Een nieuwe lente
IVOROL
(hfCflkr
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND
oveRöenkinq
i WATERSTANDEN.
33STE JAARGANG
^zBiind kind keejt toekomót
HET BEHOUD VAN UW TANDEN
GOUDEN
DAMESRINGEN
'H/llEGCN
No. 44
31 MAART 1967
de scheldebode
REDACTEUR:
J. A. WESTSTRATE MIDDELBURG
ROUAANSE KAAI 21 TELEF. (01180) 2453
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling f 1,60 per kwartaal
Franco per post f 3,20 per halfjaar
ADMINISTRATIE:
J. M. C. VAN DER PEYL KRUININGEN
MARKT 19 TELEF. (01130) 381 GIRO 28425
Advertentieprijs 1-25 mm 3,75, verder 15 cent per mm
Ingezonden mededeling-n dubbel tarief
In te zenden vóór woensdag 12 uur
UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „DE SCHELDEBODE"
Verschijnt des vrijdags
DRUK FA. F. VAN DER PEYL KRUININGEN
oCan%s cU SÜl&Ot
't MEUBELMAKERSHOOFD
„Meneer de rechter", riep de jeugdige
meubelmaker, „ik ben helemaal on
schuldig. D'r was niets aan de hand.
Eerlijk, ik ben onschuldig!"
„Zo, zo", zei de rechter, die kennelijk
minder van 's mans onschuld overtuigd
was dan de meubelmaker zelf, „maar
u had toch wel een flinke hoeveelheid
limonade gedronken".
„Kan wel zijn", zei de jongeman,
„maar onschuldig ben ik, dat is vast".
De politie had de meubelmakersleer
ling evenwel aangetroffen op een brom
fiets die van links naar rechts de weg
over laveerde. Aan dit gevaarlijk ge
zwalk was een einde gekomen toen de
knaap wat te ver naar links ging. Hij
botste tegen een boom en bleef liggen.
Een barmhartige agent raapte hem op.
„Eerst reed ik langs een politieagent:
zei niks", wist de verdachte zich te her
inneren, „toen reed ik langs het politie
bureau: zei ook niks".
„Dat komt vaker voor", vertelde de
rechter, „maar dat het politiebureau
zwijgt, zegt niets omtrent uw schuld".
De meubelmaker was er voor een ken
nis op uit geweest om grondwerkers te
zoeken. Hij had gemeend die in een
café aan te treffen.
„Een café", leraarde de rechter, „is
een arbeidsbeurs, waar de mensen zo
beurs worden dat zij niet meer kunnen
arbeiden".
De verbalisant had een geheel andere
lezing van het geval dan de meubelma
ker zelf. De politie was er op uit gegaan
om de jongen te zoeken, nadat zijn moe
der had opgebeld. Moe vond het zo ge
vaarlijk dat zoonlief op de brommer
klom, dat zij meteen de politie waar
schuwde toen ze merkte dat hij ging
rijden.
Helemaal overbodig bleek dat niet.
Toen "men hem tenslotte naast de boom
had gevonden niet de brommer volkomen
aan diggelen, bleek de meubelmaker
een nogal beschadigd hoofd te hebben.
De dokter werd er bijgehaald om het
meubelmakershoofd te repareren. Maar
de brokkenpiloot was ondertussen enigs
zins bij zijn positieven gekomen. Hij
ging zo te keer dat twee agenten hem
moesten vasthouden terwijl de dokter
verband op de verschillende gaten plak
te. Toen de dokter klaar was lieten de
agenten de verdachte los. En die rukte
toen meteen alle verband weer van het
hoofd. Daarna heeft men hem maar
een poosje in de cel gelegd om verder
bij te komen.
