De pony overwon het paard
MUMNL
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
OVERDENKING
Kou en Pijn
DAM PO
35STE JAARGANG
No. 18
4 OKTOBER 1968
Goed voor de huid
hel gehele jaar door
GOUDEN
wrijft U weg met
de scheldebode
REDACTEUR
J. A. WESTSTRATE MIDDELBURG
ROUAANSE KAAI 21 TELEFOON (01180) 2453
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,80 per kwartaal
Franco per post f 3,60 per halfjaar
ADMINISTRATIE
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEFOON (01130) 1381 GIRO 2 84 25
Advertentieprijs 1-25 mm f 3,75, verder 15 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „DE SCHELDEBODE"
Verschijnt des vrijdags
DRUK F. VAN DER PEYL - KRUININGEN N.V.
DE PONY VERVING HET KIND IN DE MIJNEN
Van de nauwelijks 100.000 paarden die Nederland telt bestaat een groot deel
uit kleine paarden of pony's. Om een beetje nauwkeurig te zijn: in 1967 telde
men in ons land nog 89.461 landbouwpaarden, waarvan een deel óók al pony's
was. Er zullen nu nog nauwelijks 75.000 landbouwpaarden zijn, waarvan zeker
een derde pony's. Buiten de landbouw (er zijn 120 ponyclubs in ons land) zijn
er zeker wel 25.000 pony's. Weldra zullen de pony's het dus in aantal winnen.
Wat zijn pony's en waar komen deze paardjes vandaan?
STOKMAAT BESLISSEND
Vanouds onderscheiden de paardefok-
kers paarden, hitten en pony's. Beslis
send voor de indeling is de stokmaat,
dat is de nauwkeurig gemeten schoft
hoogte: tot 1.472 m heet het dier pony,
daarboven paard. De hit is na de oor
log een onbekende paardesoort gewor
den.
De kleinste pony is de Shetlander, die
veelal niet kleiner is dan 75 cm en die
niet hoger mag zijn (althans van het
stamboek) dan 1.07 m! De maximum
hoogte is ingesteld om het ras voor ont
aarding te behoeden. Selectie op grotere
hoogte wenst men dus per sé niet.
Pony's zijn niet de kleinste paarden
ter wereld. Afgezien van mutaties, ach
terblijvertjes en ziekelijke vormen zijn
dat de mikro petitos uit Argentinië, die
gemiddeld 50 cm hoog worden en die
dus op grote honden lijken. Ze vormen
geen oorspronkelijk ras maar zijn aan-
gefokt uit allerlei kleine typen.
Stamboeken.
Vijftig jaar geleden wist in Nederland
nauwelijks iemand wat een pony was.
Thans zijn er vele duizenden en hun
aantal groeit nog steeds, vooral door de
vele ponyclubs, waar de jongelui de om
gang met en het berijden van deze die
ren leren.
Voor de Shetlanders werd al in 1937
een stamboek opgericht. Maar na de
oorlog kwamen er ook andere pony's:
Welsh, New-Forest, Dartmoor, Exmoor,
Highland, Connemara, Fell en Hackney
pony's. Tot zover de invoer uit Enge
land. Daarnaast zijn er dieren ingevoerd
uit IJsland, Noorwegen, zuid-Frankrijk,
Joego-Slavië en Polen.
Bij deze rassen onderscheiden wij
warmbloeds en koudbloeds, net als bij
de paarden. De Shetlander is een typi
sche koudbloed pony: rustig, zwaar ge
bouwd en veel spieren, zeer geschikt voor
kinderen, maar niet sierlijk. De New-
Forest pony is een echte warmbloed:
hoog op de benen (tot 1.47 m stokmaat
toe, de Welsh gaat tot 1.20 m), rank,
sierlijk, beweeglijk en zeer nerveus en
daarom niet geschikt voor kleine kin
deren.
Prijzen.
De Shetland pony heeft een rijke ge
schiedenis achter zich en is nog steeds
het meest verbreid in ons land. Thans
echter gaat de belangstelling van de
stedelingen veel meer uit naar de sier
lijker rassen die ook groter zijn.
