NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND Is sociale zekerheid te verwezenlijken TUSSEN WAL EN SCHIP 36STE JAARGANG No. 23 7 NOVEMBER 1969 LANGS DE STRAAT de scheldebode REDACTEUR ADMINISTRATEUR J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,95 per kwartaal Franco per post f 3,90 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm f 4,25, verder 17 cent per mm Excl. 4% B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. Sociale zekerheid is een begrip van de na-oorlogse jaren. Het probleem van de sociale zekerheid kan zeker nog een van de belangrijkste vraagstukken van onze tijd genoemd worden. Werknemers en ondernemers voelen zich onzeker. In verband daarmee slui ten zy zich aaneen in vakverenigingen, in kartels en tenslotte in organisaties waarin werknemers en ondernemers el kaar vinden met het oog op him ge meenschappelijke belangen, organisaties die uiteindelijk daarin eindigen, dat zij sociale zekerheid willen scheppen met behulp van het egoïsme van de groep. Hoe zonderling het ook moge klin ken, de mens van vandaag heeft het ge voel dat zijn sociale zekerheid in feite minder groot wordt. Daarin ligt een ze ker waarheidselement en het is juist de kleine man die dit het best aanvoelt. Bezwaar tegen het streven naar so ciale zekerheid kan men nimmer heb ben; het is namelijk een van de natuur lijkste zaken dat men er naar streeft de zorgen voor de dag van morgen zo veel mogelijk weg te nemen. Immers, al leen dan kan het levensstreven van de mens zo goed mogelijk tot uiting komen. Wèl blijft echter de vraag of de me thode, die in de laatste jaren steeds meer gevolgd wordt, de juiste is om het uit eindelijke doel te bereiken. Wij hebben in de achter ons liggende halve eeuw een brede stroom van sociale maatrege len gekregen, die praktisch genomen van de geboorte tot de dood bescher ming bieden op sociaal terrein. Desondanks brengt dit alles niet de gewenste sociale zekerheid, maar alleen die van de gevangene en de soldaat, die zich niet behoeven te bekommeren om eten, drinken, slapen en ligging. In de laatste jaren is het wel dui delijk geworden dat sociale zekerheid niet uitsluitend is op te bouwen door' verzekering en door wetgeving. Voor waarachtige sociale zekerheid is naast een corrigerend werkende sociale wet geving bovendien nog nodig dat wordt voldaan aan de volgende twee vereisten. In de eerste plaats zij opgemerkt dat sociale zekerheid alleen kan bestaan wanneer het geldwezen gezond is. Alle goed bedoelde tegenmaatregelen ten spijt doet inflatie de werkelijke waarde van de kleine reserves der werknemers en de reserves der sociale uitkeringen, die men hun toezegt, toch langzaam maar zeker wegsmelten. Een tweede vereiste is eigen bezit. Willen wij namelijk komen tot een maat schappij, die aan grote groepen een ze kere mate van sociale zekerheid biedt, dan dient voor deze groepen de moge lijkheid tot het vormen van eigen bezit open te staan. De bezitloze maatschappij is namelijk, ondanks alle mogelijke sociale wetge ving, de onzekerste. Slechts in een maat schappij, die de onafhankelijkheid ver groot, de kapitaalvorming stimuleert, het bezit respecteert en aanmoedigt, zal uiteindelijk dié waarachtige sociale ze kerheid worden gevonden, welke men zoekt. Mr. N. W. A. VAN EIJK (Nadruk verboden) MOOI PRATEN „Mooie Dirk" noemden ze hem. En ontegenzeggelijk kon Dirk een welbe sneden aangelaat niet worden ontzegd. Maar achter dat gelaat verschool zich een misdadig brein. Daarom stond Mooie HORLOGES nieuwe modellen VOOR MODERNE MENSEN KAPELLE TEL. (01102) 1223 VrUdagavond koopavond - Geopend tot 6 uur Dirk nu in een keurig kostuum van de laatste snit, met opgepoetst snorretje en kennelijk een klein haarstukje op een plaats waar iedere andere man van zijn leeftijd al een kaal kruintje krijgt, in al zijn schoonheid te pronk voor de groene