&liebollen Rijmen van Tijmen I E. MEUAARD J. Kole Yerseke J. van de Velde Jac. Dagevos-de Rooy Fa. Hollestelle Zonen Administratie en Redactie Een gelukkig en een voorspoedig Nieuwjaar g Oudejaars-overpeinzing van THOMASVAER en PIETERNEL Nieuwjaarsadvertentïes Yerseke I P-F- I ft jf-am. -Q. ^Poelman TWEEDE BLAD 31 DECEMBER 1959 iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiii»iiiiiiiiii'iii'niiiiiiiiiiiiiiiiminüi| wenst lezers, adverteerders, correspondenten en agenten Pieternel Ja Thomasvaer, 'tis Oudejaar! Die dag is snel genaderd. Ik heb vandaag het Jaarboek eens Een poosje doorgebladerd. Wat is er weer heel veel geschied, Op allerlei terrein. Thomasvaer: Voor na te speuren moet men juist Bij Pieternel wel zijn! Jij snuffelt gaarne alles na Vertel er eens iets van. Daar ik in zo'n gejaagde tgd, 'tNiet al onthouden kan! Pieternel Och Thomasvaer, dit laatste jaar Ging sneller nog dan snel. 'tls haast niet bij te houden meer Je weet dat zelf ook wel. Met Moeder Aarde gaat het nu, Nog niet zo bijster goed, Het bruist en gist toch nog alom Zodat men zeggen moet: Die Moeder Aarde is nog ziek, Toont veel verval van krachten, Al hebben dan die „Grote twee", Iets mildere gedachten. Och ja, ontspanning was er wel, Inspanning nog veel meer. Dat zien we, ieder op z'n beurt In 't leven telkens weer. Thomasvaer: Ons volk groeit hard in tal en last M'n beste Pieternel. We zien dat in de statistiek, En in d' omgeving wel. P i e t e r n e 1 Ja, Randstad-Holland groeit heel hard O dierbaar plekje grond, Waar men voor woningbouw steeds weer Voor veel problemen stond! Thomasvaer: De woningnood! Nu zeg je wat. Nee, ik begeer geen flat. Men spreekt van flat neurose zelfs, Da's ook niet „je van het". Geef mij een aardig huisje maar, Voor niet te hoge huur. Pieternel Wat noem je hoog, wat is thans laag? Men weet al Meel secuur: De huren gaan een stuk omhoog, Dat wordt een fraaie boel. Thomasvaer: Kom, 't is vandaag nog niet zo ver, Houd 't hoofd nog maar wat koel. We hebben weer een Kabinet, We worden geregeerd. P i e t e r n e 1 Dat liep in '59 ook Een tijdlang niet gesmeerd, Ministers traden op en af, Men timmert 't Kabinet. Welk Ministerie men beheert, Daar werd wel op gelet. Mij geen ministersbaantje hoor! Je hebt geen deel van leven, Je moet je zorgen telkens weer Aan duizend dingen geven. Neem Cals eens met z'n Mammoeth-wet Het geeft wel extra zorgen. Wie heden soms minister is, Die is dat niet meer morgen. Thomasvaer: Ach ja de schatkist, Pieternel, Is niet te best gevuld. Maar och, men heeft met Nederland Toch nog al wat geduld. P i e t e r n e 1 Spreek niet van schatkist, lieve man! Zeg voortaan: schuldenkist. Het Schip van Staat vaart heden nog Al aardig in de mist. Defensie vraagt een flinke hap Jlet loopt in de miljarden. Thomasvaer: 'k Wou dat ik oude guldens had, Je weet wel, van die harde, Waarvoor men heel veel kopen kon, Nu is 't vaak hopeloos. En loonsverhoging, Pietemei, Dat helpt ook niet altoos. P i e t e r n e 1 Neen! Als dat wat geholpen had, Dan waren wij vast rijk! Hoevele „ronden" gaf men ons Maar als ik 't zo bekijk, Dan gaan we aldoor achteruit, En teren steeds maar in, Er komt wat kijken nu vooral, In 't Hollands huisgezin. Thomasvaer: Al is dan de belasting hoog, Toch kan ik je vertellen: Er komt verlaging Pieternel, Maar slechts voor vrijgezellen! Pieternel Daar hebben wjj al weinig aan! Goed nieuws voor Grevenbicht, Want in dat vrijgezellendorp, Zet