laatje
rijden!
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
WILT U DRUKWERK
VAN DER PEYL
OVERDENKING
34STE JAARGANG
No. 31
29 DECEMBER 1967
tnfij j
HULBOBN
de scheldebode
REDACTEUR i
J. A. WESTSTRATE MIDDELBURG
ROUAANSE KAAI 21 TELEF. (01180) 2453
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,80 per kwartaal
Franco per post f 3,60 per halfjaar
ADMINISTRATIE
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEF. (01130) 381 GIRO 2 84 25
Advertentieprijs 125 mm f 3,75, verder 15 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „DE SCHELDEBODE"
Verschijnt des vrijdags
DRUK FIRMA F. VAN DER PEYL KRUININGEN
0udejaaróavond-overpeinzingen
van komaóvaer en ^Pieternel
Thoma.svaer
Mijn Pieternel, wat gaat ze snel,
De tijd die wij "beleven.
Waar is 'tjaar '67 weer
Met alles toch gebleven?
Pieternel
Het leven gaat zo wondervlug,
Het heeft zovele zorgen.
Eer dat je 'tweet is 'toudejaar.
Veel kruis bleef niet verborgen.
Thomasvaer
We deelden samen lief en leed,
Mijn waarde Pieternel.
En hoe het zoal is gegaan,
We weten 't beiden wel.
De koude oorlog woedt nog voort,
We hielden 'tbij de vrede.
Pieternel
In Vietnam is het anders, hè?
Men hoort nog niet naar rede.
Thomasvaer
We merken er nog weinig van,
Hoewel de prijzen stijgen.
We kunnen in ons Vaderland
Het nodige nog krijgen.
We doen ook aan ontwikkelingshulp,
We steunen arme landen.
Pieternel:
We liggen juist vandaag de dag
Ook nog al flink aan banden.
Thomasvaer
Behalve dan veel jongelui
In onze grote steden,
Die als het ware, week aan week,
Het recht met voeten treden.
Die bandelozen, Pieternel,
Ze geven ons wel zorgen.
Hun leegheid, ontevredenheid,
Bleef voor ons niet verborgen.
Ze demonstreren keer op keer,
Hoe leeg ze toch wel zijn.
Pieternel
Ze missen alle regelmaat,
Hun leven is maar schijn.
Jeugdwerkloosheid was er ook
In onze lage landen.
Maar toch zo groot niet als voorheen,
Er was nog werk voorhanden.
Thomasvaer
En als er een fabriek eens sloot,
Was er weer elders werk.
Men stelt de werkeloosheid dus
Zodoende paal en perk.
Pieternel
Ons leger doet meer zuinig aan,
Men heeft wel wat geleerd.
En dat het véél goedkoper kan,
Dat mag wel gewaardeerd.
De diensttijd werd ook ingekort.
Thomasvaer
Een groot genot voor velen.
Men weet het immers, op die wijs
Toch ook wel klaar te spelen.
Nog oefenen ze in 't buitenland,
Dat hoort er heden bij.
Pieternel
We reizen en we trekken veel.
Zijn we wat weken vrij,
Dan gaat het naar het buitenland.
Denk aan de zomertijd.
En wat er komt naar Nederland,
Dat is geen kleinigheid.
Thomasvaer
Je hoort veel vreemde talen dan.
Er wordt heel wat gehuurd.
Er wordt in 't westen, bij de zee,
Verbazend druk gekuurd.
Pieternel
Wat zeg je van ons wegennet,
M'n waarde Thomasvaer?
Me dunkt, we hebben het toch nog
Al aardig voor elkaar.
Thomasvaer
Jij komt maar weinig op de weg.
Je bent een optimist,
Zodat je die problemen dus
Niet al te best ook wist.
Maar dit kan ik je zeggen, vrouw:
We zijn er lang nog niet,
Als jij die stroom van het verkeer
Zo alle dagen ziet.
IK, denk alleen aan Oudenrijn.
Pieternel
't Wordt daar een klaverblad,
Zoals men er geen tweede in
Ons drukke landje ha^d.
