éS& NIEUWS-EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BEVELAND oveRöenkinq 'iliitcacN 0/tunlwiÊI Rodenstockbril 27STE JAARGANG No. 50 11 MEI 1962 J. A. WESTSTRATE - MIDDELBURG UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „DE SCHELDEBODE' Verschijnt des vrijdags J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN Land- en Tuinbouw Schetsen van Lindedorp met versterkt» middensector J. Kole - Yerseke Tel. 372 REDACTEUR: ROUAANSE KAAI 21 - TELEF. (01180) 2458 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling 1,25 per kwartaal Franco per post 2,50 per halfjaar DRUK Fa. F. VAN DER PEYL KRUININ GEN ADMINISTRATIE MARKT 19 - TELEF. (01130) 881 - GIRO 28425 Advertentieprijs 1-25 mm 3,verder 12 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór woensdag 12 uur Ik vermag alle dingen door Christus, die mij kracht geeft. Filip. 4 13. Hebben wij wel eens een beslissende ure in ons leven doorgemaakt? Is ons wel eens een taak op de schouders ge legd, gans onverwacht en gans onvoor bereid naar wij meenden? Een taak, waardoor onze zwakke kracht tekort schoot, en toch onmiskenbaar ons op de schouders gelegd door Hem, die ons lot heeft geweven en onze weg bestuurd? Indien wij dan opgezien hebben naar de bergen Gods, dan hebben wij kunnen er varen wat de Apostel Paulus in onze dagtekst zegt. Nietwaar, als wij dit woord aandach tig herlezen, dan voelen wij een geheim zinnige, diepe rust ons tegenkomen. Dit woord is de uiting van een ziel, die veel heeft ervaren en veel heeft geleden. Een ziel, die het weet, dat nog veel strijd en moeite haar wacht. Bij een te rugblik op het verleden, bij een blik op zichzelf erkent zij: In mij is geen kracht. Maar mijn Heiland en Ontfer- mer, die voor alles raad weet, kan Zijn kracht in mij overvloedig maken en mij de overwinning verzekeren in elke strijd. Wie zal zeggen wat ons heden wacht! Welke ongedachte arbeid, welke teleur stelling, welk leed, welke strijd met het eigen hart of met machten buiten ons. Vergeten wij dan deze levensvreug de van Gods kinderen niet: Ik vermag alle dingen door mijn Heiland, die noch moede noch mat wordt. (Uit een Dagboek) EEN NIEUWE VINDING Iedereen wil graag een liguster- of meidoornhaag die er de gehele zomer goed geknipt uitziet. Tot nu toe was regelmatig snoeien op zijn zachtst gezegd een zeer ver velend karweitje toch nog het enige middel om een mooie haag te verkrij gen. Het probleem van vele malen ligus ter- en meidoornhagen snoeien is thans opgelost; dank zij een nieuwe vinding kan dit werk tot een minimum van één tot tweemaal knippen worden beperkt. Orga-Rem is een uniek middel en houdt de opwaartse en naar buiten ge richte groei van liguster- en meidoom- hagen tegen. Men bespuit de hagen in het vroege voorjaar dus, omstreeks half april voordat de scheutgroei gaat op treden, of later in het seizoen, binnen 14 dagen an het snoeien. Ook is Orga-Rem een grasgroeirem- middel, vooral geschikt voor grasber men; spuit in april, vóór de aarontwik keling begint. Eventueel in juli herhalen; dan toe passen na het maaien zodra voldoende hergroei optreedt. Uitsluitend bermen behandelen waar een goede grasontwikkeling verwacht mag worden. Hier is een uitvinding waardoor be langrijke besparing van arbeid, tijd en geld kan worden verkregen. Iedere Een bril van topklasse Een creatie vol gratie Kwaliteitshrillen KAPELLE (Z.