onderwijzersopleiding
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
LANGS DE STRAAT
LAND- EN TUINBOUW
OVERDENKING
WATERSTANDEN.
36STE JAARGANG
No. 11
15 AUGUSTUS 1969
de scheldebode
REDACTEUR ADMINISTRATEUR
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,95 per kwartaal
Franco per post f 3,90 per halfjaar
Advertentieprijs 1-25 mm f 4,25, verder 17 cent per mm
Excl. 4% B.T.W.
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
Verschijnt des vrijdags
UITGAVE
DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
NU INGEDEELD BU HOGER BEROEPSONDERWIJS
Alleen H.A.V.O.-diploma geeft toelating tot kweekschool
Vorig jaar is de overgangswet op het
voortgezet onderwijs in werking getre
den en dat heeft o.a. ook konsekwenties
voor de onderwijzersopleiding. Vroeger
konden de kweekscholen leerlingen toe
laten, die in het bezit waren van een
mulo-diploma of die drie jaar middel
baar onderwijs hadden gevolgd. Door de
invoering van de Manmmo et wet, die de
kweekschool bij het hoger beroepsonder
wijs indeelt, samen met o.a. de sociale
academies, conservatoria e.d., zullen
aanstaande leerlingen van de kweek
school nu in elk geval een havo-diploma
moeten halen. De mavo-gediplomeerden
worden niet tot de kweekschool toege
laten, tenzij zij natuurlijk alsnog een
havo-diploma halen.
Enerzijds betekent dit een verbetering,
omdat de toekomstige onderwijzers nu
een betere vooropleiding zullen moeten
hebben om hun verantwoordelijke taak
uit te oefenen, maar anderzijds moet
men vrezen dat vele havo-gediplomeer
den niet naar de kweekschool willen,
zodat het niet onmogelijk is dat we in
de toekomst weer met een tekort onder
wijzers komen te zitten, evenals de
eerste tien jaar na de tweede wereld
oorlog.
Onderwijzers hebben meestal niet meer
dan mulo.
Nu alle onderwijsgeledingen zich in
toenemende mate voor de taak zien ge
steld om het onderwijs meer aan te pas
sen aan de eisen van deze tijd, wordt
ook van de leerkrachten van de lagere
school een grotere bekwaamheid en een
soepeler aanpassingsvermogen gevergd.
De ouderwetse onderwijsmethode, die
voornamelijk gebaseerd is op het stipt
uitvoeren van het „heilige" lesrooster,
voldoet niet meer. In een maatschappij,
waarin de vrije tijd steeds meer als een
eigen grootheid gaat fungeeren, moet
de jeugd worden voorbereid op een be
staan, waarvan werk en studie slechts
één facet vormen. Aan de onderwijzer
zullen steeds hogere pedagogische eisen
worden gesteld en aan die eisen zal hij
niet kunnen voldoen, wanneer zijn voor
opleiding daartoe niet toereikend is.
Tot voor kort konden mulo-gediplo
meerden (zowel A als B) tot de kweek
school worden toegelaten, alsook scho
lieren, die het niet verder hadden ge
bracht dan drie jaar middelbaar onder
wijs. Blijkens een proefschrift van dr.
P. Rhenes, zelf kweekschoolleraar, wor
den de meeste onderwijsplaatsen in ons
land bezet door mannen en vrouwen, die
een mulo-diploma bezitten.
Uit de door hem verschafte gegevens
en cijfers bleek, dat bijvoorbeeld van de
manlijke kweekschoolleerlingen liefst
60% een mulo-A opleiding had gevolgd,
mulo-B onderwijs was door 15% geno
ten, terwijl 19% van de manlijke kweek-
schoolleerlingen drie jaar middelbaar
onderwijs achter de rug had. Bijna 11%
van de manlijke leerlingen was in het
bezit van een diploma middelbare school.
