Daan Rot
Eenentwintig jaar geleden overleefden
Elvis en ik ternauwernood haar bevalling. Het was niet
de badbevalling bij kaarslicht die ik mij had gewenst. Een
helletocht van vierentwintig uur die uitmondde in een
spoedkeizersnede en een streptokokkeninfectie voor
moeder en kind. Jan had in zijn eentje het ziekenhuis
kunnen verlaten in plaats van met drie. De opluchting
was dan ook groot. ‘Het is er uit!’ was de aankondiging
van onze dochter toen Jan zijn vader belde met het grote
nieuws. Onder invloed van morfine en andere opiaten
werkte ik vanuit het ziekenhuisbed mijn hele contacten-
lijst af om te vertellen dat Elvis geboren was. Ook mensen
die ik in geen jaren gesproken had, moesten horen hoe
mooi ze was. De foto’s van onze eerstgeborene tonen een
monstertje, helemaal opgezet, gebutst en met een enorm
punthoofd, een reus van dik tweeënveertig weken aan
snoertjes en bellen in een couveuse tussen alle piepkleine,
tere buurcouveuseprematuren. Tientallen verplegers en
artsen aan mijn bed, maar ik herinner mij alleen de ogen
van Jan. We waren vanaf toen voor altijd samen.
1Ü a «ÈB
VI
Ik zou met Elvis naar Parijs om haar grote volwassen
heid te vieren, maar ik durf het nog niet aan. Ons kluwentje
wol is er nog niet klaar voor om zo ver uitgerold te worden.
Omdat ik mijn dochter zo enorm even zorgeloze pret
gun, boek ik in een opwelling drie dagen Efteling. Alles
er uit gillen in de rollercoasters. Nostalgisch doen in het
Sprookjesbos, glühwein, warme chocomelk en tussen
door een uurtje badderen in het hotel. Maantje Piet heeft
ook hard pretmedicatie nodig. Ze krijgt veel te veel mee
en is de laatste tijd wat stilletjes dus ik maak er een
meisjesreisje van. De jongens verheugen zich op een
weekend Chinees eten bestellen, geen sokken dragen,
gamen en keihard gitaar spelen.
Als we in ons sprookjesbed liggen, biecht ik Elvis op dat
ik de middernachtelijke champagne niet ga halen, zo
moe ben ik. Ze zucht opgelucht.
‘Mag ik de Donald Duck gaan lezen?’ Maantje Piet
staat klaarwakker naast mijn bed. Ik mompel dat het
midden in de nacht is en dat ze moet gaan slapen. Elvis
schiet wakker. ‘Is het twee uur vijfenvijftig?’ Ik grijp naar
mijn telefoon om te zien of we niet toevallig wakker zijn
op haar geboortelijdstip. Het is twee uur. Met een: ‘O,
oké, dan ben ik nog niet jarig,’ draalt ze zich om en slaapt
verder. Ik laat de bubbels lekker in de koelkast staan en
bonjour Maantje Piet naar haar stapelbed.
Mijn weerapp belooft de hele dag 100% regen. We zijn
onze positieve inborst niet verloren. Regen betekent
geen wachtrijen! Twaalf achtbaanritjes, dik twintig
duizend stappen en pannenkoeken toe. Het wordt de
vrolijkste dag sinds april.
’s Avonds schuif ik Elvis een pakje toe. Ze is lief verbaasd,
het weekend weg was het grote cadeau. ‘Maak maar
open,’ bloos ik haar toe. In het doosje, op een stukje
gehaakt kant, ligt de parelketting die ik van mijn ouders
kreeg toen ik eenentwintig werd. Vandaag is er een
prachtige volwassen vrouw geboren. In de Efteling, dat
wel. Onze prinses is nu koningin.
40
vrouw
geboren
Daan Rot-de Launay (47) schrijft en fotografeert, en was getrouwd met muzikant en columnist Jan Rot.
Ze heeft vier kinderen: dochters Elvis (21) en Maantje Piet (11) en zoons Rover (17) en Wolf (14).
IM
Cd
LU
Q
Z
z
o
z
5
e
e
Vandaag is
een prachtige
volwassen