Jan Vantoortelboom
Zeeuwen van 100 jaar en ouder, die
Lijntjes in mijn leven
ifc
iha
2
Op slechts
tien
minuten tijd
hadden ze
kans gezien
me te
bekeuren
Zeeland telde op 1 januari vorig jaar 105
eeuwelingen. Ze vierden honderd keer - of
meer - hun verjaardag. ‘Gefeliciteerd!’, zegt
iedereen dan, want leven is beter dan dood,
nietwaar. Maar is het leven nog wel leuk, als je
zo oud bent?
Als ik in mijn stoel
zit, denk ik dat ik
60 ben. Maar zo
gauw ik ga lopen,
voel ik dat ik het
niet ben’
J
Best onvoldaan liep ik naar m’n twintig jaar oude Suzuki
die ik inderhaast om de hoek had geparkeerd, knalde nog
steeds watertandend het portier dicht, en zag toen de bon
onder de ruitenwisser. Op slechts tien minuten tijd hadden
ze kans gezien me te bekeuren. Ik stapte uit, trok de bon er
van onder, zag dat het 40 euro was en ging, ondertussen
vloekend, de auto starten. Ja, die deed het. Maar toen ik bij
Gent Dampoort kwam, was de weg naar Zeeland onderbro
ken, en moest ik omrijden.
Het zou nu wel genoeg zijn met lijntjes die in mijn weef
sel van die avond samenkwamen en dat irritante knobbel
tje vormden, dacht ik. Maar na een poos rijden streek er een
dikke vlieg pal in mijn gezichtsveld op de ruit neer. Zo een
van die slome klustervliegen. Hij was alleen niet zo sloom
toen ik hem al rijdend wilde pletten. Een kwartier later
kwam ie terug en kon ik mijn gram halen. Eigenlijk was ik
alweer voorbereid op de volgende irritatie, maar die kwam
niet meer. Ik tufte ontevreden naar huis terug, waar ik voor
het slapengaan nog een boterham met choco at, en de vol
gende ochtend weer nieuwe strakke lijntjes in het weefsel
van mijn leven vond.
f en toe zakt de grond wel eens weg onder mijn
voeten, vooral als ik in de avond naar Gent ben
gereden om weer eens in de schoolbanken te zit
ten, en blijkt dat ik met mijn neus tegen een ge
sloten deur aanloop. Planning is niet mijn vak.
Blijkbaar ook niet van een andere West-Vlaming, want we
stonden daar met zijn tweeën te koekeloeren.
Maar het bleek toch zo’n avond te zijn waarop meerdere
onaangename lijntjes in het weefsel van mijn leven opeens
samenkomen en een knobbeltje vormen. Dus ik liet die ge
sloten deur voor wat ie was en reed dan maar naar mijn fa
voriete kebabzaak, Snack Tosi, in de Overpoortstraat. Ik mis
niet veel van België, behalve kebab van Snack Tosi. Dat is
namelijk een overblijfsel uit mijn studententijd. De huidige
eigenaar van Snack Tosi begon namelijk in een heel klein
zaakje naast het studentencafé De Salto. Daar dronk ik
graag een biertje en het was een vast onderdeel van mijn
routine geworden om voor het slapengaan een kebabje met
Andaloussesous te verorberen. De jongen die niet uit dat
zaakje weg te slaan was, daar
werkelijk dag en nacht stond,
nog vaster dan een Turkse ha
zelaar in de grond, heette Er-
zan Tosi. Hij was 19 en ik was
19. Ondertussen is Erzan Tosi
miljonair en komt hij alleen
op zondag om de kassa leeg te
halen en ben ik een armzalige
schrijver, maar dit terzijde.
Erzan en ik gaan dus al een
tijdje mee, en zelfs later, toen
ik al werkte en nog in Gent
woonde, at ik er af en toe nog
een kebabje.
Natuurlijk stond hij er die
avond niet, want hij heeft
ondertussen personeel. Ze
zagen me binnenkomen en
nog voordat ik mijn water
tandende mond had openge
daan om de bestelling te doen
zei de Turk: alleen cash of
Payconiq, of iets in die aard.
