Sportbonden vragen om miljoenen
DE LOONWET
k
'YIiuegen
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
36STE JAARGANG
No. 19
10 OKTOBER 1969
maar zeggen niet wat ze ermee willen doen
LANGS DE STRAAT
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,95 per kwartaal
Franco per post f 3,90 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,25, verder 17 cent per mm
Excl. 4% B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
Begin september hield de vaste commissie voor C.R.M. uit de Tweede Kamer
een hearing om van de leiders van de sportbonden te vernemen wat hun wen
sen zijn. De leiders van de overkoepelende organen van de sportbonden maakten
daarbij een geweldige afgang. Dat moest wel, want zij moesten voor de bonden
om geld vragen, maar kregen van die zelfde bondenn niet of nauwelijks te
horen waarvoor dat geld dan wel moest worden gebruikt. De commissie van
politici moest die concrete gegevens hebben, anders kon zij de verantwoording
voor de besteding van de miljoenen waarom werd gevraagd niet op zich neme
verenigingen en de bonden in dit
zicht zo'n belangrijke taak.
Daarom is het ook nodig, dat de heic
Nederlandse sportwereld eens op een wat
meer in deze tijd passende moderne leest
wordt geschoeid. Dat betekent dat de
leidinggevende posities, vooral in de
bonden en overkoepelende organisaties,
door vooruitstrevende helderdenkende
mensen bezet moeten worden en dat zul
len dan meest jongeren zijn.
Maar de ouderen willen eensdeels niet
uit hun baantjes weg en andersdeels
tobben we met een enorme tekort aan
vakbekwame mensen (vooral jongere),
omdat pas sinds enkele jaren iets aan
kadertraining wordt gedaan.
Aldus kunnen de Nederlandse sport
bonden, enkele uitzonderingen daar ge
laten, voorlopig weer voort met kanke
ren op de regering, die hen geen steun
wil geven. Dat het feitelijke mankement
ligt bij de hoofdbesturen van de bonden
is iets waar deze bestuurderen liever aan
voorbij gaan.
Vrijwel alle bestuursleden van onze
sportbonden en hun overkoepelende or
ganisaties zijn goedwillende amateurs.
Amateurs die niet of onvoldoende bij
machte zijn, vooral vanwege een gebrek
aan tijd, maar ook aan capaciteiten, om
een duidelijk beleid uit te stippelen, dat
zowel technisch als zakelijk verantwoord
is.
Aanleiding voor de hearing door de
leden van de Tweede Kamer was een
discussienota van minister Klompé.
Daarover wilden de vertegenwoordigers
van de sportbonden wel praten, omdat
ze daar allerlei kritiek op hebben. Maar
met alternatieven kwamen zij niet.
Geen alternatieven.
Die alternatieven had de directeur
van de Nederlandse Sport Federatie Dr.
W. van Zij 11 willen geven. Dus had hij
de bij de N.S.F. aangesloten bonden ver
zocht hun beleid voor de komende jaren
voor hem op schrift te stellen, opdat hij
een nota zou kunnen opstellen waarin
de visie van en voor de Nederlandse
sport voor de naaste toekomst tot uit
drukking kwam.
Schrikbarend gering waren de reac
ties van de besturen van de sportbon
den, waaruit ook al weer bleek, dat zij
niet weten wat ze willen. Zowel minister
Klompé als de Tweede Kamer zijn graag
bereid, volgens de heer J. van Nieuwen-
huyse Kruseman, hoofd van de afdeling
sport van het ministerie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk, om
de Nederlandse sport te steunen. Maar
dan moet men wel goed weten waaraan
het geld wordt besteed. En dat kon Dr.
Van Zij 11 hen niet zeggen, omdat hem de
gegevens waren onthouden.
Slecht onderwijs.
Naarmate het levensniveau hoger
wordt, wordt de noodzaak van een goe
de lichamelijke opvoeding een steeds
belangrijker eis. Op de scholen is niet
alleen de kwantiteit, maar ook de kwa
liteit van de lichamelijke opvoeding abo
minabel slecht. Daarom hebben de sport-
Professionele opzet nodig.
Zodoende zitten we eigenlijk in een
vicieuze cirkel: de overheid wil wel geld
geven, maar alleen als er een beleid is
uitgestippeld; voor het opstellen van
zo'n beleid heb je vakbekwame vooruit
ziende mensen nodig; die zijn er veel en
veel te weinig omdat te weinig geld
beschikbaar is voor hun opleiding en
salariëring in de bonden. Een oplossing
zou misschien zijn om in de vorm van
de centrale instituten voor de opleiding
van sportleiders een opleidingsmogelijk
heid te creëren voor de mensen die op
het organisatorische vlak in de sport
werkzaam willen zijn.
