Moeder Baby-huidje fJk NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND oveRöenkinq bij kankerbestrijding TBABYDERMS°UeEDERZALF iWATERSTANDEN, 28STE JAARGANG No. 7 13 JULI 1962 J. A. WESTSTRATE - MIDDELBURG UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „DE SCHELDEBODE" Verschijnt des vrijdags DRUK Fa. F. VAN DER PEYL KRUXNINGEN J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN modes JLcUhfyS do. SÜiClClL J. Kole - Yerseke Tel. 372 REDACTEUR: ROUAANSE KAAI 21 - TELEF. (01180) 2453 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling 1,25 per kwartaal Franco per post 2,50 per halfjaar ADMINISTRATIE MARKT 19 - TELEF. (01130) 381 - GIRO 28425 Advertentieprijs 1-25 mm 3,verder 12 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur De moeder van Sisera keek uit door het venster en schreeuwde door: de traliën: Waarom ver toeft zijn wagen te komen, waarom blijven de gangen zij ner wagenen achter? Richt. 5 28 Rondom ons klinken de waaroms. Vele van die waaroms zijn uit twijfel en angst geboren en tonen ons het mensen leven dat niets dan deze wereld heeft en kent, in al zijn schrille armoede. De vijanden des Heren zijn omgekomen. Het gerucht daarvan is echter nog niet doorgedrongen tot Sisera's paleis te Ha- roseth, waar zijn moeder, omgeven door haar staatsvrouwen en hofdames wacht. Reeds menigmaal is zij haar grote zoon in haar gedachten gevolgd, als hij uit trok met zijn legerscharen. Vele malen reeds keerde hij met roem terug, en mocht zijn moeder delen in de glorie, die haar zoon omstraalde. Ook nu zou hij weerkomen met buit beladen, en zijn moeder wacht hem. Maar 't wachten duurt ditmaal lang. De uren vervliegen en het gerucht van zijn wagen wordt niet gehoord. Het blijft daarbuiten zo angstig stil. Sisera's moeder wordt on rustig. Ze loopt naar het getraliede venster en tuurt de heirweg af, maar hoe lang ze ook staat en wacht, geen stofwolk verkondigt de nadering van de overwinnende legers. En hoe de hof dames haar trachten gerust te stellen... Sisera komt niet terug! Tenslotte kan zij het niet langer uithouden; ze dringt haar gelaat tussen de traliën en ze schreeuwt in vertwijfeling: Waarom? Waarom? Waarom vertoeft zijn wagen te komen, waarom blijven de gangen zijner wagens achter? Arme mens, die niet meer dan deze wereld heeft. Arme moeder, die alleen haar zoon heeft en voor wie in die zoon al haar geluk ligt. Als hij wegvalt is haar leven gebroken en is daar geen troost, want de waaroms worden niet beantwoord en het blijft stikdonkere nacht. Maar zalig hij die te midden van alle storm en duisternis de hand zijns Va ders ziet, die alle dingen bestuurt en die troost het hart dat schreiend tot Hem zucht, en ongeveinsd in 't midden der ellenden, zich tot Gods troon met zijn gebeê blijft wenden. Waar alles weg valt en alle aardse steunsel breekt, blijft Hij. En dus is er troost. Geen akelig „waarom?" verscheurt dan het hart, maar het betraande oog zoekt en ziet de Vader. (Uit een Dagboek) 'I voor de elegante vrouw Grote Markt 12 Bergen op Zoom Een dezer dagen organiseerde de We tenschappelijke Raad van de Landelijke Organisatie voor de Kankerbestrijding in het ziekenhuis Dijkzigt te Rotter dam een Symposion, waar een viertal sprekers uit binnen- en buitenland we tenschappelijke voordrachten hield over de toepassing van chemische stoffen (chemotherapeutica) bij de kankerbe strijding. Van Engelse en Nederlandse zijde werd voornamelijk de theoretische kant van dit onderwerp aangesneden, terwijl de Amerikaanse deskundige de klinische zijde belichtte. Uit deze voordrachten is wel duidelijk komen vast