Meer inspanning LANDBOUW IN EEN HONGERENDE WERELD oo BAAYENS WEMELDINGE KRUININGEN HANSWEERT RILLAND-BATH KRABBENDIJKE K APELLE-BIEZELIN GE Land- en Tuinbouw door minder fiscale progressie De speciaalzaak voor Uw BRIL Gevonden voorwerpen. Gebonden een muts. Inlichtingen ter gemeentesecretarie van Wemeldinge. Coqp. Boerenleenbank. Bij de Coöp. Boerenleenbank alhier werd in de maand juli aan spaargelden ge%ig>rt tot een bedrag van 197.024,63 en-> terugbetaald tot een bedrag van 90.359,70. Het saldo aan het eind der maand bedroeg 4.355.805,69. Er wer- dej^in de maand juli 13 nieuwe boekjes uitgereikt. Rijkspostspaarbank. Bij de Rijkspostspaarbank kantoor Wemeldinge werd in de maand juli aan spaargelden gestort tot een bedrag van 30.114,21 en terugbetaald tot een be drag van 20.135,76. Er werden in deze maand drie nieuwe boekjes uitgereikt. Ernstig ongeval. Dinsdagavond vond op de oprit aan denoBonzijweg alhier een aanrijding plaats tussen een wielrgder en een be stelwagen. De bestelwagen, die bestuurd werd door dhr. H. P. Damper, reed in de richting Bonzijbrug toen twee jon gens, één van twaalf en één van tien jaar, de oprit afreden. De tienjarige J. C. Alderliesten, afkomstig uit 's-Gra- venhage, die te Wemeldinge logeerde, raakte de macht over zijn stuur kwijt en reed op de bestelauto. Met een sche- delbasisfraktuur werd hij per ambulance naar een ziekenhuis in Goes vervoerd. Dr. A. J. Eekhardt verleende de eerste hulp. De toestand waarin de patient vereert, is heel ernstig. Spaarbank. Bij de spaarbank van de Coöp. Boe renleenbank „Kruiningen" werd in de maand juli ingelegd 194.423,96 uitbetaald 200.852,69 meer terugbetaald 6.428,73 Het saldo aan het eind van de maand bedroeg 10.589.041,72. Er werden in dezelfde periode 11 nieuwe boekjes uit gegeven. Wandelsport. Donderdag 1 augustus hield de wan delvereniging „Kruiningen" in het Dorpshuis „Luctor et Emergo" te Ril- land-Bath een contactavond met de bur gerij van Rilland en omstreken. De be doeling hiervan was, de tijdens de ge houden wandeltochten op Hemelvaarts dag en Avondvierdaagse gelegde con tacten te verstevigen of uit te breiden. De opkomst was zeer bevredigend. Na mens de kring West-Brabant en Zee land K.N.B.v.L.O. was aanwezig dhr. J. A. Lans, welke een aanbevelingswoord spï&k?; hetgeen mede aanleiding was dat een 9-tal nieuwe leden toetraden. Sedert Hemelvaartsdag zijn 21 leden geworven, zodat de vereniging nu ruim 70 leden telt. Op deze contactavond werd tevens het programma bekend gemaakt van de tochten waaraan door de vereniging zal worden deelgenomen in dit verdere sei zoen, o.a. te Vlissingen, Halsteren, Ba- rendsecht, Renkum, Oudenbosch en Bre da of Vlissingen (z.g. Sint-Nicolaas- wandel tocht). Het verkeer. Donderdagmorgen 9.20 uur deed zich op de oostelijke afrit van de brug over het kanaal een kettingbotsing voor waardoor de betrokken drie auto's aan zienlijke schade opliepen. De oorzaak hiervan was dat door één der automo bilisten moest worden afgeremd, ten einde de afrit naar de kanaalweg in te slaan. De twee volgende auto's zagen deze manoeuvre te laat, waardoor ze op elkaar botsten. Vrijdag 10.30 uur had op de krui sing RijkswegStationsweg een aanrij ding plaats tussen de bromfietser W. R. met duopassagier uit Hulst en de per sonenauto bestuurd door W. K. uit Waarde. De duopassagier liep hierbg enkele kneuzingen en schaafwonden op. De materiële schade was ook hier aan zienlijk. Maandag is te 15.30 uur op de Rijks weg nabij de Zanddijk tengevolge van snijden de auto bestuurd