NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZUID-BE VELA ND oveRöenkinq V oor de balie IVOROL Elke tand een Sneeuwwitje Er is een vonnis nodig - 24STE JAARGANG No. 3 21 JUNI 1958 J. A. WESTSTRATE - MIDDELBURG STICHTING „DE SCHELDEBODE" Verschijnt zaterdags DRUK Fa. F. VAN DER PEYL KRUININGEN J. M. C. VAN DER PEYL - KRUININGEN Het licht van mijn ogen VAN WILLEGEN Plaatselijk Nieuws YERSEKE REDACTEUR ROUAANSE KAAI 21 - TE LEF. 01180—2453 AbonnementsprQB bjj vooruitbetaling 1,25 per kwartaal Franco per post 2,50 per halfjaar UITGAVE ADMINISTRATIE: MARKT 19 - TELEF. 01130—381 - GIRO 28425 Advertentieprijs 1-25 mm 2,50, verder 10 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief In te zenden vóór donderdag 12 uur Onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijk heid. 2 Cor. 4 17. Het geloof plaa t de mens van tijd en stof op berghoogten, van waar hij de eeuwigheid leert overzien. Hoe kan onze ziel neergebogen zijn binnen in ons. Hoe kunnen wij gebukt gaan on der het leed en de moeite des levens, onder de tegenkantingen dergenen, die God niet vrezen, en onder de zonde in ons eigen hart, die gedurig weer het hoofd opsteekt. Wanneer wij echter als de grote heidenapostel geheel ons le ven beschouwen in het licht der eeu wigheid, dan worden alle verdrukkin gen dezes tijds voor ons ook zo geheel anders. Door dat hemellicht beschenen, komt alles hier beneden ons zo geheel anders voor. Dan verstaan wij het woord: „Hij kastijdt ons tot ons nut". Dan weten wij, dat elke beproeving ons opleidt en opvoedt voor de zaligheid, die als de kostbare erfenis voor ons bewaard blijft. Dan geloven wij, dat elke donkere schaduw, die valt op ons pad, in ons wat goeds, wat eeuwigs moet werken. Zalig die alzo het leven leren bezien. Zij kunnen hier reeds spre ken door het geloof van een korte ver drukking, een lichte last. Omdat de grote Kruisdrager zelf die heiligt aan hun hart. En eenmaal, als de uitnemen de heerlijkheid voor hen is opgegaan, zullen zij zingen: Uit verdrukkingen gekomen, Pelgrims op de weg van 't kruis, Staan wij nu, Gods naam aan ['t voorhoofd, Voor Zyn troon in 't Vaderhuis! (Uit een Dagboek) VIJFTIG JAAR JONGER, DUS TIEN GULDEN MEER! „U krijgt vijftien gulden!" riep de rechter. „Conform de eis van meneer de officier!" „Zozo, vijftien gulden", herhaalde de oude man. „Krijg ik vijftien gulden. Dat is anders niks te veel voor zo'h klap. Want het was aardig raak hoor". „Jawel", zei de rechter, gevleid door deze waardering voor zijn wijze uit spraak, „maar in verband met uw fi nanciële omstandigheden acht ik vijf tien gulden wel voldoende". „Ik had liever iets meer gehad", zeurde de oude baas. ,,'t Zijn dure tij den tegenwoordig en elke gulden is er één. Ik kan dat geld best gebruiken!" Nu ging de rechter een licht op. „Maar dat geld krijgt U niet", riep hij, „dat moet U betalen. Als boete. Omdat U de buurman hebt geslagen". „O", zuchtte de man. En teleurgesteld slofte hij de rechtszaal uit. Dit was dan het slot van het drama over het wegje, dat sinds jaren deze ouren in een toestand van koude oor log houdt. Beiden zeggen dat het wegje hun eigendom is. Kort geleden zetten zij hun argumenten kracht bij door een slaande ruzie. De oude baas bijna zeventig had de zoon van de buur man met een bonestok op het hoofd getimmerd. Hij ontkende dat fel. „Ik heb niet geslagen", zei hij, „ik ben geslagen". „De getuigen zeggen dat U ook hebt geslagen", repliceerde de rechter. „Meneer, dat hebben ze mis", zei de beslist. „En de politie heeft de buil op het hoofd van die jongen gezien", ging de rechter verder. Want deze buil was of ficieel vastgelegd in het proces ver baal. "Hij is ook aan de eerste leugen niet gebarsten", sputterde