hoge verzorgingsprijs NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND LANGS DE STRAAT LAND- EN TUINBOUW (tods* OVERDENKING 35STE JAARGANG No. 32 17 JANUARI 1969 IN VELE BEJAARDENTEHUIZEN HlL LEGEN de scheldebode REDACTEUR ADMINISTRATEUR J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,95 per kwartaal Franco per post f 3,90 per halfjaar Advertentieprijs 1-25 mm f 4,25, verder 17 cent per mm Excl. 4% B.T.W. Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Verschijnt des vrijdags UITGAVE DRUKKERIJ F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V. PRIJSVERHOGENDE FACTOREN KRITISCH BEKIJKEN In 1920 bedroeg het aantal bejaarde Nederlanders ruim 400.000, dat was 5,9 van de bevolking. Nu bedraagt het aantal bejaarde Nederlanders circa 1.300.000, dat is ongeveer 9,8 van de bevolking en volgens de prognoses zul len er in 1980 1.600.000 bejaarden in ons land zijn, 11,1 van de bevol king. De veroudering van de bevolking mo ge op zichzelf een verheugend verschijn sel zijn, ze brengt natuurlijk vele pro blemen mee, o.a. op het gebied van huis vesting en verzorging. Een toenemend aantal bejaarden heeft behoefte aan een specifieke huisvesting in een bejaarden- of verzorgingstehuis. Alleen in 1968 werden zo'n 16.000 bejaarden in een te huis opgenomen. De moeilijkheid is dat de verpleegprijzen een voortdurende stij ging vertonen en soms een hoogte be reiken, die voor de meeste bejaarden onbetaalbaar mag heten. Soms 800,— per persoon Het behoort tot de verantwoordelijk heid van de tehuisbesturen om de prij zen voor de verzorging binnen de be taalbare grenzen te houden. Eén van de dingen die direkt opvalt wanneer men de verzorgingsprijzen van de verschil lende tehuizen bestudeert, is het grote verschil in prijs van het ene verzorgings tehuis vergeleken bij het ander. Er zijn nu al bejaardentehuizen, die maandprij- zen van 600,— tot 800,— per per soon rekenen! Het betreft hier inderdaad modern geoutilleerde tehuizen, waar overigens beslist geen overmaat van luxe heerst. Maar daarnaast zijn er te huizen, die nauwelijks minder modern zijn opgezet, die een maandprijs van 300,a 350,rekenen. Deze enor me prijsverschillen doen toch wel de vraag opwerpen, waarom sommige te huizen zulke exorbitant hoge prijzen in rekening menen te moeten brengen. Wat zijn de argumenten hiervoor? VOOR VADER, MOEDER EN KIND Personeelslasten. Een factor waarop dan al gauw ge wezen wordt is de stichtingskosten. Een tehuis met een zeker aantal bewoners is bijvoorbeeld tien jaar geleden gesticht "voor een bepaald bedrag. Nu zijn de stichtingskosten driemaal zo hoog ge worden. Daardoor is een hogere rente verschuldigd, ook de afschrijving wordt groter, maar iedereen kan toch gemak kelijk nagaan dat deze verhoogde stich tingskosten alleen zulke enorme ver schillen m maandprijs niet rechtvaardi gen. Men wijst dan uiteraard op de z.g. variabele kosten. Met name de post voe ding is hier van belang. Het lijdt geen twijfel dat deze post de laatste jaren aanzienlijk is gestegen en dit jaar als gevolg van de invoering van de BTW nog meer zal stijgen. Maar het grote verschil in verzorgingskosten wordt ge vormd door de personeelskosten. Doorgaans worden de personeelslasten (stijgende lonen en sociale premies) aangewezen als de factor, die de verzor gingsprijzen zo doet opdrijven. Toch is het zaak om dit ogenschijnlijk zo voor de hand liggende argument zeer kritisch te bezien. Immers, in 0.11e tehuizen zijn de personeelslasten de laatste jaren aan zienlijk gestegen. Hoe komt het dan dat in het ene tehuis de verzorgingsprijs veel meer stijgt dan in het andere? Arbeidsonderzoek. In vele tehuizen meent men dat ter- wille van een goede verzorging het nood zakelijk is dat op elke drie of vier be jaarde inwoners er één personeelslid is. Er zijn echter ook vergelijkbare tehui zen, die