De Metro is ook bijna klaar,
In 't drukke Rotterdam,
Waar men dus strakjes weder bij
De ondergrondse kwam.
Thomasvaer
De ongelukken waren veel;
Het schijnt maar niet te minderen.
Pieternel
Men noemde '67 zelfs
„Het jaar der dode kinderen".
Het moet en kan heel anders gaan.
We leven in een tijd,
Dat er wel heel erg sprake is
Van wegonveiligheid.
Thomasvaer
Maar binnenshuis is 't ook niet pluis.
Zeg, heb je wel gehoord,
Hoe er in '67 weer
Geroofd is en gemoord?
Je kunt het lezen in de krant,
Wat men hier zoal doet.
Er vloeide op zo menig plaats
Weer bij vernieuwing bloed.
Pieternel
Neem al die overvallen eens.
Soms gaat 't gepaard met moord.
En somtijds kon de dader zelfs
Geheel niet opgespoord,
Al zijn die speurders heel wat mans.
Helaas in Nederland,
Is er in '67 ook
Weer heel veel uit de band.
Thomasvaer
De zomer was geweldig mooi,
Een topjaar voor de boeren,
Die nu helaas hun piepers aan
De koeien moeten voeren.
Pieternel
Aardappels waren er zoveel
In deze najaarstijd,
Men kon ze voor de laagste prijs
Niet aan de stenen kwijt.
De landbouw heeft vandaag de dag
Wel velerlei problemen.
Men moet vooral op dit gebied
Veel geven en veel nemen.
Thomasvaer
Men is goed gemechaniseerd.
Men kan het werk wel aan,
En menig boer heeft heden soms
Ineens voorgoed gedaan.
De woningbouw slokt heel veel op.
O dierbaar plekje grond,
Men zet er flats vakkundig neer.
Geen boer, die 't prettig vond.
Pieternel
Ach ja, men bouwt gelukkig veel.
Nog is er woningnood.
En onze nieuwe huizen zijn
Niet zo bijzonder groot.
Soms kippenkooien, Thomasvaer.
Thomasvaer
Gehorig tot en met.
Een nieuwe woning is toch ook
Niet altijd je-van-hèt!
De huren zijn soms ook niet mis.
Er komt belasting bij.
Goedkope huizen speciaal
Gaan op dat punt niet vrij.
En wie een heleboel verdient
Moet daarvan extra geven.
Zo wil men juist op dit gebied
Naar meer doorstroming streven.
Pieternel
De Middenstand van Nederland
Heeft velerlei problemen.
Dat er geducht worut gesaneerd,
Wie zal dat kwalijk nemen?
Voor kleine zaken is geen brood;
Opheffen of fuseren.
Thomasvaer
't Is bij de kranten 't zelfde thans,
Die zeer geleerde heren,
Ze voegen alles bij elkaar.
Steeds duurder wordt de krant.
Piete rnel
Tenslotte blijft er éne maar:
„Dagblad voor Nederland".
Thomasvaer
Toch ben ik op ons land nog trots.
Zie naar de Deltawerken,
Hoe hard er aldaar wordt gezwoegd,
Kan iedereen wel merken.
We hebben knappe koppen daar.
Ons land legt dammen dijken,
Die bij de allerergste storm
Nog niet zo gauw bezwijken!
Pieternel
Ons onderwijs was ook dit jaar
Een punt in veel gesprekken.
De Mammoet is al erg in zicht
En... zal ze vreugd verwekken?
Thomasvaer
Dat is nu nog een grote vraag.
Dit beestje is erg duur.
Maar naar men zegt presteert ze veel,
Men gaat voor haar door 'tvuur.
Pieternel
Haast iedere provincie wil
Een Universiteit!
Net of zoiets geen centen kost;
Het is geen kleinigheid.
Thomasvaer
Het geld speelt immers nu geen rol.
Maar vrouwtje, schijn bedriegt.
We worden allen op dit punt
Teveel in slaap gewiegd.
Pieternel
Ach Thomasvaer, het oude jaar
Is bijna nu ten eind.