Bij de vrouwelijke leerlingen domineer
den de mulo-opleidingen eveneens sterk
(51%). Maar 14% van de meisjes had
een m.m.s.diploma en 10% een h.b.s.- of
gymnasiumdiploma. Bovendien mag men
uit dé gegevens, die dit proefsctugft be
vat, gevoeglijk afleiden dat de vrouwe
lijke kweckschoolleerlingen op de mulo
gemiddeld grotere prestaties hadden ge
leverd dan de manlijke abituriëten.
Geringe status.
Uit het zelfde proefschrift blijkt dat
het merendeel van de manlijke kweek
schoolleerlingen afkomstig is uit de la
gere middenstand en de arbeidersstand.
Bij de vrouwelijke leerlingen ligt dit an
ders. Ruim *4 van de vrouwelijke
kweekschoolleeringen is afkomstig uit
de hogere stand.
Uit deze gegevens blijkt dat een on
derwijzeres meer sociaal aanzien geniet
dan een onderwijzer. Iemand uit de
hoogste beroepsklasse ziet zijn zoon niet
graag onderwijzer aan een lagere school
worden, maar voor zijn dochter vindt
hij dat beroep heel gewoon. Het zijn
merkwaardige opvattingen, die nog eens
weer bewijzen welk een overdreven be
tekenis in onze westerse maatschappij
aan de sociale status wordt toegekend.
Nu als gevolg van de invoering van
de Mammoet-wet de vooropleidingseisen
voor toekomstige onderwijzers zijn ver
hoogd, zullen de zwakke broeders af
vallen, die niet verder konden komen dan
mavo-onderwijs. De vraag is alleen: zal
men in de toekomst de vakatures bij
het lager onderwijs nog wel voldoende
kunnen bezetten?
Meer richtingen.
Deze vraag wordt niet ten onrechte
geworpen. Immers, jonge mensen die in
het bezit van een havo-diploma zijn,
kunnen vele kanten op. Zij kunnen niet
aan een universiteit studeren, zoals de
afgestudeerden van een hbs wel was
toegestaan. Om tot de universiteit te
worden toeeglaten zal men een gymna
sium- of een atheneum-diploma moeten
bezitten. Maar toch hebben jongelui met
havo-diploma meer perspectieven dan
degenen, die in de afgelopen jaren een
mulo-diploma hebben behaald. Zij kun
nen bijvoorbeeld ook een andere hogere
beroepsopleiding volgen, zoals bijvoor
beeld de sociale academie of een hts.
De havo-afgestudeerden kunnen kie
zen uit tal van mogelijkheden en daar
om is het zeer de vraag of in de toe
komst de kweekschool voor deze jonge
lui nog wel zo aantrekkelijk is, mede
omdat zij het ons inziens ten onrechte
het beroep van onderwijzer blijkbaar
geen groot sociaal aanzien geniet. Bo
vendien kunnen havo-afgestudeerden
cursussen gaan volgen, die later een le-
raarspost garanderen en dat zullen zij
liever doen dan een kweekschooloplei
ding te volgen.
Zo is het niet denkbeeldig, dat we in
de naaste toekomst meer onderwijzers
zullen krijgen die een ruime algemene
ontwikkeling hebben genoten, maar de
kans is groot dat zij een te kleine groep
zullen vormen om alle vakante posten
te bezetten. mr. A. BRONSBERGEN.
(Nadruk verboden).
DE HEETIJZERSLAGER
Ditmaal geen oude ijzervreter of ge
spierde koperslager voor de eikenhouten
balie, maar een jonge, wat uit zijn
krachten gegroeide ijzerslager. Wat bij
hem ontbrak aan spieren, werd vergoed
door een extra aantal zenuwen. Die liet
hij zichtbaar trillen bij al zijn houdingen
tegenover de zwarte toga's in de broeie
rig warme rechtszaal.