de man. „Hij kan zichzelf wel voor de kop hebben ge slagen om een buil te krijgen. Hjj komt uit een slecht nest, vergeet dat niet". De rechter nam niet aan dat de jon gen zichzelf die officieel geregistreerde buil had bezorgd. Daarom bleef het bij vijftien gulden voor de oude buurman. Toen deze de deur uit was, kwam de jongen met de buil in het verdachten bankje staan. „Die ouwe had me vermoord als ik niet had teruggeslagen", riep hjj. Het verschil in leeftijd bedroeg bijna een halve eeuw. „U bent zeker nog nooit eerder ver moord. Anders zou U weten dat U nu een beetje overdraft", dacht de offi cier. Maar de knaap moet vijfentwintig gulden betalen, een tientje meer dan de bejaarde buurman. „In verband met het verschil in leef tijd", zei de officier. „En omdat je wijzer had moeten we zen", zei de rechter. Mopperend ging de knaap de deur uit. „Da's vijfentwintig van jou en vijf tien van die oude baas. Veertig gulden beurt de staat aan jullie ruzie", re kende de deurwaar de.' hem in de gang vor. „Ga maar zo door, jong. Dat scheelt ons weer in de belasting". WILLY H. HEITLING (Nadruk verboden) HUURDERS EN VERHUURDERS Als men de huurder van een woning op straat wil zetten Vroeger, toen er nog geen woning nood bestond, was het een eenvoudige zaak een huurder het pand te doen ontruimen. De eigenaar kon zonder meer een huurder de huur opzeggen. Ging deze er niet mede akkoord, dan verkreeg de huisbaas doorgaans ge makkelijk een vonnis van de kanton rechter. Op straat zetten zonder meer was toen eveneens verboden, omdat moest vaststaan, dat de huurovereen komst inderdaad beëindigd was. Tegenwoordig is dat wel een beetje anders. Nu heeft de wetgever het no dig geoordeeld een huurder te bescher men. Terecht, want het zou een vreem de geschiedenis zijn, een huiseigenaar maar vrijelijk zijn gang te laten gaan. Thans wordt er aan een huuropzeg- ging meer aandacht besteed. Indien een huiseigenaar een huurder de huur van de woning opzegt, behoeft deze den genomen; deze veel verbreide me ning is niet geheel juist in haar al gemeenheid, die termijn geldt slechts in bijzondere gevallen. Wij zullen er voor heden mede volstaan te vermel den, dat die termijn van drie jaren al leen geldt, indien de verhuurder het huis gekocht heeft om daarin zelf te gaan wonen. In dat geval kan, hoe dringend een verhuurder het pand mis schien ook nodig heeft, de ontruiming nooit eerder dan drie jaar nadat de verhuurder eigenaar is geworden, plaats vinden. De gedachte echter dat de koper al tijd na een termijn van drie jaren, na dat hij eigenaar is geworden, zelf in de woning mag, is nu ook weer niet juist. Eerst moet de eigenaar aantonen, dat hij de woning meer nodig heeft dan de huurder en zal de rechter de weder zijdse belangen moetf-> afwegen en als daar niet mede akkoord te gaan. Eerst dat alles inderdaad in het voordeel van moet een huurovereenkomst beëindigd de eigenaar is uitgevallen, hetgeen tus- worden; voor die tijd is ontruiming niet sen haakjes niet vast staat, dan pas nen overkomen en al zegt de blinde zelf dat men hem niet als invalide moet zien, al is er met scholing en doorzet ting veel te bereiken, de blinde mist veel, zoveel dat wij, zienden, het ons niet kunnen voorstellen. Zo wij kon den, zouden wij hem zo dolgraag hel pen, maar wij staan machteloos, zelfs de trouwe kameraad die zijn blind- geschoten makker één van zijn eigen ogen wilde geven. Dit offer kon de oog specialist niet aanvaarden,, omdat de natuur een dergelijke transplantatie (nog?) niet toelaat. Maar er is een vorm van blindheid, die waarbij het doorschijnende deel van het hoornvlies ondoorzichtig is gewor den, die wèl met kans op succes te be strijden is. Daarvoor moet