Toe, zeg dan nog in 't kort je wens,
.Eer 't nieuwe weer verschijnt.
Thomasvaer
Het beste met ons land en volk,
En veel geluk en zegen.
Niet veel gemopperd en nog meer,
Als 't nodig blijkt, gezwegen.
God zegene ons vaderland,
Ook in het nieuwe jaar.
De eensgezindheid kome ook
Nog veel meer openbaar.
(Nadruk verboden)
IN EEN OUDE SPIEGEL
CIÜat de jamiile
op 0udejaaravond
1900 besprak
„WE WERDEN DEMOCRATISCHER"
„Holland bloeit weer, Holland groeit
weer", zei vader Wisseling. En om ze
ker te maken, dat iedereen goed van het
belangrijke van zijn woorden overtuigd
zou raken, hief hij het glas met rode
wijn en herhaalde de zinnen.
„Zeg, wil je er wel aan denken, dat
toen. Bilderdijk die woorden opschreef,
hij ze als een wens uitsprak, niet om
dat het in werkelijkheid zo was!" Het
was oom Dolf, die dit in het midden
bracht.
„Dat kan in zijn tijd best zo geweest
zijn, waarde Dolf, maar nu mogen we
vaststellen dat alles goed gaat in Ne
derland, verdraaid goed. Ik bedoel niet
eens de handel en de industrie. Ah! Als
ik denk aan fabrieken in Twente, waar
duizenden een eerlijk stuk brood verdie
nen en aan de handelsvloot. Daar blij
ven we in de wedstrijd der volkeren niet
achter. We staan al op de vijfde plaats.
Maar denk eens aan andere dingen. In
de eerste plaats aan ons lief, charmant
koninginnetje. Wat zijn we gelukkig,
dat zij een paar maanden geleden haar
verloving met hertog Hendrik bekend
heeft mogen maken. Heel Nederland
juicht om Oranje, dat zal je zien bij
het huwelijk, volgend jaar. Ik stel voor
te drinken op Wilhelmina en op haar
aanstaande echtgenoot, de telg uit een
geslacht dat met de voornaamste vor
stelijke huizen verbonden is".
„Geen politiek", vond moeder.
„Daar doe ik graag aan mee", zei
moeder, „wij kunnen trots zijn op onze
vorstin. Vooral nu we Paul Kruger in
onze residentie hebben kunnen ontvan
gen. Het was dapper, dat zij het oor
logsschip „De Gelderland" heeft durven
Oudejaarsavond is een gezellig
avond, maar ook een avond van be
spiegelingen. De voornaamste ge
beurtenissen in het gezin worde
nog eens opgehaald en men be
spreekt het gebeuren van alle dag
In 1900 ook?
Ja, toen ook. En wat in die dage
belangrijk was?
Voor het antwoord op die vraa
brengen wij u in het gezin van va
der Wisseling.
zenden, om de oude man te halen uit
zijn arme land. Ik hoop dat hij in Eu
ropa steun zal kunnen vinden voor de
strijd der Boeren tegen Engeland".
„Zie je, daar heb je het nu", riep va
der uit. „Ons land kent geen Jan Salie-
geest meer. Eén van de kleinste naties
van Europa heeft de toom van het
machtige Engeland durven trotseren om
een simpele daad van mensenplicht uit
te voeren".
„Ja, hoewel ik vind dat Kuyper ge
lijk heeft, die in „De Standaard" schreef
dat wij de Transvaalse driekleur op De
Gelderland hadden moeten laten wappe
ren. Daar had president Kruger recht
op", zei Jan, de zoon die ook al een
eigen mening had.
„Praat geen onzin, jongen!" meende
vader ernstig. „Kuyper wil die vlaggen-
kwestie als wapen tegen de regering
gebruiken. Je moet inzien dat we, na
tuurlijk, flink moeten zijn, maar dat we
niets moeten doen dat Engeland onno
dig aanstoot kan geven".
Moeder vond dat er niet teveel over
politiek gesproken moest worden op een
avond als deze. Ze draaide het gas van
de lamp wat lager, zodat het kousje nu
een warm, gezellig licht liet gloeien.
