nEPAMD 11953-2023
H
M
-"M
7. Aé5jÈa
A
k ijT
5
7^.
Herdenken en
herinneren: het móet,
zelfs als het pijn doet.
Daarom is Ineke van
Dijke-Van de Vate elk
jaar bij de nationale
herdenking van de
Ramp in Ouwerkerk.
Al zou het van haar zo
massaal niet hoeven.
„Herdenken met alleen
een foto en een kaarsje
is nog veel intenser.”
Ik denk
weleens: zou ik
niet gewoon
naarde
herdenking in
Nieuwerkerk
gaan. Die is
niet zo
massaal
Toen de dakgoot
overliep zei mijn
kleinzoon: komt er nu
een watersnoodramp?
Rillingen
Die scherpste randjes zijn er wel af,
maar nog altijd staan in het museum
haar zintuigen op scherp. „Ik krijg
nog steeds rillingen bij het geluid van
de wind uit één van die luidsprekers.
En als ik langs het boek met namen
van de slachtoffers loop, leg ik het al
tijd op de pagina waar mijn vader
staat. Ik ben er zo vaak, maar eigenlijk
ben ik er nooit gedachteloos.” Haar
twee jongere broers komen overigens
nog steeds niet in het museum. „Ik
snap dat wel. Het is voor hen nóg
zwaarder. De één is net voor de
Ramp geboren, de ander erna. Zij
hebben geen herinneringen aan hun
vader, geen fotootje waar ze samen
Diepe wonden
Praten over die verschrikkelijke ge
beurtenissen, dat was in de eerste ja-
ren na de Ramp niet vanzelfspre
kend. Ook Ineke ervoer dat. „De
wonden waren te diep. Het voelt nu
nog steeds alsof je een korst van een
wond aftrekt. Moet je nagaan hoe dat
toen was.”
Maar het gemis was er natuurlijk
wel. „Ik herinner me de verjaarda
gen... Opeens waren er een heleboel
mensen niet meer bij. Die stilte, dat
maar tegelijkertijd mag niet vergeten
worden wat er allemaal is gebeurd,
vindt ze. Dat laatste geeft voor haar
de doorslag. Daarom blijft ze haar
verhaal vertellen, ook als dat betekent
dat ze weer een nacht slecht slaapt.
Daarom ook blijft ze betrokken bij
het Watersnoodmuseum. En daarom
ook is ze elk jaar bij de nationale her
denking in Ouwerkerk. Terwijl die
plechtigheid niet de manier is die ze
zelf zou kiezen. „Het is wel erg mas
saal. Dat kinderen erbij betrokken
worden, is wel heel goed. En het is
ook fijn dat allerlei mensen, tot aan
ministers en de koninklijke familie
aan toe, hun betrokkenheid tonen.”
Maar met al die drukte is het soms
lastig om de herdenking als ‘van je
zelf te zien, ervaart Ineke. „Ik denk
ook weleens: zou ik niet gewoon naar
de herdenking in Nieuwerkerk gaan.
Dat is veel kleinschaliger: een soort
reünie in het dorpshuis, en dan een
sobere herdenking.” Wat tijdstippen
betreft zou het kunnen. „Maar twee
herdenkingen na elkaar, dat is te in
tensief. Dat lukt me niet.” Ze kiest tot
nu toe elk jaar voor Ouwerkerk.
„Voor mijn eigen gevoel moet ik er
heen, ook omdat het bij het museum
is. Maar het zou ook best eens anders
kunnen zijn.”
Zeker omdat ‘intiem herdenken’ de
afgelopen jaren, door corona, opeens
móest. „Ik vond herdenken met al
leen een foto en een kaarsje intenser.
Zeker omdat corona ons wéér liet
zien dat de natuur ons heel hard te
rug in ons hok kan sturen. Dat we
dan niks in te brengen hebben. Dat
was zeventig jaar geleden zo, en dat
was nu weer zo. Het kwam heel erg
samen.”
gemis, dat was heel erg aanwezig. Dat
voelde ik als kind ook.”
De demonen van toen duiken nog
steeds regelmatig op. Ineke heeft ze
wel altijd recht in het gezicht terug
gekeken. Neem nou de manier
waarop ze terechtkwam bij het Wa
tersnoodmuseum, waar ze later heel
nauw bij betrokken zou raken. „Toen
dat net bestond, dacht ik: ik ga daar
nooit naar binnen. Veel te confronte
rend. Maar ik heb het gedaan. Het
was doodeng. En toch ben ik er vrij
williger geworden.” Ook dat ging
met horten en stoten. „In die eerste
periode heb ik toch nachtmerries ge
had... Er kwam eens een man een he
leboel spulletjes brengen die van zijn
overleden familieleden waren ge
weest. Dat kwam dan ’s nachts wel
even terug, hoor.”
op staan. Dat maakt het nog moeilij
ken”
Herinneringen oproepen, praten,
herdenken: het voelt een beetje dub
bel voor Ineke. Het rakelt alles op,
andacht voor de Ramp
is er elk jaar, maar - ze-
ker landelijk gezien -
zelden zo veel als deze
maand. We spreken
Ineke een dag nadat ooggetuige
Corry Slager bij Jinek haar verhaal
heeft gedaan. En een dag daarvoor
was Jaap Schoof, oud-directeur van
het Watersnoodmuseum, te gast bij
Opt Al die berichtgeving gaat Ineke
niet in de koude kleren zitten. „Het
waren twee onrustige nachten. Als ik
zo’n programma heb gezien, slaap ik
slecht. Alles komt terug.” Het zal niet
voor het laatst zijn deze maand.
Ineke, toen 8 jaar oud, woonde ze
ventig jaar geleden in Nieuwerkerk,
op een boerderij. In de nacht die haar
leven veranderde, verloor ze haar va
der, opa, oma, ooms, tantes, neefjes
en nichtjes. En daarna werd nooit
meer iets hetzelfde. Alleen al het
overlijden van haar vader, wiens li
chaam pas anderhalf jaar na de Ramp
werd gevonden, zit diep. Toch heeft
Ineke het vaak over hem. „Er zijn
meerdere klein- en achterkleinkin
deren van mijn vader naar hem ge
noemd. Ze kennen allemaal zijn ver
haal, zijn gezicht. Ik praat er gewoon
over.” Zelfs weleens te veel, merkte
ze laatst. „Tijdens een harde bui liep
de dakgoot over. Mijn kleinzoon zei:
oma, komt er nu een watersnood
ramp? Toen dacht ik wel: misschien
moet ik het er even wat minder over
hebben.”
r
DE
- Ineke van Dijke-Van de Vate
- Ineke van Dijke-Van
de Vate
Ineke van Dijke-Van
de Vate herdenkt
graag in stilte. Eén van
haar lievelingsplekken
ligt aan de Sasdijk, net
buiten haar woon
plaats Schuddebeurs.
FOTO MARIEKE MANDEMAKER
Beluister ook onze podcastserie
De vermisten van ’53 op
pzc.nl/podcast of via uw favoriete
podcastapp.
Martijn de Koning
Schuddebeurs
Bij dat museum ga ik nóóit
naar binnen, dacht ik vroeger
GO DONDERDAG 26 JANUARI 2023
r r-
A.A -W I