Lize Spit
LIZE SPIT
AffiZZA 17
VI
mijn kijk op de wereld beu kan zijn. Als
ik een boekenwinkel instap en ik zie
een boek over de financiën in Europa,
dan denk ik: ik zou het eigenlijk moeten
lezen. Maar zo ben ik niet. Ik ben al
bijna 35 jaar gespecialiseerd in dingen
die mij van nature interesseren, zoals
psychologie, dat is een domein waar
ik veel onderzoek naar heb gedaan.
Dan lees ik daar met plezier over. Je
moet altijd in het licht gaan staan waar
het warm voelt, en geen compromissen
sluiten tussen jezelf en het beeld waar
aan je denkt te moeten voldoen. Dan
gaat het fout, dan verlies je je authen
ticiteit.’
Lize: ‘Ik wil niet zeggen dat succes
hebben traumatisch was, maar het is
wel iets heel groots en vreemds, en het
wordt ongewild een ding in je leven.
Het creëert een zelfbewustzijn dat het
schrijven eigenlijk in de weg zit. In
Vlaanderen word ik herkend op straat.
Daar durf ik niet altijd een intiem
gesprek in het openbaar te voeren.
Dat zijn wel veranderingen waar ik
even aan heb moeten wennen, net als
dat het de dynamiek in intieme kring
verandert. Bijvoorbeeld omdat ik op
een feestje makke lijker een gespreks
onderwerp word. Maar als schrijver
is het wel een ongelooflijk cadeau
om meteen gelezen te worden, en
ik koester mijn lezers ook.
Nadat ik een jaar in de media was
geweest, voelde ik ook schaamte
nadien. Ik vergelijk het altijd met een
situatie in de trein, waarin je even hebt
zitten bellen. Als je ophangt voel je:
ik heb veel te luid zitten praten. Dat
gevoel had ik echt na dat jaar. Ik heb
veel te veel ruimte ingenomen, ik heb
zitten schetteren op adrenaline.’
Waarom mag je geen ruimte innemen?
‘Als schrijver kan ik dat wel, maar als
persoon doe ik dat niet graag. Dat zijn
bijna twee uitersten op een schaal.
Als ik niet in de hoedanigheid van
schrijver ben, vind ik het al moeilijk
om iemand aan te kijken. Maar stel
je me als schrijver een vraag, dan
beantwoord ik ’m meteen.’
Raoul: ‘Ik werd dit weekend geïnterviewd,
in het publiek zaten mensen die me al
jaren kennen, maar mij nog nooit als
schrijver hadden gezien. Zij waren zo
verbaasd over hoe welbespraakt ik
was, en zelfverzekerd. Heel veel
dingen kan ik niet, maar over
mijn schrijven en de dingen die ik
heb onderzocht weet ik wel veel.’
Lize: ‘En daar heb je dan zelf
vertrouwen over.’ Ineens: ‘Nu hoor
ik al de hele tijd een stemmetje
dat zegt: ‘je bent alleen maar over
jezelf aan het praten, typisch voor
deze generatie, oei oei oei.’
Maar dat is ook wel de bedoeling
van geïnterviewd worden.
Lize: ‘Ja, maar ik vind het toch
lastig. Als je vraagt naar dat succes,
dan voel ik me ook een beetje
beschaamd. Om daar alleen al
over te praten, is onbescheiden.’
Raoul: ‘Dat vind ik niet. Je hebt
door dat succes dingen geleerd,
en het is niet iets wat iedereen
meemaakt. Ik denk ook dat succes
totaal overschat is, maar het is wel
wat iedereen nastreeft.’
Lize: ‘Ja, heel erg! Aan de andere
kant, in de documentaire Jim and
Andy hoorde ik Jim Carrey steeds
zeggen: streef geen succes na, het
is de moeite niet! Toen dacht ik:
ja maar gij zijt wel Jim Carrey! Uit
zijn mond is zo’n uitspraak flauw.
Zo wil ik niet worden. Ik moet
nederig blijven.’
Raoul: ‘Ik ben opgevoed met het
idee dat je gelukkig wordt als je
succes hebt, uitmuntend bent.
Ik was twintig, eenentwintig,
toen mijn eerste twee boeken
tegelijk uitkwamen en ik in een
soapserie zat...’
Lize: ‘Hebt gij in een soapserie
gezeten?’
DE EERLIIKE
VINDER
Raoul: ‘Ja, een hele stomme soap
serie op Nickelodeon, Zoop heette
die. Ik stond toen even in alle
kranten, had elke dag interviews
en als ik ’s ochtends de gordijnen
opendeed, stonden er kinderen
uit de buurt in de voortuin. Mijn
familie was ineens heel trots op
me, mensen van de middelbare
school vonden het leuk dat ze me
kenden, ik kreeg gratis patat van
de patatboer. Maar het was ook
wel echt heel veel. Op een dag
werd ik wakker en kon me niet
meer bewegen. Na een week bleek
dat ik een spier had verrekt, maar
in die tijd voelde ik wel: dit is niet
waarvoor ik het doe. Ik ben naar
New York gegaan en daar kwam
ik mijn huidige vriend tegen.
En nu sta ik weer in kranten en
zijn er weer interviews. Maar dit
keer ben ik de baas, en heb ik
meer het gevoel dat ik er zelf
voor heb gekozen. De vorige keer
werd ik opgeslokt, had ik er geen
controle over. Ik weet nu ook dat
die gratis patat, de aandacht, dat
het onzin is, en dat het me niet
gelukkig maakt. En dat dat niet
aan mij ligt; er is iets mis met wat
wij geloven over succes.
Inmiddels zijn mijn vriend en ik
zeventien jaar samen: hij woont in
Parijs, ik in Rotterdam. Hij komt
uit Italië en heeft daardoor een
heel nieuw universum voor mij
geopend. Ik heb Italiaans geleerd,
heel veel Italiaanse films gekeken,
Italiaanse muziek geluisterd en
heb in Milaan gewoond. Het voelt
alsof ik daardoor ook een beetje
(‘X
<1
Wat voor invloed had jouw succes op
je identiteit als schrijver?
GEBOREN 12 november 1988 in Viersel (België)
STUDEERDE aan het Royal Institute for Theatre,
Cinema and Sound in Brussel BOEKEN Het smelt
(2016) en Ik ben er niet (2022) PRIJZEN Ontving
voor Het Smelt in 2016 De Bronzen Uil voor het beste
Nederlandstalige debuut, in 2017 de Nederlandse
Boekhandelsprijs en in 2018 de Lucy B. en C.W. Van
der Hoogtprijs RELATIE met schrijver Rob van Essen,
het plan is om in juni te trouwen SCHREEF dit jaar het
Boekenweekgeschenk: De eerlijke vinder