door J. Th. K. uit Dordrecht deerlijk gehavend door een personenauto bestuurd door H. I. B. uit Nanterre (Fr.). Gevonden en verloren voorwerpen. Gevonden een plastic regenjas, een meerdelige bamboe hengel, een wieldop sleutel van vrachtauto, een plastic re genjas in blauw etui en een blauwe overall. Als verloren aangegeven: Een doublé nerenpolshorloge met zwarte wijzer plaat, een rechterlaars, een lipssleutel- tje en een rijbewijs A, B, C, D, E ten name van H. I. Openneer te Hansweert. Inlichtingen over gevonden en ver loren voorwerpen worden verstrekt door de Rijkspolitie, Burgem. Vogelaarstraat, tel. 275. De postduiven. Met 219 jonge duiven werd door de P.V. „De Vrijheidsduif" alhier deelgeno men aan een wedvlucht vanuit Noyon, afstand 220 km. De prijzen werden als volgt verdiend: 1 en 40 H. van Koeve- ringe; 2, 7, 26 en 41 Schrier-Neve; 3 en 23 C. van Koeveringe; 4 en 24 J. Voois; 5, 17 en 32 A. Boone; 6 en 21 W. van Velzen; 8,. 9 en 28 G. de Bruine; 10, 15 en 27. C. C. van Paasschen; 11, 13, 31, 36 en' ^8 J. Oele Jzn.; J2 H. C. Poley; 14, 30 en 46 Steenpoorte-Buijze16, 37 en 38 J. Waverijn; 18, 39, 49 en 53 K. Tjarks; 19 M. Stroosngder; 20 M. J. Kole; 22 M. Blok; 25 en 55 J. Wisse; 29 en 52 P. Willeboer; 33 en 44 J. Krom- been; 34 en 51 A. Kole; 35 Jac. Stroo snijder; 42, 43 en 47 P. A. Kakebeeke; 45 en 54 Joh. Meijer; 50 A. Stroosnij der. Scheepvaartbeweging. In de maand juli j.l. passeerden er door het kanaal door Zuid-Beveland 8.256 schepen van 4.479.601 ton. Hier van waren 5.378 schepen van 3.105.005 ton geladen en 2.878 schepen van 1.374.596 ton waren ledig. De geladen schepen bestonden uit 4.981 motorsche pen van 2.564.493 ton, 389 sleepschepen van 538.477 ton en 8 coasters van 2.035 ton. De ledige schepen bestonden uit 2.050 motorschepen van 1.128.128 ton, 188 sleepschepen van 228.600 ton en 20 coasters van 6.155 ton. Verder pas seerden er 615 sleepboten welke een ge zamenlijke inhoud hadden van 11.606 ton. Tot de rijnvaart behoorden 973 ge laden motorschepen van 606.159 ton, 161 geladen sleepschepen van 234.337 ton, tevens 184 ledige motorschepen van 165.257 ton en 32 ledige sleepschepen van 40.961 ton, alle van België. Even eens tot de rijnvaart behoorden 737 ge laden motorschepen van 542.560 ton, 103 geladen sleepschepen van 142.568 ton; tevens 74 ledige motorschepen van 44.692 ton en 2 ledige sleepschepen van 2.112 ton, alle naar België. In nationali teiten waren de schepen verdeeld als volgt: 4.900 Nederlandse, 2.284 Belgi sche, 415 Duitse, 316 Franse, 331 Zwit serse, 1 Luxemburgs, 4 Oostenrijkse, 2 Noorse en 3 Poolse. Deze maand kan ongetwijfeld een „recordmaand" ge noemd worden. In enkele jaren passeer den er niet zoveel schepen als in de maand juli. Er passeerden 622 schepen meer dan in de maand juni. Per dag was dit gemiddeld 266 (maand juni 254) Benoeming wijkverpleegster. Het bestuur van het „Groene Kruis" heeft met ingang van 1 augustus j.l. benoemd tot wijkverpleegster mej. L. Schoe te Oostkapelle. Ronde van Rilland. Op zaterdag 24 augustus a.s. zal hier de jaarlijkse wielerronde worden gehou den. Gouden huwelijksfeest. Op donderdag 1 augustus herdacht het echtpaar Raaymakers-Neve haar gouden huwelijksfeest onder grote be langstelling. In het parochiegebouw „De Ark" ontving het gouden echtpaar hun gasten, die in groten getale hun geluk wensen kwamen aanbidden. Het jubi lerende echtpaar geniet nog een goede gezondheid. Tanker in moeilijkheden. Donderdagmiddag raakte de Noorse tanker „Primero" (13.000 ton) op de Westerschelde