Joyce Sylvester
Dierenmens
Er vliegt een paard in de lucht
Woningnood is een
probleem van iedereen
I
Mijn moeder
krijgtjaren te
maken met
overlast
Namen van
toppaarden
mag hij niet
noemen
8
Joyce Sylvester schrijft op deze plek wekelijks
over onderwerpen die haar raken.
Meestal gaat de krant over mensen. Annemarie Haverkamp
schrijft over dieren met een verhaal.
In de afgelopen jaren is de van oorsprong groene buurt behoorlijk vol
gebouwd. Er verrezen grote kantoorgebouwen waar mijn moeder en haar
buren nu op uitkijken. Ze stelden zich flexibel en avontuurlijk op en gin
gen kennismaken met de zakenlui. Deze buurtbewoners vroegen om een
rondleiding door de kantoren, zodat ze meer te weten kwamen. Ook waren
de bewoners blij met de voorzieningen die er in de buurt kwamen. Met de
komst van de bedrijvigheid openden ook leuke terrasjes en restaurants.
Een nieuwe supermarkt op loopafstand kwam er ook en is buitengewoon
prettig.
Maar het is de vraag hoeveel flexibiliteit je kunt vragen van mensen in
buurten en wijken. Daar komt een keer een einde aan, net als het blijven
bouwen van woningen. Dit probleem kunnen we niet uitsluitend neerleg
gen op het bordje van de politiek. Alle Nederlanders zullen moeten naden
ken hoe de woningnood op te lossen, die wordt namelijk niet alleen ver
oorzaakt door de instroom van nieuwkomers, zoals velen beweren. We
dragen allen bij aan die woningnood met onze individuele woonwensen.
Joyce Sylvester is dijkgraaf Amstel Gooi en Vecht en werd in 2008
de eerste vrouwelijke burgemeester van Surinaamse afkomst. Ze schreef de
autobiografie Bent de burgemeester?
Voor ren- en springpaar
den is het van groot belang
dat ze fit en op het juiste
moment op de plek van be
stemming arriveren. Een
dag of vijf na een lange
vlucht krijgen ze vaak een
dip. Dus ze moeten óf vlak
voor een wedstrijd aanko
men, óf nog beter: twee
weken eerder zodat ze vol
ledig kunnen acclimatise
ren.
De 65-jarige Horsmans
zit al zijn hele leven in de
paardensport en bege
leidde als dierenarts eerder
olympische teams, dus hij
weet waar hij op moet let
ten. Zo mag hij onderweg
nooit medicijnen toedie
nen die bij een wedstrijd-
keuring als doping of ver
boden kunnen worden ge
zien. Meestal zijn er meer
dere ‘grooms’, zoals de
paardenvluchtbegele ider s
heten, aan boord. Een gedi
plomeerd dierenarts kost
de eigenaar van het paard
extra geld. Horsmans
wordt ingehuurd door tus
senpersonen. Namen van
de toppaarden die hij ver
voert mag hij niet noemen,
en ook zijn opdrachtgevers
houdt hij anoniem, maar
op zijn foto’s kijken veel
sjeiks, emirs en internatio
nale royals glimlachend in
de camera.
Zijn verantwoordelijk
heid stopt zodra hij een
paard heeft overgedragen
aan de transporteur die
hem in het land van be
stemming naar zijn stal
brengt of als het dier in een
quarantainehotel op het
vliegveld achterblijft.
Horsmans blijft dan, als
zijn dierenartsenpraktijk
het toelaat, meestal nog
een of twee dagen om een
toeristisch tripje te maken.
Als u dit leest, is hij met
twee Friese hengsten op
weg naar Bogota.
Heeft u een suggestie
voor een dier met een
verhaal? Mail annemarie@
dpgmedia.nl
Toppaard
Woonplaats: wereld
Bijzonderheid: maakt
veel vliegkilometers
Kijk, dit was in Doha. En
hier: Jordanië. Montevideo.
Mauritius. Mexico. Vorig
jaar vloog hij 28 paarden in
een keer van Egypte naar
Irak. Op het vliegveld van
Bagdad kreeg hij politiebe
geleiding om de veiligheid
van hem en zijn exclusieve
paarden te garanderen.
„Het waren showdieren
van een stoeterij, de paar
den waren duurder dan het
toestel waar ze in zaten.”
Altijd zijn het cargo-
vluchten. De paarden staan
in hun containerboxen
achterin het toestel, Hors
mans zit met zijn dieren
artskoffertje vlak achter de
en paard dat eerste
klas vliegt, heeft een
hele containerbox
voor zichzelf. Reist hij
businessclass, dan deelt hij
zijn ruimte met een ander
paard. Is het een paard zon
der exorbitant rijke eige
naar, dan wordt hij met
twee soortgenoten in een
box geplaatst en moet hij
met een tweedeklasticket
de wereld over.
Ben Horsmans is niet ge
voelig voor klasse; hij voor
ziet elk paard dat op
vliegreis is elk half uur van
water. En hij houdt alle
dieren onderweg met even
veel liefde in de gaten.
„Als een paard erg on
rustig is, geef ik hem een
spuitje met een kalme
ringsmiddel.” Horsmans is
net terug uit Amman, als
paardenarts vliegt hij on
geveer om de week met
een kostbare lading naar
Zuid-Amerika of het Mid-
den-Oosten. Hij werkt
voor sjeiks, topsporters en
Arabische prinsen. Het is
zijn taak de dieren gezond
af te leveren op de plek van
bestemming.