U ziet het al aan de prijzen: Een
Shetlandveulentje van drie maanden is
al te koop voor twee of drie honderd
gulden; de grotere rassen kosten het
dubbele en een volwassen pony van het
warmbloedtype kost al tussen de dui
zend en de tweeduizend gulden. Goed
gekeurde fokhengsten zijn nog duurder:
Er zijn er al verkocht voor 20.000 gul
den! Dat zal echter gauw over zijn als
de markt wat verzadigd is want in geen
enkel land ter wereld betaalt men zó
veel voor fokdieren. Het is ook niet no
dig.
In de pony écht een dwergpaard, d.
w.z. een verkleinde uitgave van het éch
te paard? Soms wel, soms niet. Natuur
lijk zijn alle maten kleiner, maar lang
niet altijd kloppen de verhoudingen. Er
zijn ook wel eens dieren die wanstaltig
genoemd moeten worden.
Geschiedenis.
Rond ieder dier dat in de mode is ont
wikkelen zich de sagen. De pony zou
het dichtste bij het wilde paard staan,
want dit zou ook maar een stokmaat
van 1.30 m hebben en vele pony's heb
ben nog een aalstreep, wat een wild-
aftekening is.
Het staat echter wel vast, dat de po
ny helemaal niet rechtstreeks van het
wilde paard afstamt en evenmin van de
tarpan. Niet dat deze dieren zoveel gro
ter waren (dat hing af van de streek
waarin zij voorkwamen), maar zij kwa
men in de historische tijd niet voor in
de streken waar de pony's gefokt zijn.
Dat zijn n.l. allemaal gebieden met een
onaangenaam klimaat en geen overvloe
dige plantengroei. De mens heeft, toen
hij deze streken bezette, paarden mee
gebracht. Die waren al heel wat klei
ner dan onze huidige landbouwpaarden!
Van deze dieren konden alleen die
zich handhaven, die zich vermochten
aan te passen aan het barre klimaat en
het karige voedsel. Zo ontstonden, door
natuurlijke teeltkeus, de oorspronkelij
ke ponyrassen. Dat zijn er maar drie:
de Shetlanders, de IJslanders en de No
ren. Want de sierlijke Welsh, Dart
moors en New Forests zijn helemaal niet
oorspronkelijk: ze zijn door mensen ge
fokt. Bij de New Forest heeft men zelfs
Arabische hengsten gebruikt. Dergelij
ke sierlijke rassen in pocket formaat
konden eenvoudig niet in de natuur ont
staan.
Fokkerij.
Men neemt aan, dat vóór 1800 alleen
pony's uit IJsland en van de Shetland
eilanden zijn uitgevoerd ten behoeve van
rijkaards, die ze voor liefhebberij wil
den houden. Mogelijk is in die tijd al de
grondslag gelegd voor de warmbloed
rassen. Pas in de 19de eeuw komt er
beweging in de fokkerij. De Shetland-
eilanden waren tot 1469 Zweeds bezit,
werden toen Schots en kwamen later
aan Engeland. De Vikingen hebben al
grote kudden pony's op deze eilanden
aangetroffen en zelf hebben zij de Noor
se pony naar IJsland overgebracht.
In 1850 ging men op Mainland en
Sumburgh (de belangrijkste Shetland-
eilanden) stelselmatig fokken. Men
voerde toen ook de Fjordenpaarden uit
Noorwegen in om mee te kruisen. Daar
uit is later de Sumburghstam voortge
komen met dieren tot 1.30 m. Later
heeft men zelfs Amerikaanse mustangs
en Arabieren ingevoerd, maar de sporen
daarvan zijn niet aanwijsbaar. Het oor
spronkelijke Shetland type werd sinds
1873 door de Londense markies London
derry verder gefokt met dieren van de
eilanden Bressay en Noss. Wel werd zijn
stoeterij in 1896 opgeheven, maar het
echte type is bewaard gebleven.
