NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BE VELA ND oveRöenkinq Ijoodwill Na 10 jaar industrialisatie 225.000 arbeidsplaatsen meer 25STE JAARGANG No. 49 14 MEI 1960 J. A. WESTSTRATE MIDDELBURG UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „DE SCHELDEBODE" Verschijnt des zaterdags DRUK Fa. F. VAN DER PEYL KRUININGEN J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN Plaatselijk Nieuws YERSBKB REDACTEUR: BOUAANSE KAAI 21 - Abonnementsprijs bij vooruitbetaling 1,25 per kwartaal Franco per post 2,50 per halfjaar TELEF. 01180—2453 ADMINISTRATIE MARKT 19 - TELEF. 01130—381 GIRO 28425 Advertentieprijs 1-25 mm 2,50 verder 10 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór donderdag 12 uur Heer, wees ons genadig, wij hebben op U gewacht. Jes. 33 2. Wij hebben voorbeelden te over in het ganse leven van onze Heiland, dat Hij niemand afwees, die Zijn ontferming in riep in het diepe gevoel zijner ellende, met de ernstige begeerte om geholpen te worden. Denken wij slechts aan Bar- Timeus, de blinde bij Jericho's poort, aan de melaatse, die reiniging begeerde en aan zovelen, die met een „ontferm U mijner" tot Hem kwamen. Geen enkele heeft Hij immer afgewezen. En in de Oude Bedeling openbaarde de Here zich niet anders. Telkens klinkt het in de Psalmen: „Ik riep met mijn stem tot de Here en Hij hoorde mij uit het paleis Zijner heiligheid". „Uit de benauwdheid riep ik tot de Here en Hij heeft mij uitgeholpen". Zou de Onveranderlijke, bij Wie geen schaduw van omkering is, zich niet ook aan ons dezelfde betonen, zodra wij in waarheid kunnen verklaren voor Zijn aangezicht: „dat wij op Hem wachten"? Neen, wij mogen er vast op gaan, zo waarlijk als God een God van nabij is, zo waarlijk zal Hij ook ons genadig zijn, indien Hij onze stemme maar hoort. Hg is een Uithelper, voor elke geestelijke nood, in elke zondestrijd, in elke krank heid, zelfs ten dode. Verscheen Hij niet aan menige stervenssponde als een vredesengel, die verlossen kwam? Moge hij ons elke dag meer worden een ver losser voor tijd en eeuwigheid beide! In mijn zorgen, in mijn zonden Keer ik steeds tot U weerom; Immers heb ik hulp gevonden, Als de nood ten toppunt klom! Uit een dagboek. Na tien jaar industrialisatie lijkt de toen gestelde opgave „groeiend Neder land aan werk te helpen", zo vanzelf sprekend, dat op dit ogenblik toto en televisie de mensen meer bezig schijnen te houden dan de industrie. Gelukkig is het niet waar. Onze grotere welvaart van nu heeft de oudere generaties de crisis van de dertiger jaren niet doen vergeten. -De waarde van werk- leeft vast en diep. Dat blijkt onmiddellijk wanneer de werkloosheidscijfers ook maar iets boven het bepaalde minimum uitkomen. En de winst van tien jaar industrialisatie: 225.000 extra arbeids plaatsen, moet ieder aanspreken, die ooit de dreiging, die van een sterk groeiende bevolking uitgaat, heeft ge voeld. Groeiende bevolkingen hebben altijd de richting van de geschiedenis bepaald. Ze hebben regeringen tot wanhoops daden gebracht en nóg torent boven ons allen uit dat geweldige vraagstuk: hoe een zich verdubbelende wereldbevolking aan voedsel en werk kan worden ge holpen. Nederland heeft voor zichzelf in alle bescheidenheid het wonder ver richt, dat vóór tien jaar de grootste optimist toch met verbazing zou heb ben vervuld. Er zijn zes industrialisatie nota's voor nodig geweest; enkele dui zenden ondernemende industriëlen en een volk dat als geheel bereid was iets soberder te leven, dan strikt genomen nodig was. Onze industriële capaciteit is bijkans verdubbeld en wij grepen de kansen, welke de zich snel ontwikkelen de techniek bood. Nederland heeft een ander gezicht gekregen: het is metter daad industrieland geworden. Ons klimaat, waarin de handelsgeest zo uitmuntend kon gedijen, bleek bij een goede bodemverzorging, zeer ge schikt om industriële capaciteiten tot wasdom te laten komen. Dat was vóór tien jaar immers de angst van menige boerenvertegenwoordiger. De fa briek op het platteland zou de „ver derfelijke invloed van de stad" tot in het kleinste dorp brengen. Want dit stond bij voorbaat vast: wanneer Ne derland nieuwe fabrieken moest bouwen, zouden ze ook in de randprovincies ko men en ook in plaatsen