men een blij gezicht. Thomasvaer: Wat was 'teen mooie zomer hé? Helaas, ze was erg droog, Fataal voor vele boeren hoor Want lag de grond wat hoog, Dan is er weinig maar gegroeid; 'kWeet er van mee te spreken, Ik heb in m'n vakantieijd, De boel daar eens bekeken. De grond was er verbazend hard, Ze kon er heel niet tegen. Pieternel Wat hebben mens en dier gesnakt, Naar flinke buien regen. Een misoogst op zo menig plaats, Een schade voor de boer. Thomasvaer: Gelukkig, 't kleine Nederland, Zorgt toch nog weer voor voer, De operatie „Bietekop" Is reuzegóed geslaagd. Men gaf zelfs meer dan in zo'n streek Door boeren werd gevraagd. De auto's reden af en aan, Het draait op volle toeren, Zelfs beesten werden uitbesteed, Bij niet-getroffen boeren. Pieternel Ja, ja, die actie heeft getoond, Dat Holland nog wat doet, Denk even aan die Fréjus-ramp, Het Rode Kruis zorgt goed. Thomasvaer: 'tWas met de bossen meer dan bar In d' afgelopen zomer, Viel er een sigarettenpeuk Van d' een of andere dromer, Dan was er o zo gauw een brand. Het was soms enkel vuur! Wat heeft de rode haan gekraaid, Al waakte men secuur, Je zou bij tijden denken gaan, Dat men 't moedwillig deed, De branden volgden op elkaar, Zoals je nog wel weet. Pieternel Vakantietijd: Een drukke tijd! En dan dat mooie weer! Half Nederland naar 't buitenland, 'tWas net als 'twas weleer: Een grote Volksverhuizing hoor. Bij ons de vreemdelingen, Terwijl de Nederlanders weer Naar verre landen gingen. Thomasvaer: De buurvrouw wou niet naar Parijs, Weet jij 'tnog, Pieternel? Nee, Zwitserland en Oostenrijk, Die landen zijn in tel. Parjjs was veel te dicht bij huis! Je kwam daar ieder tegen. Pieternel Enfin, wjj hebben in die tijd, Heel veel bezoek gekregen! De hele kust van Nederland, Zat vol met Oosterburen, Die vlot betaalden en heel graag, In deze streken kuren. 't Was hopeloos soms met 't verkeer, Thomasvaer: Vandaar die ongelukken. Men zag nog al eens in de krant Een foto van de stukken. Pieternel En dagelijks een dodenlijst, Soms was ze tamelijk lang. De oude mensen worden ook Van zulk verkeer heel bang. Het is haast niet meer mogelijk, Dat zij op straat nog lopen. Op vele heren in 't verkeer, Daarop blijf ik maar hopen. Men dient terdege opgevoed, En danig eerst getest, Van zulke rijders houd ik wel, Maar verder, voor de rest Thomasvaer: Gun ik niet één een rijbewijs Ze maken toch maar stukken. Eén dag herdenken in het jaar, Zou 'tmooie plan gelukken? Dit plan, afkomstig van het Loo, Heeft bijval reeds gekregen. Herdenking van de doden dus, Gevallen op de wegen. P i e t e r n e 1 Wat zeg je van de Europoort? Thomasvaer: Daar bruist het volle leven. En Holland durft voor dat project, Miljoenen uit te geven! P i e t e r n e 1 Ja, 'sis daar een miljoenenzaak, De kost gaat voor de baat. Wat zal het wezen, als men daar Eens volop werken gaat. Thomasvaer: Neem verder eens ons Deltaplan, Kijk eens naar 't Haringvliet. De sluizen die in aanbouw zijn, Zijn heus zo mis nog niet! Men zwoegt en werkt er dag en nacht, De wereld leeft zelfs mee. Pieternel We zijn met 't water wel vertrouwd, Ik heb zo het idee: Het Westen zal men spoedig wel Niet meer zo goed herkennen, Aan nieuwe namen moeten we Terdege al gaan wennen. Van Zierikzee naar Rotterdam Is strakjes maar een wip. Het Deltaplan en Nederland, Ja heus, da's een begrip! Thomasvaer: De Sint had het weer razend druk, Alleen, hij moet wel wennen, Aan al die daken in de stad, Met