Pas als we zover zijn, dat de Neder
landse sport in het algemeen professio
neel en zakelijk wordt geleid mogen we
verwachten, dat er werkelijk goede en
reële beleidsnota's kunnen worden op
gesteld, op basis waarvan de regering
en de volksvertegenwoordiging bereid
zijn een flinke subsidie te geven. Maar
dan weet men tenminste wat men wil.
Een belangrijke taak lijkt het ons
daarom voor de N.S.F. te zorgen, dat
zo spoedig mogelijk de op amateuristi
sche grondslag berustende kadertrainin
gen van de sportbonden worden vervan
gen door één of meer instituten waar
de toekomstige organisatorische leiders
van de sportbonden worden opgeleid. Zo
als nu om de C.I.O.S.-sportleiders wordt
„gevochten", zo zal men ook gaan
„vechten" om deze managers voor de
sportbonden, hun onderbonden en ver
enigingen.
(Nadruk verboden)
TOM NODDY
Er is in vakbondskringen en vervol
gens uiteraard in de Tweede Kamer hef
tig gefulmineerd tegen de door minister
Rooi vink ingediende Loonwet. De be
zwaren golden vooral en eigenlijk alleen
het punt, dat de regering ten aanzien
van de vrije loonvorming toch altijd nog
een vinger in de pap wilde houden door
de mogelijkheid te behouden om c.a.o.'s
waarin een te sterke loonstijging zou
voorkomen de goedkeuring te onthou
den en daarover nader advies te vra
gen, uiteraard met de bedoeling de stij
ging wat af te remmen.
•Ondanks het feit dat de Loonwet de
werknemers diverse zekerheden verleent,
die tot nu toe niet wettelijk waren vast
gelegd, is deze door de regering gestel
de beperking bij de vrije loonvorming
bijna een breekpunt geworden voor het
kabinet, zo heftig waren de bezwaren
er tegen. Eensdeels is dat wel begrijpe
lijk, want men gaat over tot de vrije
loonpolitiek of niet, maar in het eerste
geval dan ook konsekwent.
Die uit voorzichtigheid toch achter de
deur staan blijvende stok waarmee de
regering de vrij tot stand gekomen over
eenkomst tussen werknemers en werk
gevers een spaak in 'twiel kan steken,
wordt natuurlijk gevoeld als een ont
krachting van de vrijheid en van het
verantwoordelijkheidsgevoel van de on
derhandelende partijen. Van die bevoog
ding, hoewel in de Loonwet al terugge
draaid, willen de vakbonden helemaal af.
Nu kan men lang en breed praten over
het principe van de vrije loonvorming,
het doet niets af aan het feit dat de re
gering van welke politieke richting
deze ook is meer belangen in het
oog moet houden dan alleen die van de
bij zoïn c.a.o. betrokken partijen.
Het is helemaal niet uitgesloten, de
praktijk heeft het bewezen, dat de werk
geversorganisatie in arren moede ak
koord gaat met een boven het geadvi
seerde percentage uitgaande looneis
omdat de hoge conjunctuur in de des
betreffende branche geen onvrede en
verloop van werknemers toelaat. Doch
dat kan ook gevolgen hebben voor an
dere c.a.o.'s en zo zou een situatie kun
nen ontstaan die onze concurrentieposi
tie gaat bedreigen en spoedig tot ster
ke vermindering van werkgelegenheid
zou leiden.
Het is de taak van de regering om
het algeméén belang te dienen; dat zelfs
te laten prevaleren boven het belang
van twee belangengroepen in het land,
ook al zijn die het in alles met elkaar
eens geworden. Men kan nooit over het
hoofd zien, dat die belangengroepen in
de eerste plaats aan hun eigen belang
denken, gemakkelijk geneigd zijn daar
meer gewicht aan te hechten dan aan
de moeilijkheden die kunnen ontstaan
voor de nationale economie.
Een regering die geen kans krijgt
daarin iets bij te sturen zou men, wan
neer het mis gaat, direkt overladen met
verwijten. Dan hoort men weer, dat de
regering verzuimd heeft tijdig maatre
gelen te nemen om onze concurrentie
positie te handhaven en de werkgele
genheid veilig te stellen.
