Wilt u uw schoolboeken op tijd in huis hebben?
bij uw erkende
Boekhandel VAN DER PEYL
HET STATUSSYMBOOL
BESTEL ZE DAN NU
door
GERRIT FRANSSEN
56)
Geraldien, misschien heb ik vroeger
wel eens anders over je gedacht, maar
ik vind je zó een schoonzus, hoor je?"
Ze stak even haar duim omhoog en
kuste haar op de wang. „Die Jaap is
een geluksvogel met jou, schoonzus. Ik
hoop, dat ie dat voldoende beseft".
Geraldien kuste haar hartelijk terug.
„Dat loopt wel los, Tonnie".
HOOFDSTUK XXVin
En ze leefden nog lang en gelukkig....
Eind september keek de stad verrast
op, toen er een driedubbel huwelijk
plaats vond in mooie, glimmende ca
lèches met schimmels voor de bruids-
koetsen en zwart-witte paarden voor de
andere wagens. Voorafgegaan door po
litie te paard hetgeen de altijd vin
dingrijke Geraldien voor elkaar had ge
kregen om het verkeer op de kruis
punten op te houden, volgde een lange
rij voertuigen, alle met neergelaten kap,
want zelfs het weer was bondgenoot; de
zon scheen alsof het nog juli was.
De kerk was bijna tot de laatste plaats
bezet, toen de drie paren van het stad
huis kwamen en het in schemer gehulde
bedehuis betraden. Want dit wilden vele
stedelingen meemaken: drie kinderen
uit één gezin gelijktijdig in het huwe
lijksbootje, dat was wel een unicum.
Vele huismoeders lieten hun werk in de
steek, zelfstandigen maakten zich een
uurtje vrij. Gepensioneerden vonden het
een welkome afleiding deze morgen.
Het was dan toch zover gekomen,
hoewel het eerst wel wat voeten in de
aarde had. Vooral het vaststellen van de
huwelijksdatum, want Geraldien had
haar verplichtingen en Jaap was nog in
dienst. Erik zat met zijn school; hij wil
de ook niet te ver achterop raken. Doch
dit vond Tonia geen bezwaar: ik help je
naderhand wel inhalen, waarop Jaap
schertsend zei: „Ik hoor het je zeggen,
zus'. Hetgeen bij Tonia de grimmige re-
aktie ontlokte: „En reken maar, dat-ie
het volgend jaar haalt. Daar zal ik ook
wel een handje aan helpen!" Zo te zien
was haar dat best toevertrouwd, vond
Geraldien, die grote bewondering had
voor dat flinke schoonzusje van haar.
De huwelijksreis was ook nog even
een probleem geweest, want iemand op
perde, tijdens de voorbespreking van
het huwelijk, dat men samen ook best
op reis kon gaan. Meteen ontstonden er
weerstanden. Erik flapte er uit: „Sa
men trouwen is leuk, jongens, maar we
moeten de liefde niet te ver doorvoeren,
want dan komen we ook nog samen op
één slaapkamer terecht". Hetgeen hem
een por van Tonia opleverde.
Jaap schoot- in een lach.
„Houd op, halve gare... je zult je
vergissen in het donker..."
Van de weeromstuit moest toen ieder
een lachen, al was het Tonia niet van
harte. Ze hield niet van dergelijke uit
latingen. Je kon wel merken, dat Jaap
in dienst was. Daar werden natuurlijk
allerlei ruwe flauwiteiten bedacht en uit
gekraamd.
Over de bruiloft hadden de drie as
pirant-paren niets te vertellen. Dat be
kokstoofden de ouders, te weten Velde-
renbos, Wesselo en de moeder van Ge
raldien, die ook wel een paar centen
achter de hand had. Ook Overvest en
zijn vrouw namen aan die besprekingen
deel, maar het zou hun geen cent kos
ten. „Daar redeneren we niet eens over,
mensen. Overvest heeft al genoeg na
righeid gehad de vorige maand, dus die
houdt, wat het feest betreft, zijn por
tefeuille in zijn zak". En opnieuw re
aliseerde Overvest zich dat noch Wes
selo, noch de moeder van Geraldien en
misschien evenmin Velderenbos, ooit de
juiste toedracht van de bank-affaire te
weten waren gekomen.
Dus werd de grootste zaal van do
stad afgehuurd. Het orkest kostte niets
want het sprak natuurlijk vanzelf, dat
het bandje van Willem, waarin Geral
dien normaal optrad als zangeres, die
avond belangeloos zijn medewerking ver
leende. Versterkt met een plaatsver
vangster voor de bruid.
De drie witte bruidjes zagen er al
lerliefst uit. Daar was iedereen, die ze
zagen, het roerend over eens. Boven
dien, vond men, deden alle drie kinde
ren van Overvest toch maar een goed
huwelijk. Velderenbos en Wesselo en die
weduwe van Vliet... je kon wel zien,
waar de centen zaten, want die stoete
rij zou ook wel een slordige duit kos
ten. Kon je weer eens zien, wat er aan
kaas en gebakjes werd verdiend tegen
woordig. En enkele boosaardigen voor
spelden, dat de taartjes bij Wesselo mor
gen wel een cent duurder zouden zijn.
Voor het zestal was het echter de
dag der dagen. Er werd gelachen en
gehuild, maar ditmaal waren het vreug
detranen. Bij mevrouw Velderenbos zo
wel als bij mevrouw Wesselo. Terwijl
ook mevrouw Overvest grote moeite
had zich goed te houden.
De enige, die alles tamelijk nuchter
bekeek, was Tonia. Zelfs toen Erik in
de kerk door zenuwachtigheid de ring
liet vallen. „Stommerd', siste ze ver
ontwaardigd. Maar het volgende ogen
blik had ze haar gezicht weer in de
plooi. Wat gaf het eigenlijk ook? Ze
had nu haar Erik en ze zou best ge
lukkig met het jong zijn. Nu was ze
mevrouw Wesselo, toch wel een leuk
idee.
Na de kerkdienst kwamen de jong
getrouwde jaren handen te kort om al
le gelukwensen in ontvangst te nemen
en met een kus al of niet te honore
ren. Dit allemaal vormde een hoogte
punt van deze dag. Bij het uitgaan der
kerk deden de fotografen hun werk en
Geraldien herkende een paar kranten
fotografen. Ze zei er niets over, maar
wist: morgen staan we allemaal in de
krant. In dezelfde krant, die enige we
ken geleden zo gretig de misstap van
mijn schoonvader publiceerde. Maar zo
is het leven immers Die is al lang
vergeten. Morgen vergaapt de stad zich
aan onze foto. Maar dan zijn wij al mij
len van hier vandaan.
Het feest was even groots als de hu
welijksplechtigheid.
(Slot volgt)