Joyce Sylvester Dierenmens Hulp voor domme padjes Een beetje meer spruitjeslucht graag Padden die paren zitten drie dagen op vrouwtje We schelden elkaar weer uitende opgestoken middelvinger herleeft 8 Pad fgelopen week liep ik naar binnen in een drukke super markt. Ik zag dat een mevrouw een volle boodschappentas op tilde en haar evenwicht verloor. Ze raakte daarbij per ongeluk een meneer die naast haar stond. Hij ontplofte meteen en schreeuwde: „Godverdomme! Wil je uit je doppen kijken, een tuinkabouter - stevig onder de oksels kunnen pakken als ze gaan paren. Zo blijven ze zo’n drie da gen zitten. In de emmer zitten veel stelletjes: de mannetjes zit ten als een verliefde rugzak bovenop de vrouwtjes en liften op deze manier de hele route mee. Waarom de padden on derin een emmer liggen? Omdat mensen aan de bos rand een muurtje hebben gebouwd. De padden lo pen er ’s avonds tegenaan, zoeken een doorgang en vallen dan pardoes in een van de ingegraven emmers waar ze niet meer uit ko men. De vrijwilligers pluk ken ze eruit om ze veilig naar de overkant te bren gen. „Het is dankbaar werk”, zegt De Valk als ze uit de eerste emmer zes tien padden en een kikker naar boven heeft gehen- diepte en tovert een bruin vadsig dier tevoorschijn. „Een vrouwtje”, zegt ze en haar medevrijwilliger Marco Plomp zet een eerste turfstreepje op een vel pa pier. Vrouwtjes zijn dik omdat ze zo’n tweedui zend eitjes met zich mee dragen. Mannetjes zijn kleiner en hebben twee zwarte tenen aan hun voorpoten. Er zit een soort eelt op waarmee ze de vrouwtjes - of incidenteel geld. Een halfuur later staat de teller al op honderd. De emmers zitten zo vol omdat dit weekend (18 maart, red.) goed padden- weer is: warm en vochtig. Daardoor ontwaken de koudbloedige dieren uit hun winterslaap. Ze gaan meteen richting water - ze kunnen wel een kilometer afleggen en navigeren op hun reuk. De mannetjes vertrekken meestal iets eerder, zodat ze op de uit kijk kunnen gaan zitten en hun liefjes zien aankomen. Eenmaal vastgeklemd blijft de man zitten tot de vrouw haar eitjes legt in het water en hij ze kan bevruchten. Dan hobbelt de hele kolo nie met gevaar voor eigen leven terug naar het bos. De padden in de emmer van De Valk maken korte piepgeluidjes. Alleen man netjes doen dat. Daarmee zeggen ze tegen hun niet al te snuggere seksegenoten: bespring mij niet, ik ben geen vrouwtje. Padden vallen niet alleen in emmers, maar ook in rioolputjes. Daar loopt het minder goed met ze af. Ze eindigen in het riool, de waterzuivering of komen een rat tegen. „Ratten rij ten hun buik open en eten de lever eruit”, vertelt Creemers van Ravon. „Padden zijn giftig dus worden niet door veel die ren gegeten. Maar wel door de bunzing: die bijt de pad in zijn nek zodat hij ver lamd raakt en legt hem dan op een stapeltje. Als hij honger heeft, begint hij aan een vers exemplaar.” Tegen zo’n gruwelijk lot kunnen de allerbeste vrij willigers ook niets begin nen. Maar als de padden trek in april voorbij is, heb ben ze in Wijchen wel tus sen de 2500 en 3000 pad den overgezet. Dat biedt troost. Is je als mannetjes- pad het verschil niet ziet tussen een vrouwelijke soortgenoot en een tuinkabouter en je, opgejaagd door hormonen, bovenop de rode puntmuts klimt om enthousiast te beginnen aan een bloed stollende paring, getuigt dat niet van bijzonder veel intelligentie. Steekje dan ook nog eens de weg over zonder naar links en naar rechts te kijken, dan heb je helemaal de schijn tegen. Je bent een dom dier. Raymond Creemers van Ravon (Reptielen Amfi bieën Vissen Onderzoek Nederland) heeft foto’s voorbij zien komen van opgewonden mannetjes- padden die een tuinkabou ter of een roeispaan om klemmen. En plaatjes van platgereden padden zijn er in overvloed. „Het zijn nogal primitieve dieren”, zegt hij met gevoel voor understatement. Elk voor jaar opnieuw beginnen massa’s padden aan de zelfde route van het bos waar ze de winter door brachten naar het water waar ze zich kunnen voortplanten. Elk voorjaar opnieuw vinden duizen den van hen de dood op het asfalt dat er het vorige jaar ook al lag. „Het gaat helaas niet zo goed met de pad”, aldus Creemers. „Vanwege de toenemende verkeers drukte, maar mogelijk ook door klimaatverandering en de afname van het aan tal insecten.” Het aantal padden daalde in vijftien jaar tijd met de helft. Gelukkig zijn er lieve mensen die zich niet wil len neerleggen bij de on dergang van de pad en zich naar bosranden