Ik begrijp da t
spinnen moeilijk
te koesteren zijn
VI
4
In Wonderbaarlijke dieren verklaart schrijfster Katherine Rundell
de liefde aan 21 'schepsels’. We vielen bij MEZZA voor haar fraaie
mijmeringen en de prachtillustraties. Een voorpublicatie.
IK houvanspinnen EN ik hou van gymnasten, maar niet van de combinatie. Wees
het een of het ander, maar niet allebei, zou ik willen vragen. Toch bestaan er spring-
spinnen en op hun eigen manier zijn die fantastisch. We hebben nooit geleerd te
houden van wezens met vier paar ogen, maar ze hebben iets
ontzagwekkends. Van alle vijfenveertigduizend spinnensoorten
is de springspin misschien het felst en het dapperst: zwarte
weduwen verstoppen zich liever voor mensen, maar spring-
spinnen komen tevoorschijn en gaan op onderzoek uit. Een
springspin zo groot als mijn pinknagel kan een grote sprinkhaan
bespringen en doden, wat ruwweg overeenkomt met een poging
van mij om me op een Volvo te werpen en die te verslinden.
Ik begrijp dat spinnen moeilijk te koesteren zijn. Ze lijken zuiver te bestaan uit
rechte hoeken en stoppels, ze slapen niet en hun ogen gaan nooit dicht, en we vinden
het moeilijk om dat wat niet knippert te bewonderen. Tussen de drie en vijf procent
van de wereldwijde mensenpopulatie is bang voor spinnen, hoewel die neiging niet
gelijkelijk verdeeld is: hij komt veel minder voor in tropische oorden, waar grote,
harige spinnen gemeengoed zijn.
Vroeger dacht men dat arachnofoben speciaal gevoelig waren voor de beweeglijk
heid van spinnenpoten: daarvoor is echter geen bewijs gevonden en de angst voor
spinnen hangt ook niet samen met een verhoogde vatbaarheid voor angst in het
algemeen. Het schijnt wel in de familie te zitten en het zou kunnen dat de verhoogde
alertheid een klein evolutionair voordeel heeft opgeleverd (hoewel de paniek die bij
de angst komt kijken niet erg behulpzaam geweest zal zijn), maar waarom sommigen
fobisch zijn en anderen niet blijft grotendeels een mysterie.
En dan is er nog dit: zonder spinnen zouden we wereldwijd hongerlijden. Ze eten
dat wat ons eten wil opeten; ze houden ziekte op een afstand. Spinnen eten jaarlijks
naar schatting vierhonderd tot achthonderd miljoen ton insecten en ander on
gedierte op. Ter vergelijking: de mensheid consumeert jaarlijks zo’n vierhonderd
miljoen ton vlees en vis. Ze eten meer insecten dan vogels en vleermuizen samen,s^e
bestuiven bovendien planten en recyclen dode dieren en vegetatie tot nieuwe grond,
en vormen op hun beurt de voornaamste voedselbron voor drie- tot vijfduizend
vogelsoorten. Zonder spinnen zouden we omkomen. We zouden ze een warm en
dankbaar welkom moeten heten, wat niet moeilijk is, omdat ze, in elk geval voorlopig,
overal te vinden zijn.
Dierenliefde
SPIN
4
l
K