Aan zo’n tripje gaat een
enorme papierwinkel
vooraf. Alle wedstrijd- en
showpaarden moeten
voorzien zijn van een pas
poort, vaccinatiebewijs en
bloeduitslagen. Vlak voor
de vlucht doet de NVWA
(Nederlandse Voedsel- en
Warenautoriteit) nog een
laatste check.
Horsmans controleert al
les en leest de chip van het
paard uit (‘we moeten wel
de goede meenemen’). Hij
maakt zelfs foto’s van het
dier, net als een huurder
van een auto een rondje
om het voertuig loopt om
te kunnen aantonen dat
een mogelijke beschadi
ging er al zat. Alle paarden
die hij begeleidt zijn pe
perduur, claims aan zijn
broek wil hij voorkomen.
In de keuken van zijn
Limburgse boerderij toont
hij foto’s van zijn reizen.
ecent ontving mijn moeder bericht van de woningcorporatie. De
komende jaren krijgt ze te maken met overlast. Een aantal flats in
de buurt krijgt extra woonlagen op de bovenste verdieping en
worden zo opgetopt. Niet alleen in Amsterdam is er een wooncri-
sis. In heel Nederland hebben veel mensen dringend behoefte
aan een dak boven hun hoofd.
In ruim honderd jaar tijd is de bevolking in Nederland meer dan verdrie
voudigd. De woningvoorraad is echter verachtvoudigd naar 8 miljoen wo
ningen. Op papier zijn er dus woningen genoeg. Maar wie kijkt naar de
gemiddelde woningbezetting, ziet één van de oorzaken van de huidige
problemen. In de afgelopen decennia daalde die naar 2,2 personen. In feite
moeten we dus ook bouwen om aan de individualisering van onze woon
wensen te kunnen voldoen.
Sommigen geven uitsluitend anderen de schuld van de woningnood. Ze
denken dat er geen problemen meer zijn als we de grenzen sluiten voor
vluchtelingen. De individualisering van de woonwensen wordt voor het
gemak maar even vergeten.
Feit is dat we de komende jaren doorgroeien naar 20 miljoen inwoners in
2030. Best veel als je ons inwoneraantal vergelijkt met landen in Europa
met soortgelijk grondoppervlak. Zo telt
Denemarken bijna 6 miljoen mensen en
heeft Zwitserland binnen haar landsgren
zen ongeveer 9 miljoen burgers.
En niet alleen het grondoppervlak zal
onze bouwwensen op den duur beperken.
Want het is ook nog eens de vraag waar we
zonder risico kunnen bouwen. Nederland
ligt voor 26 procent beneden zeeniveau.
55 procent van het land wordt beschermd
door dijken. En 59 procent van ons land
loopt het risico om bij bijzondere weersom
standigheden te overstromen door de zee of
door rivieren. Dit vraagt om anders denken,
in de richting van ‘meedein-huizen’ en
‘meedein-dorpen’.
Uitdagingen voor de toekomst waar mijn
moeder en haar buren niet zo mee bezig
zijn. Ze worden voor de zoveelste keer ge
confronteerd met veranderingen in hun
buurt. Toch is er wel draagvlak voor het op
toppen van de flats, want het gaat immers
om mensen die gehuisvest moeten worden.
Het is niet alleen een kwestie van nieuw
bouw op bestaande gebouwen. Er zal op
nieuw moeten worden uitgevonden hoe
prettig met elkaar samen te leven in de flats
en in de buurt. De woningcorporatie doet regelmatig aan onderhoud, maar
als de nieuwe bewoners zich niet aan de regels houden, neemt de kwaliteit
van leven toch af. Ook buiten de flats zijn er strenge regels. Geen vuilnis
zakken neerzetten naast de ondergrondse container bijvoorbeeld, en netjes
parkeren in de vakken zodat iedereen bezoek kan ontvangen. Het is er nu
fijn wonen en de buurt mag door de komst van meer bewoners niet verloe
deren. Daarom wordt er meegedacht met de woningcorporatie. Misschien
is het een idee om de nieuwe mensen te laten ontvangen door de huidige
bewoners, zodat zij vroegtijdig kunnen worden geïnformeerd over regels.
piloot. Hij vraagt of de ka
pitein langzaam wil opstij
gen, zodat de gespannen
paarden kunnen wennen
aan de druk. „Net als wij
hebben paarden last van de
druk op hun oren. Soms
duw ik ze dan wat hooi in
de mond, zodat ze daarop
kunnen kauwen. Op
10.000 meter hoogte zijn
ze meestal weer rustig.”
De dierenarts bepaalt
ook de temperatuur in het
ruim: tussen de 10 en 15
graden. „Aan boord verlie
zen ze veel vocht. We heb
ben dat eens gemeten op
een vlucht van Schiphol
naar Maleisië: het vocht
verlies liep op tot 20 pro
cent. Dat moet je dus tel
kens aanvullen door ze te
laten drinken. Wij mensen
krijgen ook een droge
mond in het vliegtuig.”
J 1
ZATERDAG 28 JANUARI 2023 GO
X-/h