die tot dusver nooit een rokende fabrieksschoorsteen hadden gekend. De randstad Holland heette tien jaar terug al vol, ongeacht alle actuele plannen, die Holland heden ten dage steeds voller maken. Maar van verzet tegen „de fabriek" is in de randprovincies immers al lang geen sprake meer. Integendeel, er zijn al in dustrialiserende burgemeesters geweest, die bij hun vertrek auto's cadeau kre gen van een dankbare bevolking. Spec taculair is het nog steeds om te wan delen door Emmen, Drachten, Cuyck of Delfzijl, die door hun industrie totaal zijn veranderd. En bepaald niet in hun nadeel. Wij zwijgen dan maar over de geweldige invloed die is uitgegaan van de enorme uitbreidingen die onze hoog ovens in Velsen of onze olie-industrie in Pernis hebben ondergaan. Wij zwij gen dan over een onderwijs-apparaat, dat meer en meer aan de industrie behoeften is aangepast, en dat thans de jongste generatie fabrieksarbeiders en industrieleiders aflevert. We spreken dan niet eens over de veel grotere inspanning die Nederland zich getroost op het gebied van weten schappelijk onderzoek, steeds meer de wieg van nieuwe ontwikkelings mogelijkheden. Ons leven en dat van onze kinderen staat immers niet stil bij 1960. Onze economie heeft met de 21 miljard gul den aan investeringen in de industrie BIN N ENVERI NGBED HAZET-FABRIEKEN ZEVENBERGEN SCHUIMRUBBERBED in de afgelopen tien jaar, slechts de in jectie gehad, die ze behoefde óm de race van Nederland met zijn groeiende bevolking bij te kunnen houden. En uit onze positie van vandaag vloeien de nieuwste eisen en de jongste plannen voort. Is 1960 niet het jaar, waarin onze geboorteplek van 1945-'46 voor de fabriekspoorten verschijnt Van 1948 tot 1953 liep het produktie- indexcijfer van de industrie op van 80 tot 140 en in de vijf laatste jaren kwam het tot over de 180. Dat is een klinkend resultaat. Achter die droge cijfers den ken we de zorg voor produktie en re search, de zorg voor de afzet, voor vak opleiding en goede arbeidsverhoudingen. Maar in feite belangrijker voor de toe komst is wat de cijfers niet vertellen dat er kwantitatief en kwalitatief van een groeiproces in de industrie van grondstoffen en halffabrikaten sprake is, terwijl in de industrie der eindpro- dukten het bewuste streven naar de vervaardiging van kwaliteitsartikelen opvalt. Vooral in de metaal- en textiel industrie. Hierachter gaat de gezonde erkenning schuil, dat wij onze concur- rentie-positie alleen kunnen behouden, respectievelijk verbeteren, indien we meedoen aan de wpdloop naar stijgende kwaliteit bij gelijke prijs of prijsverla ging bij behoud van kwaliteit. Het kli maat waarin een gezonde, jonge in dustrie kan leven, is wel tot leven ge komen. Ons industrialisatie-proces krijgt meer en meer ook de diepte die het behoeft. Onze probleemgebieden waar de over heid woon- en werkklimaat poogt te verbeteren met name in 44 ontwikke- lingskemen (waarbjj een premieregeling industrie-vestiging aanmoedigt), mag het raam zijn voor onze komende in dustrialisatie-activiteiten het is dui delijk, dat verdere industrialisering van Nederland uiteindelijk weinig kans op succes zou hebben wanneer de onder nemers niet probeerden door steeds verdere rationalisering, verdere mecha nisering en automatisering een verti cale industrialisatie accent te geven. Wij noemden reeds de versterkte po sitie van de metaal-verwerkende nij verheid. Ze werd mee gedragen door de snelle groei van de aardolie-industrie. De elektrotechnische industrie kwam tot verdere ontplooiing, omdat ze de grotere generatoren en transformatoren wist te bouwen waaraan onze elektri sche centrales thans behoefte hebben. De chemie snelt voorwaarts, de petro chemie rond de Nieuwe Waterweg gebundeld volgt op de voet. De soda- fabriek van Delfzijl is een hoofdstuk apart. Wat zijn er rond haar wordings geschiedenis geen zuchten geslaakt in verband met mogelijke gevolgen op de internationale markt! Met de soda kre gen wij een nieuwe grondstof binnen het bereik van velerlei nieuwe indu strieën. De textielindustrie wist ver hoging van kwaliteit te paren aan een verhoogde mate van samenwerking, waardoor ze tot dusver op bevredigende wijze de toenemende concurrentie het hoofd wist te bieden. Het