een personeelsbestand van 1 op 6 of 7 bezitten, zonder dat men kan zeggen dat daar de verzorging minder goed is. Het zou dan ook zeer gewenst zijn dat men in navolging van het zie kenhuiswezen ook in de bejaardentehui zen eens een systematisch arbeidsonder zoek zou instellen. Mogelijk zou men dan kunnen komen tot een meer doel matige werkwijze, die personeelsbespa- rend zou kunnen werken. De bezetting zou dan ook beter aan de werkelijke be hoeften kunnen worden aangepast. He laas heeft men bij het bejaardenwezen tot dusverre nog niet tot een dergelijk onderzoek besloten. Toch zal men deze weg moeten inslaan, dat brengt ook de verantwoordelijkheid ten opzichte van de maatschappij met zich mee. Het is immers de samenleving, die uiteindelijk de hoge verzorgingsprijzen voor bejaarden moet betalen, want de meeste bejaarden kunnen die prijs zelf niet opbrengene en ontvangen deswege bijstand van de (gemeentelijke) over heid ingevolge de algemene bijstands wet. Men zal het er over eens zijn dat imet die gemeenschapsgelden zo zuinig mogelijk moet worden omgesprongen. Daarom zal het wenselijk zijn dat de arbeidssituatie in de bejaardentehuizen eens zorgvuldig wordt doorgelicht. Personeelsverloop groot. Verder zal men in sommige tehuizen een beter personeelsbeleid moeten voe ren. Het personeelsverloop in de bejaar dentehuizen is abnormaal hoog. Dit brengt een enorm personeelsvraagstuk met zich mee. De staf van een bejaar dentehuis moet soms vele uren per week besteden aan aanname en ontslag van personeel. Natuurlijk is het bejaardenwerk erg zwaar en dit verklaart ten dele ook het grote personeelsverloop in de tehuizen. Aan de andere kant mag gesteld wor den dat er in vele tehuizen van een on duidelijke funktieverdeling en -omschrij ving sprake is, hetgeen vanzelfsprekend het grote personeelsverloop aanzienlijk in de hand werkt. Men zal daarom in de tehuizen moeten beginnen met een duidelijker taakomschrijving voor de verschillende personeelsleden. Daardoor zullen de medewerkers meer plezier in hun werk krijgen, wordt het personeels verloop geringer, wat op zijn beurt de kosten weer zal drukken. Het heeft er de schijn van dat men in kringen van het bejaardenwezen soms al te gemakkelijk berust in het feit dat de verzorgingsprijzen zo omhoog schie ten. Dat is de weg van de minste weer stand. Men zal meer moeten zoeken naar methoden, die leiden tot een effi ciëntere werkwijze en een beter perso neelsbeleid. (Nadruk verboden) DE STUITERAAR Het kleine oude heertje sleepte bijna onmerkbaar met het rechterbeen bij zijn moeizame voettocht naar het eeuwen oude eikenhouten hekje. „U bent Johannes Jeremias Jan de B. informeerde de politierechter over zijn papieren en over zijn bril. „Jé Jé Jé, ja ja ja, edele achtbare enne een gelukkig nieuwjaar". „Hm, dat gelukkige nieuwjaar hebt u uw buurman op dat bankje niet bepaald toegewenst..." „Ja ja ja, nou ja, hij stuiterde, hè?" „Hij wat?" „Hij stuitte, bedoel ik. Viel op z'n stuitje, edele achtbare". De eerst zo plechtstatige magistraat moest een extra blik over zijn dikke brilleglas werpen om zich te overtuigen van de dodelijke ernst waarmee deze be jaarde verdachte sprak. Daarna ver waardigden zijn dunne lippen zich tot een justitieel toegeeflijke glimlach. „Zo, zo, op zijn stuitje". „Maar dat was mijn schuld niet, edele achtbare". „Wiens schuld was het dan wel?" „Van de ijzel". „Duwde de ijzel hem van de bank af?" „Nee nee nee, maar hij wou net weg gaan. Hij had me gedag gezegd en ik had hem 'n zalig uiteinde toegewenst..." „In november al?" „Ja ja ja, het was glad geworden en je weet 'tmaar nooit!" „Maar u wou dat uiteinde wel wat be spoedigen?" „Nou ja, wat zal 'k zeggen, 'khad ook liever het rijk alleen op dat ban- kie. Hij wou nooit zo erg inschikken als ik wat later kwam dan hij, hè? Maar die dag zat ik er 't