ès
fc
a
17
Nog twintig broeders
oven‘Hoop dat
gedachtegoed blijft’
y
tussendoor iets anders te doen.
Die innerlijke onrust is altijd aanwezig. Dat is de
aard van het beestje. En die laat zich alleen tem
men door fysiek geweld. In mijn geval tegen de
wind op de racefiets mezelf afbeulen. Slapen doe
ik die nacht niet. En dat is niet omdat het bed waar
ik in lig niet bepaald gemaakt is voor iemand van 2
meter. De volgende ochtend heeft broeder Marcus
in het gastenverblijf de ontbijttafel gedekt. Op tafel
staan doorzichtige bakjes met beleg: kaas en cerve-
laat en twee soorten brood. Of ik goed heb gesla
pen, wil Marcus weten. Ik knik, maar ik heb geen
oog dichtgedaan.
Een ouder echtpaar uit Middelburg, dat een
week bij de broeders verblijft, herkent het gevoel.
„Dat had ik eerst ook”, zegt de 65-plusser. „Het
duurt een paar dagen en dan maakt het plaats voor
rust.” Het stel komt inmiddels meerdere keren per
jaar in Huijbergen. De rust, de regelmaat en het feit
dat je ‘even niets moet’, trekt hen. „We hebben
door de jaren heen verschillende kloosters be
zocht, maar hier blijven we terugkomen voor de
rust.”
Op zondag staat een eucharistieviering op de
agenda. Het Zeeuwse echtpaar gaat niet. „Het zegt
mijn man te weinig, hij is protestants opgevoed.”
Zelf voel ik ook niet de drang om te gaan. Broeder
Marcus attendeert me er nog wel op: „Om half tien
beginnen we.” Maar verplichten doet hij het niet.
Die keuze is aan de gasten zelf, heeft hij bij bin
nenkomst duidelijk laten weten. „Doe wat goed
voelt.”
Trek niet aan het rode touwtje
De drang naar frisse lucht wint het van de viering.
Die overvloed aan rust beklemt. Ik moet naar bui
ten: bewegen. Dan zit je in Huijbergen goed. Van
uit de broeders loopje zo de bossen in. De
Kalmthoutse Heide ligt op steenworp afstand. Net
voorbij de manage pak ik de draad op van een van
de wandelroutes. Van de Staartse Duinen naar de
Groote Meer, dat er opvallend droog bij ligt. Het
gefluit van een vogel, de leegte op de heide. In de
kou verdwijnt de onrust als sneeuw voor de zon.
‘Misschien had ik gewoon op wandelvakantie
moeten gaan’, denk ik, terwijl er een haas over het
bospad wegschiet.
Tijd voor de laatste nacht. Nog even opfrissen en
nog één keer het te korte eenpersoonsbed in. Een
maal uit de douche, hangt de badkamer vol stoom.
Een rood touwtje bungelt tussen het toilet en de
douche. ‘Dat is vast de afzuiging’, denk ik. Plots
gaat bovenaan het touwtje aan rood lampje bran
den. Even later gevolgd door een alarm en gebons
op mijn kamerdeur: „Alles in orde?”, vraagt de ver
pleegster.
Met het schaamrood op de kaken en een hand
doek rond mijn middel geslagen, open ik voorzich
tig de kamerdeur. „Per ongeluk aan het touwtje ge
trokken”, stamel ik. De vrouw lacht en vervolgt
haar ronde. Die avond denk ik na over het verblijf.
En waarom het me toch niet is gelukt om rust te
vinden.
Wanneer broeder Marcus na het ontbijt vraagt
hoe ik het heb ervaren, moet ik bekennen dat het
me niet de rust heeft gegeven waar ik naar op zoek
was. „Ik heb je ook niet bij al onze momenten ge
zien”, merkt hij op. „Misschien had je meer in ons
ritme mee moeten gaan. Kom de volgende keer ge
woon nog eens en laat dan je
kladblok thuis. Wellicht dat S I ‘""s
het dan wel lukt om alles
los te laten.”
Kom gewoon
nog eens en
laat dan je
kladblok thuis.
Wellicht lukt
het dan wel om
los te laten
- Broeder Marcus
a
S A14.'4
'Isa 1
-
VL
ZATERDAG 25 MAART 2023
IBs
De congregatie van de Broeders van Huij-
bergen is in 1854 gesticht door Johannes
van Hooydonk, maar de historie gaat terug
naar de dertiende eeuw. In 1278 vestigden
de Wilhelmieten zich in Huijbergen en
bouwden er een klooster. Dat werd aan het
einde van de reformatie verwoest. Er kwam
een nieuw klooster, dat grotendeels af
brandde in de nadagen van de Tweede We
reldoorlog. Opnieuw begon eind jaren 40
de wederopbouw. Het is de plek waar nu
twintig broeders wonen, met een gemid
delde leeftijd van 80 jaar. Dertig jaar gele
den waren ze nog met veertig. Broeder
Marcus staat inmiddels ruim dertig jaar als
hoofd aan het hoofd van de communiteit. Al
dik zeventig jaar woont hij in Huijbergen.
Als 14-jarige jongen strijkt hij er met zijn
koffertje vanuit het Zeeuws-Vlaamse Lams-
waarde neer met als doel priester worden.
Maar hij is geen studiebol en wordt groeps
leider. Als in de jaren 70 de ontkerkelijking
in volle gang is, kiezen steeds meer broe
ders voor een normaal bestaan buiten de
deuren van het klooster. Voor broeder Mar
cus is dat nooit een optie geweest. Nieuwe
broeders komen er in die jaren niet meer
bij. Wel keren enkelen terug van missiona-
riswerk in Brazilië en Indonesië, onder wie
broeder Bram. „Het is een aflopende zaak”,
zegt hij. Nu zijn de broeders nu nog met
twintig. Over vijf jaar misschien nog maar
met de helft. Achter de schermen denkt
het bestuur volop na over hoe nu verder. In
principe kunnen ze blijven wonen tot de
laatste broeder is overleden. „Maar je
hoopt dat ons gedachtegoed op een of an
dere manier hier blijft.”
Verslaggever Timo van de Kasteele in
de sobere kamer in het broederhuis die
hem de broodnodige rust moet bren
gen. FSTG®MORENG'MPUEISMWPIX4PRQFS
In de kapel wordt twee keer per dag gebeden, maar het is
niet verplicht om daarbij aanwezig te zijn.
De entree van het broederhuis aan de Boomstraat in Huij
bergen.
.,■>7
- v v
--