een stukje troebel geworden hoornvlies worden vervangen door een gezond stukje. Eens zullen wij allen de ogen voor goed sluiten. Onze ogen zullen wij dan niet meer voor het aardse licht nodig hebben, maar voor onze blinde mede mens kunnen zij betekenen een terug keer in de wereld die zij wellicht eens gekend hebben voor het duister over hen daalde, of een binnentreden in een voor hen ondenkbare heerlijkheid. Zullen wij hen dit geluk, bij ons af scheid van dit leven deelachtig doen worden Het Rode Kruis heeft ons de weg gewezen: een eenvoudige verklaring aan zijn naaste familieleden dat zij te zijner tijd de dokter toestemming mo gen geven uw ogen te gebruiken voor hoornvliestransplantatie is voldoende. Mocht één der uwen overlijden zonder dat een dergelijke vergunning ooit werd verleend, dan nog kunt U dit besluit nemen en uit naam van uw geliefden een medemens het licht hergeven. Overdenk dit alles eens. Stel U de vreugde voor van de mens die lang het licht moest ontberen en dank zij uw daad van naastenliefde weer ziende mogelijk, maar daarna moet de rech ter nog beslissen of van een huurder mag worden verlangd, dat hij de wo ning inderdaad verlaat. Op welke gronden? De rechter is daarbij niet alleen aan gewezen op zijn eigen oordeel, d.w.z. of de eis tot ontruiming billijk is of niet, de wet geeft daaromtrent nauwkeurige richtlijnen. De wet heeft enige gron den genoemd, waarop een huurder kan worden gedwongen de woning te ver laten. Eén van die gronden is het voor eigen gebruik nodig hebben van de woning. Nu betekent dit niet, dat de huurder onmiddellijk moet vertrekken, als komt vast te staan, dat de ver huurder die woning voor zichzelf no dig heeft. De rechter zal de economische be langen en maatschappelijke behoeften van beide partijen tegen elkaar afwe gen. Bovendien zal hij ook rekening moeten houden met de belangen van wettige onderhuurders. In feite komt dit neer op de vraag, wie de woning het meest nodig heeft, de verhuurder of de huurder, eventueel met zijn wet tige onderhuurders. De huurder moet tegenover de verhuurder bevoegd zijn een gedeelte van de woning onder te verhuren. Zoon staat er buiten. Wat is nu eigenlijk „het nodig heb ben voor eigen gebruik", zal men zich afvragen. Kan hieronder ook worden gerekend het gebruik door een zoon van een eigenaar, die een zelfstandig gezinsleven gaat beginnen? Het is aan de hand van vele uitspraken wel ko men vast te staan, dat deze vraag ont kennend moet worden beantwoord. Im mers, het kind dat een eigen gezin sticht behoort niet meer bij zijn ouders, dus moeten zijn belangen worden ge zien als losstaande van die van zijn ouders. Nu kan natuurlijk iedere rechter verschillend denken over deze kwestie, zodat nimmer met stellige zekerheid kan worden gezegd, dat de verhuurder geen enkele kans op succes zal hebben. Hij doet het beste in dit verband te informeren bij een advokaat of deur waarder, die ervaring heeft met de rechtspraak van de kantonrechter, die over het geval zal moeten oordelen. De kans van slagen lijkt ons echter wel zeer klein. Niet altijd 3 jaar tijd. Een huurder die aanzegging krijgt van de huiseigenaar het pand te doen ontruimen, zal er derhalve goed aan doen niet op die aanzegging in te gaan, doch de verhuurder te verwijzen naar de kantonrechter. Hij dient derhalve niet akkoord te gaan met de opzegging en deze als het ware zonder meer naast zich neer te leggen. Hij wacht dan de gebeurtenissen maar af. Denk niet, dat zonder meer een ter mijn van drie jaren in acht moet wor- wordt de vordering tot ontruiming werd! toegewezen, met de bepaling dat de ten1 Ennr KRTTTSi HFI ptttv t uitvoerlegging van het vonnis niet eer- RODE KRUIS HELPEN. der dan drie