De ijzerslager sloeg het ijzer toen het
heet was. Want hij bereed een brok oud
ijzer, gekocht onder de misleidende naam
bromfiets, tot dit schroot was warm
gelopen en hij zijn vingers gevoelig
brandde bij een eerste poging om de
verzameling afgekeurde onderdelen op
een constructiefout te controleren.
„Die hele bromfiets was een construc
tiefout" meende de politierechter nu,
„Wie heeft u dat afgetakelde wrak in
handen gestopt?"
„M'n buurman", mompelde de slunge
lige slopersklant, „die weet nogal 'ns
een aardig karretje op de kop te tik
ken".
„Wel een aardig karretje, dat moet
ik zeggen: 'twas een kruising van vier
verschillende merken, maar de remmen
had ie vergeten en de motor was zeker
van een naaimachine. Hoe dorst u er
nog op te rijden?"
„Ik was toch verzekerd!"
„O, dus als u tegen brand verzekerd
bent, gaat u ook benzine op de kachel
gieten... Of had u zelfmoordplannen?"
„Toen nog niet..."
Enkele getuigen getuigden van de hete
strijd tussen een heetgebakerde heetge-
lopen-ijzerberijder en zijn onwillige rij-
ijzer, dat te heet was om aan te pakken.
Daarom had de strijd zich beperkt tot
een eenzijdige demonstratie van ijzer
smeedkunst. Met een zwaar stuk steen
de "zenuwachtige bromsmid zijn pseudo-
brommer in nog meer gevarieerde dig-
gels. Als een geroutineerde slager sloeg
de brokkenrijder op de brokken in.
„Mag ik m'n eigenste eigendom niet
vernielen?" vroeg hij nu, in de rol van
onschuldig lam dat z'n eigen moeder
opvrat en nog even schaapachtig bleef
kijken.
„Dat stuk ongeluk was uw eigendom
niet" stelde nu de rechter, „want daar
voor was dit voertuig al in beslag ge
nomen door de rijkspolitie wegens dui
delijk gebreken en ondeugdelijke toe
stand waarin het op de weg was aan
getroffen."
„Daar weet ik niks van. Ik heb geen
politieman gezien."
„Nee, maar uw buurman wel. Die
heeft dit karkas weggenomen van de
stalling bij het politiebureau, en daarna
nog 'ns aan u verkocht. U reed dus niet
alleen op een afgekeurde en levensge
vaarlijke, maar ook nog op een in be
slag genomen en gestolen brommer. U
kunt nog vervolgd worden wegens he
ling ook."
„Da's het toppunt, ik heb 'm eerlijk
gekocht en betaald!"
„Dat zeggen alle helers als ze hier
komen. Wat hebt u er voor moeten neer
tellen?"
HORLOGES
nieuwe modellen
V00P MODERNE MENSEN
'illlLEQEN
iv-fi w
KAPELLE - TEL. (01102) 1223
Vrijdagavond koopavond - Geopend tot 9 uur
„Twee tienen".
„En dacht u voor die onnozele twintig
gulden een eerlijk ingekochte bromfiets
te kopen? Toe nou..."
„Misschien niet nieuw, maar toch wel
eerlijk. Mijn buurman koopt allerlei
ouwe auto's en motorfietsen op en
prutst zelf nieuwe bromfietsen in elkaar
van oude onderdelen. Dat heb ik 'm ge
noeg zien doen. Mag ik dan ook 'ns
zo'n zelfgemaakte brommer van 'm ko
pen?"
De officier stond op. Hij had deze ver
dachte niet gedagvaard wegens heling,
zo vertelde hij, omdat de dader van de
diefstal nog niet bekend was. Die was
nu aan het licht gekomen. Maar wel had
de gedaagde zich schuldig gemaakt aan
vernieling van andermans eigendom, in
casu van een in beslag genomen voor
werp. Derhalve kon i.ij enkele weken
hechtenis eisen. Bovendien had de ver
dachte het verkeer ernstig in gevaar
gebracht door te rijden op een gemoto
riseerd voertuig dat ernstige gebreken
vertoonde. Ook dat kwam op 14 dagen
te staan. Daarom eiste hij 150,boete
of vier weken.