Rond 1850 werd echter de vrouwen
arbeid in de Engelse mijnen afgeschaft,
een lofwaardig streven. Wat later volg
de óók het verbod van kinderarbeid. En
nu was Leiden in last. De kinderen ble
ken te vervangen te zijn door lange hou
welen (zij moesten in allerlei spleten en
holen kruipen om steenkool los te hak
ken!) maar de dames niet. Deze had
den tot dan toe de goedkoopste trek
kracht geleverd voor de mijnwagentjes.
Men vond toen een oplossing in het op
grote schaal invoeren van Shetland po
ny's. Deze pasten goed in de lage mijn
gangen en zo ontstond het mijnpaard.
Waar vraag is daar is veelal ook aan
bod en van toen af begon de Shetlander
zijn zegetocht.
De eerste.
In de vorige eeuw zijn er ook enkele
in ons land gekomen. In de Culemborg-
sé Courant van 26 juli 188 schrijft een
medewerker dat prinses Wilhelmina vier
Shetland pony's heeft gekregen en deze
als vierspan voor de wagen gebruikt en
er ook rijles op krijgt. Daarna volgen
er meer, maar niemand dacht nog aan
stamboek en fokkerij. Maar in De Veld
bode van 1906 lezen wij, dat op de Rijks-
hengstenkeuring in Rotterdam voor het
eerst een Shetland ponyhengst ter keu
ring is aangeboden. Dat was de hengst
Rettendon Squire van de heer J. S.
Wurfbain uit Rijswijk.
Nadien zijn er wat meer ingevoerd en
is er ook wat in het wilde weg gefokt.
In 1937 verschenen er in Eist echter 12
Shetlandhengsten op de keuring. Het
bleek dat niemand van de keurmeesters
enig verstand van pony's had en dè,t gaf
de stoot tot oprichting van het „Ne-
derlandsch Shetland Pony Stamboek",
die op 23 oktober in het Landbouwhuis
te Arnhem plaats had. Namen van op
richters: Pels Rijcken, Baron van Bra-
kell, Alsche, Sanders en Van den Berg.
Zij begonnen met 30 merries en vijf
hengsten en een jaar later waren er al
driemaal zoveel ingeschreven. Het stam
boek kwam met veel moeite de oorlog
door. Men verwachtte dat toen de po
nyfokkerij ter ziele zou gaan. Het échte
(grote) paard had de toekomst. Het is
net andersom gegaan...
Afleiding.
Het paard werd verdreven door de
trekker (tractor). Maar de mechanisa
tie en de motorisatie had tot gevolg dat
tal van mensen weer belangstelling kre
gen voor dieren en planten. Daarvan
profiteerde niet alleen de hond maar ook
Ide pony. De overige stamboeken zijn in
ons land wat jonger, maar ook zij
groeien en bloeien.
Dat de dieren deugden en gebreken
hebben (net als wij) zullen de liefheb
bers intussen al gemerkt hebben. Dat
het zich een vaste plaats in ons land
verworven heeft blijkt niet uit overleve
ringen (daarvoor is het dier te kort
hier), maar wel uit de taal. Wij namen
het woord pony over uit het Engels,
spreken echter van ponnie en niet van
poonie. Logisch zou zijn dat wij dan ook
als meervoud ponies schreven of beter
nog ponnies. Maar nee, het blijft pony's.
Waar het woord vandaan komt? De
Engelsen verwijzen naar het Gaelic po-
naidh en zeggen dat dit het oorspron
kelijke woord is. Het is echter ontstaan
uit het oudere poulney, dat uit het oud-
Franse poulenet komt. Dit is een ver
kleinwoord van poullain en dat is het
Latijnse pullanus of veulen. Dat zou dan
een spotwoord zijn.