-B TELEFOON (01102) 223 door HENK ZWEEDIJK IX Zonder blikken of blozen kon men daar eens echt vrijbuiteren of zoals men het ook noemde „eens flink de Jan uit hangen". Het was een mooie gelegen heid om de kat eens in het donker te knijpen. Zij die bij honk bleven vermaakten zich op hun wijze met de middelen die het dorp schonk en waarmede men al vele jaren genoegen had genomen. Aan het einde van ons dorp, even buiten de kom der gemeente, waar nu het vredige kerkhof is gelegen, was toen de boomweide. Een prachtig stuk na tuurschoon, deze stille plek! Hoge, prachtige olmen en iepen ver hieven daar hoog in de lucht hun zwa re groene kruinen en het geheel was omkranst door een weelde van vrucht bare boomgaarden. Bij het warmste zo merweer was het nog koel en zoel in deze statige zuilengalerij van gekroon de stammen. Hier was een tempel van ongekorven hout, waar onze Lindedor pers met recht trots op konden zijn en het ook waren. Bijzondere feestelijkheden vonden op deze boomweide steeds plaats en op de Krusemart werden daar wedstrijden ge houden in het koningschieten door de handboogschutterij. Ook vermaakte men zich er met het minder illustere spel met de minder schone betiteling van het kattenknuppelen; een ruw vermaak, waarbij een kat erg in het nauw kwam te zitten en om het vege poesenlijf te redden, rare sprongen diende te maken. Gelukkig is dit spel sedert jaren ter ziele, terwijl het edele spel der boog schutters hier en daar weer opleeft of in ere wordt hersteld. In het dorp zelf vermaakte zich de jeugd, voor deze dag in zondagse kle ren gestoken, met van de ene snoepwin kel naar de andere te trekken, om daar de luttele snoepcenten, door vaders en moeders toegestopt of afgetroggeld, om te zetten in zuurballen, strengen drop en andere maag en tanden bedervende ingrediënten. Een kermis zonder kramen en draai molens is iets ondenkbaars en daarom was ons dorp op deze dag ook met deze versierselen getooid. Maar met een be scheidenheid die tegen de grenzen van het armoedige aanleunde. Het kermis' bedrijf bestond slechts uit zegge en schrijve: één kraam en ja... ja, hoe zal ik het aanduiden.draaimolen carous- sel Alles te veel eer en tè ver er naast en mogelijk een belediging voor wat er voor door gaat. Het was enkel een zwakke poging tot imitatie, maar toch voldoende om in de behoeften van deze dag te voldoen. Het was een mallemolentje, of zoals het in de volksmond heette, het houten bootje van Jan uit het Loopweegje. Een rammelend cavalje was het maar en de ouderen of zwaargewichtigen waagden zich niet in het wrakke geval en de directeur liet deze ook liever niet toe in zijn vermaaktempel, want geen verzekering dekte de mogelijke schade aan lijf en goederen. Hij stond daar niet alleen als schepper van vermaak en ge noegen van anderen, maar ook om zijn inkomen wat op te voeren, voor zijn vrouw en de schare van kinderen, die ook zijn neefjes waren. Jans dagelijkse stiel was landarbeider en hij droeg in zijn binnenste een hu moristische knobbel met zich mede, die hem zeer geschikt maakte tot vervul ling van zijn vreugde brengende am bacht, van één dag in een vol jaar. Voor zichzelf stelde hij geringe eisen en deze geestesgesteldheid wortelde ook in de exploitatie van zijn houten bootje, dat bestond uit een stevige paal, waar boven een draaiend rad, waaraan een zestal bakken rond konden slingeren, die met enige fantasie en op tamelijke af stand, wel voor bootjes konden gehou den worden. Aan techniek en schoonheid was wei nig aandacht geschonken. Als het geval maar niet al te veel uit het lood kwam te staan en de gang er maar in kon blijven, was aan het verlangen van di recteur en publiek ruim voldaan. De drijfkracht werd door de baas en zijn knechtjes, die hij uit het publiek vorderde, met ruk en armstoten ge leverd. Voor de jeugd was het dè at- traktie van de dag; voor de toeziende vaders en moeders, aLgstcomplexen ver wekkend, bij het aanschouwen van het schommelend houten bootgevaarte. Naast de enige draaimolen stond ook het enige kraampje, die gezamenlijk de kermis buitenshuis probeerden uit te beelden. Dat kraampje is ook