in moeilijkheden in het Nauw van Bath. Het schip was uit zijn roer gelopen en dreigde aan de grond te raken. De sleepboot „Alcor" van de firma v. d. Akker uit Vlissingen, die bezig was met de berging van de „Al berto" was spoedig aanwezig en kon een ongeluk voorkomen. Hij bracht het schip naar de Schaar van Noord, waar het ten anker ging. Later is het schip naar Antwerpen gesleept. Beroep aangenomen. Kandidaat D. Sloot te Amsterdam heeft het beroep naar de Geref. Kerk alhier aangenomen. Muzikale rondgang. Maandagavond maakte het muziek gezelschap „Rillandia" een muzikale omgang door het dorp, nadat eerst voor het gemeentehuis het Wilhelmus werd gespeeld. Zulks ter gelegenheid van de verjaardag van Prinses Irene. Grondverkoop. Maandagmiddag werd in „De Koop handel" een perceel grond, groot 1.05.60 ha, beplant met boomgaard, door nota ris Van Dissel te Goes openbaar ver kocht. Deze grond was afkomstig uit de nalatenschap van mevr M. de Goffau. De hoogste inschrijver, die ook koper werd, was dhr. A. Hollestelle te Yer- seke voor een bedrag van 18.889, Geslaagd. Voor het eindexamen UTS, afdeling bouwkunde, slaagde te Vlissingen dhr. J. J. van Willigen Jzn. Voor het praktijkexamen boekhouden van de Nederlandse Associatie slaagde dhr. J. P. van Willigen. Gevonden voorwerpen. Bij het groepsbureau van de rijkspo litie te Kapelle zijn inlichtingen te ver krijgen over de volgende gevonden voor werpen: Een kinderring, een autosleu tel, een alpinomuts, een kinderjas, een set sleutels in etui, een portemonnaie met inhoud, een damesvalhelm en eeru vulpen. Beroepen. De Geref. Kerk te Kapelle heeft in de ontstane vakature van Ds. J. van der Leek een beroep uitgebracht op Ds. E. C. Kim te Reitsum (Fr.). Zoals bekend is Ds. v. d. Leek met emeritaat gegaan, in welke hoedanigheid hg per 1 augus tus j.l. is benoemd tot geestelgk ver zorger van de bejaardentehuizen te Hengelo. Aanstelling concierge. Tot concierge-schoonhouder van de sportaccomodatie te Kapelle heeft het gemeentebestuur aangesteld dhr. J. W. van Dalen te Biezelinge. Rijkspostspaarbank. Bij het kantoor van de rijkspostspaar bank te Kapelle zijn over juli 204 in leggingen gedaan tot een totaal van 26.927,60. Het aantal terugbetalingen bedroeg veertig tot een bedrag van 19.957,28. Er konden 3 nieuwe reke ninghouders worden ingeschreven. Wedvluchten. De postduivenhoudersvereniging nam deel aan drie wedvluchten, waarvan de uitslagen zijn: Jonge duiven, Tergnier, afstand 207 km: 1, 4, 5 en 13 P. I. Butler; 2 en 8 Jac. Schrier; 3 P. M. Kuijper; 6 en 9 B. Ridderhof; 7 en 12 F. Janssens; 10 M. P. van Öëffelen; 11 M. Bruijnooge; 14 M. Nijssen; 15 A. J. L. Luteijn. Oude duiven Tergnier: 1 B. Ridder hof; 2 Van Driel en Heijstek; 3, 4 en 6 P. I. Butler; 5 J. H. C. Poley; 7 J. J. IRidderhof; 8 N. M. 'Anthonisse. Dax, afstand 943 km: 1 M. Bruijn ooge; 2 J. H. C. Poley. DE VERZORGING VAN GRASVELDEN Bij het met een trekker rijden over weilanden kunnen beschadigingen op treden aan de grasmat. Met het beken de Nylabour-profiel zullen de indrukken een klein nadeel geven, terwijl met ge wone O.C.