Het is heel begrijpelijk, zeker in een
gespannen conjunctuur, dat de vakbon
den flinke looneisen stellen. Zij beogen
in de eerste plaats het welzijn van hun
leden en zullen gemakkelijker geneigd
zijn om bezwaren ten aanzien van de
nationale economie van de hand te wim
pelen. Dat is heel menselijk. Maar zij
dragen voor eventuele funeste gevolgen
daarvan minder verantwoordelijkheid
dan de landsregering.
Dat feit is niet weg te praten, hoe
zeer ook de vakcentrales over economen
beschikken die de zaken deskundig be
kijken. Wanneer men er belang bij heeft
om de eventuele gevolgen van looneisen
optimistisch te beschouwen, zal men
gauw geneigd zijn een wat zwartgalli-
ger kijk daarop van de hand te wijzen.
Het oog houden op de vele facetten
van onze samenleving en te trachten die
samenleving zich harmonisch te laten
7/r^f
[HORLOGES I
nieuwe modellen
V00P MODERNE MENSEN
KAPELLE TEL. (01102) 1223
VrUdagavond koopavond - Geopend tot 9 uur
ontwikkelen, zeker ook met het oog op
de toekomst, dat is in de eerste plaats
de taak van de regering. Daartoe dient
iedere regering de mogelijkheid te heb
ben om al te extreme wensen van be
paalde groepen enigszins te kunnen af
remmen wanneer zij dit in het algeméén
belang noodzakelijk acht.
De maatschappij wordt steeds inge
wikkelder. Men kan daarin niet meer
een volledige vrijheid toestaan. Daarvoor
is de mens nu eenmaal niet altruïstisch
genoeg ingesteld. De Loonwet heeft in
de Kamer toch nog een voldoende meer
derheid gehaald. De toekomst zal uit
wijzen, dat daarmede niemand benadeeld
wordt en het algemeen belang het bes
te gediend werd.
H. VAN WERMESKERKEN
(Nadruk verboden)
TOUR DE KLAP
„Ik wil er wel een eed óp doen",
riep de verdachte, „dat ik hier door de
grond zak als het niet waar is wat ik
zeg!"
„Doe die eed maar niet", weerde de
rechter af. „Als iedereen hier door de
grond was gezakt die dat op deze plaats
beloofde, hadden we hier nu een massa
graf".
Deze opmerking kalmeerde de ver
dachte echter geenszins. Hij bleef er bij
dat hij de jongen niet had geslagen.
Hoewel de knaap, naar de rechter toe
gaf, wel een pak rammel had verdiend.
Maar wie krijgt in deze wereld wat hij
verdient
De jongen had vieze liedjes gezongen,
dat staat vast. Niet één keer, wel hon
derd maal, zei de verdachte. De knaap
placht zijn soli ten beste te geven als
hij langs het huis van deze verdachte
fietste. Als een snelgedicht vlogen de
versregels er dan uit. De kwaliteit van
het gezongene was beslist niet lager dan
de officiële teksten op de zelfde melo
dieën. Maar de jongen bedacht er lelijke
woorden bij, en dat moet natuurlijk niet.
„Ik had al lang op hem staan loe
ren", bekende de verdachte. De loerderij
werd aanvankelijk niet beloond. Maar
op een dag stond de verdachte met zijn
bromfiets in de gang van zijn woning.
De voordeur stond open. Het been was
over het zadel geslagen. De motor ronk
te in de vrijstand. Op het moment dat
een heldere jongenssopraan door de
straat klonk, gaf de vrouw van de ver
dachte haar echtvriend een zet. Het lied
brak plotseling af toen de jeugdige zan
ger de verbolgen verdachte de voordeur
uit en de stoep over zag razen.
De knaap legde de neus op het stuur.
Hij was evenwel nog buiten adem van
het zingen, terwijl daarentegen de ver
dachte zo fris als een hoen was, en bo
vendien nog een hogere snelheid kon
ontwikkelen dankzij de „hulpmotor" en
het zetje van zijn vrouw. Er was geen
houden aan. Zelfs een korte doch hevige
spurt kon de knaap niet doen ontsnap
pen.
De jongen begon nu wanhopig te hui
len.
„Niet doen!" schreeuwde hij, terwijl hij
zijn fiets liet vallen. „Ik zal het nooit
weer doen!" riep hij toen hij op de
straatstenen zat.
„En toen", verklaarde de verdachte
zalvend, „kon ik er niet toe komen hem
te slaan. Ik dacht: zo'n arm kind. Wie
weet hoe hij is opgevoed! En hoe ang
stig zat hij daar op de grond, als een
ziek vogeltje ineen gedoken, en trillend
van angst voor mijn kastijding. Neen,
dacht ik, laat hem gaan. Doe dat kind
geen pijn, dacht ik".