Maar de ijzerslager kreeg nog het
laatste woord. „Wat zou er met dit stuk
bromfiets gebeurd zijn, als ik het niet
gekocht had?" vroeg'hij.
„Dat wrak zou door de justitie ver
nietigd zijn," sprak de officier.
„Nou, dat heb ik dan voor de justitie
gedaan," verklaarde de verdachte. „Ik
heb de justitie daarmee niet alleen een
hoop werk, maar misschien ook het uur
loon van een potige werkman bespaard.
Eigenlijk zou dat loon mij toekomen.
Maar ik ben bereid geweest het voor
niks niemandal tj doen. Maar dan moet
daar wel tegenover staan, dat ik er geen
straf voor krijg."
De politierechter glimlachte. „De of
ficier vroeg vier weken, ik vind dat er
wel iets voor uw standpunt is te zeggen
en daarom veroordeel ik u tot twee we
ken gevangenisstraf, ofwel een boete
van zeventig gulden. Maar dan ook
nooit meer op een ondeugdelijke brom
mer!"
„Ik kijk wel uit" klonk het terug,
„wie z'i gat brandt moet op de blaren
zitten." d' ARGENTY.
(Nadruk verboden).
DE AARDAPPEL EN HET EI
Je moet ze als eieren behandelen, al
leen dan heb je een redelijke kans dat
er geen „blauw' in komt. Aldus een ge
sprek dat wij onlangs opvingen, toen
wij een groot aardappelverzendbedrijf in
Zeeland bezochten. Het betrof nog de
oogst van het vorige jaar, die zeer
„blauwgevoelig" was: je moet ze als
eieren behandelen
Op de Barendregtse contactdag van
het L.C.C. (Land- en Tuinbouwcoöpera-
tie Centrum voor Z.W.-Nederland) was
de kwaliteit van de aardappel hoofddoel
van bespreking: „De landbouw laat de
aardappel in het slob zitten. Meer be-
langstelling voor dit produkt. Bij goede j
kwaliteit is nog een behoorlijke afzet
mogelijk" dat waren zo de slagzin-
nen van deze dag.
Hoe kan men bij „Bintjes" de blauw-
gevoeligheid verminderen? was één
vraagstelling. Men kan dat, aldus de
bekende aardappelspecialist Ir. v. d.
Zaag, door te streven naar een behoor
lijk kaligehalte van de knol. Dit gehalte
speelt een grotere rol, dan de bemesting
op zich. Daarom adviseerde spreker: te
streven naar hoog kaligehalte van de
grond.
Hoe? Men zou dan bij een cyclus van
4 jaar de hoofdmoot van de kali aan de
aardappel moeten geven. Telen bij hoog
kaliniveau van de grond dus! Hieraan
toegevoegd zij, dat ook bespuiting van
het gewas, met een goed opneembare
kaliumverbinding, overweging kan ver
dienen.
Feit blijft, dat bij K-gehaltes in de
knol van 2,4% en meer, de blauwge-
voeligheid minimaal wordt. De verge
lijking van „de aardappel en het ei"
gaat dan in zoverre nog op, dat voor
zichtigheid bij de verwerking (vooral
ook wat de temperatuur betreft) steeds
de moeder van de porceleinkast blijft.
reeds worteltjes aan de snijvlakken ge
vormd hebben.
Akte M.O. geschiedenis. Kunt u al
iets naders mededelen ovei de voorge
stelde splitsing van de akte geschiedenis
M.O. in een A- en een B-akte?