Na dit alles bestond er weinig twijfel
EEN NIEUWE FOTO
Ben deze week op stap geweest met
mijn privé-lenteblom. Begunstigd door
een bijzonder welvallende „weer-gerrit"
van zondagmorgen hebben we op het
rode brommertje rondgetoerd. Mens wat
kan ons landje mooi zijn. Vooral als je
vanaf een hoge dijk, op het lage land
neerkijkt. De polder met nog kale bo
men onder de strak blauwe lucht gaf
ons een gevoel van vrijheid.
Misschien was het daarom dat ik niks
zag van de vroege bloesemboom. Maar
mijn lenteblom zag, wat ik miste, dus
werd er gestopt. Ze poseerde als een
echt model voor de bloesemboom. Geel-
filtertje op de lens om mijn bloemetjes
fijn wit te houden, korte sluitertijd voor
scherpte.
Lout je was het heertje en pronkt nu
met foto van lenteblom in de portefeuille
LOUTJE
meer aan schuld of onschuld. Door zon
der aanwijsbare reden links van de weg
tegen een boom botsten had de brommer
overigens zelf al getoond dat hij niet bij
machte was zijn bromfiets behoorlijk te
besturen.
„Meneer de rechter", riep hij nog, „ik
had bijna niet op". Maar dat hielp
weinig. De officier eiste een maand, en
een jaar ontzegging van de bevoegdheid
motorrijtuigen te besturen.
De politierechter vonniste conform:
een maand zonder sterke drank op rijks
kosten en een jaar niet rijden.
„Dus dan mag ik geen auto rijden?"
informeerde de meubelmaker.
„Neen, en ook geen bromfiets", zei de
rechter.
„En een motor dan?"
„Ook niet".
„Mag ik nog wel in de bus zitten?"
„Als passagier wel, voor zover u zich
fatsoenlijk gedraagt".
„Nou, dat moet dan maar", vond de
meubelmaker. „Maar eerlijk is 't niet.
Want ik ben echt onschuldig".
WILLY H. HE IT LING
(Nadruk verboden).
ALS HET TIJDIG PASSEND ONDERWIJS KRIJGT
Als de weg naar het blindeninstituut
tijdig wordt gevonden
„Het is onze gewoonte om bij het
eerste contact met de ouders van een
blind kind te vragen: hoe komt u aan
ons adres? Het antwoord is vaak, dat
men van de oogarts hoorde omtrent de
mogelijkheden, die het blindenonderwijs
Jriedt.
Even vaak blijkt echter dat deze in
formatie niet door de arts was gegeven,
doch na lang zoeken was verkregen via
een kennis, die „wel eens gehoord had,
dat er inrichtingen waren voor blinde
kinderen," aldus de heer E. C. van der
Kley, adjunct-directeur van het Kon.
Blindeninstituut in een ingezonden stuk
in het Ned. Tijdschrift voor Geneeskun
de.
De laatste groep komt dan ook veelal
te laat zijn kind aanmelden. Gedurende
het schooljaar 1965/1966 werden twaalf
leerlingen aangemeld ouder dan twaalf
jaar. De helft van hen had eigenlijk
reeds eerder blindenonderwijs moeten
volgen.
Uit onwetenheid kwam men nu, doch
eigenijk te laat. Een vader meldde tele
fonische zijn zesjarig zoontje aan, blind
vanaf de geboorte. Hij had niet geweten
dat blindeninstituen hem hulp bij de op
voeding van dit kind hadden kunnen ge
ven.
Aam voorlichting geen gebrek.
Toch wordt vanuit de blindeninstitu
ten reeds veel aan voorlichting gedaan.
Er staan regelmatig advertenties in bo
vengenoemd tijdschrift, er worden zowel
door het Koninklijk Blindeninstituut als
door de Nederlandse Vereniging ter
Voorkoming van Blindheid, voorlichten
de folders aan alle oogartsen gezonden.
Aan veel opleidingen van wijkver
pleegsters worden door de heer Van der
Kley lessen omtrent blindheid gegeven.