-profielen snel een slip zal ont staan en daardoor een uitrukken van het gras. Dit laatste is nog erger als het indrukken. Als men dus op de weilanden maar zorgt dat er geen slip optreedt, dan zullen zich hier geen problemen voor doen. Erger wordt het als we komen op de fijnere velden. Gazons, golfvelden, ho ckeyvelden en andere sportvelden. Hier is ook een regelmatig onderhoud nood zakelijk, terwijl dommige helemaal zon der indrukken moeten blijven. In En geland neemt men hiervoor trekker achterbanden met een bijna normaal wegprofiel. Dit gaat al veel beter als een trekkerband-profiel; alleen wanneer het nat is ontstaat nog snel slip, in drukken in de mat is echter uitgesloten. Een bekend Nederlands Loopvlakver- nieuwingsbedrijf ziet nu kans om op bestaande trekkerbanden een heel spe ciaal profiel aan te brengen. Dit profiel doet het nog beter als het genoemde profiel in Engeland. De Ned. Sport Federatie was vol lof over dit profiel, daar men nu ook geen slip meer heeft als het wat natter is. Een ieder die met verzorging van gras velden te maken heeft kan nu op een eenvoudige manier deze profielen op z'n banden laten aanbrengen. De naam van dit profiel is „Knobby-profiel". Als extra bijkomstigheid geldt dat de „Knobby-profiel" heel prettig op de weg rijdt en dat de slijtage zeer gering is door z'n groter draagvlak op de weg. Mogen wij ditmaal cijfers overslaan? U hebt ze waarschijnlijk vaak genoeg gelezen. Bovendien weet u, dat m lan den als India, China enz. alsmede in grote delen van Afrika en Zuid-Amerika de statistiek niet zo ver ontwikkeld is als bij ons. Alle cijfers over de mensen die honger lijden, die net genoeg krijgen of die ruimschoots over voedsel beschik ken zijn dus maar schattingen. Dat neemt natuurlijk niet weg, dat een zeer groot deel der mensheid hon ger lijdt. Misschien zijn we er niet "al te ver naast, als wij stellen, dat een derde eerder te veel eet dan te weinig, een derde het wat krap heeft en dat een derde beslist te kort komt. Bij „tekort" kan dan gedacht worden aan het to tale aantal calorieën per dag, doch ook aan eenzijdige voeding, met name tekor ten aan dierlijke eiwitten, vitaminen en mineralen. Als wij dat doen lijdt zeker wel een derde der mensheid gebrek. Zeer grote tegenstellingen. Er bestaat niet alleen een zeer grote tegenstelling tussen wat de dorpsbewo ner van b.v. India heeft en wat de „ge middelde" Europeaan of Amerikaan be zit, verdient of eet, maar ook tussen hun produktie-omstandigheden. Want dit is het benauwende van het wereld- voedselvraagstuk: in de hoog ontwik kelde landen, moet de produktie vaak op allerlei wijze afgeremd, soms zelfs vernietigd worden, terwijl men in de gebrekslanden maar niet kan komen tot voldoende eigen produktie of voldoende betaalmiddelen. Het wereldveedselpropgramma van de Verenigde Naties en alle charitatie ve hulpakties tezamen kurinen maar een heel klein deel vair de noöd lenigen. En er is nog geen kijk op, dat hier in de komende jaren iets gaat veranderen. Het vraagstuk is daarvoor veel te groot. Kern van het vraagstuk. De kern van het vraagstuk is niet de vruchtbaarheid der aarde, het vermo gen tot produceren van landbouw of landbouwers of de opslag, het vervoer enz. Wij lezen wel eens sombere voor spellingen over de grote bevolkings aanwas op aarde en de mogelijkheid om al die vele miljoenen te voeden. Nu onthouden wij óns van speculaties omtrent de toestand, zoals die b.v. over een eeuw zou kunnen zijn. Wanneer iemand beweert, dat de groei van de wereldbevolking zo snel kan gaan, dat de voedselproduktie daar op de duur niet tegen op kan, dan laten wij die me ning voor wat ze is. Wat wij echter wèl kunnen is: de toe stand van het ogenblik beoordelen. En dan kan niet anders gezegd worden dan dat ontzaglijk grote produktiemogelijk- heden onbenut blijven. Zolang dit het geval is, laten wij die andere dingen liever rusten. De landbouw wil produceren. Voortbrengen van voedsel zit boer en