Daan Rot
o
1'
O W&S
Jan was al behoorlijk ziek en zwak
toen Laszlo, zijn gitarist, die ene keer niet mee kon. ‘Ik
zeg alleen af als ik dood ben,’ was Jans leefregel. Dus van
annuleren wilde hij niets weten. Zelf kon ik niet mee om
te chauffeuren en sjouwen, maar ik weigerde hem alleen
te laten gaan. ‘Neem Wolf mee,’ opperde ik, ‘Theater
Walhalla is toch een thuiswedstrijd.’ Wolf zat al wat
onrustig te wippen op de bank. ‘Topplan,’ riep Jan
meteen instemmend. Als hij maar kon spelen. Toen de
taxi klaarstond, zag ik Wolf snel zijn gitaar pakken en
met een blik van ‘je weet maar nooit’ in de kofferbak
zwaaien. Een jongen met een missie. Wolf belde vanuit
de kleedkamer hoe het allemaal ging en dat hij zo graag
een lied wilde meespelen. Hij wilde het zijn vader niet
vragen, die had alle concentratie en energie hard nodig.
Gelukkig pikte Jan het grote verlangen van Wolf op. Het
werd een bijzondere avond. Vader en zoon samen op het
podium. De volgende dag schoof Jan Wolf een envelop
toe. ‘Je eerste muzikantengage, vriend.’
De envelop hangt nu al maanden met een hartjes-
magneet op zijn lockerkast. Al jaren is een oorbel dé
Wolfwens. Hij is naast Stonesfan, ook verliefd op het
beringde oor van Keith Richards. Ik deed het altijd af
met een ‘als je zestien bent’, gevolgd door zijn jamaren.
‘Ja maar vader had ook een heel grote oorring vroeger’,
‘ja maar Rover mocht het vóór zijn zestiende’, ‘ja maar
meisjes mogen veel eerder oorbellen, dat vindt niemand
gek.’
De volgende dag app ik hem een screenshot van een
afspraak op zijn naarn bij Queen of Rings. Soms moet je
gewoon je kop schudden en doen wat de mensen willen.
Hij knalt bijna uit elkaar. ‘Ik ben nog helemaal geen
zestien en niet eens jarig of zo, zit je mij te pranken?’
komt hij gillend naar beneden.
Op de grote dag trekt hij zijn optreedcenten uit zijn zak.
‘Ik ga het zelf betalen, met vaders geld. Het was voor iets
bijzonders en dit is voor altijd.’ In eerste instantie zeg
ik: ‘Och jochie, dat hoef je niet zelf...’ maar knik dan
instemmend. Hij is mijn natte ogen inmiddels gewend.
Stikzenuwachtig maar groots ondergaat hij alles. De
piereer is enorm lief en zorgvuldig. Ik móet het vastleggen
en film alles met mijn telefoon. Uitvoerig en trotser dan
trots bekijkt hij zijn nieuwe aanwinst in de spiegel. Wolf
loopt op wolkjes. Hij ratelt de hele weg naar huis. ‘Nu
heb ik een oorbel als we naar het concert van Rufus
Wainwright gaan, wat zal opa er van vinden, nu heb ik
wél zin om naar school te gaan, mag ik Elvis bellen?’
Kon ik maar een whatsappje naar Jan sturen. Wolf heeft
ondertussen een Instagrambericht met foto van zijn oor
mét bel naar held Keith gestuurd. Ik stuur het filmpje
naar familievriend Simon. Ik smelt, zo lief, krijg ik meteen
terug. Dat is alles wat ik moest horen.
RA
Soms moet
de mensen
willen
40
V2
Daan Rot-de Launay (47) schrijft en fotografeert, en was getrouwd met muzikant en columnist Jan Rot.
Ze heeft vier kinderen: dochters Elvis (20) en Maantje Piet (11) en zoons Rover (17) en Wolf (14).
IM
Cd
LU
Q
Z
z
o
z
5
e
e
je gewoon
doen wat