was een ge weldige inspanning, nadat Nederland op zo vlotte wijze het Indonesische af zetgebied was kwijt geraakt. Fabrieken die jaar in jaar uit niet anders dan grove katoentjes voor „de Oost" had den gemaakt, gingen kwaliteitsgoede ren fabriceren die het moesten kunnen opnemen tegen het beste van de Zwit serse, Duitse, Franse of Italiaanse markt. En het lukte boven verwachting. Gelukkig kregen wij bij onze pogin gen nieuwe arbeidsplaatsen te scheppen, de steun van buitenlandse industriëlen: 124 buitenlandse vestigingen (waarvan ruim de helft Amerikaans) en 117 ge mengd Nederlands-buitenlandse bedrij ven werden in de laatste industrialisa tie-nota genoemd. Ze brachten boven dien een eigen sfeer van werken mee, eigen technische kennis, eigen produk tie en organisatie-methoden, waarvan Nederlandse bedrijven hebben kunnen leren, dank zij het feit, dat deze in dustrie veel onderdelen voor hun pro duktie bij Nederlandse fabrieken heb ben uitbesteed. Naar schatting hebben de buitenlandse vestigingen ons tot dus ver. 25.000 arbeidsplaatsen opgeleverd. Daarnaast hebben wij onze teleurstel lingen gehad; er zijn failissementen ge weest en ontsporingen. Het is nauwe lijks een reden voor zorg; menig we- reldbedrijf van nu, heeft in de kinder jaren een faillissement gekend. Onze Philips vormt er geen uitzondering op. Zo is de stand van zaken nu. Het jaar 1960 verschilt echter van de voor gaande, omdat de bijzonder hoge ge boortecijfers van na de oorlog nu een weerspiegeling in de beroepsbevolking moeten vinden. Nam men tot dusver aan dat elk jaar voor 40.000 nieuwe arbeidsplaatsen moest worden gezorgd de komende vijf jaar zal dit aantal oplopen tot 70.000 per jaar. Wederom een gewel dige opgave; wederom, zo schijnt het ons toe, wordt het onmogelijke ge vraagd. Ditmaal echter in de weten schap, dat wat voorheen een wens droom leek, wel degelijk in realiteit kon worden omgezet. De lijnen waar langs de nieuwste uitbouw van onze in dustrie zich zal gaan bewegen zijn reeds bekend. Meer dan ooit te voren dienen onze probleemgebieden in aamrierking te komen voor nieuwe vestigingen. Maar meer dan ooit tevoren is het zaak de ontwikkeling van de toekomst met „nieuwe" ogen te zien. De Europese markt en de technische ontwikkeling van het ogenblik, zullen het sobere doel van meer arbeidsplaatsen een diepte geven als nooit tevoren. Wij behoeven slechts te denken aan de gebiedende eis van grotere samenwerking tussen waar lijk Europese industrieën en, wat de technische ontwikkeling betreft, aan bijvoorbeeld de opmars der kunststoffen en de atoomenergie, om daarvan over tuigd te zijn. De roep om hogere pro duktie per arbeider enerzijds, de betere scholing van die arbeider anderzijds, begeleiden de industrialisatie-eisen van nu. Is dat niet het beste bewijs dat het land van zeevaarders en handelaars we zenlijk een ander gezicht heeft gekre gen? Een zeer groot deel van deze evolu tie heeft zich in tien jaar voltrokken. En wij zijn er dankbaar voor. Het be grip werkgelegenheid is zo wezenlijk met welvaart verbonden, dat bij deze herdenking een ere-soluut aan onder nemers, arbeiders en overheid op zijn plaats is. Om over te gaan tot de orde van de dag: verdere verbreding en ver dieping van de industrialisatie en blij zijn, dat het nationale huiskamer- gesprek zo vaak om toto of televisie kan draaien. Wat ons overigens niet tot de conclusie van „we zijn er" mag brengen. Ook als industrieland kan Ne derland alleen zijn plaats in de wereld behouden, wanneer wij zijn opgewassen tegen de internationale concurrentie en wij voor onze zaak weten te vechten. De industrialisatie-eisen voor de dag van morgen, mogen daartoe een prikkel zijn. ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", ROUAANSE KAAI 21, MIDDELBURG met bijsluiting van een postzegel van 12 cent voor doorzending van uw brief Babbelaars versuikeren. Mevr. L. K. W. schrijft:De door mij gemaakte babbelaars versuikeren na enige dagen, hoe kan dat komen Wij vermoeden dat u de suikermassa niet voldoende hebt laten indampen. De suiker moet zoveel ingedampt zijn, dat hij van een lepel slechts lagzaam afdruppelt, het moet dus een vrij dikke massa zijn. Probeert u het eens, wij vermoeden, dat het versuikeren na een paar dagen dan tot het verleden be hoort. Begin lente. Ik heb gehoord dat dit jaar de lente op 20 maart om 15.42 uur is begonnen. Een ander zei mij dat het altijd 21 maart moet zijn. Wat is juist? Vraag van T. K. U hebt inderdaad gelijk. Dit jaar be gon de lente op 20 maart en wel precies1 om 15.43 uur. De narigheid van de niet vaste seizoendata schuilt in het feit dat een jaar nu eenmaal niet precies 365 dagen telt, maar 365 dagen 5 uren, 48 minuten en 46 seconden en daaruit volgt dus opk dat de seizoenen niet netjes een geheel aantal dagen tellen, waardoor dergelijke verschuivingen kunnen ont staan. Bovendien spelen nog andere fac toren, waaronder de elipsvorm van de aardbaan om de zon, een rol. Tapijtkever. Waaraan is de tapijt- kever te herkennen vraagt A. v. d. G. te R. De tapijtkever lijkt wel wat op een lieveheersbeestje, doch is iets kleiner en heeft beige-bruine schilden in tegen stelling dus met het lieveheersbeestje, dat rode schilden heeft. Inplaats van zwarte stippen heeft de tapijtkever witte ronde of langwerpige-dwarse vlek ken op de schilden. Uit uw beschrijving moeten we dus opmaken dat u dan ook werkelijk met de tapijtkever te maken hebt. De larven zijn donker gekleurd, 1 stekelharig en lijken op het eerste ge- I zicht wel wat op een pissebed. Deze zijn het, die grote schade kunnen aanrichten aan wollen stoffen, tapijten, veren bont en borstels en zelfs zijn ze in meel aan getroffen. Tulpen in bloei brengen. Wat is de i oorzaak dat mijn madame lefeber tul pen slechts een jaar in bloei komen. Het daarop volgend jaar vertonen zjj slechts een groot blad, waaraan ver schillende kleine bollen zitten als men ze uit de grond neemt. De madame lefebre is een goede tulp voor verwildering, die dus niet elk jaar uit de grond genomen behoeft te wor den en elk jaar bloeit, al wordt de bloem dan wat kleiner. Hoe is de grond en hoe is de bemesting? Wanneer u weer tulpen of andere bollen planten wilt, ga dan van te voren de grond goed los maken en bemesten met verteerde stal mest, want als u het alleen op het re- servevoedsel in de bol laat aankomen, b.v. bij bollen in potten enz. dan blijft er niet veel over om de oude bol te laten uitgroeien tot een weer bloeibare bol. De kleine bolletjes (het broed) moeten één blad geven; na verloop van tijd ook weer bloeibare bollen. Plant altijd in verse grond, dus waar nog geen tulpen gestaan hebben. Het beste is deze tul pen op te ruimen, daar deze z.g. één bladen over het algemeen geen goede bollen geven (erfelijk). In de bollen streek worden deze daarom altijd secuur verwijderd. Shakespeare. Hoe luidt de oor spronkelijke titel van Shakespeares toneelstuk Driekoningenavond" Deze titel luidt: ..Twelfth Night". Piet Rentmeester behaalde zijn derde overwinning. Ook deze week kwam Piet Rentmees ter tot buitengewone prestaties. Na de fraaié resultaten in Berg aan de Maas en in Vlissingen was Piet in Beverwijk ook heel goed op dreef. In de laatste kilometers legden hij en de voor eigen publiek rijdende Coen Niesten de ove rige renners volledig hun wil op. In een adembenemende eindsprint, waar Gerrit Voorting ook aan deelnam, kon Niesten de bloemen in eigen huis houden; eer vol eindigde Piet op de tweede plaats. In St. Martens-Lierde (B.) was Piet Rentmeester ongenaakbaar. In deze koers ging hij met drie Belgen vrij spoe dig na de start aan de haal. Toen zijn metgezellen na ruim 100 km enigszins verslapten, zette Piet met nog 40 km voor de boeg alleen door. Terwijl de 3 renners door het peleton ingelopen wer den en het peleton alles samenbundelde om ook Piet in te rekenen, hield hij schitterend stand. Met 1.10 min. voor- sprong werd hij fraai winnaar, de 154 j km in 4 uur 5 min. Het is thans dui delijk dat Piet in een uitstekende con- ditie verkeert. Dit weekeinde start hij j weer in België. WATERGETIJDEN WEMELDENGE Van 1521 mei 1960 Dinsdag 17 mei: Laatste Kwartier Zondag 6.36 7.02 12.10 Maandag 7.21 7.49 0.35 1.01 Dinsdag 8.11 8.36 1.28 1.54 Woensdag 9.12 9.44 2.25 3.02 Donderdag 10.33 11.07 3.33 4.27 Vrijdag 11.54 4.56 5.46 Zaterdag 0.23 1.03 6.11 6.48 Te Yerseke 5 minuten later Te Hansweert 30 minuten vroeger

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1960 | | pagina 3