‘Je hebt schrijvers met heel veel fantasie, en schrijvers die het ergens anders vandaan moeten halen’ II r U I te I 1 i I MEZZA. 37 VI En dan is er nog iets waar ze korte metten mee wil maken. Waarom doen we in Neder land toch zo denigrerend over het horecavak? ‘Ik kan het antwoord zelf wel geven: omdat je slecht betaald krijgt, omdat je er niet voor opgeleid hoeft te zijn, omdat er hier mensen komen die aan de zijkant van de samenleving staan. Maar het is wel een vak. Er komen weleens mensen - mannen, voornamelijk - die denken meer van bier te weten. Man splain iemand anders maar, denk ik dan. Tegelijkertijd houd ik zelf ook dat vooroor deel in stand. Ik betrap me erop dat als iemand die ik niet goed ken me vraagt wat ik doe, ik dan zeg: ik ben schrijver, en werk in de kroeg - maar dat is een hobby. Terwijl: nee. Het is een baan.’ De horeca combineren met het schrijver schap is soms te doen, en soms ook niet. Wanneer niet: als ze overdag de hele dag schrijft, en dan in de middag nog moet werken. ‘Dan werk je dus gewoon zó veertien uur.’ Het voordeel is wel: ze is achter die lap top vandaan. Volgens Kapitein het grootste nadeel van schrijven: het is zo’n ontzettend zittend beroep. ‘Ik zit ook altijd heel slecht. Zo, met mijn voeten op tafel en laptop op schoot,’ ze doet het na, ‘of ik hang met mijn bovenlijf helemaal over die tafel heen,’ ze doet het weer na. Soms denkt ze dat ze met haar werk in het café moet stoppen. Als ze een invaldienst heeft. Weer moet vragen of mensen na de laatste ronde écht écht naar buiten willen gaan. Wéér vragen of mensen hun glas niet mee naar buiten willen nemen. ‘Maar ik vraag me af... Of ik echt helemaal weg zou kunnen hier. Het is toch een soort vriend. Of nee, een familielid. Bij familie kun je even weggaan, maar je komt er vroeg of laat toch altijd weer terug.’ bomen klom, hutten bouwde, in de bosjes stoeide, veel buiten zwom. Er werd in hokjes gedacht, merkte ze: hoe mannen horen te zijn, en hoe vrouwen horen te zijn. ‘En in mijn jeugd was toch wel het idee: slank zijn als vrouw is mooi. Ik merk dat ik daar tegen aan wil schoppen, in mijn boek. Dus - ze slaat haar armen over elkaar heen - ‘doe ik dat.’ Of, nou ja, het is ook vooral: bevragen. I

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2023 | | pagina 117