jaar, nadat hij het huis in eigendom heeft gekregen, mag plaats vinden. (Nadruk verboden) Een zegswijze die iets zeer kostbaars, iets onuitspreekbaar teders aangeeft. „Ik heb haar liever dan het licht in mijn ogen". Liever dan wat ook ter wereld. Het verlies van het gezichts vermogen stelt de ziende mens zich voor als het ergste leed dat hem zou kun- KAPELLE (Z.B.) Telef. K 1102-223 ALLE VRAGEN VOOR DEZE RUBRIEK UITSLUITEND TE ZENDEN AAN: REDACTIE „MET RAAD EN DAAD", ROUAANSE KAAI 21, MIDDELBURG met b(jsluiting van een postzegel van 12 cent voor doorzending van uw brief N. N. Mag een jongeman, die gaat trouwen, bij zijn vader blijven inwonen na het huwelijk en hoe zit dat als die vader komt te overladen? Antwoord Die jongeman dient bij zijn huwelijk een huisvestingsver gunning te vragen aan het huisves tingsbureau. Heeft hij deze vergunning, dan is de zaak voor elkaar. Komt de vader te overlijden, dan is op hem van toepassing de bepaling uit het Bur gerlek Wetboek, dat de huur op hem als erfgenaam overgaat. Let wel, dit is alleen van toepassing bij overlijden, niet als bjjv. de vader gaat wonen in een rusthuis. Natuurlijk bestaat de mogelijkheid, dat het huisvestingsbu reau vindt, dat het huis te groot is voor een jong echtpaar alleen, zodat het gedwongen kan worden inwoning te nemen. Wij moeten hier het voor behoud aan vast koppelen, dat moge lijk plaatselijk een ietwat andere re geling gevolgd wordt, zodat het aan beveling verdient ter plaatse nadere inlichtingen in te winnen. A. M. W. te K. De rode biet (kroot) die wij verbouwen, blijft klein en zit vol lelijke gaten (lijkt aangevreten). Wat kan hiervan de oorzaak zijn en hoe bestrijden wij dit? Antwoord: Dit slecht groeien van de rode biet kan verschillende oor zaken hebben, als b.v.: a. Grond is niet voldoende losgemaakt en onvoldoende bemest. Bieten houden van een nogal kalkrijke grond. b. Het vorig jaar hebt U op die akker of dat bed ook al bie ten, hetzij kroten, hetzij voeder- of sui kerbieten verbouwd, alhoewel wissel bouw zeer noodzakelijk is. Dat de bie ten slecht willen groeien, kan hieraan liggen, daar ze dan aangetast kunnen zijn door aaltjes, die de groei belemme ren en de bietjes harig maken, de z.g. bietenbaard. Meestal zien we dan 2 of 3 strepen met veel wortels op de bie ten zitten. Dit kunt U gemakkelijk zelf constateren. Hier is niets aan te doen als het volgend jaar op een andere hoek bieten telen, ook niet op spinazieland. Je vreterij kan door verschillende bela gers plaats vinden en deze vragen allen een aparte bestrijding. Ritnaalden (koper- of gele worm)De grond be gieten met 100 cc aldrin vloeibaar 25 jf 100 cc heptachloor op 5070 1 water per are uitgieten. Aardrupsen (grauwe worm) en emelten (lijken er veel op)Bestrijden als ritnaalden, doch de hoeveelheden iets ruimer ne men, n.l. 150 cc. Ook het uitleggen van stukjes aardappel in de grond kan goe de resultaten geven. Dagelijks nakijken, vangen en doden. Mevr. H. K. 1. Kunt U mij mede delen hoe ik aardbeien moet inmaken (wecken), zodat zij de goede kleur be houden en niet vaal worden? 2. Ik heb hars in mijn jas, weet U een middel om dit te verwijderen? Antwoord: 1. Hier volgt een tweetal recepten. Recept I: Neem rij pe, niet te grote vruchten. Was ze eni ge malen en verwijder de kroontjes. Be strooi de vruchten met suiker (250 g suiker per kilogram vruchten) en laat ze enige uren staan, zodat het vruch tensap kan uittrekken. Doe de vruch ten in de schoon gemaakte flessen, voeg het vruchtensap toe, zonodig aan gevuld met water. Vul de flessen tot ongeveer 2 cm onder de rand en zorg dat de vruchten onder het vocht staan. Sluit op de U bekende wijze en pas teuriseer 15 minuten bij 75 C. Recept II: Schik de schoongemaakte vruchten in de flessen en giet hierop een suiker oplossing (neem 50 g suiker per dl water). Vul de flessen tot ongeveer 2 centimeter onder de rand en zorg dat de vruchten onder het vocht staan. Sluit de flessen op de U bekende wijze en pasteuriseer bij 75 C. Deze vruch ten verkleuren bij pasteuriseren vrijwel altijd min of meer, dat is niet te voor komen. 