Natuurlijk voeren de Engelsen hier
tegen aan, dat de afleiding niet juist
kan zijn, omdat zij ouder is dan de po
ny's zelf, althans in Engeland zelf. Maar
het is bewezen dat reeds duizend en
meer jaren geleden op het Europese
vasteland allerlei dwergpaarden voor
kwamen. De Zuidfranse ponnies, pardon
HERENRINGEN
UNIEKE KQLLEKTIE
KAPELLE TEL. (01102) 1223
ponys' bewijzen het. De taalgeleerden
zullen wel weer gelijk hebben.
(Nadruk verboden) W. GELDOF
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", ROUAANSE KAAI 21, MIDDELBURG
met bysluiting van een postzegel van 20 cent voor doorzending van uw brief
Wy willen u met deze adviezen zo goed mogelyk van dienst zyn en geven
zo mogelijk advies op elke vraag. W\j kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED.
Percentages voor huur. Welk per
centage van het bruto-inkomen wordt
geacht bestemd te zijn voor huishuur?
Zijn deze percentages in de ons omrin
gende landen dezelfde? Zijn de bekend
zijnde percentages berekend van het
bruto- of van het netto-inkomen? Ik
veronderstel van het bruto-inkomen. Is
dit juist?
Voor zover ons bekend zijn er geen
bepaalde normen gesteld t.a.v. de huis
huur in verhouding tot het bruto inko
men, ook niet bij de dienst van de per
sonele belasting. Wel kan worden ge
zegd, dat het in het algegmeen neer
komt op 15 tot 25 van het huishoud
budget en dat dit aanzienlijk lager ligt
dan in de ons omringende landen en ze
ker dan in het door u genoemde land.
Als oorzaken hiervan kunnen worden
genoemd de huurbescherming, de over
't algemeen eenvoudige bouw van de
huurhuizen en het feit dat de gemiddel
de Nederlander wel geld over heeft voor
een mooi interieur, maar dat hij bang
is om de huiseigenaar rijk te maken en
dus zo weinig mogelijk wenst uit te ge
ven aan huishuur. Voor ambtswoningen
ligt de norm meestal in de buurt van
15%.
Mussen. Al lange tijd valt het ons
op dat er veel minder mussen in onze
tuin en de verdere omgeving komen. Bij
het strooien van stukjes brood e.d. zat
gewoonlijk ons grasveld vol met mus
sen. Kort geleden is de rogge op het
land langs onze straat geoogst; gewoon
lijk vliegen daar dan lawines mussen.
Nu hebben we niets gezien. Zouden de
bestrijdingsmiddelen van onkruid enz.
daarvan de oorzaak kunnen zijn?
Door giftige bestrijdingsmiddelen die
helaas boer en tuinder moeten gebrui
ken om een lonende oogst te krijgen,
worden heel wat mussen gedood. Dit is
echter niet de enige oorzaak van deze
teruggang. In het wild zal een bepaalde
dier- of vogelsoort zich aanpassen aan
het aanwezige voedsel (biotoop). Zo ziet
men het aantal mussen vooral in de ste
den belangrijk afnemen omdat daar hun
voornaamste voedselbron (paardevijgen)
bijna verdwenen is. Ze leefden dan van
de haverkorrels die zich in de paarde-
mest bevinden. Het paard is echter in
de steden en ook in de dorpen een wei
nig voorkomend dier. Om dus in leven
te blijven, moeten de mussen verminde
ren, daar er anders overbevolking zou
ontstaan. De natuur regelt dit vanzelf.
Typistenziekte. Wat is de z.g. ty
pistenziekte
Bij tennissers, huisvrouwen en hand
arbeiders, dus ook typistes, kan door
overbelasting van spieraanhechtingen
een epicondylitis van het bovenarmbeen
optreden, die bekend is onder de naam
van „tennis-elleboog" en dat is voorzo
ver wij konden nagaan ook het geval
met wat u noemt de typistenziekte. De
ze bestaat uit een ontsteking van het
beenuitsteeksel, waaraan de pezen, de
uiteinden der spieren, zijn vastgehecht.