Een dergelijke voorlichting vanuit de
instituten is van groot belang. Ouders
van blinde kinderen staan namelijk hul
peloos en in verwarring tegenover hun
opvoedende taak.
Hulpeloos, omdat zij hier niet kunnen
steunen op de „ervaringsnotie", dus uit
de ervaring van het zelf opgevoed zijn.
In verwarring, omdat zij van buren en
familie, niet gehinderd door kundigheid
ter zake, tegenstrijdige adviezen ont
vangen.
Abnormale situaties.
Bovendien loopt het jonge kind alle
kans een abnormale opvoeding te krij
gen. De opvoedingsrelatie wordt ver
stoord door afweerreakties der ouders
op hun soms bestaande schuldgevoel ten
aanzien van het blindzijn van hun kind.
Dit schuldgevoel wordt soms versterkt
door huisbezoek van theologiserende ou
derlingen en door meningen van buurt
bewoners omtrent de relatie tussen
verenische ziekten en blindheid.
De afweerreakties op het latente of
manifeste schuldgevoel variëren van
het ontkennen van het bestaan van het
kind (extreme verwaarlozing) of het
ontkennen van de blindheid (men eist
als het ware een normaal zien van het
kind) tot een extreme verwenning (Jan
lust alleen chocola!).
Spanningen in de huwelijksrelatie ont
staan bij partners die de oorzaak van
de blindheid openlijk of bedekt bij de
ander veronderstellen. In al deze geval
len is het vroegtijdig contact met een
blindeninstituut noodzakelijk. Hoe eer
der een maatschappelijk werker of ho-
me-teacher van het Instituut met het
gezin in aanraking komt, des te groter
de kans dat het blinde kind een normale
opvoeding zal krijgen.
Aktie.
De maatschappelijke werker van het
blindeninstituut zal vanuit zijn ervaring
de afweerreakties herkennen en trachten
te normaliseren. Hij geeft de ouders hun
natuurlijk zelfvertrouwen in hun opvoe
dende taak terug, en hrj is de vraagbaak
voor alle andere opvoedingsmoeilijkheden
in deze bijzondere situatie.
Hij tracht een gewone kleuterschool
te vinden en nodigt de kleuterleidster
uit tot hospiteren aan het blindeninsti
tuut, zodat de blinde kleuter die school
tijd vanuit het eigen gezin kan door
brengen op een gewone kleuterschool.
Op den duur worden de ouders ver
trouwd gemaakt met het begrip blinden
instituut, zij komen er kijken, en aan
het einde van de kleuterschooltijd gaat
het kind over naar het instituut. Even
tueel zijn de ouders door te gegeven be
middeling gaan verhuizen, zodat ook
dan het kind vanuit huis blindenonder
wijs kan volgen.
Bij een te late verwijzing ontbreekt
al deze hulp, met alle kans op een on
gunstige ontwikkeling van het blinde
kind. Waar een kind ten onrechte nog
langer van passend onderwijs verstoken
blijft, wordt deze situatie geprolongeerd.
Onbetwist de beste tandpasta
Diploma's.
Komt het kind ten lange leste wel bij
een blindeninstituut terecht, dan moet
he op een niet meer passende leeftijd
vrijwel opnieuw beginnen met de leerstof
namelijk het leren van braille-lezen en
-schrijven, en het daaraan voorafgaande
leren tactiel en auditief adekwaat waar
te nemen en zich te oriënteren.
Op de school van het Koninklijk Blin
deninstituut te Huizen is het leerpro
gramma gelijk aan dat van een gewone
school, met dit verschil, dat geschreven
en gelezen wordt via de braillesysteem.
Na zes tot zeven jaar is de lagere-
schoolopleiding voltooid en kan men
kiezen tussen de eigen mulo-oplpeiding
(mulo-A met wiskunde of mulo-A met
handelsvakkennis, de lagere technische
school (opleiding tot metaalbewerker)
of de telefoonklas.