„Hou maar op", zei de rechter, „de
rest ken ik wel. Maar hoe verklaart u
het dan dat die jongen met een bloed
neus bij de buren is binnengevlucht?"
„Dat weet ik niet", luidde het ant
woord. „Misschien heeft hij zichzelf per
ongeluk tegen de neus geslagen".
„En hoe komt het dat getuigen u
hebben horen roepen: „Nou heb ik je
eindelijk!"?" informeerde de officier.
„Dat kunnen zij niet hebben gehoord,
want zulke wraakzuchtige woorden
spreek ik niet", verklaarde de verdachte.
Kleurenblindheid. Hoe kan men
vaststellen dat iemand kleurenblind is,
dat hij b.v. groen en rood omgekeerd
ziet? Hoe kan men nu kleurenblind zijn
als men van kinds af aan heeft geleerd
dat b.v. de zee blauw en het gras groen
is?
Bij de behandeling van uw vraag
moeten wij voorop stellen dat er ten
aanzien van het kleuren zien door de
wetenschap nog zeer veel op te helde
ren valt. U hebt als voorbeeld, waar
schijnlijk willekeurig, het verwisselen
van de kleuren rood en groen genoemd.
Maar juist deze kleuren spelen een be
langrijke rol bij de verkeerslichten, en
het is gebleken dat tengevolge van ver
moeidheid en bij een mistige atmosfeer
en ook bij overigens kleuren onderschei
dende personen zwakke stoornissen in de
kleurenzin tot allerlei fouten in het ver
keer aanleiding kunnen geven. Zelf ver
onderstelt u al, dat van het volledig
verwisselen van twee kleuren de oor
zaak gezocht moet worden in het van
jongsaf verkeerd benoemen van de kleu
ren en wij zijn van mening dat deze
gevallen zich inderdaad voordoen. Maar,
na onderzoek en behandeling door een
specialist kan zo'n afwijking verholpen
worden, omdat die los kan staan van
de kwaliteit van het kegeltjes-apparaat
van het netvlies. Er zijn verschillende
soorten van kleurenblindheid. Kleuren
blindheid, het woord zegt het al, be
staat uit het onvermogen om een of
meer kleuren te zien. Volgens Young
zouden er 3 soorten kegeltjes zijn voor
het afzonderlijk waarnemen van de drie
hoofdkleuren rood, groen en violet.
Helmholz echter gaat er van uit, dat
in elk kegeltje zich drie verschillende
processen afspelen, waarbij als alle drie
processen even sterk aangezet worden,
de kleur wit wordt waargênomen. Men
heeft, waarmee de laaste theorie beves
tigd werd, later aangetoond, dat zich in
de kegeltjes een stof bevond met 3 ab-
sorptiemoeglijkheden voor lichtgolven
uit het rood, groen en violet. Bij aan
geboren kleurzinafwijkingen kan het b.v.
voorkomen, dat men slechts voor twee
der drie hoofdkleuren absorptiemogelijk-
heid heeft, waardoor blindheid bestaat
voor rood, groen of blauw. Hoewel zeld
zamer, komt het voor dat er maar één
van de genoemde drie absorptiemogelijk-
heden bestaat en dan spreekt men van
monochromatie of totale kleurenblind
heid. Hoeveel variaties mogelijk zijn mo
ge blijken uit het feit, dat het normale
oog ongeveer 160 kleurtrappen kan on
derscheiden.
Adressen. Wat zijn de adressen
van Heintje, Wilma en van Gert en Her-
mien Timmerman
Het adres van Heintje Simons is Kort
weg te Bleyerheide (N.B.), dat van
Gert en Hermien Timmerman Haaks
bergerstraat 936, Usselo, gem. Ensche
dé en op dit zelfde adres kunt u ook
Wilma Landkroon bereiken.
Verlies van gladiolen. Mijn aantal
gladiolen wordt ieder jaar minder, hoe
kan dat toch? Vroeger had ik daar
nooit last van.
Desondanks werd de mishandeling be
wezen geacht. Dertig gulden boete heeft
hij gekregen. Maar hij zei dat hij het
hogerop zou gooien.
„Ik; ben een gerechtelijke dwaling,
edelachtbare", riep de man tegen de
deurwaarder. Maar die loodste hem het
zaaltje uit. (Nadruk verboden)
plant worden binnen twee meter van de
grens. Los daarvan handelt de buurman
onrechtmatig door uw tuin te bederven
met dood hout. Klaag eens over die bo
men bij de gemeente. Helpt dit niet, dan
kunt u procederen wegens onrechtmati
ge daad en eventueel tot opruiming van
(Je bomen.