De besprekingen over een splitsing
van de akte geschiedenis M.O. in een
A- en een B-akte zijn nog steeds gaande
Van de zijde van het ministerie van on
derwijs en wetenschappen werd ons ech
ter medegedeeld, dat de kans zeer ge
ring is, dat 'de wijziging in genoemde
vorm zal plaatsvinden. Dat houdt na
melijk verband met de toekomstige uit
werking van de onderwijsbevoegdheden
van de le, 2e en 3e graad, waarbij het
gehele systeem op de helling komt.
Beethovenclub. Kunt u ons helpen
aan het adres van de Beethovenclub?
Een echte „Beethovenclub" bestaat
niet Nederland, doch wij menen goed te
doen u het adres te verstrekken van de
Nederlandse afdeling van de Internatio
nale Beethoven-Beweging, waarvan het
secretariaat is gevestigd in Maastricht,
Pres. Rooseveltiaan 108a. Voorzitter is
de heer W. van Otterlo, de dirigent van
het residentie-orkest. Deze Beethoven-
Beweging zal in 1970 een internationale
wedstrijd uitschrijven voor componisten.
Er worden door haar opdrachten aan
componisten verleend, propaganda voor
muziekwerken gemaakt en concerten
georganiseerd.
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN
met bysluitlng van een postzegel van 25 cent voor doorzending van uw brief
Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelyk van dienst zyn en geven
zo mogelyk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Voetbal. Kunt u mij zeggen of er
in Duitsland een speciaal voetbaltijd
schrift verschijnt?
Het voornaamste blad voor het Duitse
voetbal is: „Kicker Sportmagazin", Bad-
strasse 4-6, 85 Nürnberg, Deutschland.
Scriptie. Voor een scriptie heb ik
behoefte aan literatuur over medisch-
maatschappelijk werk. Kunt u mij enige
titels noemen?
Voor literatuuropgave over medisch-
ma^tschappelijk werk kunt u zich het
beste zelf rechtstreeks wenden tot de
Nationale Raad voor Maatschappelijk
Werk, Stadhouderslaan 146, Den Haag,
telefoon 070-512141. Deze raad geeft
het Tijdschrift voor Maatschappelijk
Werk uit, terwijl hij gratis literatuurin
lichtingen verstrekt en boeken uitleent.
Rouwbeklag. Men leest vaak in
een rouwadvertentie: „Geen rouwbeklag,
geen bloemen". Wij vinden dit maar een
moeilijke zaak. Als je zo'n overledene
goed hebt gekend, mag je dan helemaal
geen condoleance-bezoek afleggen en
zelfs geen bloemetje sturen als laatste
groet, of kun je evengoed toch gaan en
denken dat dit wel voor vreemden zal
gelden
Als de familie van een overledene per
advertentie bekend maakt van rouwbe
klag en bezoek verschoond te willen blij
ven, wil dit niet zeggen, dat het ieder
een, familie, vrienden, kennissen, buren,
werknemers en werkgevers verboden is
te condoleren. De naaste familie en
vrienden die buiten de advertentie om
al op de hoogte waren gebracht van het
overlijden, zullen wel weten in hoeverre
dit voor hen geldt. Maar anderen beho
ren naar onze mening eerst te informe
ren of het schikt in de dagen vlak na
het overlijden of liever later persoonlijk
te condoleren. In elk geval moet de
wens om van teveel bezoek van ieder
die dit maar zou wensen, verschoond te
blijven, gerespecteerd worden. De ach
tergrond is meestal, dat men zijn ver
driet eerst zoveel mogelijk alleen wil
verwerken om pas later met andere,
werkelijk belangstellenden over het ver
lies te spreken. Het „geen bloemen" is
veelal een wens van de overledene die
een zeer sobere begrafenisplechtigheid
prefereerde.
Sansevieria. Wanneer is het de
beste tijd om een sansevieria te stek
ken?