Voor de behandeling is wel een vooraf
gaand specialistisch onderzoek vereist,
daar de juiste oorzaak dient te worden
vastgesteld in verband met de keus uit
verschillende genezingsmethoden, zoals
rust, locale injecties, massage, bestra
ling en soms ook operatie.
Droogbloemen. Ik houd veel van
gedroogde bloemen en heb interesse voor
het maken van allerlei sierstukjes hier
van. Bestaan er boekjes of boeken die
handelen over de herkomst van die bloe
men, alsmede van de techniek van het
schikken en samenstellen van bloem
stuk j es
In de Nederlandse taal is tot op he
den nog maar één werkje hierover ver
schenen, n.l. „Droogbloemen" (zomer-
kleuren in wintertijd) door G. A. en
Wilh. Dagnelie-Bremer. Uitgever N.V.
W. J. Thieme Cie., Zutphen. Kosten
4,90 in kartonnen band.
Burgenvacht. Wanneer en door wie
is de burgerwacht opgeheven?
De burgerwachten waren ingesteld
tot het beveiligen van de gemeenschap
tegen gewelddadige aanslagen, tot hand
having van de openbare orde en het be
schermen van personen en goederen door
gewapende burgers, na daartoe opge
roepen te zijn door het wettig gezag.
Na mei 1940 werden de burgerwachten
op last van de Duitse bezetters door de
directeur-generaal van binnenlandse za
ken opgeheven en na de oorlog niet op
nieuw in het leven geroepen.
Bankgeheim. Naar mijn weten be
staat er in Nederland geen bankgeheim.
Nu werd mij gezegd dat de Handelsban
ken wel inlichtingen verstrekken doch
de spaarbanken (b.v. overheidsinstellin
gen) niet. Is dat juist? Bestaat er in
Zwitserland wel een bankgeheim Zo
ja, zijn er in Nederland ook agentschap
pen die spaargelden aannemen ten be
hoeve van dat land?
Na de tweede wereldoorlog werd in
ons land het fiscaal bankgeheim opge
heven ingevolge het buitengewoon na-
vorderingsbesluit 1945, hetwelk in 1952
bekrachtigd werd bij de wet tot ver
vanging va.n het fiscale noodrecht. Te
genover ieder ander is het bankgeheim
echter nog ten volle van kracht. Schen
ding van het bankgeheim valt onder het
misdrijf, omschreven bij art. 2725r, het
welk strafbaar stelt het opzettelijk
schenden van enig geheim, dat iemand
uit hoofde van zijn beroep verplicht is
te bewaren. In Zwitserland zijn enigszins
strengere bepalingen t.a.v. het bankge
heim, hoewel het daar ook allerminst
absoluut is en ook daar de fiscus zijn
maatregelen wel weet te treffen. Zwit
serse banken hebben derhalve geen ves
tigingen of agentschappen in Nederland.
Inbeslagneming. Heeft de inspec
teur van belastingen het recht een vee
stapel in beslag te nemen, die reeds van
1962 af belast is?
Het is de ontvanger der rijksbelastin
gen (en niet de inspecteur) die de in
vordering verzorgt. Op dat deel van de
veestapel waarop nog geen beslag ligt
kan hij zonder meer beslag laten leg
gen. Voor het andere deel moet hij zich
voegen in het reeds bestaande beslag.
Zou het tot verkoop komen dan moet
dit gezamenlijk met de gerechtsdeur
waarder geschieden. Het antwoord op
uw vraag is dus: ja. Zou het anders
zijn, dan kwam er niets van terecht,
want dan zou ieder beslag voor een wil
lekeurig klein schuldje iemand verder
kunnen vrijwaren tegenover al zjjn ove
rige crediteuren, ook andere dan een
rijksontvanger. Daar zo'n besiag altijd
wel te regelen zou zijn met een bevrien
de relatie, zou het resultaat zijn dat
alle handel bemoeilijkt zou worden, daar
het te gemakkelijk zou worden zich aan
de betaling te onttrekken.
Martini. Hoe hoog is de Martini
toren van Groningen?
