I
M
’Dit boek
zegt |e mag
eigenzinnig
zijn, je
hoeft geen
groepsdier
te zijn om
erbij te horen’
J
AfEZZA 37
VI
centra en in boekhandels wordt er op 25 janu
ari, als aftrap van die voorleesdagen, uit haar
boek voorgelezen.
Het is haar negende prentenboek. Haar
eerste, Olie wist zeker dat hij geen bril nodig
had, verscheen in 2012. Ze is wat je noemt
een laatbloeier als het op schrijven aankomt,
werkte eerst jaren bij verschillende uitgeve
rijen. Ze vertaalde, redigeerde, deed de publi
citeit - en oké, ze schreef ook wel, maar dan
voor kranten, Het Parool, Trouw, Kidsweek,
en tijdschriften als Vrij Nederland, veel over
(kinder)boeken. ‘Ik vond het moeilijk om
ineens in dat wereldje waar ik al heel lang in
werkte, naar voren te stappen en te zeggen:
joehoe, hier ben ik, nu heb ik zelf iets
gemaakt.’
Maar ze deed het. En het bracht haar veel:
goede verkoopcijfers, vertalingen, contracten
voor nog meer prenten
boeken, en met die boeken
won ze twee Zilveren Griffels
en Vlag Wimpels. Maar
wat ze er vooral aan heeft
te danken: vrijheid. ‘Ik heb
voor mezelf de perfecte
situatie gecreëerd met mijn
schrijfwerk. Ik woon nu
in Zuid-Afrika met mijn
twee katten, in een groot
vrijstaand huis - met drie
badkamers, het is echt
idioot. Ik zit op een heuvel,
kijk uit over de oceaan, zie
soms walvissen en dolfijnen
voorbij komen, en pinguïns
op het strand. Ik werk één
keer per week in de pinguïn-
opvang, dat is heerlijk lijfelijk
werk, op je knieën hokken
schoonschrobben, kuikens
van de grond tillen - uit je
hoofd komen, dat is goed
voor mij, met al dat geschrijf
achter mijn laptop.’
Drie kwartier rijden en ze
is in Kaapstad vanuit haar
dorp Simon’s Town. ‘Het
is zo rustig - ik houd van
rust, dat heb ik nodig om
te schrijven.’ Ze leerde het land kennen toen
ze er doorheen reisde, waar Wij waren hier
eerst uit ontstond, een kinderboek over wilde
Afrikaanse dieren en de botsing tussen die
dieren en de mens.
Vorig jaar emigreerde ze, ze was Amsterdam
ontgroeid, het werd haar te druk en lawaaiig.
Dus: wegwezen. En nu dus: schrijven vanuit
de mooiste - haar mooiste, althans - plek op
aarde. ‘Ik had nooit kunnen bedenken dat
mijn leven zo zou lopen, met boeken maken,
contact onderhouden met illustratoren -
de leukste mensen op aarde, vind ik, heel
bescheiden, maar zo vindingrijk en creatief.’
En blij toe natuurlijk dat ze er toch, zij het
rijkelijk laat, aan begonnen is, aan dat
geschrijf. ‘Als ik nu terugdenk aan dat gevoel
van toen, over die grote schrijvers, denk ik
vooral: jammer dat ik zo veel tijd heb verspild
aan het niet durven.’
Ik
i AsAd