U kunt de sansevieria voortkweken
door deling en door bladstekken. In het
voorjaar passen v/e de deling toe en
nemen daarvoor de plant uit de pot,
schudden dc oude aarde er af en snijden
de wortel door, waarna we de stukken
afzonderlijk oppotten in een mengsel
van 2 delen kleinzodengrond en 1 deel
bladgrond. Stekken kan ook in het voor
jaar geschieden, we doen dit door een
volgroeid blad in stukken te verdelen
van 5-7 cm, die we even laten drogen
en vervolgens in bovengenoemd grond-
mengsel oppotten. Zij wortelen zeer
spoedig en er kunnen zich na een maand
Geloofd zij de Here, dag by
dag overlaadt Hij ons.
Psalm 68 20.
Het is feest in Uw huis en in Uw hart
want de Here heeft grote dingen gedaan.
Een lange weg vol gevaren en zorgen
ligt achter U, maar de onzichtbare hand
van de hemelse Vader heeft U door al
les heen vastgehouden. Als een film
gaat die weg vandaag aan Uw geest
voorbij en noopt U tot danken, want
danken is terugdenken aan hetgeen God
U gaf.
Om aan Uw dank woorden te geven
grijpen wij vandaag naar Psalm 68. Ge
loofd zij de Here, dag bij dag overlaadt
Hij ons. Er is bij alle verschil van uit
legging toch dit éne dat alle uitleggers
gemeen hebben: er staat in de grond
tekst een woord dat betekent: iets op
laden, iets optasten. Wat er opgeladen
wordt staat niet duidelijk omschreven,
maar onze statenvertaling heeft gedacht
aan al Gods 'weldaden en zegeningen:
De Here heeft de ene genade övër de
andere geschonken. Hij heeft zó ons le
ven er mee gevuld, dat wij dag bij dag
overladen werden door Zijn trouwe zor
gen. Dit woord is ook in Uw leven waar
gemaakt; elke morgen was Gods trouw
groot, Hij leefde mee met Uw inkom
sten en uitgaven en heeft U overstroomd
met Zijn zegeningen. Als Hij U vraagt:
heeft het U aan iets ontbroken op de
afgelegde weg, moet ge dan niet zeg
gen: Here, spreek mij er niet van; Gij
overaadde ons dag aan dag met Uwe
gunstbewijzen.
Maar dit woord kan ook anders ver
taald worden, geloofd zij de Here, dag
aan dag draagt Hij onze last. Het leven
brengt veel zorgen en lasten met zich,
en de Here wil niet, dat wij dat alles
dragen. Hij vraagt van ons dat wy de
moeite uit handen geven en onze zorgen
aan Hem kwijt worden, want Hij draagt
onze last. Was het zo ook niet in Uw
leven in de tijd die voorbijging? Talloze
zorgen drukten het leven, en de last
was zwaar, zeer zwaar; doch de Here
heeft U nooit teveel opgelegd, Hijzelf
droeg onze last en het einde was zeer
goed.
Nog een derde mogelijkheid is er om
deze tekst te verstaan: geloofd zij de
Here, dag aan dag draagt Hij ons! De
Here heeft ons vastgehouden en ons ge
dragen door het leven. Als de wegen
opgebroken waren, als wij door donkere
tunnels heenmoesten, als de nood groot
was, droeg de Here ons in Zijn sterke
armen met de tederheid, waarmee een
moeder haar kind in de armen draagt.
Dat was onze veiligheid en onze troost.
(Uit een dagboek)
WEMELDINGE
Van 17 tot en met 23 augustus 1969
Woensdag 20 augustus: Eerste Kwartier
HOOGW.
LAAGW.
v.m.
n.m.
v.m.
n.m
Zondag
6.04
6.18
11.41
11.59
Maandag
6.35
6.46
12.07
Dinsdag
7.06
7.20
0.28
12.39
Woensdag
7.46
8.00
1.04
1.19
Donderdag
8.31
8.47
1.45
2.10
Vrijdag
9.28
9.59
2.41
3.22
Zaterdag
10.57
11.39
4.04
4.52
Te Yerseke 5 minuten later
Te Hansweert 35 minuten vroeger