tuinder eenvoudig in het bloed. Zo is het b.v. ten enenmale onvoorstelbaar welke hoeveelheden koren de U.S.A. zou kunnen voortbr engen, als men zich wer- kelgk daarvoor inspande. Zou dat, in mindere mate, ook niet gelden voor het nog grotere Rusland? Ir. Frankrijk kunnen vrij gemakkelijk 100.000 ha goede graanlanden worden C/ntgonnen. Over de mogelijkheden in andere landen kunnen eveneens fantas tische cijfers getoond worden. Maar blij ven wij in eigen land, dan weten wij, dat b.v. de produktie van „veredelings- produkten" (vlees, eieren, melk, zuivel, enz.) bijna onbeperkt kan zijn. Iedere boer en tuinder valt u bij, als u zegt, dat er ontzaglijk veel méér geprodu ceerd kon worden... als men dat maar lonend maakte. Maar wij kunnen onze pluimvee- en varkensstapel niet onbe perkt uitbreiden zonder de markt ge heel te bederven, de melkovervloed baart steeds weer zorgen en als de tuinbouw zijn areaal te buiten gaat is het met de prijzen meteen mis. Kortom: het wereldvoedselvraagstuk is op de eerste plaats een politiek-eco- nomisch vraagstuk. Doen wij dan wel genoeg? Op 't ogenblik kunnen wij maar tw*ee dingen doen. Allereerst kunnen wij trachteö .te bereiken, dat onze nationale bijdraga aan het Wereldvoedselprogram ma grqter wordt. Op de tweede plaats kunnen-'wij aandringen op een politiek, die er op is gericht, dat de gebreks landen *op nqg groter© schaal worden re verbetering van de levensstandaard tóch weer resulteert in 10 miljoen men sen per jaar meer, die gevoed moeten worden Mogen de grote, bewoonbare gebieden in Australië voor gekletirde volkeren gesloten blijven Mogen Ca nada en Amerika de immigratie van hongerende, gekleurde mensen wel te genhouden? Doet de vrije wereld wel ernstige pogingen om de economische impasse in haar ontwikkelings- en hulp programma te overwinnen? Doen wij zelf wel genoeg? Wat zijn de gevolgen als wij nog lang in gebreke blijven? Eén ding staat o.i. wel vast. Willen wij het hongervraagstuk werkelijk na der tot zijn oplossing brengen, dan zul len wij (en de gehele vrijb wereld met ons) meer, veel meer moeten doen op wereldniveau. Hulp op werkelijk grote schaal zal eerst mogelgk zijn, als wij bereid zijn zeer grote offers te bren gen, d.w.z. dat wij de lasten voor elk vrij land eerlijk vaststellen en verdelen. Tot dusver heeft men alleen gevraagd om een bijdrage. Men zit nog in het stadium van de bedeling en de armen- hulp. Het is te hopen, dat dit stadium spoedig wordt overwonnen. Niet omdat wij er uiteindelijk zoveel beter van zul len worden, maar omdat zedelijke en godsdienstige redenen hiertoe dwingen. (Nadruk verboden) geholpen. De grootte van onze bijdrage moet natuurlijk afgestemd zijn op ons economisch vermogen. Tevens moeten wij er op toezien, dat ons geld en ons goed werkelijk terec&t komt bij de men sen die ze het meest nodig hebben. He laas mankeert daar nog wel eens wat aan. Nu punt twee, de economische poli tiek dus. Zoals men weet is er in Euro pa een grote groep, met name in Frank rijk, die de E.E.G. het liefst geheel autarkisch zou houden. Dat wil zeggen, dat die gemeenschap haar produktie vooral afstemt op de eigen behoefte. Wil men dan niet uitvoeren? O zeker, hoe meer hoe liever. Maar de inter nationale handelspolitiek houdt in, dat een bepaald land (b.v. Amerika) dan slechts goederen van ons toelaat, als het zélf bij ons wat anders mag in voeren. Om maar een voorbeeld te noe men: wanneer de E.E.G. pluimveehou- derijprodukten beschermt door hoge hef fingen te eisen voor invoer uit Ameri ka, da,n dreigt