Ik stond daar met m’n Neder
landse bankpas. Een tantalus-
kwelling om dat vlees te rui
ken en er toch niet bij te kun
nen. Geen probleem, zei ik,
zo terug. En nog voordat ik
een stap had gezet, zei de
Turk: bijna alle geldautoma
ten zijn leeggehaald, dus je
zult naar de Veldstraat moe
ten. Ik bleef staan en begon te
vertellen over Erzan en vroe
ger enzovoorts en de vriendelijke man gaf me een vette
knipoog maar geen vette kebab.
langrijke rol spelen. En, ook heel belang
rijk: ze nemen het leven zoals het komt.
„Dat is een heel goede overlevingsstrate
gie”, zegt de geriater.
Zelf komt ze ook uit een sterk geslacht.
„Een oudtante van me werd 113 en is een
van de oudste vrouwen van Nederland
geweest. Mijn oma werd 96 en was tot op
het laatst heel fit. Ze kreeg een griepje.
Toen vond ze zelf dat het genoeg was en
stopte met eten en drinken. ‘Ik wil naar
Maarten’, zei ze. Dat was mijn opa. Ze
was voor mij heel bijzonder.”
De kamer in De Zoutvliet in Terneu-
zen staat vol bloemen en
kaarten. Jammer dat het
weer niet feestelijker is.
Anna Christina lvens-de
Rijcke, 102 lentes jong,
kijkt naar buiten vanaf
haar stoel bij het raam. Het
regent. „Er is niks te bele
ven.”
Haar lippen zijn gestift,
haar wangen gepoederd.
Een beetje goed voor de
dag komen, vindt de gebo
ren Hulsterse nog altijd
belangrijk. Wat is ze mooi
als 25-jarige, op die foto
met haar kersverse echtge
noot Francois Anthonis aan haar zij. De
zwartwit foto van haar trouwdag - 20 fe
bruari 1946 - is een van de weinige van
vroeger, want ja, wie had er toen een fo
totoestel? Wat een leeftijd, roept het be
zoek, 102! Haar ouders - hij timmerman,
zij naaister - noemden haar Anna. Nu
leeft er bijna niemand meer die haar bij
de voornaam noemt.
Zelf kijkt ze er niet van op, dat ze zo
oud werd. Eigenlijk kijkt ze nergens
meer van op. „Vroeger gingen de men
sen vroeg dood. Meestal net voor het
iene Courtin-Vermeulen
Mm (103) vindt van wel. „Als
ik zo blijf als nu, wil ’k
M graag nog éve bluuve”,
M M zegt ze stellig. En ook
Anna lvens-de Rijcke (102) vermaakt
zich nog prima, met haar tablet. Stan
daard vraag aan een eeuweling, als ze
wéér een jaartje ouder worden: wat is
hun geheim? Dat zit voor een deel in hun
genen, weet geriater Marlies Ossewaarde
van ziekenhuis ZorgSaam, die als me
disch specialist over kwetsbare ouderen
waakt. Of, zoals ze vroeger zeiden: een
sterk gestel.
„Hun immuun
systeem lijkt be
ter te werken. En
dat van hun kin
deren ook.” Ziek?
„Bijna nooit. Ja,
soms een
griepje”, zegt
Anna Ivens. Ook
geestelijk zijn ze
opvallend vaak
nog heel scherp.
Wereldwijd
zijn er vijf plek
ken waar men
sen heel oud
worden: de zogenaamde blue zones. „Zee
land heeft goede kaarten om daar in de
toekomst misschien aan toegevoegd te
worden”, aldus de geriater. In zo’n blue
zone leven de mensen gezonder. Ze zijn
actiever. Niet in de sportschool, maar
omdat hun levensstijl dat vereist: fietsen,
tuinieren, buiten zijn. Natuurlijk bewe
gen, heet dat. Ze eten veel groenten en
fruit en stoppen met eten als het genoeg
is, niet als ze vól zijn. Ze voelen zich ver
bonden met hun omgeving en zijn ‘op
hun plek’. Ze hebben elke dag nog iets
om voor op te staan; hun leven heeft zin.
Geloof en familie kunnen daarin een be-
II w
ZATERDAG 11 FEBRUARI 2023 GO
‘Het leven
nemen zoals
ONDINE VAN DER VLEUTEN
Anna lvens-de Rijcke, 102
LEES VERDER OP PAGINA 4
het komt,
dat helpt’