te staan, dat tot nu toe in enkele gevallen inderdaad resulaten zijn bereikt. Wel dient daarbij uitdrukkelijk te worden aangetekend, dat de toediening van deze middelen in feite nog in het experimentele stadium verkeert. Bo vendien zij voorts nadrukkelijk gesteld, dat hier alleen sprake is van een hulp middel in dienst van de kankerbestrij ding en zeker niet van een algemeen en alleszins bevredigend geneesmiddel. In 1958 werden door een Amerikaan se groep van onderzoekers ongeveer 40.000 chemotherapeutica bij meer dan een miljoen proefdieren beproefd, waar van slechts enkele honderden prepara ten enig positief resultaat hebben op geleverd. Van deze werden slechts een veertigtal voor toediening aan mensen geschikt bevonden. Wat wordt nu met de toediening van deze middelen, waarmede de weten schappelijke wereld zich thans zo druk bezighoudt, precies beoogd? Om dit in algemeen begrijpelijke ter men te kunnen verklaren, dient eerst, zeer in het kort, iets over de normale en abnormale celgroei te worden vermeld. Het menselijk lichaam is opgebouwd uit ontelbare cellen, die voorzover daar voor de instandhouding van het lichaam behoefte aan is, steeds worden ver nieuwd. Dit is een proces van voort gaande celdeling. In normale gevallen gehoorzaamt deze celgroei aan bepaal de wetten, waardoor een evenwicht tus sen afbraak en aanmaak van cellen be staat. Plotseling, vaak zonder aanwijsbare oorzaak, kan nu dit evenwicht worden verstoord door cellen, die op een on geordende en ongeremde wijze groeien. Zij gelijken weliswaar min of meer op normale cellen, maar zij vermenigvul digen zich ten koste van het omringen de weefsel. Deze ongeremde celgroei noemt men tumoren (gezwellen), die in twee groepen kunnen worden onder scheiden, n.l. goedaardige en kwaadaar dige gezwellen. In dit laatste geval spreekt men dan van kanker, een verzamelnaam dus voor kwaadaardige tumoren. Om deze gezwellen te bestrijden ston den tot voor kort twee wegen open: operatie en bestraling. Bestraling kan in bepaalde gevallen remmend werken op die ongeordende celgroei. De schadelijke cellen worden daarbij vernietigd, waarbij het omrin gende, gezonde weefsel niet of nauwe lijks wordt aangetast. Naar een zelfde vernietigende wer king door chemische middelen wordt thans naarstig gestreefd. Een van de paden, waarlangs men probeert te gaan, is bepaalde stoffen toe te dienen, die door bepaalde kanker cellen worden opgenomen, waarbij in een bepaalde fase van de stofwisseling van deze cellen de verdere groei on mogelijk wordt gemaakt. Een van de problemen is echter, dat gezwellen, die opgebouwd zijn uit voor een bepaald middel gevoelige cellen, na een zekere tijd ongevoelig blijken te zijn voor dat middel. Een ander groot probleem bij de toe passing van chemotherapeutica is, dat zij tot nog toe niet specifiek de gezwel cellen aantasten, maar ook op andere, sneldelende cellen in ons lichaam hun werking uitoefenen. Zulke sneldelende cellen zijn bijvoorbeeld de cellen in het beenmerg, die de witte bloedlichaampjes vormen. Aangezien de witte bloedlichaampjes onmisbaar zijn voor onze afweer tegen bacteriële ziekten, is het van groot be lang, dat men chemotherapeutica ont wikkelt, die wél de tumorcellen, doch niet of in mindere mate het normale beenmerg aangrijpen. Het spreekt van zelf, dat de ontwikkeling van dergelijke chemische stoffen nog veel chemisch onderzoek vereist. Overigens zijn dergelijke, remmend op de celgroei werkende stoffen niet nieuw. Het beruchte mosterdgas uit de eerste wereldoorlog heeft een dergelijke cel- dodende werking. Deze stikstof-verbin ding kan, in