tafel. ,,Ik kèn nie allenig zijn", wilde deze Dirk aan de politierchter wijsmaken. „En daarom trek je er midden in de nacht met slechte vrienden op uit om andere mensen op te zoeken... om ze gezelschap te houden, zeker!" „Nee, meer voor m'n eigen gezellig heid", dacht Dirk. „Wel toevallig, dat die andere men sen dan juist niet thuis zijn en dat je dan altijd huizen uitzoekt, waarvan de bewoners met vakantie afwezig zijn! Dat zal toch niet zo gezellig zijn, zo'n kale bedoening met lege kamers en niet eens wat te eten in huis. En natuurlijk wa ter, gas en elektriciteit afgesloten..." „Dan maken we het ons wat makke lijker, meneer de edelachtbare rechter, want dan kennen we zogezeid niet ge stoord worden ook. En meestal staat er nog wel 'ns wat onder de kurk in een barkast of buffet". Dat laatste klopte wel met het be wijsmateriaal ,want er was sprake van een aantal leeggedronken flessen en de gezelligheid was de laatste keer zó hoog gestegen, dat de buren wakker waren geworden van het gerucht dat Dirk en z'n kornuiten maakten. „Eerst dachten we gewoon, dat ze d'rnaast zélf een feestje hadden", ver telde de eerste getuige, „maar later werden we wéér wakker en toen reali seerden we ons, dat ze met vakantie waren. Éérst waren wij twee weken weg en toen zij, ziet u. Dus het kónden de buren zelf niet zijn". Dat bleek ook, toen de politie kwam. Die vond een open raam, klom ook naar binnen en verraste Mooie Dirk in een mooie droom. Naast hem lag een wel gevulde postzak vol antiquiteiten van waarde, het tafelzilver, geld uit een opengebroken bureau. De inbreker mocht in een cel zijn roes uitslapen en werd gelijk in voorlopige hechtenis gehouden, want hij was op heterdaad betrapt. „Da's noppes", zei Dirk, „Ik hield allenig de wacht bij de spullen, tot m'n kameraden ze zouden komen ophalen met een auto. Ik heb zélf niks gestolen. Ik was gewoon meegegaan voor de ge zelligheid..." „Dat zal wel. Als straks de bank be roofd wordt, sta je d'r zeker ook bij met een pistool in je hand voor de ge zelligheid. Man, je vervalt van kwaad tot erger. Kijk nou zo'n strafblad eens: je bent begonnen met oplichting en ver duistering van een auto die je in huur koop had gekocht, maar niet verder afbetaald, toen winkeldiefstalletjes en nou inbraak. Vind je het dan in de ge vangenis zo gezellig?" „Kan ik 't helpen, dat m'n kamera den me in de steek hebben gelaten en de poet niet hebben meegenomen?" snikte de verdachte. „Nou denkt ieder een en u ook al, dat ik in m'n eentje heb ingebroken en die spullen gejat heb, maar ik ging allenig maar mee om te kijken hoe het ging..." Zijn verweer mocht niet baten, omdat hij weigerde de namen van zijn kornui ten te noemen. Die hadden blijkbaar nog bijtijds de benen kunnen nemen, toen de politie-auto naderde. En de po litie geloofde hem niet, toen hij beweer de dat anderen de kraak gezet hadden en hij alleen maar een glaasje was ko men meedrinken. Maar de getuigen had den wel degelijk lawaai van méér per sonen gehoord. Daarom wilde de offi cier er nog wel aan, dat hij niet de enige dader was geweest. Maar van medeplichtigheid was toch in elk geval wèl sprake. „En als u de namen van de werke lijke daders niet noemt, zult u zich niet kunnen vrijpleiten van de verdenking een mededader te zijn". Mooie Dirk had gelukkig een mede levende politierechter getroffen. „Laten we nu eerst het onderzoek la ten heropenen", zei deze. „Er moeten toch ook vingerafdrukken van die ón deren op die flessen en glazen zijn aan getroffen". De zaak werd geschorst en de be klaagde werd weer gevankelijk wegge voerd. „Da's nou zo mooi van Mooie Dirk", zei een getuige a décharge in de gang, „Die houdt zo mooi z'n mond dicht". (Nadruk verboden) d' ARGENTY ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bysluiting van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief YVy willen u met deze