wel een beschrij ven waard, zowel om de verkoper en verkoopster die er achter en de waren welke op de geschraagde planken, ten verkoop lagen uitgestald. Jantje en Antje! Wie kende in ons dorp dit aardige duo uit het Loopweegje niet? Het waren bloedeigen broer en zus ter; oude verstokte vrijgezellen. Het groeiproces had bewerkt dat zij beiden de jongelingen en maagden in ons dorp verre ondertroffen in de kleinheid van hun gestalten. De evenredigheid van hun lichaamsdelen was echter normaal te noemen, met uitzondering van de moeilijke gang die Jantje verplicht was te maken ter voortbeweging. Wat Antje te kort schoot in na denkendheid en weerstandsvermogen, ter bescherming van haar onbevangen zieltje, was haar broer Jan in ruime mate toebedeeld met een gezond weer stands- en incasseringsvermogen, tegen de aanvechtingen, die nu eenmaal de Zacheusgestalten onder de grote men sen te verduren hebben. Jan had tin telende ondeugende kleine oogjes en boven zijn gouden hemdsknopen, klokte altijd gezellig een driftig adamsappeltje. In zijn mond, achter zijn weinige kiezen rolde de onafscheidelijke tabakspruim of hij had ter afwisseling een zwart doorgerookt tabakspijpje met de kop naar beneden, tussen zijn smalle lippen hangen. Dat is wat achter, laten wij thans kennisnemen wat op en voor het kraampje kwam te staan. Heeft de lezer wel eens de voet gezet en de neus opgehaald in een van de weinig overgebleven ouderwetse kome- nijswinkeltjes, waarin de voortbrengse len van eigen land en zijn koloniën ver enigd zijn? Van stokvis tot bombazijn, van petroleum tot klompen, van mot- ballen tot borstelwerk, bruine suiker en allerhande specerijen? Herinnert ge u dan die niet te om schrijven lucht welke van vloer tot zol der, tot zelfs in de kleren des winkeliers is doorgedrongen en bij lang toeven uw eigen kleding doordringt? Welnu, zulk soort van gemengde par fum omhulde ongeveer het kermis- kraampje en Jan en Antje zelve. Daar lagen dan: Starretjes, een taai- harde ontbijtkoek in de vorm van een ster, naast aan touwtjes geregen ge droogde scharretjes; roggeteunisjes met krenten, naast zuur-, neger- en andere ballen; gekookte eieren a vijf cent per stuk naast strengen- en zoute drups; snoep in allerlei kleur en geur naast brosse biscuits; sigaren van tien voor een dubbeltje met één als toegift naast olienootjes en de melkkan, waaruit men zich voor één cent per kop kon laten inschenken en nog veel meer andere eetbare waren. Op het einde van het tafelblad was een rafelbord. Het bord was niet gerafeld, maar rafelen was de benaming van een worp met de dobbel stenen of teerlingen. (Wordt vervolgd) BINNENVERINGBED Act beste bed ooit gemaakt SCHUIMRUBBERBED $a&£t fabrieken Zevenbergen ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", ROUAANSE KAAI 21, MIDDELBURG met bijsluiting van een postzegel van 12 cent voor doorzending van uw brief Wij willen u met onze adviezen zo goed mogelijk van dienst zijn en geven zo mogelijk advies op elke vraag. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor elders verkregen inlichtingen of gegevens RED. stellen van, of over te laten aan, ecu advokaat. Penning. Mevr. W. v. d. B. vraagt wat voor munt zij in bezit heeft. Uw exemplaar is geen munt doch een penning, vermoedelijk is hij nog niet oud. De sfinx in deze uitvoering is namelijk een bekend Egyptisch em bleem. Het komt evenzo op de tegen woordige Egyptische munten voor. Ne- fertiti is een oud-Egyptische vorstin. Van dit soort penninkjes worden er ve le geslagen als sieraad. Het oogje wijst daar ook al op, evenals de tekst in de Engelse taal. Vermoedelijk is het dus geen goud. U zoudt zich echter voor dat punt tot een bank kunnen wenden, waar men het u wel kan vertellen. Bloemen. Mevr. M. L. stelt