Aan het eind van de cursus doen de
leerlingen de normale examens en zij
ontvangen dan de officiële diploma's.
Enkele leerlingen met voldoende intelli
gentie gaan na de mulo naar de hoogste
klassen van h.b.s. of gymnasium en
kunnen daarna universitair onderwijs
volgen.
Stokwandelen.
Tijdens het verblijf op het instituut
leren de kinderen behalve schoolvakken
ook „stokwandelen", waardoor zij zich
zelfstandig kunnen verplaatsen; zij doen
aan judo (zelfvertrouwen), muziek, dan
sen en andere vormen van vrije-tijdsbe-
steding.
Het instituut tenslotte verzorgt hun
eerse betrekking en, zo nodig, een kost
huis. Hoe later echter een kind op ons
instituut komt, aldus de heer Van der
Kley, des te geringer zijn zijn kansen
om zo goed mogelijk geschoold en ont
wikkeld te worden.
Er hapert nog wat aan de tijdige ver
wijzing van blinde kinderen. Kinderen
met een visus kleiner dan 1/10 zijn op
het blindenonderwijs aangewezen. Een
blind kind heeft toekomst mits een tij
dig contact met een blindeninstituut tot
stand komt. Dr. ALFREDA BRIÈDE
(Nadruk verboden).
ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN:
REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", ROUAANSE KAAI 21, MIDDELBURG
met b(Jsluiting van een postzegel van 20 cent voor doorzending van uw brief
W(j willen u met deze adviezen zo goed mogelijk van dienst zjjn en geven
zo mogeiyk advies op elke vraag. Wy kunnen echter geen aansprakelijkheid
aanvaarden voor elders verkregen Inlichtingen of gegevens RED,
Pensioen. Als een weduwe met
rijkspensioen hertrouwt, verliest zij dan
haar A.W.W.?
Die verliest ze inderdaad. Daarvoor
krijgt ze dan een etra uitkering van
1 jaar A.W.W., doch niet meer dan zij
tot haar 65ste jaar nog zou hebben ge
noten.
Schade. Mag een huurder van een
woning voor het plaatsen van aardgas
kachels zonder de eigenaar er in te ken
nen, gaten in de buitengevels aan de
openbare weg hakken, hoewel er schoor
stenen aanwezig zijn?
De huurder is verantwoordelijk voor
alle schade door hem aan het gehuurde
goed toegebracht. Zonder meer mag de
huurder natuurlijk geen gaten in de mu
ren hakken. Voor deze ingrijpende wij
ziging was zeker toestemming van de
verhuurder een vereiste geweest. Na
tuurlijk bestaat de mogelijkheid dat de
schoorstenen niet geschikt waren voor
het gebruik van een aardgaskachel, en
dan zal men weinig bezwaar kunnen
maken tegen voorlopige voorzieningen
van de huurder, welke niet nadelig zijn
voor het huis. De verhuurder kan eisen
dat de huurder na de opzegging van
de huur het huis weer in de oude staat
brengt. Tot zekerheid van de vordering
welke hij op de huurder heeft, heeft de
verhuurder dan zelfs het recht, na be
ëindiging van de huur zijn vordering te
verhalen op de inboedel van de huurder
zo deze zijn verplichtingen niet nakomt.
Verwervingskosten. Man en vrouw
werken allebei. Hun dochtertje is over
dag in een crèche. Dat kost 125,-
Kan dit bedrag worden aangemerkt als
verwervingskosten
Kosten als deze zijn niet aftrekbaar,
zelfs niet als het zeer noodzakelijk is als
de vrouw werkt om in het levensonder
houd van het gezin te voorzien. Er mo
ge een indirect verband bestaan tussen
bedoelde kosten en het inkomen van de
vrouw, maar dat is toch niet voldoende
om te gewagen van wervingskosten.