De Martinitoren in Groningen is 96
m hoog, overeenkomstig met ca. 103 m
boven N.A.P. (Normaal Amsterdams
Peil, dat is het peil voor de stadsgrach
ten in Amsterdam, of de gemiddelde
hoogte van de vloed in het IJ, vóór de
afsluiting te Schellingwoude.)
Mijn is het zilver en Mtfn is het
goud, spreekt de Here der heir-
scharen. Haggaï 2 9
Tengevolge van Haggaï's eerste pre
diking was het hart van het volk ge
worden om te werken. Onder leiding
van Zerubbabel en Jozua begon men met
de bouw van de tempel. Aanvankelijk
vlotte het werk wel. Maar toch al
spoedig kwamen de tegenslagen. Voor
al het bezwaar van materiaagebrek liet
zich gelden. Met name goud en zilver
ontbraken. En het leek toch wel een on
mogelijkheid, zonder goud en zilver de
tempelbouw voort te zetten. Daar kwam
n°g bij, dat sceptisch gestemde toe
schouwers op dit materiaalgebrek gin
gen wijzen. Spottend merkten zij op:
Willen jullie een tempel bouwen? Men
sen, hebben jullie nooit van de tempel
van Salomo gehoord? Daar was immers
alles goud, wat er blonk. Als er nog
een greintje verstand bij jullie is, hou
den jullie er vandaag nog mee op.
Dan het is 58 dagen na de eerste
prediking treedt Haggaï voor de
tweede maal op. Het is de laatste dag
van het Loofhuttenfeest. En hjj zegt:
Komt dit Huis niet klaar? Wordt ge nu
al moedeloos Maar weet ge dan niet
eens, welk feest ge vandaag viert? Zijt
ge vergeten, welke grote wonderen God
in het verleden, bij de uittocht uit Egyp
te en tijdens de woestijntochc, aan onze
vaderen heeft gedaan? Hoe Hij een pad
maakte door de wateren van de zee
En hoe Hij het brood van de hemel liet
regenen? Wat praat ge dan, dat er nu
geen zilver en goud is. Hoort het Woord
des Heren: Van Mij is het zilver en van
Mij is het goud, spreekt de Here der
heirscharen. En onthoudt dit goed: de
heerlijkheid van dit tweede Huis zal gro
ter zijn dan die van het eerste.
Mijn is het zilver en Mijn is het goud
dat zegt de Here vandaag nog. En
ons is het gegeven, de betekenis van dit
woord duidelijker te zien dan Haggaï
het zag. Wij weten, dat onze Here Je
zus Christus gekomen is, niet alleen,
om onze arme zielen te redden, maar om
de ganse wereld zich tot een eigendom
te maken. Door Zijn dood heeft Hij de
wereld en haar volheid aan Satan ont
rukt.
Het goud is van de Here der ganse
aarde. En Hij gebruikt het tot de
bouw van'Zijn tempelstad. Straks daalt
het nieuwe Jeruzalem van de hemel op
aarde neer. En de straten van deze stad
zijn van louter goud. Laten wij dat toch
altijd bedenken, dat alles, wat wij heb
ben, van de Here is. Straks moeten we
rekenschap geven, wat wij gedaan heb
ben met Zijn geld. Besteden wij het
toch in Zijn dienst, tot de bouw van Zijn
Koninkrijk. (Uit een Dagboek)
WEMELDINGE
Van 6—12 oktober 1968
Zondag 6 oktober: Volle Maan
HOOGW.
LAAGW.
v.m.
n.m.
v.m.
n.m.
Zondag
3.34
3.47
9.05
9.27
Maandag
4.10
4.22
9.37
9.54
Dinsdag
4.41
4.52
10.08
10.27
Woensdag
5.12
5.22
10.41
11.00
Donderdag
5.43
5.50
11.15
11.33
Vrijdag
6.14
6.23
11.50
Zaterdag
6.43
6.58
0.05
12.26
Te Hansweert
35 minuten
vroeger
Te Yerseke 5
minuten later