duizenden antennen! De televisiedichtheid is Van 'tjaar weer toegenomen, Er zullen er ook 't volgend jaar, Weer heel veel nieuwe komen. December is een dure maand, Mijn waarde Pietemei, Dat weet jij uit je huishoudboek Bij ondervinding wel. Pieterniil Ach, hou maar op m'n Thomasvaer, De oude kous is leeg! Je merkt dat tegen Oudejaar Dan toch ook wel terdeeg. Thomasvaer: Wat ik voor 'tnieuwe wensen zal? Wel, dat de prijzen dalen En dat we aan belasting niet Zo'n groot bedrag betalen. Dat wij tesaam in pais en vree, Het leven rustig slijten. Pieternel En dat de grote mogendheên Elkander niet verbijten, Dat er behoorlijk huishoudgeld, In 't laadje ook mag wezen. Ik bouw geen luchtkastelen meer, Daar ben 'k wel van genezen. Thomasvaer: We moeten nuchter worden hoor! Dat eist vooral deez' tijd. En daarom ben ik, Pieternel, Tot dienen weer bereid. Dan werken we ook daardoor mee, Aan 't welzijn van ons land. P i e t e r n e 1 Ik sluit me bij je woorden aan. Geef mij je rechterhand. „Nu wil ik", zei Lies Vreeland in het algemeen, „twee dingen duidelijk ma ken..." „Twee maar, gelukkig", zuchtte haar man Bert opgelucht. „En dat zijn, lie ve?" Ze zag hem aan met een vernietigen de blik. „Ten eerste: ik bak van 'tjaar géén oliebollen". Berts gelaat betrok, als gleed een grauwe wolk voor de zomerzon. „En ten tweede...", ze pauzeerde on heilspellend. „Toe maar", moedigde hij zwakjes aan. „We vragen oom Hein niet". Bert overzag een ogenblik de aange richte schade. „Logica zit er in", stelde hij vast „het een is een gevolg van 't ander. Géén oliebollen dus geen oom Hein". Lies stak haar neus in de lucht en trommelde op de leuning van haar stoel als om duidelijk te maken dat haar be sluit onwankelbaar was en zij zelf ook, wét haar echtgenoot ook aan argumen ten mocht aanvoeren. Bert kende de verschijnselen en besloot van de tegen aanval af te zien. „Nou, dan géén oliebollen", berustte hij „en geen oom Hein. 't Spijt me voor de ouwe baas; hij lust ze zo graag". „Ja dét is 't em juist", barstte Lies los. „Hij lust ze zo graag. Hij eet de hele avond oliebollen. Wat zeg ik, hg éét ze niet, hij vr..." „Hij vreet ze", vulde Bert gelijkmoe dig aan. „Geneer je niet, lieve. En wat zóu dat dan? Als die man nou graag oliebollen lust? Hij kan er zo smake lijk van zitten smullen". „Dat is... dat is niet smékelijk meer, dat is dierlijk", betoogde Lies. „Die man z'n man z'n maag moet van binnen met koper beslagen zijn! Dat géét maar door. Nog een oliebolletje oom? Wel ja, meid, laat ik d'r nog eentje nemen. Oom, lust u nog niet een oliebol? Nou meid, als ik je niet ontrief..." Bert hapte naar lucht en Lies snoot snel haar neus, want bijna had ze zélf gelachen, en dat mocht niet. De Ernst Van 't Ogenblik mocht niet ontwijd worden. Bert moest es denken dat ze er een grapje van maakte. Maar Bert was vanavond in een toe geeflijke, zwijgzame rtemming. Erg toegeeflijk, vond Lies. Bijzonder zwijgzaam, verontrustte zich Lies. Hij was dol op oliebollen. En hij had een zwak voor oom Hein, die ouwe vrij gezel, die doorwaaide varensgast met z'n wilde verhalen van Valparaiso tot Petsamo. En Lies... ach, in haar hart mocht ze hem ook. Maar ze had die morgen zo'n mooie, gevoelvolle spreker voor de radio gehoord. En die had het zo prachtig gezegd: dat oude jaar dient tot inkeer en mag niet ontaarden in een eet- en drinkgelag. En Lies had zich opgetild gevoeld bóven de alle daagsheden des levens en ineens had ze het