eerst en 't was in de luwte, dus ik zat breeduit en hij moest helemaal op 'n hoekie blijven. Nou en toen die opstond, toen bleek 't glad ge worden te zijn. Hij glipte onderuit en viel op z'n stuitje. Ik zei nog: ga je stuiteren, jongske? Want hij is pas ze venenzeventig, hè?" „En u bent éénentachtig en u kon niet velen dat een andere gepensioneer de op uw bank kwam zitten, een bank die helemaal niet van u zelf is maar van de gemeente. En u wist hem zo ver naar een hoek te dringen, dat hij op de grond naast de bank viel!" De 81-jarige verdachte schuddebuikte van ingehouden pret, maar probeerde dat niet te laten merken. „Ik had 'm gewaarschouwd!" „En ik wil u wel waarschuwen, dat u een fikse boete krijgt straks en als u dergelijke grapjes nog eens uithaalt, kunt u nog in de gevangenis komen ook". „Grapjes?" schrok de bejaarde bank- buurstuiteraar. „Hij viel toch zélf". „Er zijn getuigen die verklaard heb ben dat ze u zagen duwen". „Ze bedoelen zeker dat ik 'm wou hel pen opstaan of dat ik 'm wou helpen toen die viel?" „Nee, ze bedoelen dat u hem wou helpen vallen". „Nou, die rare getuigen wil ik dan wel 'ns horen", zei <<e bankman. Hij kréég ze te horen. Een busconduc teur en een jonge moeder verklaarden onder ede, dat ze duidelijk gezien had den hoe de beide oudjes elkaar stomp ten en bij de arm vatten en hoe de „al leroudste" de „jongste oude" tenslotte van de bank sleurde en op de grond kie perde. „En toen ging hij heel vergenoegd weer zitten", voegde het getrouwde vrouwtje van 25 er verontwaardigd aan toe. „En gelooft u zo'n snotneus wel en mij niet?" vroeg de oude heer kwaad. „Het slachtoffer kan zelf ook komen getuigen en dat is toch geen minderja rige, wel?" „Als u hèm gelooft gaan ik hier weg", dreigde de oude vechtjas met gebalde vuisten. Maar de deurwaarder belette het hem en de getuige werd toch ge hoord. Toen nam de officier het woord en eiste 75,boete. „Maar meer om het liegen dan om die laffe vechtpartij tegen een jonger man netje", voegde hij er aan toe. „Nou, ook een zalig uiteinde allemaal" wenste de verontwaardigde verdachte de magistraten toe. Hij hoopte zeker van harte, dat ze ook op hun stuitje zouden vallen... „Conform", zei de politierechter. (Nadruk verboden) d' ARGENTY WAT IS MASTITIS EN HOE ONTSTAAT ZIJ? Mastitis is de wetenschappelijke aan duiding van een ontsteking van de melk- klier. Eenvoudig gezegd: uierontsteking. Een uierontsteking gaat gepaard met beschadigingen van het klierweefsel van de uier, die leiden tot verandering van het afseheidingsprodukt: de melk. Het uierweefsel heeft gelukkig een na tuurlijke weerstand tegen ontstekingen. Meestal hoort men de uitspraak dat bac teriën de hoofdoorzaak zijn van uier ontstekingen. Alvorens bacteriën ech ter hun schadelijke werking kunnen ver richten moet de natuurlijke weerstand van het uierweefsel verminderd zijn. In een gezonde uier en onder normale om standigheden hebben ziekteverwekken de bacteriën weinig kans. Het afweer mechanisme maakt ze meestal onscha delijk. Waardoor kan de natuurlijke weer stand van de uier verminderen? IDe meest moderne I COLLIERS-HANGERS IN GOUD EN DOUBLÉ KAPELLE TEL. (01102) 1223 Door de uier bij voortduring aan on natuurlijke omstandigheden bloot te stellen, komt zijn natuurlijke weerstand in het gedrang. Er wordt wel eens gezegd: „Uieront steking is een ziekte die eigenlijk door de mens wordt gemaakt". Deze uitdruk king mag dan op het eerste gezicht ver wondering wekken, maar toch wordt de kern van het probleem hiermede bena derd. De méns verlangt van de koe, dat zij bijna een heel jaar lang zeer veel melk produceert en dat zij zich tweemaal daags in een zo kort mogelijke tijd op een onnatuurlijke wijze laat melken. De melkgift is beslist veel groter dan voor het kalf noodzakelijk; het kalf zuigt praktisch de hele dag door en beperkt