spoeden om de dieren veilig over te zetten. Véronique de Valk uit Wijchen is een van hen. Deze zaterdagochtend gaat ze door de knieën bij een van de emmers die zijn in gegraven in de grond. Ze steekt een hand in de Maar de tijd van gezelligheid lijkt voorbij en de pijnlijkheden zijn niet meer te ver mijden. De dossiers stapelen zich op. Asiel- crisis, energiecrisis, stikstofcrisis, wooncri- sis, klimaatcrisis, oorlog in Oekraïne, toe slagenaffaire en het Groninger gas. En tege lijkertijd gaan andere trends die al langer aan de gang zijn gewoon door, zoals de individualisering en digitalisering. Dat hele bevolkingsgroepen met dat laatste niet kunnen meekomen, is zelfs pure discriminatie. Alsof we daarvan nog niet genoeg hebben in ons land. Ga er maar aan staan. Alles heeft een enorme impact en laat zijn spo ren na in de samenleving. Steeds meer mensen hebben serieuze zorgen en vechten voor hun bestaan. Nog heel recent bracht corona ons dichter bij elkaar en waren mensen lief en aardig. Velen waren bereid een ander te helpen. We verlangden naar gezelligheid en waren blij toen we elkaar weer mochten bezoeken. Maar deze periode lijken we nu al weer vergeten. Corona weg, alle gezelligheid weg. We schelden elkaar weer uit en de opgestoken middelvinger herleeft. Ik vind dat we pal moeten staan voor die oer-Hollandse gezelligheid. Het gevoel van persoonlijk comfort en saamhorigheid in onze samenleving is van onschatbare waarde. Dat wil niet zeggen dat we in ons land met elkaar uitsluitend gezellig moeten zijn. Zaken dienen te worden aangepakt en uitdagingen aangegaan. Maar alsjeblieft geen collectief chagrijn. Zoiets als een bezoekje aan de supermarkt hoort niet zo stressvol te zijn. Laten we elkaar dus relaxter tegemoet treden en die gezelligheid weer eens creëren met elkaar. Het geeft ons dat beetje dagelijks geluk in het leven. En juist dat hebben we nu allemaal zo hard nodig. k-wijf!” Ik schrok me een hoedje. Niet normaal! De manier waarop deze mede mens uit zijn slof schoot ging alle perken te buiten. Die mevrouw had niets gedaan en werd het slachtoffer van pure boosheid en frustratie. Bij veel mensen loopt het niet lekker. Maar het zou zo fijn zijn als Nederland wel een gezellig land blijft. Die gezelligheid is namelijk een groot goed en maakt onderdeel uit van onze tradities en identiteit. Als ik zo naar de verhalen van de oudere generaties luister, was er in het Nederland van na de Tweede Wereldoorlog een betere sfeer. Naar dat ge voel verlangen sommige mensen terug. Het doet me denken aan Het dorp van Wim Sonneveld. Wie dat liedje kent, weet dat het druipt van de nos talgie. In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw nam de welvaart toe, men sen ontdeden zich van alles dat een beperking betekende voor hun licha melijke en geestelijke vrijheid. De economie groeide en velen gingen erop vooruit. Er was tijd en ruimte voor gezellig heid, gewoon samenzijn, solidariteit voelen met elkaar. Zonder al te veel poespas. Ne derland was een leuk, joviaal en heel vrien delijk land, waarin de spruitjespan volop pruttelde. Misschien zelfs op het kneuterige af. Ook internationaal staan Nederlanders bekend om het koffiedrinken, we eten graag een koekje bij de buren. We vinden het lekker om bij de open haard te zitten en spelen graag spelletjes. Of pakken een ter rasje en borrelen na met bitterballen. Het gaat ook om het in stand houden van tradi ties. Als het kouder wordt, is er dat ver trouwde pannetje erwtensoep en verheu gen we ons op de komst van de Sint. In de lente komen er lammetjes, geuren de kro kussen en narcissen en gaan we naar buiten om zelfgeschilderde eieren te zoeken. De meeste mensen houden zich bij zulke ontmoetingen en tradities aan normen en aan ongeschreven gedragscodes. We hou den de sfeer graag goed, pijnlijke onderwer pen worden gemeden. FOTO RAVON Joyce Sylvester schrijft op deze plek wekelijks over onderwerpen die haar raken. Meestal gaat de krant over mensen. Annemarie Haverkamp schrijft over dieren met een verhaal. Joyce Sylvester is dijkgraaf Amstel Gooi en Vecht en werd in 2008 de eerste vrouwelijke burgemeester van Surinaamse afkomst. Ze schreef de autobiografie Bent de burgemeester? Soort: Gewone pad Woonplaats: Overal in Nederland Bijzonderheid: giftig Heeft u een suggestie voor een dier met een verhaal? Mail annemarie@ dpgmedia.nl ZATERDAG 25 MAART 2023 GO

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2023 | | pagina 56