uiteraard zorgvuldig te do seren hoeveelheden, bij de mens worden ingespoten ter bestrijding van bepaalde bloedziekten en kwaadaardige gezwel len. Tenslotte zij nogmaals nadrukkelijk gesteld, dat deze chemische stoffen, zo als uit het bovenstaande hopelijk dui delijk is geworden, voorshands nog slechts hulpmiddelen zijn. Het is zeker niet zo, dat hiermede het geneesmiddel tegen kanker is gevonden. Wel kan gesproken worden van een nieuw wapen, waarvan bij de voort schrijding van de wetenschap een be langrijke vooruitgang in de strijd tegen kanker is te verwachten. „VOOR DRIE REPEN ZEG IK NIKS!" Er werd een dame in een afschauwe- lijke groene mantel voor de tafel ge leid. „Meneer de rechter", constateerde ze, „deze man is een mensenbeul en een dierenbeul". „O", zei de rechter, „vertelt u me dan maar eens wat er die dag gebeurd is". „Nou, dat is dan gauw verteld, hè. Ik klop 's morgens altijd eerst effe kleed jes..." „Bepaalt u zich tot de zaak zelf", verzocht de rechter, „dat kleedjes klop pen interesseert ons niet". „Ik denk", vervolgde de groene ge tuige, „laat ik een koppie koffie gaan drinken met de buurvrouw. Niet met die buurvrouw bij ons naast. Dat is een mens van niks. Maar de buurvrouw van de overkant. Dat is toch zo'n geschikt mens, meneer de rechter, daar heb ik toch zo'n steun an..." „Doet niet ter zake", onderbrak de rechter haar weer", „stak u uw hoofd buiten het raam?" „Dat wou ik nou 's net vertelle. Ik denk, laan ik de buurvrouw effe roepe. Schuif ik 'traam op. Maar weet ik dat die kerel een bot an mijn raam heb ge- bonde! Wordt me die hond kwaad, die op het bot legt te kauwe, en springt ie zo naar bove, ze bot achterna! Mens, mens, wat 'n schrik! Zien ik me daar die grote kop van dat beest aankom- me, gaan ik haastig achteruit met me hoofd... Bom, zo tegen de onderkant van 't raam op. Wel veertien dagen heb ik d'r hoofdpijn van gehad!" „Juist, ja..." bleef de rechter ernstig. „En u beschuldigt de verdachte er van dat te hebben gedaan?" „Precies, meneer de rechter. Zo is 't en niet anders. Met voorbedachte rade. Want elke morge op dezelfde tijd, dan roep ik: oehoe, buurvrouw! uit dat raam. En deze persoon, as de buurman van ons naast zijnde, weet dat". „Ik weet niks, edelachtbare, ik weet nergens van. Laat mijn getuige spre ken. D'r eigen zoontje heb 't gedaan!" riep nu de verdachte. „Mijn zoontje! Ha, ha!", lachte de da me schril, „die doet zoiets niet! U moest hem maar eens zien, meneer de rech ter. 'tls zo'n stil zoet kereltje!" „Maar de schrik van de buurt", zei de verdachte vlug. Verdere gedachtenwisseling werd af gesneden, omdat de getuige a décharge werd binnen gebracht. Hij had wat brui ne vegen om de mond. „Dag moe", zei de getuige déchar ge- „Pietje!" gilde de getuige charge. Pietje keek van de een naar de ander. „En, Pietje", begon de verdachte fle mend, „vertel nou es mooi aan de edel achtbare hier, wie of dat bot bij jullie an het raam gebonden heeft". Pietje hield zijn hand op. De ver dachte legde er drie repen chocolade in. Vol spanning keek iedereen naar de mond van het bleke jongetje. „Vijf", zei hij. „Wat zeg je?" vroeg de rechter. „Vijf", herhaalde Pietje, „voor drie repen zeg ik niks". „Ik heb er nog één", huilde de ver dachte bijna. „Pietje!" kreet de moeder weer. Verder kwam het niet, want de par ketwacht zette het hele stel de zaal uit. En het werd vrijspraak. „Aan zoiets kunnen wij onze tijd niet verknoeien", vond de rechter. WILLY H. HEITLING (Nadruk verboden) les naar de beste bronnen. Hierbij ge voegd zijn oorspronkelijke aantekenin gen, voornamelijk tot verklaring der fraaie