K
ij
VI
e woonde in Amsterdam en in
verschillende plaatsen op de
Utrechtse Heuvelrug, maar ze
wilde altijd al naar Den Haag.
‘Het is een stad, met cultuur en
horeca, maar het heeft ook het
strand. Het beste van beide.’ En
nu woont ze er, sinds anderhalf
jaar. Bewust niet in de wijk met
bakfietsen en stationwagens voor
de deur, maar daarnaast, in een
appartementencomplex (‘ik vind
het leuk als er een mix van mensen
is’). Ze wijst over een huizenblok:
daar is het strand, verderop in
de straat haar huis, twee deuren
verder de kinderopvang waar
zoontje Cédric naartoe gaat.
‘Echt een luxe. En het was ook
maar een kwartiertje fietsen van
mijn werk in de Tweede Kamer.’
‘Klopt, maar ik hoef er niet alle
dagen te zijn, dat scheelt. En
zodra ik weer in Den Haag ben
en ik loop het strand op, denk ik:
ik ga hier echt niet weg. Daar ben
ik alle drukte vergeten, alles is
goed en geweldig. Ik vind het ook
een heel leuk idee dat Cédric hier
in het zand en in de buitenlucht
zal opgroeien.’
Zoontje Cédric is nu ruim negen
maanden. Voor veel jonge ouders
een doodvermoeiende fase, maar dat
is aan Charlotte Nijs niet te merken.
Ze praat snel, stelt veel vragen terug,
reageert ad rem. Ze heeft ook niets
gemerkt van het negen-maanden-op-
negen-maanden-af-devies, dat stelt dat
pas bevallen vrouwen negen maanden
nodig hebben om volledig te ontzwan-
geren. ‘Nee nee, heb jij dat wel gehad?
Ik heb dat helemaal niet.’ Even later:
‘Nou, nu we het erover hebben: toen ik
de eerste keer na de bevalling weer bij
de Tweede Kamer was, was ik totaal
overprikkeld. Iedereen praatte zó snel,
en switchte zó snel van onderwerp, was
zó scherp. Ik had net vier maanden met
een baby op het strand gezeten die niets
terug zei, dus ik was helemaal van het
padje. Maar nu ben ik er weer. Ik praat
weer als een ratelende machine en
drink te veel koffie.’
Het publiek leerde Nijs kennen als de
eerste politiek verslaggever van Hart
van Nederland. Ze viel op na het incident
waarbij Mark Rutte per ongeluk een deur
in haar gezicht duwde, vlak voordat zij
hem zou interviewen. Haar kenmerkende
toon tijdens de corona-persconferenties,
waarvan haar ongenoegen over de on
duidelijke avondklokregels af te spatelen
was, werd volop bediscussieerd op social
media.
Voordat ze onder de Haagse kaasstolp
stapte, had ze geen enkele ervaring
met politiek Den Haag. Ze groeide op
als oudste van drie kinderen, op de
Utrechtse Heuvelrug. Vader werkte aan
de commerciële kant van de media,
moeder was thuis. Ze was een blij kind,
vertelt ze. ‘Ik vond alles leuk, had overal
zin in. Spelen, hockeyen, tennissen.
Allemaal heel relaxed, saai hè? Thuis
lag De Telegraaf, het nieuws stond aan,
maar ik was geen presentatortje aan
het spelen of zo. Ik weet ook niet wat
ik wilde worden, daarvoor moet ik even
de poesiealbums induiken.’
universiteit zou gaan. Maar ik wist wel
dat ik meer van het dóen was, en niet zo
van het studeren. En bij journalistiek
leer je wel echt een vak.’
‘Ik wilde gewoon bij BNN werken. Die
maakten zulke vette dingen. Het was
de tijd van Spuiten Slikken, 3opReis,
Dennis en Valerio. Dat jonge, dat
speelse, dat gevoel dat alles kon en
mocht, en er werd veel gefeest. Ik
heb er drieënhalf jaar gezeten: eerst
als stagiaire op de webredactie, toen
werd ik webredacteur, daarna eind
redacteur voor online. Mocht ik web-
series bedenken.’
‘Het was niet echt een aantrekkelijk
aanbod: de hoofdredacteur vertelde
erbij dat politici het niet lekker deden
op beeld, want ze praten met meel in
de mond en zijn saai om naar te kijken,
en de kijkers van Hart van Nederland
hebben niet veel met politiek. Maar ik
dacht: fiick it, dit is zo vet, om mee te
draaien in die wereld. En als het niet
lukt, ga ik huilend terug naar mijn
vorige werkgever.
Ik ben daar echt neergekwakt, had nul
politieke ervaring. In het begin heb ik
zulke domme vragen gesteld. Voor een
live item moest ik snel weten wat het
verschil is tussen Prinsjesdag en de
Algemene Politieke Beschouwingen.
Ik stond bij de patatbalie, de plek waar
journalisten en politici elkaar ontmoeten,
en herkende alleen Pechtold. Ik liep op
hem af: ‘Kan je me dit uitleggen, ik ga
zo live!’ Hij heeft het toen heel rustig en
goed uitgelegd: ‘Met Prinsjesdag is het
30
i
En toen kreegje een baan in
Hilversum, als opiniepeiler bij
Een Vandaag.
Je bent wel direct gaan studeren aan de
School voor Journalistiek in Utrecht
‘Ik heb vwo gedaan, dus het lag in de
lijn der verwachtingen dat ik naar de
Welke kant wildeje op binnen de jour
nalistiek?
Een paar jaar en een werkgever later
werd je gevraagd om de eerste politiek
verslaggever van Hart van Nederland te
worden.