dit zuigen tot haar eigen moeder. Deze onnatuurlijke omstandigheden veel melk, door de mens bepaalde melk tijden hand- of machinemelken het melken van veel dieren door één mel ker doen voortdurend aanvallen op de natuurlijke weerstand van de uier. Met de komst van het machinaal mel ken waarmee vaak gepaard gaat dat per man in een kort tijdsbestek een nog groter aantal dieren gemolken wordt, is het aantal uierontstekingen eerder vermeerderd dan verminderd. Het is echter duidelijk dat zonder ma chinaal melken een moderne en offici- ente bedrijfsvoering onmogelijk is; de klok kan niet worden teruggezet. Dat is ook niet nodig, want indien bij ma chinaal melken de koe goed voorbe- handeld is, de melkmachine en het melk gerei in goede staat zijn en vooral de melktechniek op de juiste wijze wordt toegepast, wordt de kans op het ont staan van uierontstekingen reeds aan zienlijk kleiner. Een goed opgeleide mel ker, met kennis van en liefde voor zijn vak, is in dit opzicht goud waard. Over melktechniek een volgende keer. ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", MARKT 19, KRUININGEN met bijsluiting van een postzegel van 20 cent voor doorzending van uw brief Wij willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. voor een vochtige lucht. De standplaats moet vrij warm zijn. Nederlands voor buitenlanders. Er worden in Engeland veel cursussen in het Engels voor buitenlanders gegeven. Bestaat er in Nederland de kans om zo'n speciale cursus in het Nederlands te kunnen volgen? Vlak na de oorlog is er een poging gedaan tot oprichting en instandhouding van een Nederlandse taalcursus voor buitenlanders, maar die is wegens ge brek aan voldoende deelnemers gestaakt. Het Nederlands is nu eenmaal geen we reldtaal, zoals het Engels. Wel vestigen wij uw aandacht op de zomercursus in de Nederlandse taal en cultuur, die ge durende drie weken in de maanden juli en augustus georganiseerd worden door het Bureau Congressen van het mini sterie van onderwijs, Nieuwe Uitleg 1, Den Haag, tel. (070) 1624311. Daarbij worden twee afdelingen gevormd, voor hen die slechts enige kennis hebben van de Nederlandse taal en voor hen die verder gevorderd zijn. De kosten van dit congres bedragen 400,en men ontvangt na afloop een certificaat. Brommer overwinter. Hoe kan ik mijn brommer het beste „bergen" tij dens de winter Ik heb hem in het Slingerplant. Van onze slingerplant die het altijd goed gedaan heeft hebben we enige weken geleden de bladeren af- gesponsd. Nu worden plotseling de bla deren eerst geel en gaan dan afvallen. Het is mogelijk een Philodendron. Vol gens het boekje „Onze kamerplanten" van G. Kromdijk zou de plant ook zwar te peper kunnen heten. We sluiten een blad in en hopen dat u raad weet. De plant heet Scindapus, ook wel Po- thos geheten. Er bestaan ook mooi geel- en zilverbonte vormen van. Wordt ook wel Philodendron genoemd. U ziet dat hier nogal verwarring over ontstaat. Luchtwortels zijn inderdaad een teken van goede groeiomstandigheden, d.w.z. vochtige omgeving en niet te lage tem peratuur. Van zwarte peper hebben we nooit gehoord, dit is zeker een plaatse lijke benaming. Dat eerst 't oudste blad geel werd en later pas het jongere wijst op gebrek aan voedsel, daar de plant niet alle bladeren kan voeden. Geef nu wekelijks een verdunde kamerplanten- mest en in het vroege voorjaar verpot ten in een iets grotere pot in een meng sel van bloemistengrond, oude koemest :n scherp zand. Vooral zorgen voor goe de drainage. Zet de pot op een omge keerd schoteltje in de sierpot en giet daar water in tot juist onder de potrand BETALING ABONNEMENTSGELD Onze postabonné's vinden bijgesloten een postgiro-stortingskaart. Wij verzoeken hen, daarvan gebruik te willen maken voor overmaking van het abonnements geld voor het eerste halfjaar. Zij die inmiddels reeds betaald hebben, gelieven deze kaart als niet gezonden te willen beschouwen. Vergeet u niet, naam en adres van de afzender te vermelden!! voorjaar gekocht en gebruik hem gedu rende de winter niet. Welke manier is de beste? U kunt het beste als volgt handelen: 1. Benzinetank geheel gevuld houden. 