houtgravures en van zodanige plaatsen der H.S., als welke met be trekking tot de geschiedenis, aardrijks kunde, natuurlijke historie, oudheidkun de of anderzins, toelichting vereisen, bewerkt door D. Broedelet Dz., Her vormd predikant te Durgerdam. Eerste afdeling: Amsterdam Gebroeders Diede- richs 1845 in lederen band. De betekenis van de bijbel is gering. Alleen het plaatwerk kan waarde heb ben voor iemand die hier een curiositeit in ziet. Maar de reproducties uit de 19e eeuw genieten tegenwoordig niet veel waardering meer. Een bijzondere waar de vertegenwoordigt deze prentbijbel dus niet. Loopt u echter een verzame laar van bijbels tegen het lijf, dan zal deze er mogelijk iets voor over hebben, omdat de oplaag van deze bijbel niet groot was. In de antiquariaten brengt hij weinig op. ZEEP ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", ROUAANSE KAAI 21, MIDDELBURG met bqsluiting van een postzegel van 12 cent voor doorzending van uw brief Wtf willen u met onze adviezen zo goed mogelijk van dienst zyn en geven zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. fabrieken Zevenbergen Inkomstenbelasting. C. v. d. H. stelt een paar vragen over de belasting heffing. In principe lopen de tarieven inkom stenbelasting en loonbelasting parallel. Door de combinatietabellen voor A.O.W. premie en de soc. verzekeringspremies ontstaan echter afrondingsverschillen, terwijl, en dat hakt er meer in, het ta rief voor de loonbelasting voor bijzon dere beloningen vaak aanzienlijk lager is dan de inkomstenbelasting. De in komstenbelasting wordt berekend naar het totale inkomen, onverschillig of dat normaal loon was of bijzondere belo ning. Valt men in de inkomstenbelas ting, dan betaalt men dus over b.v. zijn vakantietoelage nog wat bij. U ziet dus al direct dat het onjuist is te menen dat u over de laatste 100,een be lasting betaalt ad 86,De bewuste 200,is bovendien ook niet vrij. Nu u meer dan 200,neveninkomsten hebt, is alles belast. Hebt u minder, dan blijven zij om praktische redenen buiten beschouwing. Er zijn niet alleen maar nadelen aan verbonden, als men in de inkomstenbelasting valt. Buitengewone lasten komen dan veelal beter tot hun recht, terwijl, wanneer het loon in het jaar ongelijkmatig is verdiend, het door de inkomstenbelasting gelijkmatig wordt uitgesmeerd, wat voordelig kan z(jn, ge zien het oplopend tarief. Er zijn nog meer van dergelijke verschilpunten tus sen loonbelasting en inkomstenbelasting. De regeling is vrij grof in zijn voor- en nadelen. De wetgever heeft echter aan genomen dat door de jaren heen de ver schillen voor iedere belastingplichtige elkaar zullen compenseren. Bril in 20 stukjes. Ik ben brildra- gend. Vorige week had ik op het bedrijf waar ik werkzaam ben, het ongeluk uit te glijden, waarbij mijn bril in wel 20 stukjes viel. Wie moet dit nu betalen? Het is toch een bedrijfsongeval? aldus O. O. Wij kunnen u niet per brief antwoor den, want u geeft geen naam en adres op. Overigens kan de zaak er niets aan doen volgens de sociale wetten, want het gaat hier niet om een lichamelijk letsel. Hetzelfde zou het geval zijn als u een kunstgebit had en dit brak ten gevolge van uw val. Had u uw eigen tanden en kiezen nog, dan was het wel een verwonding. Zowel bij een bedrijfs ongeval als een gewoon ongeval gaat het om lichamelijk letsel en dat is hier niet het geval. Torren. Er lopen bij ons in de ka mer torretjes. Hoe kan ik die bestrij den en waar komen ze vandaan, vraagt mevr. E. T. De toegezonden beestjes zijn de veel voorkomende pissebedden, keldermotten of kelderzoggen. Houden zich vooral op