Zeeland zou daar goed bij passen s RIS Sb I F 5 f 105 eeuwelingen in Zeeland ook bijna nooit te vinden: Miene zit altijd in de gemeenschappe lijke huiskamer. Bij papegaai Rico, die ze lekkere hapjes voert. Fietsen, op d’r scootmobiel erop uit, haar eigen huishoudinkje: ze Mooie herinneringen Het kan niet anders, na zo’n lang leven: er zijn mooie en minder mooie herinneringen. „Maar meer mooie dan minder mooie.” Ze kijkt weer naar de foto van het deed het allemaal nog toen ze op zichzelf woonde, zoveel als kon, met een beetje hulp. Tot ze steeds wankeler op haar benen werd. Lag ze weer middenin de nacht op de grond. Het was een oud huis, overal drempels. De kinderen zei den: het kan niet meer zo, ma. Ze vond het niet leuk om naar Ter Valcke te verhuizen, al zag ze wel de noodzaak in. Maar dan moet je net Miene hebben: binnen de kortste keren had ze haar draai ge vonden. Zoals ze zelf zegt: ‘Ik kan mezelf er goed aan overgeven’. Nu heeft ze haar eigen kleine kamer tje, en in de grote huiskamer d’r eigen stoel met kleurige kussen tjes, bij d’r eigen tafeltje met al haar spulletjes, ,,’t Liek wel fami lie!” Haar ogen mogen niet meer zijn wat ze waren, ze spelt nog elke ochtend de PZC, maakt sudoku’s en kijkt televisie. „Nieuws en voetbal. Luctor Heinkenszand na tuurlijk. PSV. Feyenoord. Ik moet altijd alle uitslagen weten.” Boven haar bed hangt een foto van haar witte veerhuis. „En ik zit hier goed. Ik kan niks anders zeggen. Als iets me niet naar de zin is, zeg ik het. Ook als er iets met een an der is, want ik zie alles. Dan zeg ik: ‘Kees mö nog wat drienke!’ En als ik iets te eten krijg wat ik niet lust, zeg ik het ook. Ik moet geen nasi of bami. Proef toch, zeggen ze dan. En dan zeg ik: wat de boer niet kent, dat eet-ie niet!” Pas nog hoorde ze iemand zeg gen: ‘Van mien ‘oeft het nie meer’. Miene zet grote ogen op: „Dat kan ik niet begriepe. Ik wil nog niet dood.” Lachend: „Want dood, dat ben je zo lang!” Natuurlijk denkt ze er wel eens aan, dat het leven eindig is. „Ik slaap ook wel eens een nachtje niet. Dan lig je wel eens te dienke... Maar ik ben gelo vig. Elke zondag ga ik naar de kerkdienst hier. De ene keer van het Leger des Heils, de andere keer gereformeerd, of protestants. Of katholiek, dat heb ik het liefst natuurlijk. Er is meer. Of dat den ken we dan maar, want zeker we ten doe je het niet. Maar daarom heet het ook: gelóven.” geboortehuis in Heinkenszand. Ze wijst. „Daar, achter dat linker raam: daar ben ik geboren, in de bedstee; alle kinderen trouwens. Ernaast was café De Toelast, van vader en moeder. Dat was het stamcafé van de voetbal. Ik stond vaak achter de bar, met mijn zus ter Job. Wij schelen een jaar en een week, maar zij is maar 74 ge worden. Die heb ik heel veel ge mist.” Vijf zusters en zes broers had ze. Alleen de jongste is nog in leven. „Die wordt in maart 97. De rest is overleden. In 1979 overle den er vier in één jaar. Ik heb veel mensen verloren.” Haar ogen worden donkerder. „Mijn dochter heb ik moeten missen toen ze 15 was. Heeft u kinderen? Nou, dan weet u het. Je kind verliezen, dat is heel erg.” I r kill Links Miene Courtin-Vermeulen, rechts haar zuster Job. „Zij is maar 74 geworden.” Mevrouw Courtin-Vermeulen gaat nog altijd graag op stap, zij het nu met rollator. foto johan van der heijden Mevrouw lvens-de Rijcke komt graag goed voor de dag. -OTO'S FRANK PETERS Zeeland telde op 1 januari vorig jaar 105 eeuwelingen, waarvan vier vrouwen ouder dan 105 (bron: CBS). Mannen mogen dan het sterke geslacht heten, dat blijkt niet uit de cijfers. On der de eeuwelingen waren 89 vrouwen en slechts 16 mannen. Logischerwijs wonen ze vaak in verpleeg- of verzorgingshuizen. Terneuzen voert de ranglijst aan met 15 eeuwelingen, gevolgd door Vlissingen (14), Middelburg (13), Schouwen-Duiveland (10), Hulst (9), Goes en Kapelle (8), Tholen (7), Sluis en Veere (6), Borsele (5), Noord-Beveland (2) en Reimerswaal (2). GO ZATERDAG 11 FEBRUARI 2023 Li i -

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2023 | | pagina 53