dtt.land in felle woorden onze industriële uitvoer aan banden te leggen. Nu kunnen wij daarop antwoorden, door óók voor overige produkten (b.v. broodgraan) de eigen produktie zodanig te verhogen, dat ook dódrvan niets meer uit Amerika behoeft te komen. Dat is de richting waarin de E.E.G. thans gaat. Het voordeel is, dat thans tal van pro dukten lonend aan de markt kunnen worden gebracht, met name inlandse granen, doch het bezwaar is, dat op de duur de handel daardoor wordt verlamd. Is dit de juiste koers? Nu kan de E.E.G. de produktie wel zó regelen, dat de zes leden de eigen behoeften grotendeels dekken. Wat over is kan dan nog altijd worden uitgevoerd naar landen waarmee wij geen grote handelsconflicteii hebben of men kan het op de wereldmarkt kwijt, doch dan meestal tegen zeer lage prijzen. Op zich zelf behoeft een zodanige politiek niet in het nadeel van de boeren en tuinders uit te vallen. De grote vraag is ech ter, of zij past in het kader van een hongerende wereld. De voorstanders menen van wel. Zij zeggen, dat de produktie altijd uitge breid kan worden zodra lonende afzet in de gebrekslanden mogelijk wordt. Zij zien over het hoofd dat handelsbelem meringen, zelfs intercontinentale, altijd tot gevolg hebben, dat de produktie zich niet concentreert op de plaats waar dat economisch het beste zou zijn. De tegenstanders vinden die politiek immoreel. Zij zeggen, dat zij er op neer komt, dat het rijke westen zijn schuren gesloten houdt voor de rest van de we reld en slechts aalijnoezen geeft. Met aalmoezen kweekt - men geen goodwill, wèl haat. Wat dan? Zonder het laatste woord over deze kwestie te willen zeggen zullen wij nu nog het standpunt van land- mi tuin bouw duidelijker maken. Wanneer wij stellen, dat deze best bereid is tot pro duktie op zeer grote schaal, dan kan door geen van beide partijen ontkend worden, dat aanstonds maatregelen no dig zijn om deze^sterk vergrote pro duktie lonend te maken. En dit is nu juist het zwakke punt in onze hulp aan de gebrekslanden. Niemand kan met een eerlijk gewe ten zeggen, dat de rijke landen (landen met een grote en op korte termijn in- schakelbare produktiecapaciteit) zich er ernstig op voorbereiden hun vele voed sel weg te geven. De gebrekslanden zul len eerst tot ontwikkeling gebracht moeten worden, zodat zij een tegenpres tatie kunnen leveren. Ten dele is dit juist. De gedeeltelijke onjuistheid zit hierin, dat er méér gedaan kon worden dan men nu doet en zelfs dan men van plan is te gaan doen. Eerst orde op zaken. Zeker moeten de gebrekslanden leren orde op zaken te stellen. Zij zullen moe ten leren zélf voedsel voort te brengen waar dat kan. Zij zullen zelfs een grote, industriële (en soms zelfs sociale en politieke) ontwikkeling moeten doorma ken aleer zij als handelspartner kun nen optreden enf*tot grote invoer in staat zijn. Met deze schets in, heel grote trekken hebben wij getracht de aard van het hongervraagstuk te schetsen. U ziet, dat er zeer veel mee samenhangt. Vele vraagtekens blijven staan. Kan een land a)| Indijk wel geholpen worden <^s ied^ Een nieuwe bewindsman beheert thans de portefeuille van financiën. Be tekent de komst van een liberaal op deze post een directe koerswijziging in de Nederlandse belastingpolitiek Wij zien de toekomst belangstellend tege moet. Het belastingstelsel dat een groot deel van ons volk thans plaagt, is ge bouwd op het draagkrachtbeginsel. Hier bij gaat men er van uit dat het inko men tot het bestaansminimum niet in de belastingheffing dient te worden