2. Bougie uitdraaien en in het gat een le pel olie gieten, daarna de bougie er los jes weer inschroeven. 3. De brommer ophangen met de wielen van de grond en de banden op normale spanning hou den (dus nu en dan oppompen). 4. De machine gedurende deze rustperiode ab soluut niet laten draaien. Toto. Wat betekent letterlijk het woord „toto" Is het soms een afkor ting van „totalisator" of komt het uit de buitenlandse taal? Vaak wordt het omschreven als een vorm van loterij. Heeft het dezelfde waarde als een pool zoals de voetbal-pool? Toto is de afkorting van totalisator, de bij wedrennen (bij ons paardensport) of andere wedstrijden (zoals de voetbal competitie) gebruikte inrichting, die aangeeft hoeveel inzetten en tot welk be drag in totaal er bij elke ronde gedaan zijn, om het op de winnaar gezette be drag of de gezamenlijke inzet te kun nen bepalen. Deze inzet of pot heeft in het Engels pool, daarom wordt bij voet bal wel van „voetbal-pool" gesproken. Daar het bij deze pool een lot uit de lo terij is als de winnaar juist alle wed strijden heeft geraden, kunt u daar ook gerust van loterij spreken. Maar hij treurig geworden zijn de om dat woord ging bedroefd weg. Marcus 10 22 Wij hebben de geschiedenis van de rijke jongeling gelezen. Zo noemen wij hem, de rijke jongeling. Wij zouden hem eigenlijk liever de arme jongeling kun nen noemen, want het laatste wat wij van hem lezen is „dat hij bedroefd van Jezus weggaat". Jezus „bemint hem", staat er, en... hg gaat weg, maar hij gaat bedroefd weg. Maar, als hij het dan zo moeilijk vindt om van Jezus weg te gaan, waarom keert hij dan niet terug? Omdat hij niet tegen die ene geweldige eis op kan. Zijn verlangen gaat naar Jezus uit en hij loopt weg. Dat is verbijsterend. Wij ma- kens ons van mensen die van Jezus weggaan zo'n heel andere voorstelling. Zij doen dat boos, of spottend, of onver schillig. Wij zijn nog te veel onder de indruk van de oude plaat met de voor stelling van de brede en de smalle weg. Op de smalle weg staat de kerk, op de brede weg de kroeg. Zou de brede weg ook niet dikwijls door de kerk lopen? Als ik deze geschiedenis in onze taal zou moeten transponeren, zou ik zeg gen: hij was in de kerk geweest en hij had een preek gehoord, die hem gewel dig had getroffen en nu ging hij be droefd weg, want dat ene, waar het op aankomt, daartoe kon hij niet besluiten. Ja maar, zeggen de mensen, hg kwam natuurlijk wel terug. Ik heb eens over deze gedachte gepreekt en in de week daarna verschillende aanmerkingen ge hoord: ik had n.l. verzuimd te zeggen, dat hij natuurlijk later teruggekomen was. De mensen waren blijkbaar ge schrokken en daarvoor komt men niet in de kerk, meenden zij. Ik wil hojlm dat hij teruggekomen is, ik wil niets liever dan dat de overlevering gelijk heeft, dat hij Barnabas geweest is, de neef van Marcus. Alleen het staat hier niet en daarom zet ik het er niet bij. Om niets af te doen van de diepe ernst van deze geschiedenis, die ons laat zien dat een mens, lichtzinnig of vroom, niet behouden kan worden, zolang hij niet bereid is dat éne los te laten, dat hem bindt. Hoe dat éne dan ook maar mag heten. (Uit een Dagboek) WEMELDINGE Van 1925 januari 1968 Zaterdag 25 januari: Eerste Kwartier HOOGW. LAAGW. v.m. n.m. v.m. n.m. Zondag 4.18 4.44 10.04 10.26 Maandag 5.08 5.31 10.58 11.13 Dinsdag 5.54 6.17 11.42 11.57 Woensdag 6.37 6.59 12.18 Donderdag 7.16 7.37 0.35 12.54 Vrijdag 7.50 8.14 1.13 1.35 Zaterdag 8.28 8.55 1.57 2.25

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1969 | | pagina 1