adviezen zo goed mogeltyk van dienst z(jn en geven zo mogeiyk advies op elke vraag. Wy kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. Nederland II. Wanneer zijn ook al weer de uitzendingen op de televisie van Nederland II overgenomen door de zen ders Lopik en Smilde? De regelmatige televisie-uitzendingen via Nederland II zijn sinds 1 oktober 1964 verzorgd door de zender Lopik. De toren van Smilde zond deze uitzendin gen voor het eerst regelmatig uit op 5 november 1965. Verpleeghulp. Mijn zuster is als verpleeghulp werkzaam bij particulie ren. Zij verdient per maand 375, plus vrije kost en inwoning. Ook wordt voor haar de A.O.W.-premie en loon belasting betaald. Heeft zij recht op 6 vakantietoeslag en over welk bedrag wordt die 6 dan berekend? Het is uw zuster waarschijnlijk niet bekend dat er voor haar als verpleeg hulp bij particulieren ook een mogelijk heid bestaat om zich bij een werkne mersorganisatie aan te sluiten. Behalve dat die gedetailleerde inlichtingen uit de eerste hand verstrekt, wordt in geval van onjuiste toestanden ook bemidde ling en zonodig rechtskundige bijstand verleend. Hier volgen de adressen waar uit zij een keus kan maken: Alg. Bond van Ambtenaren, Stadhouderslaan 9, Den Haag, tel. (070) 635932; Ned. Chr. Bond van Overheidspersoneel, Banka- plein 3, Den Haag, tel. (070) 514051; Ned. Kath. Bond van Overheidsperso neel, Mesdagstraat 118, Den Haag, tel. (070) 245406. Zuurkool. Een kennis van mij zegt dat zuurkool verrot is of kool die aan het vergaan is. Is dat zo? Het is ingemaakte kool, waarbij het wat zuurkool betreft de bedoeling is, de ontwikkeling van schimmel- en rot- tingskiemen tegen te gaan, daarentegen de melkzuurbacil gelegenheid tot ont wikkeling te geven, want juist deze roept de aangename frisse smaak van de zuurkool tevoorschijn. Meloen poten. Een abonnee heeft een meloen gekocht van de groenteboer en wil de pitten in de tuin poten. Zaden van meloenen moeten in het voorjaar liefst op warmte gezaiad wor den, b.v. in een kas of bak. Ook kunt u het proberen in een bloempot, waarin u enige pitten zaait en deze met een plastic hoesje bedekt en op een warm plaatsje, b.v. op de schoorsteen, laat ontkiemen. Verder in potjes verspenen, liefst op een warme lichte plaats en tenslotte in een 12 cm grote pot zetten, in voedzame aarde.' Na half mei bij gun stig weer kunt u ze buiten uitplanten, doch veel succes geeft dit meestal niet. De meloen houdt nu eenmaal van warm te en vooral van een warme voet, maar u kunt het proberen. Zoek er een warm plaatsje voor op, een koude bak is nog beter. Als de jonge plantjes 3 4 bla deren gevormd hebben, het kopje er uit nemen, waardoor de plant gaat vertak ken en vlugger vruchtranken zal vor men. Vruohtranken, waaraan al een aardig vruchtje zit, innijpen tot op 1 2 bladeren boven de vrucht. Het zaad van uw meloen nu droog en koel be waren tot maartapril. Parfumlucht. Ik heb een oud dres soir in gebruik als linnenkast. Er hangt een sterke reuk in, wellicht van parfum. Hoe kan ik die reuk verwijderen? Parfumlucht is hardnekkig. Probeert u het eens met een mengsel van 50 g formaline op liter water. Daarbij goed luchten. Wellicht -zal herhaalde behandeling noodzakelijk zijn. Namen. Mijn voorT en achternaam zijn respectievelijk Wijnand Giessen. Kunt u mij iets vertellen over de her komst van deze namen? Wijnand betekent „de vriendelijke, dappere". De naam Giessen is echter is echter op zeer eenvoudige wijze ont staan. Deze naam behoort tot de z.g. patronymika. Hieronder verstaat men Automobilisten, controleert regel matig of de richtingaanwijzers van uw auto goed werken. Immers daaraan kan een achter u rydende automobilist zien dat u van plan bent van richting te veranderen. Verbond voor Veilig Verkeer Afd. KruiningenHansweert eigennamen, die ontstaan zijn door ach ter de voornaam een achtervoegsel (sen, se enz.) te platasen. Giessen is af geleid van Gijs en betekent dus niet an ders dan: nakomeling van Gijs. Tuinbonen. Als ik tuinbonen weck, wordt de bovenste laag altijd donker. Hoe zou dit komen en zijn ze dan nog te gebruiken? Over de kleur van de tuinbonen be hoeft u zich niet ongerust te maken, want er zijn bepaalde groenten, die dit verschijnsel vertonen. Waarschijnlijk is dit te wijten aan een of andere schei kundige stof die in de tuinbonen zit en vooral dan dat gedeelte wat boven wa ter uitkomt, doet verkleuren. Houdt de weck vooral in het donker, daar het licht er geen goed aan doet. Teveel huur. Hoe kan ik weten of ik teveel huur betaal? Tegen betaling van 2,50 kunt u de huurprijs laten vaststellen door de huur adviescommissie. Bibliotheek. Is er een vergunning nodig voor een leesbibliotheek? Ja, u dient zich via de Kamer van Koophandel te wenden tot de sociaal- economische raad. Dus eerst naar de Kamer van Koophandel. Ongeldige munten. Ik ben koster van een kerk. In de collectebussen tref ik veel munten aan, die alle uit de cir culatie zijn genomen. Wat te doen? U telt de munten en stelt aldus de vroegere waarde vast. U pakt ze in en voegt er bij een postwisselformulier, gefrankeerd voor deze waarde en waar op alles is ingevuld, behalve het bedrag. Dit pakket verstuurt u aangetekend aan de directeur van 's Rijks munt, Leidseweg 90 te Utrecht. Aldaar wordt het geld nagekeken en na een dag of tien ontvangt u de postwissel ingevuld voor de waarde van het geldig bevonden bedrag. Groente. Wij gaan verhuizen maar we hebben nog groente in de tuin staan voor zomerverbruik. Moet de nieuwe huurder die overnemen of mag ik ze zelf houden en van tijd tot tijd afsnij den? De nieuwe huurder huurt huis met tuin natuurlijk. Verplichting tot overna me bestaat niet. Men staat tegenwoor dig wel eens plotseling voor een ver huizing en het is naar onze mening wenselijk dat de komende en gaande man elkaar wat terwille zijn en weten te geven en te nemen. Regel deze kwes tie derhalve onderling. U vaart er bei den wel bij. Slang. Ik heb een jonge slang mee gebracht uit Noorwegen. Wat moet ik dit dier geven aan eten? Hier te lande eten slangen van zo on geveer 60 70 cm hagedissen, muizen en insecten; dat is dan een slangetje dat te vinden is in droge heide- of zand streken. Een ander soort slang in ons land, dat meestal te vinden is in de onmiddellkije omgeving van water, leeft gewoonlijk van kikkers en padden. Over het algemeen kan men dus wel zeggen, dat slangen leven van dierlijk voedsel. door TRUDIE MOORST 9) „Het meisje begreep wel, dat het ini tiatief in dit geval van haar kant moest komen, omdat de jongen niet van haar stand is en hij het nooit zou wagen toe naderingspogingen aan te wenden. Van daar het praatje over de binnenkort ver trekkende huisknecht en de uitnodiging om mee te gaan toeren. U hebt op mij ook indruk gemaakt, waarom zal ik het niet zeggen? Dus vind ik het een fijne middag en juffrouw Van Heeveren een lief meisje. Zo, geef me nu maar een klap". Hij boog zich naar haar toe. Het meisje stond nog steeds op het zelfde punt. „Wat verbeeldt u zich wel?' „Precies wat ik ben: ik kan met me zelf wel voor de dag komen, of ik nu mijn beroepskleding aan heb in de avonduren, of op een zonnige zomer middag. De meisjes kijken naar me, dat weet ik. En of dat nu een dienstbode is of een winkeljuffrouw of een onderwij zeres of de dochter van een grootindu strieel, maakt geen verschil. Waarom zullen we elkaar voor de gek houden? U vindt mij misschien interessant. Dat mag. Ik vind u lief. Mag dat dan niet?" Langzaam kwam ze naar hem toe, nog steeds met een rode kleur. „U hebt een eigenaardige manier om bepaalde dingen te zeggen. Een beetje cru... a bout portant...". „Maar het is de waarheid. Zullen we verder wandelen, juffrouw Van Heeve ren? Mag ik u mijn arm aanbieden?" Hij