be trokken en dat er daarna een progres sie in de heffing dient te bestaan. Men noemt dit beginsel wel economisch, om dat het gebouwd is op de gedachte van het afnemend nut. Elke vergroting van een bestaand inkomen heeft voor de ge nieter een geringer waarde dan het daaraan voorafgaande inkomensgedeel te. Nu is die gedachte van het afnemend nut beslist niet meer modem en zij heeft zeker minder of een sterk ver traagde betekenis gekregen in een hoog ontwikkelde maatschappij als de onze met een zo sterk verbrede schaal van behoeftebevredigingsmogelijkheden. In wezen is het wezen van deze ge dachte niet economisch, maar sociaal. Dit blijkt al uit het uitsluiten van het minimum-inkomen. Het n^nimum-inko- men in een hoog ontwikkelde gemeen schap zal ook veel hoger liggen dan in een primitieve maatschappij, terwijl daaruit voortvloeiend de curve van het afnemend nut des te flauwer begint te dalen naarmate de behoeften en de kansen tot bevrediging van die behoef ten toenemen. Wat is één gulden waard? Er is ook een afnemend nut niet al leen voor de belastingbetaler, maar ook voor de belastinginner i.e. de staat. Het nut van de laatstbetaalde gulden aan inkomstenbelasting is voor het individu altijd groter dan het nut van diezelfde gulden als ontvangst in de staatskas. Als wij economisch willen redeneren moet ook die zijde in de beschouwing worden betrokken. Er is dus nogal iets te berde te brengen tegen de economi sche zaligheid van het draagkracht beginsel dat o.i. louter uit sociale mo tieven wordt gehanteerd en als een doel matig hanteerbare theorie, ook al gaat zij niet geheel op. Er is een'toenemend verzet in Neder land tegen de progressie in de heffing van inkomstenbelasting en loonbelas ting, vooral omdat de progressie veel te steil verloopt en een druk legt "met name op de middengroepen van ons volk. Dat overdrijven van de progressie is zeer begrijpelijk want als men een beginsel hanteert dat niet zuiver werkt moet men tot een onrechtvaardige hef fing geraken. Algemeen wordt erkend, dat de pro gressie in onze inkomsten- en loonbelas ting onjuist is vooral voor de inko menscategorieën van 10.000,tot 30.000,Alle belangrijke partgen, in clusief de socialisten zijn nu bereid een vermindering van de progressie na te streven. Andere wegen nodig. Zelfs onze vorige minister van finan ciën veroordeelde zelf het systeem waarmee hij werkte. Er werd alleen in de praktijk niets gedaan omdat men de inkomsten niet kan missen. Dit nu is bepaald onzedelijk. De doelmatigheid wordt boven de rechtvaardigheid ver heven en men verwacht dan ook nog dat een volk instemmend knikken zal. Minister Zijlstra heeft betoogd dat de groei van ons nationale inkomen kan voortgaan met ongeveer 4 per jaar. De stijgiging van de belastinginkomsten voor het rijk daaruit voortvloeiend zou ca. 500 miljoen per jaar be dragen, waarvan 100 miljoen bestaat uit een voortschrijdende progressie. Bij een stijgend nationaal inkomen zal de omvang van de staatstaak ook toe nemen, maar door te zorgen dat die toeneming geringer is dan de groei aan belastinggelden toelaat, zou er per jaar een ruimte komen van 250 miljoen voor belastingverlaging. Het is echter ook mogelijk dat die 250 miljoen wordt aangewend voor grotere staatsuitgaven, op welk terrein ook. Waarom zo veel gevergd? Het hoge peil van de belastingheffing werd tot op heden gehandhaafd om een herverdeling van het nationaal inkomen te bewerkstelligen, dei(- stafttsuitga-

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1963 | | pagina 2