„Kom", zei ze, „het jaar spoedt ten
einde. Laten we doen wat we zojuist
voorstelden. Laten we drinken op ko
ningin Emma, op Wilhelmina en haar
doorluchtige bruidegom".
Frankrijk is Nederland niet
„Proficiat", wenste oom Dolf, nadat
hij zijn glas had geledigd. ,,Je weet.
IDe meest moderne I
COLLIERS-HANGERS I
1,'Bd.Hl,MlhllJ
KAPELLE TEL. (01102) 223
Clara, dat ik het vaak niet eens ben
met ^je man. Maar nu geef ik hem toch
gelijk. We leven in een tijd waarin het
volk meer democratische rechten krijgt.
Daarom moeten wij ons als verantwoor
delijke burgers bezig houden met wat
de staat aangaat. Kijk eens naar Frank
rijk, hoeveel daar door desinteresse is
misgegaan. De onschuldige kapitein
Dreyfus werd om niets naar het Dui
velseiland verbannen en is nog steeds
niet in zijn rechten hersteld".
„Frankrijk is toch Nederland niet".
„In heel de beschaafde wereld zijn
stemmen van verontwaardiging opge
gaan. In Frankrijk trouwens ook een
enkele, al wordt die bij voorkeur onder
drukt. Denk eens aan Zola. Ik ben blij
dat de Nederlandse pers aan de goede
kant heeft gestaan".
Vrije vrouwen.
„Ja, Clara", plaagde vader, „we wor
den democratischer. We gaan ons met
alles bemoeien, rangen en standen ver
dwijnen, dat zag je zondag aan je dienst
bode".
Tante Paula, die er niet aan kon wen
nen, dat dames zich in herengesprekken
mengden en die dus tot nu toe gezwe
gen had, toonde plotseling belangstel
ling. Dienstboden, dat was ook haar
terrein.
„Wat gebeurde er zong, Clara?"
„Toen vader en ik op een wandeling
waren om een demonstratie te zien van
een nieuwe Duitse automobiel, zagen we
Sophie met haar man en kinderen. Ver
beeld je, ze had mijn nieuwe costume
nagemaakt. Ze zag er „voornaam" uit
in dat produkt van haar naaimachine,
zonder dat ze de 16,50 had behoeven
te spenderen, die ik voor het costume
heb betaald".
„Ja, ja, de mannen kunnen wel heel
blij zijn met deze nieuwe tijd, maar ik
houd niet van alle moderne dwaze din
gen", zuchtte tante Paula en heel on
begrijpend klonk haar stem, toen ze
vervolgde: „Vooral de vrouwen zijn zo
opstandig en rumoerig. Is dan niemand
tevreden meer? Zij willen studeren, so
ciaal werk doen, zelfs naar een univer
siteit. En de Vrije Vrouwenbeweging
groeit maar door. Vooral nu vorig jaar
die belachelijke „Vereniging voor Vrou
wenkiesrecht" is opgeircht".
„Domme ganzen", vulde oom Dolf
aan. „Ze volgen Alette Jacobs na, die
waarachtig inschrijving op een kiezers
lijst had aangevraagd. Dat hebben we
gelukkig onmogelijk gemaakt, nu de
grondwet veranderd is. Dwaas, dat het
nodig was".
Uren, dagen...
Antoine stond op en nam achter de
pianola plaats. Twee mooie rollen trap
te zij. Het instrument speelde een wals
van Johann Strauss („Hoe heerlijk klonk
zijn muziek, toen hij deze zomer in de
Doelen concerteerde") en het Uren, da
gen, maanden jaren. Daar werd ieder
wat stiller van.
„Het mechaniek werkt goed, Clara",
waagde oom Dolf, „maar toch zie ik
graag de lieve vingers van Antoine
over de toetsen gaan. Mij dunkt, dat
dat fijner klinkt".
Maar dat was niemand met hem eens.