enige vragen over bloemen. Ook vraagt zij of koude thee goed is voor planten. Uit uw beschrijving van de onbekende plant maken we op, dat het hier gaat om een Hibiscus sinensis, daar deze on geveer beantwoordt aan de door u ge geven beschrijving. De standplaats is verkeerd, daar deze plant veel licht (geen brandende zon) nodig heeft. In de winter op een niet te koude stand plaats, droog houden. In het voorjaar verpotten in zeer voedzame grond (iets meer mest dan bij de fuchsja is aan gegeven). Tevens wordt de plant dan flink teruggesnoeid, zodat er krachtige scheuten worden gevormd. Is de plant eenmaal aan de groei, geleidelijk meer water geven en wekelijks vloeimest. In de zomer kan de plant ook buiten staan, maar vroegtijdig weer binnenhalen. Koude thee bevat geen voedsel, dus schoon water is ook goed. Thee bevat een stof die voor tere planten niet best is. Mijn zoon. Een gescheiden vrouw van 63 jaar is niet in staat om te wer ken en wordt door sociale zaken onder houden. Een van haar zónen moet voor 75,per maand bijdragen in haar on derhoud. Is dat juist, of is het ver haalsrecht opgeheven? aldus E. I. Het verhaalsrecht is per 1 maart 1961 wel beperkt, maar lang niet in alle ge vallen. Zo blijven de (schoon) ouders aansprakelijk voor de ondersteuning van een (schoon)kind, wanneer dat nog geen 65 jaar is, niet in een inrichting wordt verpleegd en niet in een toestand verkeert, waarin het in een inrichting verpleegd behoort te worden en anders om kinderen voor hun ouders. Intussen hebben de gemeenten een onderlinge re geling getroffen, waarbij normen wor den aangegeven, die gelden bij het ver haal. De meeste gemeenten houden zich vrijwillig aan die normen. Volgens deze normen zal bepaald worden of de kin deren voor de ondersteuning moeten worden aangesproken en zo ja, voor hoeveel. Als de kinderen niet in staat zijn de bedragen, waarvoor zij worden aangesproken, te betalen, kunnen zij het altijd op de beslissing van de kanton rechter laten aankomen. Hoewel die ernstig rekening zal houden met de bovengenoemde normen, zal hij onaf hankelijk de draagkracht van de kinde ren beoordelen. Voor het eerst baden. In welk jaartal wasten de mensen zich voor het eerst En wanneer kwam de eerste badkamer tot stand? vraagt K. N. De mens heeft zich altijd gewassen, al is dat dan niet altijd in die zin ge weest, zoals wij dat tegenwoordig doen met zeep e.d. De primitieve mens in de oertijd waste, wanneer hij dat nodig vond, ook het vuil van zijn lichaam en dan gewoon met water uit rivier of beek. Er is dus geen jaartal te geven wanneer de mens zich voor het eerst waste. Hetzelfde probleem geldt voor uw tweede vraag. Wat verstaat u onder een badkamer? Een ruimte waarin men zich baadt Die was er al in de grijze oudheid. De oude Egyptenaren kenden reeds zo'n ruimte. De Romeinen had den waterleidingen en badhuizen, zowel als badkamers met stromend water. De zeep (al bekend ca. 2800 j. vóór Chr.) werd al als reinigingsmiddel gebruikt door Galliërs en Germanen in de jaren v. Chr. Smartegeld. Mijn broer heeft een ongeluk gehad. Hij kwam in botsing met een wagen van de reinigingsdienst, laten we zeggen te X, buiten zijn schuld maar door onoplettendheid van de be stuurder van die wagen. Mijn vraag is nu: is de gemeente, volgens het po litierapport ten volle verantwoordelijk voor dit ongeluk, naast vergoeding van reiskosten echtgenote, derving inkom sten overwerk e.d. ook verplicht smar tegeld te betalen? Mijn broer zal het eerste jaar zeker niet meer kunnen mo torrijden, hobbies doen enz. Kan hij op grond hiervan smartegeld vragen en zo ja tot welk bedrag? aldus K. J. Het Arrest van de Hoge Raad van 21 mei 1943 (Nederlandse Jurisprudentie 1943 no. 455) bevat een overzicht