keek haar schalks lachend aan. De stroeve trek op haar gezicht ont spande zich. Langzaam stak ze haar slanke arm door de zijne. Gedurende enige tijd liepen ze zwijgend verder. „Ik ben anders dan uw vrienden, niet waar?" „Ja, origineler". „Als u wilt, kunnen we wel een poos je hier gaan zitten". Hij wees naar de duinrand. „Laten we het doen, ik ben lopen ontwend. Dat komt door die wagen". Ze zetten zich naast elkaar neer. „En weest u niet bang. Als u het niet wilt, zal ik u niet kussen". Het meisje schoof een eindje van hem vandaan. „Wat denkt u wel? Dat wil ik hele maal niet". „Diep in uw hart wilt u het wel. Zul len we een sigaret opsteken Dan is het voorlopig ongevaarlijk". Wat argwanend nam ze sigaret en vuur in ontvangst. Hij zag haar blik en lachte. „Juffrouw Van Heeveren, u bent erg lief. Ik heb veel respect voor u. En daarom hoeft u geen vrees te hebben. Ik zal u zelfs niet aanraken, als u niet wilt". „Heb je geen meisje?" Ongemerkt ging ze over van het vor melijke u tot het vertrouwelijke jij. „Nee. Af en toe ga ik wel eens met een aardig kind uit. Maar vast... nee. Misschien heb ik op jou gewacht? Het kan wel in de sterren geschreven zijn". „Geloof jij daar in?" „Welnee. Allemaal fauwekul. Ik hoop, dat ik je niet kwets, als ik dit zeg?" „Ik denk er net zo over als jij. Op welke fabriek werk je?" Hij noemde de naam. „Niks bijzonders. Een kind kan de was doen, zo bij wijze van spreken. Ik doe het al jaren". „Hoe oud ben je eigenlijk? Mijn leef tijd weet je". „Vijf en twintig". „En nog altijd vrijgezel? Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?" „Nee zeggen, als het nodig is", ant woordde hij lachend. Ze zaten op een stukje duin; zij trok figuurtjes met de punt van haar voet, waarbij ze schijnbaar diepzinnig keek. „Heb je vaak „nee" moeten zeggen?" „Eén keer heel pertinent. Het was een vervelende geschiedenis". „Hè toe, vertel eens". Ze schoof dichter naar hem toe. „O, eigenlijk was het niet veel bij zonders. Het betrof de dochter van onze cantinejuf, de vorige wel te verstaan. Ze is al een paar jaar weg. Het kwam zo: ik heb een hobby, misschien vind je het idioot: ik spaar lucifermerken. En fin, zij ook. Ik had heel wat dubbele. Ze zei een keer op de fabriek: kom es een avond bij me thuis; kunnen we rui len. Wat is daar op tegen, hè? Niks natuurlijk. Ik er een paar avonden later heen. Met m'n dubbele. Ik heb er aar dig wat kunnen ruilen. En bleef daarna nog wat plakken: kopje koffie, nog een kopje koffie. Intussen kwam de doch ter thuis: Mieke. Knap ding. Niet zo knap als jij, maar het kon er toch mee door. Ze leek we wel en voor zover ik kon constateren, ik haar ook. Toen ik wegging, liep ze mee naar de gang. Ze zei: Je mag me een keer mee uitne men. Ik dacht: Dat kan nooit kwaad. Dus gingen we zaterdagsavonds de stad in. Daarna nog een paar keer. Op een zondagmiddag zou ik haar komen ha len. ze was alleen thuis, he.t was ge meen koud. Ze stelde voor: blijf maar bij mij. Deed ik. Enfin, om een lang verhaal kort te maken... ik ben ook niet van steen, hè We scharrelden wat, niet te gek natuurlijk. Ze kon erg lief zijn. Maar een collega van me had ons samen gezien en waarschuwde me maan dagsmorgens. Hij kende haar. Ze was een ongehuwde moeder en had een doch tertje van twee. Toen moest ik haar niet meer. Niet omdat ze een kind had, maar omdat ze op een linke manier me trachtte in te palmen. Dat moest ik niet. Ze heeft nog enige weken achter me aan gelopen, maar ik had genoeg van haar. Zo, dat was het". Ze had met stille aandacht geluisterd. „Beetje zielig, hè?" „Ik zei het al: vervelende geschiede nis. Ik mocht haar wel. Als ze nu na de tweède of derde keer open kaart had gespeeld, weet ik nog niet, wat ik ge daan zou hebben". „Je houdt niet van geniepigheden, ver onderstel ik?" (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1969 | | pagina 1