2. Breek de harde korst en borstel zoveel mogelijk de stukjes weg. Behandel de vlek hierna met spiritus, alcohol, aceton, eau de colgne of witte terpentijn. Aceton niet gebruiken voor acetaat-rayon. Aceton tast deze grond stof aan. M. H. Hoe weet een geleidehond als deze met z'n baas uitgaat, waar hij heen moet? Als de blinde b.v. een vriend wil bezoeken, waar hij nooit is geweest of als hij per trein of bus naar een andere plaats wil, hoe weet die hond dat allemaal? Antwoord Het is de blinde, die de weg kent en moet weten waar hij naar toe wil. De blinde geeft de leiding aan zijn hond, die hem om de obsta kels op de weg heenleidt, die hem aan geeft waar een stoep of oneffenheid is, waar een zijstraat is, enz. Natuurlijk weten honden noch blinden overal in het land de weg, met een enkele maal eens vragen komen ze er echter ge makkelijk. Krijgtt een blijnde n.l. te horen, dat hij moet zijn tweede zij straat rechts, tweede hek links, dan geeft bij de tweede zijstraat aan zijn rechterhand 't commando „rechts", waarop de hond rechtsaf gaat, zelf voelt hij gemakkelijk, de weg overste kend, waar het tweede hek aan de linkerkant is, terwijl de hond geleerd heeft met zijn kop onder de klink te gaan staan, zodat dan uiteraard de weg vanzelf wijst. Op bus, trams en treinverkeer zijn de honden getraind, zodat dat alles rustig verloopt. Mevr. L. Als ik een kleerkast grondig gesopt en gelucht heb, kan ik aan toch nog last hebben van motten? Antwoord d: Jawel. Na een gro te beurt zullen ze er wel tijdelijk uit blijven, maar ze komen er toch weer in als de kleren, die er in moeten hangen, niet motvrij zijn. Zijn deze kleren mot- vrij, dan kunt U er toch weer last van krijgen. Om steeds geheel motvrrj te blijven, moeten de kast en de kleren doorlopend met zorg worden behan deld en schoongemaakt. Een middel om dit afdoende, voor altijd, te belet ten bestaat niet. Gymnastiekdemonstraties. Hedenavond zal op het gemeentelijk sportterrein aan de Marijkelaan, door onze plaatselijke gymnastiekvereniging V.Z.O.S. met haar aspiranten en leden afdelingen een gymnastiekdemonstra- tie worden gegeven. Er is een aantrek kelijk programma samengesteld, terwijl ook het herenkeurkorps van de Zeeuws- Brabantse Turnkring, aangevuld met enkele heren van V.Z.O.S., zijn mede werking verleent. Vooraf maken de gymnasten, achter de drumband van de muziekvereniging E.M.M. uit Krui- ningen Mozart" is verhinderd) een korte mars door het dorp, waarna di- rekt de demonstraties op het sport terrein beginnen. Ongetwijfeld bestaat er grote belangstelling, zowel van in als buiten Yerseke, voor deze demon- raties en adviseren we dat ieder zich dig naar het sportterrein begeve om van een gunstige plaats verzekerd te zijn. Hopenlijk wordt dit gebeuren be gunstigd door mooi weer, zodat het pen zeer aantrekkelijke avond kan worden, waarvoor we V.Z.O.S. van harte succes toewensen. Zie voor verdere bijzonder heden de advertentie elders in dit blad. WATERGETIJDEN WEMELDINGE Van 22—28 juni 1958 Dinsdag 24 juni: Eerste Kwartier HOOGW. LAAGW. vm. n.m. v.m. n.m. Zondag 6.56 7.17 0.17 12.28 Maandag 7.42 8.02 1.02 1.15 Dinsdag 8.33 8.54 1.52 2.12 Woensdag 9.30 9.55 2.49 3.19 Donderdag 10.37 11.03 3.56 4.30 Vrijdag 11.51 5.04 5.42 Zaterdag 0.19 1.06 6.14 6.48

Krantenbank Zeeland

Scheldebode | 1958 | | pagina 1