van rechtspraak en doctrine op het stuk van „smartegeld". Het staat de rechter vrij naar redelijkheid en billijkheid een som ineens of in termijnen te begroten wegens pijn, hinder, ongemak, blijven de zichtbare ontsiering, kortom „on stoffelijke schade" met inbegrip van ge derfde levensvreugd en smart. De ge troffene (zijn advokaat voor hem) zal de rechter hiertoe alle gegevens moeten verschaffen, teneinde het deze mogelijk te maken die begroting in goede justi tie op te maken. Voorzover wij hebben kunnen nagaan, komen de advokaten meestal met forse bedragen voor de dag, welke echter op geen stukken na worden gehonoreerd. Wij zouden uw broer adviseren de kwestie in handen te JE MOET DE MEISJES HEBBEN Wanneer een jonge bromfietser luid kletterend met het lef van „moet-je-mij- zien" het verdere verkeer inhaalt, pas seert en snijdt, zeggen ze: „Kijk nou toch, wat gevaarlijk! Daar moesten ze nou 'swat aan doen!" Ik vraag me dan afWait doen Naar de knul toegaan en (stel dattie naar je zou luisteren) oreren: „Knaap, je denkt dat het stoer staat, maar het is alleen maar gevaarlijk. Het kan je je armen, benen of ogen kosten. Het kan je verminkt maken voor het leven!" Lieve mens, je kunt net zo goed te gen een boomstam aan gaan praten. Op z'n allerbest zou hij antwoorden: „Och, je bent gek! Mij kan niks gebeu ren". De statistieken wijzen uit, dat hem wel wat gebeuren kan. Maar hij gelooft het niet. Niet als Pa het zegt. Niet als de politie het zegt. Niet als de speciale akties van het Verbond voor Veilig Ver keer het op de tévé, door de radio en in honderden kranten laten weten. Sibe risch blijven ze er onder. En daarom is er alleen nog... het meisje. Het meisje, dat met de armen om hem heen gesla gen, mee geniet van de snelheid, de spanning, het gevaar. „Kén je nog harder, Sjors?" Ja, Sjors kén nog harder. Hij kèn alle auto's voorbij en flitst door het gele licht. Hij slipt over tram rails en scheurt om een bocht. Hij ont wijkt op een millimeter een spelend kind en op een haar een fietser. Hij is koning in het verkeer, die Sjors toch. Hij pas seert rechts. Hij neemt links voorrang. Herstel: hij neemt altijd voorrang. Mis schien loopt het goed af. Deze keer, volgende keer, altijd. Dank zij de voor zichtigheid van de andere weggebrui kers. Maar de statistieken liegen niet. Als Sjors d'r niet an gaat, dan gaat Kees d'r an. Herinnert u zich Kees niet meer? Met dat meisje, wat altijd bij 'm achter op de brommer zat vastge- knoedeld... Dubbele schedelbreuk, vol gens de statistieken. En toch was dat meisje z'n enige kans geweest, want meisjes doen wel vaak alsof, omdat ze weten, dat het stoer lijkt, maar ze houden eigenlijk niet zo erg van snelheid. Als klein meisje hebben ze op de jongere broer tjes en zusjes moeten passen „voor zichtig oversteke, op het stoeppie blij- ve!" en met een paar jaar zullen ze weer op de kleintjes moeten passen. In het huishouden en met hun eigen kin deren. Nee, van de meisjes hoeft het niet, als je diep in hun wijze hart kijkt. En zij zijn de enigen, waar de jongens naar zouden luisteren, misschien. Je moet de meisjes hebben. Wanneer zij zeggen: „Sjors, ik vin 't èng, zo hard. Van mij hoeft 'tniet. Wat heb je d'r an, Sjors! Ik vin 'tveel sportiever as je je an de verkeersregels houdt". Dan... dan had je een kans. MARTIE VERDENIUS WEMELDINGE Van 13—19 mei 1962 Zaterdag 19 mei: Volle Maan HOOGW. LAAGW. v.m. n.m. v.m. n.m. Zondag 10.58 11.30 4.07 4.51 Maandag 12.18 5.28 6.01 Dinsdag 0.42 1.27 6.32 6.57 Woensdag 1.42 2.17 7.25 7.42 Donderdag 2.31 2.59 8.08 8.19 Vrijdag 3.08 3.34 8.47 8.55 Zaterdag 3.44 4.10 9.22 9.31 Te Yerseke 5 minuten later Te Hansweert 30 minuten vroeger

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1962 | | pagina 1