geweten: géén oliebollen. En daarmee was ze meteen van de ergernis af, die oom Heins beslagen maag haar ieder jaar weer baarde. Maar Bert zei niets. Tenminste, niet thuis. „Nee, Lies bakt ze van 't jaar niet" vertelde hij zijn moeder. „Nou jongen", leefde moeder Vree land mee, „da's een strop voor je; je was er altijd zo dol op". Maar je moest nooit stoken in een goed huwelijk, dus ze deed er het zwijgen toe en glimlachte stil naar de rug van haar oudste, die het dit jaar zonder oliebollen zou moe ten stellen. „En jij zeker weer achter de olie bollen heen", zei Martha, de vriendin van Lies, die een paar straten verder woonde en een man en vier zonen op voedde. „Nee", zei Bert stil, „Lies bakt ze niet van 't jaar". „Kom hier oudejaar vieren", noodde Martha. „Ik bak d'r een bérg". „Zeer bedankt, maar ik zal het maar niet doen", antwoordde Bert bedrukt". We gaan tot onszelf inkeren. We maken er geen eet- en drinkgelag van, zoals andere mensen, weet je". „O", zei Martha. „Nou, meneer Vreeland", lachte de kogelronde buurvrouw van beneden", hebt u de spullen al in huis voor de bakkerij?" „Van 'tjaar niet, mevrouw Wesse- lius", vertrouwde Bert haar droef toe. „Mijn vrouw bakt ze niet dit jaar". „Och, wat sneu", sympathiseerde de dikkerd. „Wat heb je nou aan ouwe jaar zonder oliebollen". „Zegt u dét Wel", beaamde Bert zwaarmoedig en steeg de trap op. „Ziezo", zei Lies met grote opgewekt heid en iets verhevens in haar blik, „dit is ónze oudejaarsavond. Ik heb heer lijke koffie en cake, en zo tegen twaal ven een lekker schoteltje met een glaas je wijn, Kunnen we klinken op het nieuwe jaar, Bert. En dan zetten we een plaatje op... da's heel wat anders dan zo'n vettige oudejaarsviering met oliebollen..." „En met oom Hein", voegde Bert er weemoedig aan toe. Er werd gebeld. „Ik doe wel open", haastte zich Bert. De kleine Emmie Wesselius stond op de stoep, in haar handen een grote schaal, toegedekt met een hagelwit servet, de vouwen er nog in. „Complement van moeder en ze hoopt dat ze u goed smaken," zei ze haar lesje op. Bert bedankte haar hartelgk, lachte haar vriendelijk toe en droeg het ge schenk de kamer in. „Tóch oliebollen", kreet Lies. „Ja", stelde Bert mat vast en wendde zijn blikken van de glanzende heerlijk heid af. Er werd gebeld. De slungelachtige gestalte van Steef, Martha's oudste. „Ha, meneer Vreeland. Me moeder had zo met u te doen; ze zei: Breng jij dat es gauw naar meneer Vreeland, want die zit natuurlijk te tandakken!" Bert bracht de oliebollen binnen en wijdde meteen al zijn aandacht aan de grammofoon. Lies zat in haar stoel, haar neus in de wind, en trommelde een mars op de leuning. Er werd gebeld. „Ha, die Bert" zei Manakker, de melkboer, die sinds mensenheugenis moeder Vreeland bediende. „Ik moest met de wagen deze kant uit en toen vroeg je moeder of ik die effe voor je mee wou nemen. Nou ja, moeder Vree land hè? M'n oudste klant, volgend jaar vijftig jaar... zeg nou is nee, wat jij?" Bert dolf voor Manakker een sigaar op en de behulpzame melkboer daalde snel af, om thuis zijn achterstand in te halen. Lies zag hem doorborend aan. „Toch aardig hè?" zei hij onschuldig. „Zoals ze aan je denken, zo iets spon taans..." „Ja, vooral spontaan", sneed haar stem". Heb je nog bij meer mensen de arme stakker gespeeld? Of denk je dat je hieraan wel genoeg hebt?" Haar af keurende blik gleed over de drie schalen goudbruine oliebollen. „Ik wist niet", zei ze langzaam, „dat