Dit was de tijd van perfectie en tech
niek. De wereld had dit jaar in Parijs
op de wereldtentoonstelling laten zien,
wat te verwachten was. Vol wonderen
waren de dagen en daarbij hoorde de
mechanische muziek... Daarom had va
der Wisseling de pianola gekocht, want
hij was een man van zijn tijd.
Het eerste jaar van de nieuwe eeuw
spoedde ten einde. (Nadruk verboden)
van PRIMA KWALITEIT
met KORTE LEVERTIJDEN
en BILLIJKE PRIJZEN
Dan is er ook voor u maar één drukkerij
„En hij zeide tot haar: Dochter,
uw geloof heeft u behouden".
Marcus 5 34
Wij hebben het tegenwoordig druk
over ons minderwaardigheidsgevoel;
daar laboreren een massa mensen aan.
In de verzen die wij gelezen hebben, is
wel een merkwaardig voorbeeld daar
van te zien.
De ziekte, waaraan deze vrouw lijdt,
maakt haar in de ogen van haar volk
onrein. Twaalf jaren lang heeft men
haar dat laten merken en zo is de min
derwaardigheid haar diep in de ziel ge
drukt. Daar komt bij, dat zij zich in die
tijd arm gedokterd heeft. Marcus ver
telt dit met een zekere voorliefde. Lu
cas, die immers zelf „medicijnmeester"
was, is minder vernietigend in zijn uit
spraak over de medische resultaten (Lu
cas 8 43).
Nu is er in het hart van de vrouw
de gedachte aan 't groeien, dat Jezus
haar zou kunnen redden. Natuurlijk kan
zij niet naar Hem toegaan en het Hem
openlijk vragen. Daarvoor is de afstand
tussen Hem, de Heilige en haar, de on
reine, veel te groot. Hij zal het weige
ren, Hij zal haar wegzenden. Maar 't is
ook niet nodig Hem om genezing te
vragen, zij kan haar, ongevraagd, ne
men. De macht van de rabbi is immers
zo groot, als zij maar even Zijn kleren
aanraakt (een van de kwasten onder
aan Zijn gewaad) dan zal dat voldoen
de zijn. Zij behoeft slechts een gunstig
ogenblik af te wachten, midden in het
gedrang, om ongemerkt genezing te
vinden en ongemerkt weg te sluipen.
Inderdaad volgt de genezing, maar de
Heiland roept haar gebiedend voor het
front. „Wie heeft Mij aangeraakt?"
Ik geloof, dat men deze vrouw dik
wijls in de prediking te veel heeft ge
ïdealiseerd. Er is heel wat op haar ge
drag af te dingen. Haar onreinheidsge-
voel is meer cultisch dan zedelijk. Min
derwaardigheidsgevoel is geen zonde
besef. Men heeft gezegd, dat er in haar
verwachting van de aanraking een stuk
bijgeloof zit; 'tis mogelijk, 'tls ook he
lemaal inis van haar, dat zij de gene
zing wil stelen. En toch prijst Jezus
haar geloof. Hier wordt vervuld het
woord van Jesaja: „het gekrookte riet
zal Hij niet verbreken, de rokende vlas
wiek zal Hij niet uitblussen". De offi
ciële vroomheid legt het jammerlijk af
als Jezus komt. Tollenaren gaan voor
in het Koninkrijk Gods. Als wij het zo
lezen, eindigen wij niet bij die vrome
vrouw, die natuurlijk genezen wordt,
hoe kan het anders, maar bij de gena
dige Heiland. (Uit een Dagboek)
WE ME LD IN GE
Van 31 december 19676 januari 1968
Zondag 31 december: Nieuwe Maan
HOOGW. LAAGW.
v.m. n.m. v.m. n.m.
Zondag 3.20 3.41 9.04 9.23
Maandag 4.11 4.37 9.54 10.19
Dinsdag 5.03 5.25 10.46 11.06
Woensdag 5.47 6.11 11.33 11.51
Donderdag 6.29 6.53 12.13
Vrijdag 7.11 7.31 0.33 12.53
Zaterdag 7.48 8.10 1.14 1.36