Hardheidsclausule. Wat verstaat
men bij de belastingen onder de hard
heidsclausule
Soms kan de wetstoepasing in een
bepaald geval tot onbillijke uitkomsten
leiden. Het is niet mogelijk om alle
mogelijkheden die zich incidenteel wel
eens kunnen voordoen, in een wet te
regelen. Acht men de uitkomst onbillijk
dan kan men zich wenden tot de minis
ter van financiën met een beroep op de
z.g. hardheidsclausule. De minister heeft
de bevoegdheid om in te grijpen, indien
de heffing voor één geval, of voor een
groep van gevallen, in strijd is met de
geest van de wet. Voorbeeld: wordt een
salaris met terugwerkende kracht opge
trokken, dan wordt de nabetaling belast
in het jaar van ontvangst. Zij verhoogt
het belastbaar inkomen van dat jaar.
Dat kan door de progressieve werking
nadelen hebben. In zo'n geval kan men
een beroep doen op vorengenoemde clau
sule.
MET EDELSTEEN
V»*
V(i*[ f
KAPELLE TEL. (01102) 223
Ik lag neder en sliep; ik ont
waakte, want de Here onder
steunde mij. Psalm 3 6
Wonderlijk, wonderlijk! Als een opge
jaagd stuk wild aan alle kanten belaagd
worden, met vijanden vlak bij, in een
hopeloze positie, en dan 's avonds rus
tig gaan liggen en 's morgens na een
heerlijk verkwikkende slaap verfrist
ontwaken dat is iets buitengewoons.
Het gewone is aldus: 's avonds op bed
maar woelen en woelen, want de zorg
houdt de slaap uit de ogen. En dan zo
tegen de morgen nog even in een onrus
tige slaap vallen, om de nieuwe zorgen-
dag doodop weer te beginnen. David is
op de vlucht. Tienduizenden van het ei
gen volk zetten zich rondom tegen hem
onder aanvoering van zijn zoon. Velen
spotten over hem: Hij vindt geen heil
bij God, reden genoeg om 's avonds op
het vreemde veldleger, dat haastig ge
spreid wordt voor hem, die als koning
gewend is op het zachte paleisbed te
slapen, zich om en om te keren, bevreesd
gepijnigd. Maar.toen de duistere
nacht kwam, met zijn angsten en onze
kerheden, legde David zich neer, en van
's Heren trouw bewust, sliep hij rustig
tot hij verfrist ontwaakte. Wonderlijk?
Ja, het wonder van 's Heren genade
Maar voor hen, die de Here als hun
God, toch eigenlijk het normale. Al dat
getob in denacht, al dat rusteloze
en slapeloze, het is toch eigenlijk ons
kleingeloof. En als we daar op ons bed
maar liggen te woelen, zegt de Here:
Hoe, hebt gij geen geloof Het
hoeft niet, dat ge slapeloze nachten
hebt of een door zorgen onrustige slaap.
Want de Here ondersteunt de Zijnen. U
geschiedt ook des nachts naar uw ge
loof. De gelovige zingt zijn morgenlied:
Ik lag neer en sliep; ik ontwaakte want
de Here ondersteunde mij. Ja, dan is er
wellicht nog dezelfde hopeloze positie
als gisteravond, maar de gelovige weet:
De Here, Die mg vannacht ondersteunde
is ook overdag mijn schild en wapen.
En met het zingen van het morgenlied
gaat hij de strijd in.
WEMELDINGE
Van 28 april 1967
HOOGW. LAAGW.
v.m. n.m. v.m. n.m.
Zondag 9.02 9.34 2.08 2.45
Maandag 10.19 11.05 3.29 4.11
Dinsdag 11.53 5.01 5.39
Woensdag 0.37 1.14 6.22 6.52
Donderdag 1.43 2.13 7.24 7.43
Vrijdag 2.33 2.58 8.09 8.24
Zaterdag 3.12 3.34 8.45 8.59