ik met zo'n geraffineerde schurk ge trouwd was". „Nou niet lachen", vermaande Bert, „dat bederft het effect". „Ja maar, Bert, in vredesnaam! Wat moeten we met drie schalen oliebollen? Over een week zijn ze nog niet op". Bert liep naar de telefoon. „Wat ga je doen?" vroeg ze naar de bekende weg. „Ik ga oom Hein opbellen; die helpt ons er wel door", troostte Bert. „En dan hebben we toch nog een heel jaar, J nietwaar schat, om tot onszelf in te keren..." (Nadruk verboden) Aan alle begunstigers, vrienden en bekenden een gelukkig 1960 toegewenst Slagerij GEBR. KRIJGER Aan familie, vrienden en begunstigers een gelukkig 1960 toegewenst J. SCHEELE Melkhandel P. HOOGSTRATE-VERBRUGGE Fruithandel p. f Wij wensen onze cliënten en be kenden een voorspoedig 1960 Sanitair en Loodgieter Agent Shell Butagas Wijngaardstraat 10 Aan allen een Gelukkig Nieuwjaar toegewenst „De Verfwinkel" ELENBAAS C. BUSTRAAN Schoenhandel p. f. Familie VAN OPBERGEN HOTEL „OESTERBEURS" B FÏIHIIIIJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^j Een gelukkig en voorspoedig 1960 toe gewenst door Fa. P. VAN ANROOY Dames- en Herenkapsalon HOTEL NOLET p.f. Wij wensen onze geachte cliëntèle een gezegend 1960 toe Fam. P. C. VAN OOSTEN Rijks gedipl. Hoefsmederij Aan begunstigers, vrienden en bekenden wordt een gelukkig 1960 toegewenst door L. GRIMM Horlogerie en Echtgenote Allen een gelukkig 1960 toegewenst door Wed. JAC. DAANE Een voorspoedig 1960 toegewenst BAKKERIJ DE JAGER p. f. Wij wensen onze cliëntèle, vrienden en bekenden te Yerseke en omstreken een gelukkig 1960 toe SCHILDERSBEDRIJF RIDDERHOF Oude Boogaert 8 Telefoon 571 Gelukkig en voorspoedig nieuwjaar J. G. DEN TOONDER Oliehandel Een gelukkig Nieuwjaar toegewenst door Brood- en Banketbakkerij VéGé Kruideniersbedrijf W. KLAASSE Echtgenote en kinderen TELEFOON 589 Aan cliëntèle, vrienden en beken den een gelukkig 1960 toegewenst OLIEHANDEL Van Randwyckstraat 42 J. W. VAN OS ZOON Scheepswerf wensen cliëntèle, vrienden en bekenden een gelukkig 1960 Kerkhoekstraat 5 Gelukkig Nieuwjaar M. C. DE BLIEK-VAN BREMEN Café „De Schelde" Fa. J. KIJK Handel in Gedistilleerd, Likeuren en Wijnen wenst haar cliëntèle een gelukkig en voorspoedig nieuwjaar Gelukkig Nieuwjaar toegewenst J. P. PLEUNE N. W. PLEUNE-COMMEE Kleding Kerkplein 3 Een gelukkig en voorspoedig 1960 toegewenst T. H. VAN DEN BERG L. N. VAN DEN BERG- VAN DER PEIJL Aan alle klanten, familie en beken den een gelukkig 1960 toegewenst M. F. SCHEELE Kruideniersbedrijf Spruitstraat 24 ÏXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXJCÜOOÖ Slagerij Noordzandstraat 29 Wij wensen alle mensen een Gelukkig Nieuwjaar CXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXJ Gelukkig Nieuwjaar Fa. VAN OEVEREN Kerkhoek Landbouwer WENST U EEN VOORSPOEDIG 1960 Allen een gelukkig 1960 toegewenst door Noordzandstraat 36 J. STEKETEE Schilder Voor 1960 onze beste wensen FOTO-ATELIER STEKETEE Famile, vrienden en begunstigers een gelukkig nieuwjaar toegewenst F. v. d. BOOMGAARD Schoenmakerij 't YERSEKSCHE WARENHUIS G. N. Gelukkig Nieuwjaar toegewenst D. BOOGERD Kapster Een gelukkig en voorspoedig 1960 toegewenst door SLAGERIJ DE KOEIJER Oude Torenstraat 5 A. J. VAN DER JAGT EN PERSONEEL Boterhandel p. f. Aan allen een Gelukkig Nieuwjaar toegewenst Van Randwijckstraat 8 Ij WENST U EEN GELUKKIG NIEUWJAAR Textielhandel en Woninginrichting uSW

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1959 | | pagina 5