wereldje van de kleine man". „Wat doet dat er nu toe?" „O, dat weet ik niet. Ik ben zeker de laatste ontdekking? Ga je vanavond of morgen bij je vriendin aan de Rei- nier Vinkeleskade mee geuren, niet?" Ze schudde langzaam haar hoofd. „Je hebt geen erge hoge dunk van me, zeker?" „Nou, juist heel erg hoog. Die top, waar jij bij hoort, is voor mij onbereik baar. Daarom vind ik het wel interes sant, dat je afdaalde naar mijn nederi ge niveau". Ze greep met haar beide handen zijn schouders beet. Hij voelde haar stevige greep door z'n colbertjasje heen. „Jij en ik... we zijn beiden jong. Doet de rest er dan wat toe?" „Voor ons niet. Maar de anderen?" „Welke anderen?" „Je vader bijvoorbeeld. Ga 'm van avond eens vertellen: Ik ben vanmiddag met een fabrieksarbeider uit geweest. Hoe zal meneer Van Heeveren Voort hals daarop reageren, denk je?" „Ik ben sinds een paar weken meer derjarig, Jan". Hij begon te lachen. „Diplomatiek ben je. Je gaf geen ant woord op m'n vraag". „Ik vertel het hem niet. Natuurlijk niet". „Ha ha... En als je nu eerst met Pe ter uitgeweest was?" Het meisje zette grote ogen op van verwondering. „Hoe ken jij Peter?" „Ik zag hem natuurlijk op het diner van jullie. Een geluk, dat z'n onderlip goed vast zit. Anders verloor hij hem een keer". Ze proestte het uit. „Hij is anders intelligent. Weet je, dat hij al doctorandus is? Hij werkt aan z'n proefschrift". Jan Pelser knikte enige malen. „Te zijner tijd dus een uitstekende partij voor de gedistingeerde dochter van grootindustrieel Van Heeveren Voorthals. Is het de bedoeling, dat on dergetekende zolang de honneurs waar neemt?" Haar handen vielen van hem af. „Af en toe ben je een ongelikte beer!" antwoordde ze nijdig, verder lo pend. Op korte afstand volgde hij. Geduren de enkele minuten sjokten ze zo door het zand. Toen ze helemaal niet om keek, riep hij: „Tilly?" Ze bleef staan, kijkend. „Ja?" (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1969 | | pagina 1