Stop. Hoe krijg ik een vastge
draaide stop van een mooi glazen flesje
af, zonder het flesje te beschadigen?
Dit is een zeer moeilijk probleem,
daar het glas bij een enigszins ruwe be
handeling breekt. Probeert u het eens
door de hals van het flesje voorzichtig
te verwarmen met warm water of ge
regeld te wrijven. Door de warmte zet
het glas uit en het kruikje ook enigs
zins. Misschien kunt u zo de stop er uit
krijgen. Het water vooral niet te warm
maken om springen te voorkomen.
Kers. Zijn de vruchten van de Ja
panse kers eetbaar?
Nee, deze vruchten zijn niet eetbaar.
Strijders. Wat is de doelstelling
van en het verschil tussen de Bond van
Oud Strijders, de Bond Oud Strijders 7
december en het Veteranenlegioen
In antwoord op uw drieledige vraag
wijzen wij u allereerst op het vetera
nenlegioen Nederland, waarvan het se
cretariaat gevestigd is in Heiloo, Ze-
venhuizerlana 91, tel. (02200) 31825. Het
doel bestaat in het in zo breed moge
lijke kring levendig houden en verbrei
den van het inzicht, dat onze constitu
tionele monarchie, de vrijheid en de de
mocratische rechtsorde van een zo es-
sentiëel belang zijn, dat aantasting van
deze verworvenheden met inzet van alle
krachten moet worden bestreden. Het
legioen is opgericht na de tweede we
reldoorlog, door Nederlanders die als
militair, als verzetsman of als lid van
de gewapende koopvaardij onder Neder
landse vlag daadwerkelijk hebben ge
streden voor vrijheid, orde en recht. Het
V.L.N. werkt in federatief verband sa
men met de Nederlandse Bond van Oud-
Strijders en Dragers van het Mobilisa-
tiekruis, Stadhoudersweg 135c, Rotter-
dam-4, tel. (010) 246301 en met de
stichting Bond van Oud-stoottroepen en
Stoottroepen, no. 52, Hintham, telef.
(04100) 38707. Op deze adressen kunt u
desgewenst zelf verdere inlichtingen in
winnen, ook over de Bond van Oudstrij
ders 7 december, waarvan wij geen adres
bezitten.
Automobilisten, juist bij regen
achtig weer en bij natte (lees:
gladde) wegen is het van groot
belang voldoende remafstand te
houden van uw voorligger. Immers
bij een natte en dus gladde weg is
de remafstand veel langer dan bij
een droge weg.
Verbond voor Veilig Verkeer
Afd. KruiningenHansweert
Vermoedelijk is dit het gevolg van
ziekten of dat u niet voldoende wissel
bouw hebt toegepast, d.w.z. dat u elk
jaar de gladiolen op nieuwe grond plant.
Wij raden u aan om weer nieuwe gla-
diolenknollen te kopen en die op verse
grond te zetten. U haalt ze toch wel
elk najaar uit de grond? Ze kunnen n.l.
niet tegen strenge vorst.
Buurman. Mijn buurman bederft
mijn tuin met dood hout. Ik heb hem al
enige keren gevraagd dit op te ruimen,
maar tot nu toe is dit niet gebeurd.
Wat is hiertegen te doen? Ook heeft
hij schietwilgen binften twee meter van
de grens geplant.
Tenzij het plaatselijk gebruik of de
plaatselijke reglementen dit toelaten
(dit kunt u navragen op het gemeente
huis) mogen er geen schietwilgen ge-
WE MELD IN GE
Van 12—18 oktober 1969
Zaterdag 18 oktober: Eerste Kwartier
HOOGW.
LAAGW.
v.m.
n.m.
v.m.
n.m.
Zondag
4.40
4.17
9.31
9.46
Maandag
4.39
4.51
9.59
10 17
Dinsdag
5.13
5.24
10.37
10.54
Woensdag
5.48
6.00
11.18
11.39
Donderdag
6.26
6.45
11.59
Vrijdag
7.12
7.35
0.27
12.48
Zaterdag
8.06
8.38
1.19
1.53
Te Hansweert
35 minuten
vroeger
Te Yerseke 5 minuten later
ALLE VRAGEN VOOR DF.ZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bysluitLng van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
W(j willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zjjn en geven
zo mogeiyk advies op elke vraag. W(j kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.