vochtige plaatsen op. Vangen onder hal ve uitgeholde aardappels (het zijn nachtdieren). Geen afval laten liggen maar in gesloten emmers of dergelijke deponeren. Verder kunt u stuiven met DDT-stuif 5 Is giftig, dus denken om kinderen en huisdieren. Tracht voch tige plaatsen te verbeteren, daar ze een hekel hebben aan droogte. Prentbijbel. Welke is de waarde van de prentbijbel, als onderstaand be schreven? Prentbijbel bevattende al de Kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament. Volgens de Staten overzetting versierd met nagenoeg dui zend houtsneeplaten voorstellende de geschiedkundige gebeurtenissen, naar de meest beroemde schilderstukken; de landschappen, naar oorspronkelijke te keningen of naar echte plaatwerken; en de voorwerpen van natuurlijke historie, klederdrachten, zeden, oudheden, enz. al Bromelia. Mevr. Z. O. stelt een vraag betreffende haar bromelia. Dat de bloem van uw bromelia niet doorkomt zal te wijten zijn aan een of andere fout in de behandeling. Wij ge ven u hierbij de juiste behandeling van de bromelia, in de hoop dat u hieruit kunt opmaken waar de fout schuilt. Het merkwaardige van een bromelia is dat we in de bladerrozet een hoeveelheid water kunnen gieten, dat niet wegloopt, maar langzaam door de plant wordt op genomen zonder rotting te veroorzaken. In de natuur vangt deze plant het re genwater in deze koker op en in ons kli maat heeft zij speciaal in de zomer maanden daar behoefte aan, naast een geregelde begieting van de potgrond. In de winter zijn we spaarzamer met wa ter en kunnen we volstaan met alleen de aarde te gieten, als ze licht van kleur is en droog aanvoelt. Bij centrale verwarming wordt evenwel 's winters ook nog water in de koker gegoten, maar niet als ze bloeit. Tijdens groei en bloeitijd kan om de 14 dagen kunst- of natuurmest worden gegeven, maar deze vooral nooit in de koker maar op de aarde te gieten. Wat de standplaats be treft is deze bromelia erg gemakkelijk, daar ze het zowel voor een zonnig als voor een zonloos venster kan doen. In elk geval is het op warme zomerdagen voor een zonnig raam gewenst tegen middagzon te beschermen. Tegen hevige temperatuursverschillen is de plant ech ter niet goed bestand en een constante temperatuur van omstreeks 18 C is wel het meest geschikt voor haar. De bromelia is na de bloei gedoemd af te sterven, maar hier gaat nog lange tijd overheen en inmiddels is onze hoop dan weer gevestigd op de jonge scheuten aan de voet, die wanneer zij de halve hoogte van de moederplant bereikt heb ben, in voorjaar of zomer worden af genomen met een scherp mes en apart opgepot in een luchtig grondmengsel, b.v. 3 delen bladgrond, 1 deel varen wortel en 1 deel sphagnum (veenmos). Ook kan de oude plant weggesneden worden, waarna de jonge planten on gestoord doorgroeien. Te vroeg afgesne den jonge scheuten hebben geen levens vatbaarheid, daar ze dan nog geen wor teltjes bezitten. Altijd in een kleine pot zetten, daar ze anders gemakkelijk rot ten en steeds een laag potscherven op de bodem leggen. Als verpotten later nodig blijkt, dan wachten tot het voor jaar. (Dit volgens mevr. A. C. Muller- ldzerda, schrijfster van „100 kamer planten".) WEMELDINGE Van 15—21 juli 1962 Dinsdag 17 juli: Volle Maan HOOGW. LAAGW. v.m. n.m. v.m. n.m. Zondag 1.48 2.18 7.30 7.54 Maandag 2.40 3.08 8.13 8.39 Dinsdag 3.28 3.53 8.59 9.21 Woensdag 4.16 4.43 9.45 10.07 Donderdag 5.05 5.23 10.29 10.53 Vrijdag 5.45 6.05 11.11 11.43 Zaterdag 6.33 6.52 11.57 Te Hansweert 30 minuten vroeger Te Yerseke 5 minuten later

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1962 | | pagina 1